Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat Nederlandse militairen samen met Israëlische troepen deelgenomen hebben aan een door de VS geleide militaire oefening
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht dat Nederlandse militairen samen met Israëlische troepen deelgenomen hebben aan een door de VS geleide militaire oefening (ingezonden 7 mei 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 16 juni 2025)
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht «African Lion 25: Largest US-led military exercise
in Africa kicks off across four nations»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Nederlandse militairen samen met Israëlische troepen deelnemen aan de
Amerikaanse oefening African Lion 25? Kunt u uitleggen wat het doel en de inhoud van
deze oefeningen zijn?
Antwoord 2
African Lion is een grote multinationale oefening met meer dan 20 deelnemende landen, georganiseerd
door United States Africa Command (USAFRICOM). De oefening vindt plaats in Marokko, Tunesië, Senegal en Ghana en is
erop gericht om Afrikaanse landen geïntegreerd met internationale partners te laten
oefenen om samenwerking in eventuele crisisomstandigheden te vergemakkelijken. Een
eenheid van de Koninklijke Landmacht heeft geoefend in Senegal. Er is geen interactie
geweest met Israëlische eenheden, die in Marokko geoefend hebben.
Vraag 3
Hebben Nederlandse militairen in de afgelopen anderhalf jaar op andere locaties ook
samen met het Israëlische leger getraind of geoefend? Zo ja, op welke plekken, wanneer
en wat hielden deze oefeningen in?
Antwoord 3
Eenheden van de Nederlandse krijgsmacht hebben de afgelopen anderhalf jaar geen gezamenlijke
oefeningen doorlopen met de Israëlische strijdkrachten of direct met Israëlische eenheden
getraind.
Vraag 4 en 5
Acht u het gepast dat Nederlandse militairen samen oefenen met een leger dat volgens
diverse mensenrechtenorganisaties en Verenigde Naties (VN)-instanties verantwoordelijk
is voor ernstige oorlogsmisdaden in Gaza? Zo ja, waarom wel, en zo nee, waarom niet?
Waarom is ervoor gekozen om desondanks gezamenlijk te oefenen met het Israëlische
leger? Kunt u deze beslissing nader toelichten?
Antwoord 4 & 5
Nederlandse militairen hebben de afgelopen anderhalf jaar niet samen geoefend met
Israëlische militairen. In algemene zin hecht het kabinet eraan dat de defensiesamenwerking
tussen Israël en Nederland – met het oog op respect voor het internationaal recht
en mensenrechten – verbonden is aan strenge voorwaarden. Deze voorwaarden houden in
dat samenwerking altijd plaatsvindt binnen de internationaal erkende grenzen van voor
4 juni 1967. Dat wil zeggen dat op geen enkele manier samen wordt gewerkt in de door
Israël bezette gebieden. Daarnaast zijn gezamenlijke Nederlands-Israëlische trainingen
in gevechtshandelingen expliciet uitgesloten, zoals vastgelegd in verschillende Kamerstukken
aangaande de defensiesamenwerking met Israël (Kamerstukken II 2021/22, 36 021, nr. 6; I 2022/23, 36 021, B). Elke vorm van samenwerking met Israël wordt zorgvuldig en afzonderlijk afgewogen
en in het licht van de actuele ontwikkelingen bezien, hetgeen in de praktijk heeft
geleid tot een minimale, praktisch vrijwel opgeschorte, samenwerking gericht op materieel
en kennisuitwisseling. Zolang de situatie in Gaza niet aanzienlijk verbetert, zal
dit niet wijzigen.
Vraag 6
Kan worden uitgesloten dat Israëlische militairen die deelnemen aan African Lion 25 betrokken zijn (geweest) bij mensenrechtenschendingen of oorlogsmisdaden in Gaza?
Indien ja, op welke wijze is dat vastgesteld? Indien nee, waarom is dat niet mogelijk?
Antwoord 6
Nederland heeft geen zicht op de achtergrond en activiteiten van militairen die vanuit
andere landen aan African Lion deelnemen.
Vraag 7
Bent u bereid de Nederlandse deelname aan oefeningen met de Israëlische krijgsmacht
te stoppen en toekomstige gezamenlijke oefeningen met Israëlische militairen af te
zeggen? Indien nee, wat is daarvoor de reden?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 4 en 5.
Vraag 8
Deelt u de mening dat, gezien de talloze aanwijzingen voor mensenrechtenschendingen,
oorlogsmisdaden en aannemelijke Israëlische genocide op Palestijnen, militaire samenwerking
met Israël direct moet worden gestaakt?
Antwoord 8
Zoals eerder aangegeven wordt elke vorm van defensiesamenwerking met Israël zorgvuldig
en afzonderlijk afgewogen en in het licht van de actuele ontwikkelingen bezien, hetgeen
in de praktijk heeft geleid tot een minimale, praktisch vrijwel opgeschorte, samenwerking
gericht op materieel en kennisuitwisseling.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het Verdrag met de Staat Israël inzake de status van hun strijdkrachten
niet moet worden geratificeerd? Bent u bereid het voorstel in te trekken? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 9
Het hebben van statusverdragen is voor Defensie van groot belang met het oog op personeelszorg
en goed werkgeverschap. Wanneer defensiepersoneel in Israël aanwezig is, bijvoorbeeld
voor de repatriëring van Nederlanders of kennisuitwisseling, zijn juridisch bindende
afspraken over de status van het personeel nodig. Het draagt ook bij aan duidelijkheid
en zekerheid in de planning van militaire activiteiten. Defensie streeft er naar met
zoveel mogelijk landen statusverdragen af te sluiten, zodat de juridische status van
Nederlands defensiepersoneel bij aanwezigheid in het buitenland goed geregeld is.
De behandeling van het statusverdrag met Israël is door de Eerste Kamer tot nader
order opgeschort. Het kabinet begrijpt deze keuze in het licht van de huidige situatie
in het Midden-Oosten.
Vraag 10
Deelt u de mening dat iedere vorm van wapenhandel met Israël dient te stoppen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nederland gaat op het vlak van de uitvoer van militaire goederen gedegen te werk.
Vergunningaanvragen worden zorgvuldig getoetst aan de criteria van het EU Gemeenschappelijk
Standpunt inzake wapenexport. Daarmee voldoet de Staat aan haar internationaalrechtelijke
verplichtingen ten aanzien van wapenexportcontrole. Dat is onlangs bevestigd in het
vonnis van de voorzieningenrechter in de zaak Al-Haq c.s. tegen de Staat (d.d. 13 december
2024). Daar waar een duidelijk risico bestaat dat uit te voeren goederen kunnen worden
gebruikt voor ernstige schendingen van de mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht,
wordt een vergunningaanvraag afgewezen. Datzelfde geldt voor de beoordeling van vergunningaanvragen
voor de export van dual use-goederen. Ook hier vindt per aanvraag een risicobeoordeling
plaats waarbij wordt gekeken naar de aard van het goed, eindgebruik, eindgebruiker
en land van bestemming. Nederland hecht waarde aan het recht op zelfverdediging van
Israël en in de huidige omstandigheden blijft uitvoer mogelijk van bijvoorbeeld onderdelen
voor een luchtverdedigingssysteem, zodat Israël zich kan verdedigen tegen regionale
dreiging.
Wat betreft de import van militaire goederen uit Israël heeft Defensie vanwege de
toegenomen dreigingen en de veroudering van het huidige materieel, op zeer korte termijn
behoefte aan het beste materieel om de taken van de krijgsmacht te kunnen blijven
uitvoeren. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid van Nederland en Europa. In sommige
gevallen is het beste materieel dat tijdig verkrijgbaar is, afkomstig uit Israël.
Dit materieel is van belang voor de bestaande slagkracht en veiligheid van onze krijgsmacht.
Vraag 11
Kunt u uitsluiten dat de Nederlandse staat Israëlische wapens koopt die zijn «uitgetest»
op Palestijnen?
Antwoord 11
Het kabinet heeft geen zicht op de precieze wijze waarop de aanwezige kennis binnen
de Israëlische defensie-industrie tot stand komt, zoals dat geldt voor de defensie-industrie
in ieder land.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.