Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Teunissen over de detentie van mensenrechtenverdediger Inés Estela Pérez Arregoces
Vragen van de leden Hirsch (GroenLinks-PvdA) en Teunissen (PvdD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de detentie van mensenrechtenverdediger Inés Estela Pérez Arregoces (ingezonden 13 juni 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Asiel en Migratie) (ontvangen 21 juli 2025). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2630.
Vraag 1
Is het u bekend dat de Colombiaanse mensenrechtenverdediger Inés Estela Pérez Arregoces
woensdag 11 juni bij aankomst op Schiphol meer dan 20 uur is vastgehouden door de
Nederlandse grensautoriteiten, en op donderdag 12 juni op een vliegtuig is uitgezet?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met deze individuele casus.
Vraag 2, 3 en 4
Is het u bekend dat mevrouw Pérez Arregoces in Nederland was om te spreken op de Universiteiten
van Utrecht en Wageningen en dat zij onderweg was naar Genève om daar te spreken bij
de Verenigde Naties (VN) over mensenrechtenschendingen en milieuschade?
Op welke juridische gronden is mevrouw Pérez Arregoces aangehouden? Klopt het dat
mevrouw Pérez Arregoces reisde met een geldig paspoort en officiële uitnodigingen,
maar dat zij bij aankomst in Amsterdam desondanks werd onderworpen aan langdurige
grenscontrole, fouillering en ondervraging, en vervolgens is vastgehouden op basis
van twijfel over haar financiële draagkracht, terwijl zij dit kon weerleggen met een
officiële brief waarin werd bevestigd dat alle kosten werden gedekt door Europese
niet-gouvernementele organisatie (ngo's)?
Hoe verhoudt de aanhouding van een mensenrechtenverdediger op basis van een verdenking
dat hij of zij zich niet financieel kan onderhouden, zich tot internationale verplichtingen
rondom bescherming van mensenrechtenverdedigers?
Antwoord 2, 3 en 4
Ik kan, ook in verband met privacyoverwegingen, niet ingaan op de individuele omstandigheden
van dit geval. In algemene zin kan ik aangeven dat iedere onderdaan van een derdeland
die Nederland en daarmee het Schengengebied tracht in te reizen, moet voldoen aan
de voorwaarden van artikel 6 van de Schengengrenscode. Deze zijn onder meer het helder
kunnen aantonen van het reisdoel, en het beschikken over voldoende middelen van bestaan
voor de duur en het doel van de reis. Indien naar het oordeel van de Koninklijke Marechaussee
een vreemdeling niet aan deze voorwaarden voldoet, kan de vreemdeling de toegang geweigerd
worden. Een vreemdeling kan in bezwaar gaan tegen de toegangsweigering.
Het is aan de rechter om te oordelen over de rechtmatigheid van de weigering en de
individuele omstandigheden van het geval. Ook kan een spoedvoorziening worden aangevraagd.
Daarnaast hecht ik eraan te verhelderen dat een toegangsweigering op grond van artikel 6
van de Schengengrenscode geen aanhouding betreft.
Vraag 5, 6 en 7
Klopt het dat zij meer dan 20 uur vast is gehouden, en vele uren moest wachten voordat
er een tolk of juridische bijstand werd aangeboden? Klopt het dat zij is onderworpen
aan intimidatie en schendingen van privacy, zoals het ontzeggen van de mogelijkheid
om de toiletdeur te sluiten?
In het geval dat een individu niet tijdig wordt geholpen met vertaling en juridische
bijstand, hoe rijmt dat met de rechten die een individu heeft onder nationale wetgeving
en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)?
In het geval dat een individu niet toegestaan wordt zijn of haar toiletdeur te sluiten,
hoe rijmt dat met de rechten die een individu heeft onder de Schengengrenscode dat
«grenscontroles moeten worden uitgevoerd met volledige eerbiediging van de menselijke
waardigheid»?
Antwoord 5, 6 en 7
Ook bij de beantwoording van deze vragen geldt dat ik niet in kan gaan op de individuele
omstandigheden van een geval. In algemene zin geldt dat bij mogelijke grensweigeringen
het streven is dat de grenswachter dit proces binnen een termijn van 6 uur volledig
afrondt. Er kan enige tijd overheen gaan tot de Koninklijke Marechaussee een weloverwogen
besluit neemt, want de vreemdeling wordt gehoord – indien nodig middels een tolk –,
gewezen op zijn of haar rechten en plichten, en krijgt meerdere kansen om aan te tonen
dat hij of zij aan de voorwaarden van artikel 6 van de Schengengrenscode voldoet.
Als wordt besloten om een persoon aan de grens te weigeren, dan wordt vervolgens ingezet
op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de vreemdeling. Op luchthaven Schiphol geldt
dat de vreemdeling tot aan vertrek wordt geacht in de internationale lounge te verblijven.
De vreemdeling kan zich binnen de internationale lounge vrij bewegen, en heeft toegang
tot de aanwezige faciliteiten. In de meeste gevallen volstaat een beschikking in de
internationale lounge, in bijzonder als het vertrek snel gerealiseerd kan worden.
Indien dit niet het geval is, dan kan de vreemdeling op grond van artikel 6, lid 1
of artikel 6 lid 1 en 2 van de Schengengrenscode in grensdetentie worden geplaatst.
Vraag 8
Hoe zorgt uw ministerie ervoor dat grenscontroles bij Schiphol proportioneel, transparant
en met respect voor fysieke integriteit, privacy en fundamentele rechten van mensenrechtenverdedigers
verlopen, zeker bij internationale bijeenkomsten zoals de VN-conferentie in Genève?
Antwoord 8
Er gelden op grond van de Schengengrenscode geen andere toegangsvoorwaarden voor onderdanen
van derdelanders die zich inzetten voor de verdediging van mensenrechten. Een vreemdeling
kan in bezwaar tegen de toegangsweigering. Het is dan aan de rechter om te oordelen
over de rechtmatigheid van de toegangsweigering en de individuele omstandigheden van
het proces om tot die weigering te komen.
Vraag 9
Welke concrete maatregelen neemt u om te waarborgen dat buitenlandse mensenrechtenverdedigers
die Nederland bezoeken in het kader van hun werk tijdig toegang krijgen tot juridische
bijstand, tolkdiensten en heldere informatie over hun rechten tijdens grenscontroles
en detentie, zodat zij hun werk niet onnodig worden belemmerd?
Antwoord 9
Ik zie geen aanleiding om tot beleidswijzigingen of gewijzigde werkinstructies over
te gaan. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de Koninklijke Marechaussee in staat
is om op rechtmatige en professionele wijze het proces van een toegangsweigering kan
volbrengen, waarin iedere vreemdeling – ongeacht de specifieke inhoud van het reisdoel
– middels een tolk in zijn of haar eigen taal gehoord wordt en zowel mondeling als
middels een toegankelijke folder gewezen wordt op zijn of haar rechten en plichten.
Een vreemdeling kan een toegangsweigering aanvechten bij de rechter. Het is dan aan
de rechter om te oordelen over de rechtmatigheid van de beslissing en de individuele
omstandigheden van het proces.
Vraag 10
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden?
Antwoord 10
Ik heb deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.