Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Crijns over het bericht 'Karremans wil harder optreden tegen ongezond eten'
Vragen van het lid Crijns (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Karremans wil harder optreden tegen ongezond eten» (ingezonden 14 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
6 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Karremans wil harder optreden tegen ongezond eten»
op Skipr.nl van 10 april 2025?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het Nationaal Preventieakkoord tot nu toe nauwelijks aantoonbare
gezondheidswinst heeft opgeleverd? Zo niet, kunt u dan met harde cijfers onderbouwen
dat dit akkoord wél effectief is geweest?
Antwoord 2
Nee, ik deel niet de mening dat het Nationaal Preventieakkoord (NPA) nauwelijks aantoonbare
gezondheidswinst heeft opgeleverd. Uit de doorrekening van het RIVM «Impact van het
Nationaal Preventieakkoord voor roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik»
uit 2024 blijkt dat:
• het aandeel volwassen rokers in 2040 lager is dan zonder het NPA;
• het aandeel jongeren en volwassenen met overgewicht lager is dan zonder het NPA; en
• het aandeel volwassenen dat problematisch drinkt lager is dan zonder het NPA.
De doorrekening laat echter ook zien dat met de huidige aanpak alle ambities in 2040
niet gehaald worden. Daarom werk ik ook aan een samenhangende preventieaanpak waarvan
ik uw Kamer 8 april jl. de eerste contouren heb laten zien.
Vraag 3
Hoe voorkomt u dat uw aanpak ten koste gaat van de keuzevrijheid van burgers en juist
averechts werkt door weerstand op te roepen?
Antwoord 3
Kinderen en jongeren zijn erg beïnvloedbaar door bijvoorbeeld reclames en influencers.
En ook ouders weten soms niet zo goed hoe ze hun kind goede gewoontes aan kunnen leren.
De overheid heeft hier wat mij betreft een taak in. Bovendien is de huidige keuzevrijheid
nu ook beperkt. Het overgrote deel van de marketing en reclame, namelijk 80%, is voor
ongezonde producten. Ook het aanbod in de supermarkt is voor 80% ongezond. Het moet
makkelijker worden om een gezonde voedselkeuze te maken, waardoor er echt keuzevrijheid
is voor burgers.
Vraag 4
Deelt u de mening dat uw inzet op «gezond eten» in de praktijk juist gezinnen raakt
die al moeite hebben om überhaupt eten op tafel te zetten? Zo niet, hoe voorkomt u
dat uw beleid deze kwetsbare groep verder onder druk zet?
Antwoord 4
Ik deel deze mening niet. Mijn beleid is erop gericht om de gezonde keuze de makkelijke
keuze te laten worden voor alle Nederlanders, ook voor kwetsbare gezinnen. Zo zorgt
het kabinet er onder meer via het programma Schoolmaaltijden voor dat kinderen gezonder
kunnen opgroeien, juist ook kinderen in kwetsbare gezinnen. Het Voedingscentrum geeft
ook tips over gezonde maaltijden voor een relatief betaalbare prijs.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het voortdurend opvoeren van druk op burgers en bedrijven – via
verboden, waarschuwingen en regels – averechts werkt en leidt tot weerstand in plaats
van gedragsverandering? Zo niet, waarop baseert u dan dat deze aanpak wél werkt, ondanks
duidelijke signalen van het tegendeel uit de samenleving?
Antwoord 5
Nee, ik deel deze mening niet. De overheid heeft als taak om kinderen en jongeren
te beschermen en de gezonde keuze ook de makkelijke keuze te laten zijn. Daarvoor
kunnen ook wettelijke maatregelen nodig zijn. Zo wil ik ongewenste marketing van ongezonde
voedingsmiddelen gericht op kinderen beperken met wettelijke maatregelen. En ook voorlichting
en het maken van afspraken kunnen goede interventies zijn om de voedselomgeving gezonder
te maken. Zo wil ik afspraken maken met supermarkten over het verkoopaandeel van Schijf
van Vijf producten.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het geld dat in het ineffectieve Nationaal Preventieakkoord
werd gestoken beter had kunnen worden besteed aan het verlagen van de btw op boodschappen,
zodat eten écht betaalbaar wordt voor iedereen? Zo niet, waarom blijft u vasthouden
aan een aanpak die veel kost, maar weinig oplevert?
Antwoord 6
Nee, ik deel deze mening niet. Voor de uitvoering van mijn samenhangende preventiestrategie
heb ik minder middelen tot mijn beschikking. Zo lopen de tijdelijke middelen van het
vorige kabinet voor preventiebeleid eind dit jaar af. Met de voorgenomen samenhangende
preventieaanpak zal ik daarom slim te werk moeten gaan. Ook werk ik samen met organisaties
in de zorg aan een investeringsmodel voor preventie, om investeringen in preventie
in de toekomst beter te kunnen relateren aan besparingen later. Dit kabinet heeft
er in het hoofdlijnenakkoord niet voor gekozen om de btw op boodschappen te verlagen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.