Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht dat fysiotherapie buiten het basispakket zal vallen
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn Sport over het bericht dat fysiotherapie buiten het basispakket zal vallen (ingezonden 29 april 2025).
Antwoord van Minister Van Hijum (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 juni
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2246
Vraag 1
Klopt het dat fysiotherapie in ieder geval voorlopig buiten het basispakket zal vallen?
Zo ja, vanaf wanneer gaat deze wijziging in en voor welke duur? Zo nee, kunt u dan
bevestigen dat fysiotherapie in het basispakket blijft?1
Antwoord 1
Nee, dit klopt niet. Er zijn geen wijzigingen gepland waarmee fysiotherapie uit het
basispakket wordt gehaald. De fysiotherapie die in 2025 in het basispakket zit, blijft
ook in daarin opgenomen. Daarnaast ben ik voornemens, met ingang van 2026, fysio-
en oefentherapie voor patiënten met axiale spondylartritis aan het basispakket toe
te voegen.
Vraag 2
Waarom is dit besluit genomen? Hoe verhoudt zich dit met uw stelling dat «fysiotherapeuten
een belangrijke rol vervullen in de continuïteit van de eerste- én tweedelijnszorg»?2
Antwoord 2
Zoals hierboven is vermeld, is er geen besluit genomen om fysiotherapie uit het basispakket
te halen.
Vraag 3
Hoeveel mensen zullen hierdoor geen of minder toegang hebben tot fysiotherapie? Hoeveel
zullen de extra kosten zijn per persoon die fysiotherapie nodig heeft?
Antwoord 3
Er wordt geen fysiotherapie uit het pakket gehaald. Wat betreft de inhoud van het
basispakket zijn er daarom geen veranderingen in kosten of toegang ten opzichte van
de huidige situatie.
Vraag 4
Wat zijn de gevolgen van deze wijziging van het mijden van zorg door patiënten op
de korte en lange termijn voor de behandeling en kosten?
Antwoord 4
Er is geen besluit genomen om fysiotherapie uit het basispakket te halen. Om die reden
is ook geen sprake van gevolgen voor zorgmijding en kosten.
Vraag 5
Heeft u onderzocht wat de effecten van het niet-gebruik van fysiotherapie zullen zijn
en wat het hieruit volgend effect van aanhoudende gezondheidsklachten voor de kwaliteit
van leven van mensen en voor de rest van het zorgsysteem zal betekenen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Nee, want er is geen besluit genomen om fysiotherapie uit het basispakket te halen.
Het Zorginstituut stelt in het recente rapport3 dat het belangrijk is dat er over de gehele linie van fysio- en oefentherapie goed
onderzoek komt. Ook over het potentieel om duurdere of zwaardere zorg te voorkomen.
Ik vind het positief dat het Zorginstituut bereid is om ondersteuning te bieden bij
het benodigde onderzoek.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het onacceptabel is om de ongelijkheid in toegang tot basiszorg
nog verder te laten groeien?
Antwoord 6
Toegankelijke zorg voor iedereen, ongeacht inkomen of achtergrond, is een belangrijk
uitgangspunt van het Nederlandse zorgstelsel. Ik ben ook niet van plan om de aanspraak
op fysio- en oefentherapie te beperken. Er is dus geen sprake van een maatregel die
de ongelijkheid in toegang tot zorg vergroot.
Vraag 7
Wat doet u wél om de gelijkwaardige toegang tot zorg te vergroten? Kunt u een overzicht
sturen van alle maatregelen, inclusief omvang, die de gelijkwaardige toegang tot zorg
vergroten en verkleinen?
Antwoord 7
Het kabinet vindt dat het huidige verplicht eigen risico een te hoge financiële drempel
opwerpt voor de toegang tot zorg. Het kabinet is van mening dat niet je portemonnee,
maar je medische urgentie leidend moet zijn in de toegang tot zorg. Daarom zal het
kabinet het verplicht eigen risico fors verlagen naar € 165, om zo de toegang tot
zorg voor iedereen te vergroten en deze ook gelijkwaardiger te maken.
Door het verlagen van het verplicht eigen risico vanaf 2027 zal de zorgpremie stijgen.
De zorgtoeslag stijgt echter ook. Verder zal het kabinet burgers en bedrijven volledig
compenseren voor de genoemde stijging van de zorgpremie via de verlaging van de inkomstenbelasting
en een verlaging van de AOF-premie. In totaal is er een structureel bedrag beschikbaar
oplopend tot € 4,5 miljard.
Naast de verlaging van het verplicht eigen risico wordt het verplicht eigen risico
vanaf 2027 ook getrancheerd in de medisch-specialistische zorg op € 50 per prestatie.
Door deze maatregel hoeven mensen die deze zorg gebruiken namelijk minder vaak in
één keer hun gehele verplicht eigen risico van € 165 te betalen. Hierdoor hebben circa
900.000 mensen minder uitgaven aan verplicht eigen risico.
Concluderend vindt het kabinet dus dat andere instrumenten dan het verplicht eigen
risico meer aangewezen zijn om te bepalen wat voor een patiënt medisch noodzakelijke
zorg is en of deze gezien de schaarste van het zorgaanbod gegeven kan worden. Daarom
investeert het kabinet bijvoorbeeld ook in het verbeteren en verbreden van de toets
op het basispakket, betere triage, maar bijvoorbeeld ook in een effectievere inzet
van het bestaande zorgaanbod. Dit draagt ook bij aan de gelijkwaardigere toegang tot
zorg.
Vraag 8
Ben u bekend met de vele berichten van uitstroom van fysiotherapeuten en fysiotherapeuten
die niet rond kunnen komen van de vergoeding voor hun werk? Wat zal het effect hierop
zijn van fysiotherapie buiten het basispakket laten vallen?
Antwoord 8
Ik ben niet van plan om de aanspraak op fysio-en oefentherapie te beperken. Met betrekking
tot de berichten over de uitstroom verwijs ik u naar de beantwoording van uw eerder
ingediende set Kamervragen van 31 maart 2025 (kenmerk 2025Z03233)4.
Vraag 9
Op basis waarvan kunt u stellen dat fysiotherapie niet wetenschappelijk aantoonbaar
effectief is? Kunt u de volledige rapportage inclusief onderbouwing bij de beantwoording
van deze vragen toevoegen.
Antwoord 9
Voor de beoordeling of zorg voldoet aan het wettelijk criterium «stand van de wetenschap
en praktijk» (artikel 2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering), en daarmee
wetenschappelijk aantoonbaar effectief is, hanteert het Zorginstituut het document
Beoordeling Stand van de Wetenschap en Praktijk 2023. Ook veldpartijen kunnen dit document toepassen om zelf te beoordelen of zorg voldoet
aan het wettelijk criterium.
Sinds 2023 heeft het Zorginstituut zes standpunten en adviezen uitgebracht over fysio-
en oefentherapeutische zorg. Alle zes de rapportages, met daarin de onderbouwing,
zijn als bijlage bijgevoegd. Op basis van deze adviezen wordt bepaald of het basispakket
wordt uitgebreid. Bij twee van deze beoordeelde het Zorginstituut dat de effectiviteit
op basis van het beschikbare wetenschappelijk onderzoek is aangetoond. Dit betreffen
fysio- en oefentherapie bij reumatoïde artritis en axiale spondylartritis. Voor de
overige vier kon het Zorginstituut op basis van het beschikbare wetenschappelijk onderzoek
niet vaststellen dat de zorg aantoonbaar effectief is. Dit betreffen fysio- en oefentherapie
bij fibromyalgie, aspecifieke lage rugklachten, prehabilitatie bij colorectaal carcinoom
en paramedische herstelzorg bij post-COVID.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.