Schriftelijke vragen : De uitvoering en effecten van het programma Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving (STOER) (kenmerk 2025-0000395533)
Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de uitvoering en effecten van het programma Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving (STOER) (kenmerk 2025–0000395533) (ingezonden 24 juni 2025).
Vraag 1
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de aangenomen motie
van het lid Welzijn waarin wordt verzocht om in kaart te brengen hoeveel extra woningen
gerealiseerd kunnen worden dankzij de voorstellen uit het programma Schrappen Tegenstrijdige
en Overbodige Eisen en Regelgeving (STOER)?
Vraag 2
Kunt u concreet aangeven hoeveel extra woningen (bovenop de bestaande prognoses) er
naar verwachting zullen worden opgeleverd als gevolg van de voorstellen uit STOER
fase 1?
Vraag 3
Kunt u uitsplitsen welke wet- en regelgeving precies gewijzigd moet worden om de voorstellen
uit de Kamerbrief uit te voeren?
Vraag 4
Wilt u daarbij ook aangeven op welke onderdelen dit een wijziging van wetten (zoals
de Omgevingswet, het Bbl of het Omgevingsbesluit) en op welke onderdelen dit een wijziging
van lagere regelgeving of beleidsregels betreft?
Vraag 5
Wordt overwogen om op termijn een geïntegreerde wetswijziging (omnibuswet) op te stellen
waarin alle noodzakelijke wetsaanpassingen voor STOER in één pakket worden verwerkt?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Wat zijn de geschatte kosten van de volledige uitvoering van de maatregelen uit STOER
fase 1, inclusief beleidsvoorbereiding, wetgeving, communicatie, toezicht en eventuele
ICT-aanpassingen?
Vraag 7
Kunt u onderbouwen hoe zelfs de optie voor meer experimenteerruimte niet tot hogere
uitvoeringskosten leidt?
Vraag 8
Kunt u ook aangeven welke opbrengsten u voorziet, in termen van gemiddelde kostenreductie
per woning, versnelling in doorlooptijd van planvorming en vergunningverlening, vermindering
van bezwaar- en beroepsprocedures?
Vraag 9
Hoe wordt verder voorkomen dat de aanpak van STOER verzandt in schrappen om het schrappen,
zonder dat dit leidt tot wezenlijke versnelling of kwaliteitsverbetering in de woningbouw?
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat kwaliteit, duurzaamheid en bruikbaarheid van woningen ook
publieke waarden zijn, en dat deze niet ondergeschikt gemaakt mogen worden aan de
snelheid van bouwen? Hoe wordt dit binnen STOER geborgd?
Vraag 11
Wat is de rol van het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) bij de monitoring en
evaluatie van STOER? Wanneer vindt de eerste review plaats, en welke indicatoren zullen
daarin centraal staan?
Vraag 12
Bent u voornemend om in lijn met de MPG die zo goed als gereed was, de WLC eerder
dan 2030 de implementeren, en kunt u uw keuze toelichten?
Vraag 13
Per wanneer verwacht u dat de effecten van het Landelijk Actieplan Netcongestie ervoor
zullen zorgen dat netcongestie geen risico meer is voor de woningbouwopgave, is dit
op tijd in uw ogen en kunt u uw antwoord onderbouwen?
Vraag 14
Kunt u deze vragen binnen drie weken één voor één beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Indiener
Merlien Welzijn, Kamerlid