Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het bericht 'Groene boa’s willen gemakkelijker wapens krijgen: ‘Zonder zijn we vleugellam’’
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Groene boa’s willen gemakkelijker wapens krijgen: «Zonder zijn we vleugellam»» (ingezonden 15 april 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 mei 2025). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2180.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Groene boa’s krijgen steeds vaker met agressie te maken:
«Die pepperspray heb ik niet voor niets»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u reflecteren op de huidige situatie waarin boa’s steeds vaker werk doen dat
overlapt met politiewerk, waardoor zij regelmatig in heftige situaties terechtkomen
zoals schietincidenten, zware verkeersongelukken, reanimaties of onverwachte gewelddadige
situaties, met eventuele psychische klachten als gevolg?
Antwoord 2
Optreden in situaties waarbij aan de voorkant een reëel risico bestaat op geweld of
escalatie is voorbehouden aan de politie. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat
boa’s zich actief begeven in dergelijke situaties. Ik erken dat de rol en taak van
de buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) binnen de politiefunctie volop in ontwikkeling
is. Daarom ben ik bezig met een diepgaande beschouwing op het boa-bestel. Deze moet
antwoord geven op de vraag wat de rol én taak van de boa is binnen de politiefunctie,
welke bevoegdheden en (wapen)uitrusting nodig zijn voor een adequate taakuitvoering
en welke waarborgen daarbij noodzakelijk zijn. Rond de zomer van 2025 zal de diepgaande
beschouwing op het boa-bestel aan uw Kamer worden aangeboden.
Vraag 3
Deelt u de mening dat Posttraumatische stressstoornis (PTSS) als beroepsziekte ook
erkend moet worden voor boa’s? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Laat ik voorop stellen dat het oplopen van PTSS of andere gezondheidsklachten als
gevolg van werk afschuwelijk is. Er is in Nederland geen landelijk geldende lijst
van beroepsziekten die van overheidswege wordt vastgesteld. Afspraken hierover moeten
worden gemaakt tussen werkgevers en werknemers. Ik heb hier als Minister van Justitie
en Veiligheid geen rol omdat ik niet de werkgever van de boa’s ben.
Vraag 4
Wanneer kan de Kamer de kabinetsreactie verwachten op de initiatiefnota van de leden
Boswijk, Mutluer en Van der Werf over de aanpak van PTSS bij geüniformeerde beroepen
(36 662) zoals verzocht op 13 december 2024?
Antwoord 4
De kabinetsreactie op de initiatiefnota van de leden Boswijk (CDA), Mutluer (GL/PvdA)
en Van der Werf (D66) over de aanpak van PTSS bij geüniformeerde beroepen wordt voor
de zomer 2025 met uw Kamer gedeeld.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat groene boa’s zichzelf als vleugellam beschouwen zonder dienstwapen,
gezien de lange aanrijtijden van de politie in de regio, de toenemende overlap van
de werkzaamheden van de boa met politiewerk en de toenemende aanwezigheid van zware
criminaliteit op het platteland?
Antwoord 5
De zorgen van boa’s over de langere aanrijtijd van politie als gevolg van hun werkzaamheden
in het buitengebied zijn mij bekend. Indien noodzakelijk voor een goede uitoefening
van diens taak is het mogelijk dat de groene boa uitgerust wordt met geweldmiddelen
tot en met het vuurwapen. Het is aan de werkgever om geweldmiddelen aan te vragen
en de noodzaak hiervan aan te tonen. De mogelijkheid om een beroep te doen op de politie
is een van de criteria bij de beoordeling of er sprake is van noodzaak tot bewapening
met een vuurwapen. De behoefte om over geweldsmiddelen te beschikken verschilt per
werkgever. Het boa-bestel biedt ruimte voor die diversiteit. In de eerder genoemde
beschouwing op het boa-bestel zullen ook de rol, taak, bevoegdheden en waarborgen
met betrekking tot de groene boa worden bezien.
Vraag 6
Welke maatregelen kunnen genomen worden om de aanrijtijden van de politie te verkorten
als een groene boa gebruik maakt van de alarmknop?
Antwoord 6
Groene boa’s kunnen in noodsituaties rekenen op de ondersteuning van politie. Tegelijkertijd
werken groene boa's regelmatig in afgelegen of moeilijk bereikbare gebieden, waardoor
directe en snelle ondersteuning niet altijd mogelijk is. Inmiddels beschikken groene
boa’s over portofoons met GPS waarmee de benodigde hulp sneller ter plaatse kan zijn.
Een zorgvuldige risicoanalyse door de boa-werkgever voorafgaand aan de inzet van groene
boa’s is ook essentieel om mogelijke gevaren tijdig in kaart te brengen, passende
voorzorgsmaatregelen te treffen, en hun inzet af te stemmen met de politie zodat zij
hier rekening mee kunnen houden. Deze maatregelen kunnen de aanrijtijden van de politie
in een noodsituatie verkorten.
Vraag 7
Kunt u reflecteren op de uitspraak dat groene boa’s dagen in het papierwerk zitten
voor de aanvraagprocedure van een dienstwapen en dat het soms maanden duurt voordat
er een knoop is doorgehakt?
Antwoord 7
Met de toekenning van een geweldsbevoegdheid en geweldsmiddelen zijn verschillende
grond- en mensenrechten in het geding. De aanwending van geweld door boa’s raakt immers
aan het recht op leven, de onaantastbaarheid van het lichaam en de lichamelijke integriteit.
Hieruit volgt dat een restrictief beleid wordt gehanteerd met betrekking tot de toekenning
hiervan en dat er een zorgvuldige afweging zal moeten worden gemaakt voordat een geweldmiddel
kan worden toegekend. De werkgever moet de noodzaak tot het bewapenen van een boa
aantonen, waarna elke aanvraag afzonderlijk en zorgvuldig moet worden beoordeeld.
Op dit moment zijn er 49 actieve boa's in domein II die een vuurwapen toegekend hebben
gekregen. Indien zij ook hebben voldaan aan de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing
Buitengewoon opsporingsambtenaar (RTGB) mogen zij het vuurwapen dragen en gebruiken.
Een boa is steeds voor de duur van een kalenderjaar geoefend in het gebruik, daarna
moet er opnieuw een toets worden afgelegd. Met de selectieve groep boa’s die een vuurwapen
toegekend hebben gekregen samen met de strenge eisen die hieraan gesteld worden benadrukken
we het belang van het zorgvuldig omgaan in het toekennen van dit geweldmiddel.
Het besluit over de toekenning van vuurwapens aan boa’s duurt in sommige gevallen
langer vanwege de complexiteit van de casuïstiek. Het gaat onder andere om vraagstukken
rondom het verschil van inzicht aangaande het noodzaakcriterium en de motivering daarvan
door aanvragers en (direct) toezichthouders. Hierdoor duurt het soms langer om tot
een goed en afgewogen oordeel te komen. Daarnaast worden de uitspraken in enkele beroepszaken
bestudeerd om de invloed hiervan en de gevolgen voor de besluitvorming te overzien.
Vraag 8 en 9
Vindt u dat groene boa’s gemakkelijker uitgerust moeten kunnen worden met een dienstwapen
dan nu het geval is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier denkt u dat de aanvraagprocedure
voor een dienstwapen voor groene boa’s vereenvoudigd en versneld kan worden en bent
u bereid zich hiervoor in te zetten?
Wanneer kunt u de Kamer informeren over de aangepaste regelgeving omtrent de bewapening
van handhavers in het buitengebied?
Antwoord 8 en 9
Zoals eerder benoemd, dient er een zorgvuldige afweging te worden gemaakt bij het
toekennen van geweldmiddelen. Dit geldt niet alleen voor een vuurwapen maar ook voor
een wapenstok of pepperspray. Uiteraard is het van groot belang dat een boa adequaat
wordt uitgerust voor zijn taak. Dit is één van de redenen dat ik bezig ben met een
beschouwing van het boa-bestel. De beschouwing moet antwoord geven op de vraag wat
de rol én taak van de boa binnen de politiefunctie is, welke bevoegdheden en (wapen)uitrusting
de boa nodig heeft voor een adequate taakuitvoering en welke waarborgen daarbij noodzakelijk
zijn. De boa’s in het buitengebied worden meegenomen in de beschouwing en dit onderwerp
zal als onderdeel van de beschouwing met de Kamer worden gedeeld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.