Schriftelijke vragen : Het ondermijnen van de forensische geneeskunde door de recente aanbesteding van de medische arrestantenzorg
Vragen van de leden Lahlah (GroenLinks-PvdA) en Van Nispen (SP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het ondermijnen van de forensische geneeskunde door de recente aanbesteding van de medische arrestantenzorg (ingezonden 24 april 2025).
Vraag 1
Klopt het dat bij de landelijke aanbesteding van de medische arrestantenzorg alle
tien percelen zijn gegund aan één partij, een huisartsenorganisatie, die deze zorg
wil leveren met verpleegkundigen, basisartsen en huisartsen? Hoe beoordeelt u dit
besluit?
Vraag 2
Deelt u de ernstige zorgen van het Forensisch Medisch Genootschap1 dat hiermee de medische arrestantenzorg – een van de drie pijlers van de forensische
geneeskunde – verdwijnt, en het vakgebied daarmee fundamenteel wordt verzwakt?
Vraag 3
Waarom is er niet gekozen voor het behoud van forensisch medische kennis in het hart
van deze zorg, terwijl het gaat om verdachten en mensen in detentie, vaak in kwetsbare
situaties, en om cruciale medische informatie die onderdeel kan uitmaken van strafrechtelijke
procedures?
Vraag 4
Hoe gaat geborgd worden dat de artsen die werkzaam zijn bij de huisartsenorganisatie
in kwestie op de hoogte zijn van het juridische kader dat noodzakelijk is om goed
voor deze doelgroep te zorgen en het strafrechtelijke proces niet in de weg zitten?
Vraag 5
Hoe verhoudt de keuze om alle medische arrestantenzorg uit te besteden aan één huisartsenorganisatie
zich tot de tekorten waar de huisartsenzorg nu al mee kampt? Lopen die tekorten naar
verwachting op door deze aanbesteding?
Vraag 6
Erkent u dat deze keuze de uitkomst lijkt van een aanbestedingslogica waarin prijs
belangrijker wordt geacht dan kwaliteit, rechtszekerheid en continuïteit? Wat zegt
dit over de prioriteiten van dit kabinet?
Vraag 7
Deelt u de mening dat dit haaks staat de inspanningen van de afgelopen jaren om de
forensische geneeskunde te professionaliseren en toekomstbestendig te maken? Zo nee,
kunt u dit toelichten?
Vraag 8
Wat betekent deze gunning voor de artsen die momenteel werkzaam zijn in de forensische
geneeskunde, en die deze pijler verliezen als onderdeel van hun professionele identiteit?
Hoe voorkomt u dat ervaren forensisch artsen hierdoor afhaken? Hoe trekt u nieuwe
artsen aan als deze pijler wegvalt, ook aangezien dit de pijler is waarbinnen men
behandelt als arts in dit vakgebied?
Vraag 9
Hoe kijkt u aan tegen de versnelde uitstroom die dreigt en de stagnerende instroom
van nieuwe forensisch artsen, terwijl het vakgebied nu al kampt met tekorten en een
vergrijzend bestand?
Vraag 10
Kunt u garanderen dat de 24/7-beschikbaarheid van forensisch artsen voor lijkschouw
en zedenonderzoek ook in de toekomst gegarandeerd blijft, ook met deze aanbestedingskeuze?
Vraag 11
Wat zijn volgens u de risico’s voor de kwaliteit van waarheidsvinding en de rechtsgang
als deze deskundigheid verschraalt of verdwijnt?
Vraag 12
Bent u bereid op korte termijn in gesprek te gaan met het Forensisch Medisch Genootschap,
beroepsorganisaties en andere betrokkenen om te komen tot een structurele oplossing
waardoor het vakgebied forensische geneeskunde in zijn volle breedte behouden wordt?
Vraag 13
Kunt u de Kamer voor de zomer informeren over de impact van deze aanbesteding op de
medische arrestantenzorg, de positie van forensisch artsen en het functioneren van
de rechtsstaat?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Esmah Lahlah, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.