Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Postma ter vervanging van nr. 15 over het waarborgen van de relatieve betaalbaarheid van warmte voor huishoudens
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 31 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID POSTMA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15
Ontvangen 6 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 11.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.
2. Na het eerste lid (nieuw) worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. Tegelijk met het overleggen van het ontwerp van het koninklijk besluit waarmee de
in de artikel 12.24, derde lid, genoemde artikelen in werking treden, zendt Onze Minister
aan de Staten-Generaal een rapport van een onderzoek naar de relatieve betaalbaarheid
van collectieve warmte, bedoeld in artikel 11.7a, en zijn bevindingen naar aanleiding
van dit rapport.
3. Tegelijk met het overleggen van het ontwerp van het koninklijk besluit waarmee de
in de artikel 12.24, vijfde lid, genoemde artikelen in werking treden, zendt Onze
Minister aan de Staten-Generaal een rapport van een onderzoek naar de relatieve betaalbaarheid
van collectieve warmte, bedoeld in artikel 11.7a, en zijn bevindingen naar aanleiding
van dit rapport.
II
Na artikel 11.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 11.7a relatieve betaalbaarheid collectieve warmte
1. Onze Minister verzekert bij de inwerkingtreding van de artikelen 7.3 tot en met 7.5
dat de relatieve betaalbaarheid van collectieve warmte voor kleinverbruikers dan wel
grootverbruikers die zorgdragen voor de doorlevering van warmte, na inwerkingtreding
van de artikelen 7.3 tot en met 7.5, 7.6 en 7.7 is geborgd.
2. Onze Minister verzekert bij de inwerkingtreding van de artikelen 7.17 tot en met
7.19 dat de relatieve betaalbaarheid van collectieve warmte voor kleinverbruikers
dan wel grootverbruikers die zorgdragen voor de doorlevering van warmte, na inwerkingtreding
van de artikelen 7.17 tot en met 7.19 is geborgd.
Toelichting
Onder de huidige Warmtewet zijn de tarieven gebaseerd op de gasreferentie. Warmteverbruikers
hebben daarmee zekerheid dat zij niet meer betalen dan een gemiddeld huishouden voor
aardgas betaalt. Het wetsvoorstel voorziet in een overgang van de gasreferentie (fase 1)
naar kostengebaseerde tarieven (fase 2).
Op dit moment is nog onvoldoende duidelijk wat de kostengebaseerde tarieven worden.
De ACM moet daarvoor eerst beter inzicht krijgen in de kosten van warmtesystemen en
de tariefreguleringssystematiek verder uitwerken. Deze onzekerheid geeft warmteverbruikers
mogelijk onvoldoende vertrouwen dat warmte na de inwerkingtreding van kostengebaseerde
tarieven betaalbaar zal zijn ten opzichte van gangbare alternatieven, zoals aardgas
of een elektrische warmtepomp.
Deze bepaling verzekert dat de relatieve betaalbaarheid ten opzichte van gangbare
verwarmingsopties op orde is wanneer wordt overgestapt op kostengebaseerde tarieven.
Dat is van belang voor iedereen die nu aangesloten is op een warmtenet of overweegt
om dat in de toekomst te doen en zich zorgen maakt over de ontwikkeling van de energierekening
als gevolg van de nieuwe tariefregulering. Zo creëren we meer draagvlak voor warmtenetten
en ondersteunen daarmee de verdere opschaling van collectieve warmte.
Het is nu nog niet mogelijk om te toetsen of bestaand en aangekondigd beleid voldoende
waarborg bieden dat de relatieve betaalbaarheid van collectieve warmte verzekerd is
bij de overgang naar kostengebaseerde tarieven. Er zijn de komende jaren namelijk
verschillende beleids- en marktontwikkelingen te verwachten die effect hebben op de
kosten van zowel collectieve warmte als alternatieve verwarmingsopties.
Bijvoorbeeld een wijziging van het nettarief voor elektriciteit of de ontwikkeling
van de ETS-2 prijs. In welke mate deze ontwikkelingen bijdragen aan de relatieve betaalbaarheid
van warmte wordt voorafgaand aan het besluit over de invoering van kostengebaseerde
tarieven onderzocht en gewogen. Bij deze toetsing zal ook rekening worden gehouden
met de nog uit te werken instructieregels ten aanzien van de betaalbaarheid voor de
bewoners in de wijk op basis van het amendement Erkens c.s op de Wet Gemeentelijke
Instrumenten Warmtetransitie.1 Indien hieruit blijkt dat de prijs van collectieve warmte niet kan concurreren met
gangbare alternatieven, kan het kabinet overwegen om aanvullende instrumenten zoals
bijvoorbeeld investeringssubsidies of prijsgarantie in te zetten om de relatieve betaalbaarheid
te borgen.
Het doel van deze bepaling is om betaalbaarheid van warmte te borgen voor huishoudens,
niet voor zakelijke afnemers van warmte. Daarom is deze bepaling beperkt tot kleinverbruikers
en verhuurders of VVE’s die warmte van een warmtebedrijf afnemen en die doorleveren
aan hun huurders respectievelijk leden.
Postma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Wytske Postma, Tweede Kamerlid