Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Abassi over het bericht dat een topambtenaar kinderpornografisch materiaal verspreidde onder werktijd
Vragen van het lid Abassi (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een topambtenaar kinderpornografisch materiaal verspreidde onder werktijd (ingezonden 7 mei 2025).
Antwoord van Minister Tieman (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 16 juli 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2417.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het nieuwsbericht in het AD van 24 april 2025 met als kop
«Topambtenaar verspreidde gruwelijke kinderporno onder werktijd, ministerie wist nergens
van»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het gaat om een (voormalig) topambtenaar die werkzaam was op
een ministerie? Zo ja, op welk ministerie en in welke functie? Zo niet, kunt u toelichten
hoe dergelijke misstanden in het algemeen worden geregistreerd en gecommuniceerd binnen
de Rijksoverheid?
Antwoord 2
Het gaat om een voormalig ambtenaar die werkzaam was op het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat, in de functie van adviseur bedrijfsvoering.
Vraag 3
Op welke wijze zijn ambtenaren in vergelijkbare functies bij aanstelling gescreend?
Hoe wordt geborgd dat personen met toegang tot vertrouwelijke informatie en systemen
voldoen aan de hoogste integriteitsnormen?
Antwoord 3
De betreffende ambtenaar had geen vertrouwensfunctie en is dan ook niet gescreend.
Hij heeft bij indiensttreding een verklaring omtrent het gedrag (VOG) moeten overleggen.
Elke ambtenaar legt bij indiensttreding de eed of belofte af en neemt kennis van de
specifieke eisen van de ambtenarenwet. Ook geldt voor Rijksambtenaren de Gedragscode
Integriteit Rijk.
Vraag 4
Hoe is het mogelijk dat deze topambtenaar jarenlang ongestoord dit soort ernstig strafbaar
gedrag kon vertonen onder werktijd, zonder dat dit opviel bij leidinggevenden of collega’s?
Antwoord 4
De voormalig ambtenaar voldeed aan hetgeen gevraagd werd voor zijn functie. Zowel
inhoudelijk als in de samenwerking met de collega’s. De verstandhouding tussen werkgever
en werknemer was goed en er waren geen signalen van strafbaar gedrag. Het kwam daarom
als een enorme schok voor iedereen. De ernst en omvang van deze zaak zijn immers nauwelijks
te bevatten. Vanzelfsprekend is er geen plek in onze organisatie voor iemand die betrokken
is bij dergelijke zware en aangrijpende strafbare feiten. Ook als dit volledig losstaat
van zijn of haar werkzaamheden.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het ministerie «nergens van wist», zoals in het artikel wordt
gesteld? Wat zegt dit over het interne toezicht en integriteitsborging binnen ministeries?
Antwoord 5
Zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, waren er geen signalen van strafbaar
gedrag. Het gedrag dat later door politieonderzoek bekend werd kwam als een enorme
schok voor alle naaste collega’s en leidinggevenden. Een dergelijke gebeurtenis heeft
grote impact. Het ministerie heeft medewerkers begeleiding geboden om de impact van
deze zaak te verkleinen, onder meer door de inzet van vertrouwenspersonen en de bedrijfsmaatschappelijk
werker. Waar nodig zullen we dat blijven doen. De betreffende medewerker is geschorst
en daarna ontslagen. Dit ontslag is door de rechter bekrachtigd.
Er wordt binnen het ministerie veel aandacht besteed aan integriteit en het gesprek
daarover. Er zijn vertrouwenspersonen, een externe vertrouwenspersoon en personeelsraadgevers
beschikbaar voor de medewerkers en er zijn loketten voor klachten over omgangsvormen,
integriteitsmeldingen en misstanden. Tweejaarlijks worden een medewerkersbelevingsonderzoek
en een integriteitsenquête uitgevoerd om de vinger aan de pols te houden.
Vraag 6
In hoeverre zijn ICT-systemen van het ministerie in staat om dergelijk misbruik op
te sporen of te signaleren? Zijn er in uw opzicht verbetermaatregelen nodig op dit
gebied?
Antwoord 6
Er zijn zeker mogelijkheden om onder strikte voorwaarden op te treden als er signalen
zijn dat misbruik wordt gemaakt van de systemen. Deze signalen waren er tot de arrestatie
van betrokkene niet. Zodra deze signalen er wel kwamen is meteen opgetreden. We evalueren
voortdurend onze ICT-systemen en het gebruik daarvan. Maatregelen om systemen aan
te passen zijn op dit moment niet aan de orde.
Vraag 7
Heeft deze zaak geleid tot herziening van interne integriteitsprotocollen, meldstructuren
of digitale toezichtsystemen binnen de betrokken overheidsdiensten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Nee, zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Zijn er gevolgen voor leidinggevenden, HR of vertrouwenspersonen die mogelijk signalen
gemist hebben? Zo ja, op welke wijze wordt daaruit lering getrokken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 8
Er waren geen signalen van strafbaar gedrag. Na de arrestatie werd steeds meer bekend
over het strafbaar gedrag en is meteen opgetreden, uiteindelijk leidend tot ontslag
van de betrokken ambtenaar.
Vraag 9
Deelt u de opvatting dat ambtenaren een voorbeeldfunctie vervullen en dat het vertrouwen
in de overheid ernstig wordt geschaad als dit soort zaken jarenlang verborgen blijft?
Wat gaat u doen om het vertrouwen te herstellen?
Antwoord 9
Ja. Ambtenaren hebben een voorbeeldfunctie en dienen zich integer te gedragen, binnen
en buiten diensttijd. Dit aspect komt ook terug in de Gedragscode Integriteit Rijk.
Zodra het politieonderzoek was afgerond en het tot een veroordeling is gekomen is
de betrokken medewerker ontslagen.
Vraag 10
Bent u bereid tot een breed en onafhankelijk onderzoek naar de lessen uit deze zaak,
met name gericht op het functioneren van toezicht, meldstructuren en cultuur binnen
de Rijksoverheid?
Antwoord 10
De politie heeft al onderzoek gedaan, op het ministerie zijn op basis daarvan disciplinaire
maatregelen genomen en de rechter heeft recht gesproken. Voor medewerkers geldt dat
er verschillende meldpunten zijn om misstanden aan te kaarten, zie ook het antwoord
op vraag 5.
Via verschillende kanalen en op verschillende momenten worden deze meldpunten actief
onder de aandacht gebracht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.