Schriftelijke vragen : De verwerking van ingezamelde kleding door modeketens
Vragen van de leden Gabriëls en Hirsch (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de verwerking van ingezamelde kleding door modeketens (ingezonden 19 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van Radar, dat twaalf kledingstukken met gps-trackers
heeft gevolgd, waaruit blijkt dat een groot deel van door consumenten ingeleverde
kleding via modeketens niet wordt hergebruikt of gerecycled, maar wordt geëxporteerd
naar ontwikkelingslanden?
Vraag 2
Hoeveel afval, inclusief kleding, wordt vanuit Nederland geëxporteerd naar buiten
de EU? Hoe verhoudt dit zich tot andere EU-landen? Hoe verhoudt zich dit tot de ambitie
van Nederland om in 2050 circulair te zijn?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de bevinding dat modeketens geen zicht hebben op wat er met deze
kleding in ontwikkelingslanden gebeurt? Deelt u de analyse dat de kans aannemelijk
is dat deze kleding vaak alsnog op de vuilnisbelt terechtkomt of wordt verbrand, met
schadelijke gevolgen voor mens en milieu in de ontvangende landen?
Vraag 4
Hoe beziet u deze bevindingen in het licht van het doel in de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
(UPV) Textiel dat de export van textielafval beperkt moet worden, zeker naar landen
buiten de Europese Unie?
Vraag 5
Vindt u dat modeketens als H&M, Primark, Zara en C&A consumenten voldoende duidelijkheid
geven over wat er gebeurt met ingeleverde kleding met slogans als «Lets Close the
Loop»? Zo ja, waarom?
Vraag 6
Acht u het wenselijk dat deze ketens consumenten een duurzaam alternatief suggereren,
terwijl een groot deel van de kleding niet duurzaam wordt verwerkt? Is dat geen misleiding?
Vraag 7
Wordt er binnen de huidige regelgeving gecontroleerd of deze inzamelpraktijken overeenkomen
met de duurzaamheidsclaims van de betreffende bedrijven? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat 86% van de Nederlanders niet op de hoogte is van de mogelijkheid
om gedragen kleding in te leveren bij kledingwinkels? Bent u voornemens om producenten
erop te wijzen dat zij consumenten beter moeten informeren hierover?
Vraag 9
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat Europese textielbedrijven hun verantwoordelijkheid
voor afgedankte kleding feitelijk afschuiven op landen die niet over voldoende verwerkingscapaciteit
beschikken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Vraag 10
Hoe wordt toezicht gehouden op de naleving van de UPV Textiel, die sinds 1 juli 2023
van kracht is?
Vraag 11
Hoeveel procent van de producenten heeft tot nu toe rapportages ingediend over de
verwerking van ingezameld textiel? Wordt hierbij gecontroleerd of daadwerkelijk sprake
is van recycling of hergebruik binnen Europa, zoals beoogd in de UPV textiel?
Vraag 12
Welke sancties staan er op het niet-naleven van de verplichtingen onder de UPV Textiel?
Is er sinds de invoering al handhavend opgetreden? Zo ja, hoe vaak en tegen wie?
Vraag 13
In hoeverre is er zicht op de milieueffecten en sociaaleconomische schade in de ontvangende
landen, zoals Nigeria of Togo, als gevolg van deze exportstromen?
Vraag 14
Welke stappen gaat u in Nederland zetten om te zorgen dat ingezamelde kleding daadwerkelijk
bijdraagt aan circulaire doelen en niet eindigt als problematisch afval elders?
Indieners
-
Gericht aan
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Indiener
Geert Gabriëls, Kamerlid -
Medeindiener
Daniëlle Hirsch, Kamerlid