Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk en Paternotte over het leveren van gebruikte visnetten aan Oekraïne
Vragen van de leden Boswijk (CDA) en Paternotte (D66) aan de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het leveren van gebruikte visnetten aan Oekraïne (ingezonden 13 maart 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie), mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat (ontvangen 12 mei 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2024–2025, nr. 1871.
Vraag 1
Bent u bekend met het goede werk van vrijwilligersorganisaties zoals Stichting De
Leeuw Kyiv en Stichting Heaven’s Shield die al vanaf de eerste dagen van de grootschalige
agressieoorlog van Rusland tegen Oekraïne volledig gericht zijn op het verlenen van
humanitaire hulp aan Oekraïne?1, 2
Antwoord 1
Ja, wij zijn bekend met het werk van deze vrijwilligers
organisaties.
Vraag 2
Ziet u de meerwaarde van het leveren van afgedankte visnetten aan Oekraïne, omdat
hiermee een effectieve bescherming tegen de aanval van Russische kamikazedrones opgebouwd
kan worden?3
Antwoord 2
Defensie onderkent het belang van een goede camouflage en bescherming tegen droneaanvallen
en heeft daarom reeds significante aantallen militaire camouflagenetten geleverd aan
Oekraïne. Het klopt dat visnetten eveneens bescherming tegen droneaanvallen kunnen
bieden.
Vraag 3 en 4
Op welke wijze ondersteunt u initiatieven als die van Stichting De Leeuw Kyiv en Stichting
Heaven’s Shield?
Bent u bereid (financiële) ondersteuning te bieden om zo spoedig mogelijk het doel
van het verzamelen en distribueren van zo veel mogelijk afgedankte visnetten over
de hele frontlinie te behalen? Zo nee, waarom niet?4
Antwoord 3 en 4
Het Ministerie van Defensie speelt geen rol in het verzamelen en distribueren van
civiele goederen via civiele initiatieven. Desalniettemin dragen wij deze initiatieven
een warm hart toe. Particuliere initiatieven getuigen van een grote mate van betrokkenheid
bij de Oekraïense verdediging tegen de Russische agressie. Daar deze initiatieven
van civiele aard zijn, is het niet mogelijk om een directe financiële bijdrage te
leveren vanuit budgetten geoormerkt voor militaire steun, zeker als het niet om defensie-gerelateerde
goederen gaat.
In de prioritering van militaire steunverlening richt het Ministerie van Defensie
zich altijd op de specifieke behoeften zoals gedefinieerd door de Oekraïense krijgsmacht,
in afstemming met de internationale gemeenschap. Nederland focust zich op de capaciteiten
waarbij Nederland een rol kan vervullen waartoe andere actoren in mindere mate in
staat zijn. Het Ministerie van Defensie staat evenwel open voor het onderzoeken op
welke manier wel een bijdrage gefaciliteerd kan worden, bijvoorbeeld voor het transport
van gebruikte visnetten, mits voor die goederen een behoefte is aangegeven door het
Oekraïense Ministerie van Defensie.
Wat betreft het inzamelen van visnetten, legt de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
(UPV) voor vistuig5 de (financiële) verantwoordelijkheid voor het gescheiden inzamelen van afgedankt
kunststofhoudend vistuig, inclusief de verwerking van dat gescheiden ingezameld afval,
bij de producent of importeur. Deze producent of importeur bepaalt zelf de bestemming
van het afval dat door of namens deze is ingezameld.
Vraag 5
Zijn er belemmerende regels voor de export van gebruikte visnetten aan Oekraïne, omdat
deze bijvoorbeeld gezien worden als afval en daarom onder regels voor Afvaltransport
over de grens komen te vallen?
Antwoord 5
Om onnodige negatieve effecten op gezondheid en milieu te voorkomen mag de export
van afval – in dit geval afgedankt kunststofhoudend vistuig – uitsluitend worden toegestaan
als het voorkomen van deze negatieve effecten voldoende is geborgd. Deze borging is
voor de export van afval wettelijk vastgelegd in de Europese Verordening Overbrenging
Afvalstoffen, de EVOA6. De EVOA vereist voor de export van afgedankte visnetten naar Oekraïne een kennisgeving
die vooraf, dus voordat het transport mag vertrekken, door alle betrokken bevoegde
gezagen dient te worden geaccepteerd.
Vraag 6
Kunt u bijvoorbeeld garanderen dat er geen enkele regel op basis van de uitgebreide
producentenverantwoordelijkheid van producenten van kunststofhoudend vistuig is die
het inzamelen, exporteren en distribueren van gebruikt vistuig aan Oekraïne op welke
manier dan ook belemmert?
Antwoord 6
Het instellen van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor vistuig
volgt uit de Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni
2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op
het milieu7. De UPV Vistuig legt verplichtingen op aan producenten en importeurs van kunststofhoudend
vistuig dat binnen de Europese Unie in de handel wordt gebracht. Deze Richtlijn, of
de UPV zelf, leggen geen verplichtingen of beperkingen op ten aanzien van export uit
de Unie. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5, liggen de regels voor de export
van afval vast in de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen, de EVOA.
Vraag 7
Als er wel regels zijn die hier belemmerend werken, bent u dan bereid de betreffende
besluiten zodanig aan te passen dat het inzamelen, exporteren en distribueren van
gebruikte visnetten aan Oekraïne zonder drempels kan plaatsvinden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
De in de antwoorden op vragen 5 en 6 aangehaalde EU-regelgeving is door Nederland
niet eenzijdig aan te passen. Deze regels voor afvaltransport zoals neergelegd in
de EVOA hebben als doel negatieve effecten op milieu en gezondheid te beperken door
te voorkomen dat afval ongecontroleerd wordt verscheept of geëxporteerd en elders
voor milieuproblemen zorgt door bijvoorbeeld de afwezigheid van passende vormen van
verwerking van het afval.
Afgedankte visnetten vallen niet langer onder de EVOA wanneer deze eerst de einde-afvalstatus
bereiken. De einde-afvalstatus houdt in dat een materiaal niet langer een afvalstof
is. Voor het bereiken van de einde-afvalstatus moeten de visnetten een handeling van
nuttige toepassing ondergaan en moeten ze voldoen aan de einde-afvalvoorwaarden uit
artikel 1.1, lid 6 Wet milieubeheer. Ook artikel 1.1, lid 6 Wet milieubeheer is de
invulling van een verplichting die voortkomt uit EU-regelgeving, in dit geval artikel 6
van de Kaderrichtlijn afvalstoffen8. Het is aan de verwerker en houder van het materiaal en in het geval van een controle
aan de bevoegde autoriteit, om te beoordelen en, bij een controle door een bevoegde
autoriteit, aan de verwerker en houder om aan te tonen, of het materiaal de einde-afvalstatus
heeft. In het geval van een einde-afvalstatus kunnen de netten als (gebruikt) product
naar landen buiten de EU worden geëxporteerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede namens
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.