Schriftelijke vragen : Geweld tegen hulpverleners
Vragen van de leden Hirsch, Piri (GroenLinks-PvdA) en Dobbe (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over geweld tegen hulpverleners (ingezonden 17 april 2025)
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving over de aanval op vluchtelingenkampen Zamzam en
Abu Shouk door de Rapid Support Forces (RSF) in Soedan, waarbij honderden burgers
en negen humanitaire hulpverleners om het leven zijn gekomen?1
Vraag 2
Heeft u zich tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) op 14 april ingezet om te komen
tot een scherpe publieke veroordeling van aanvallen tegen hulpverleners? Zo nee, hebben
andere landen dit wel gedaan?
Vraag 3
Heeft u contact gehad met de ambassadeur van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE)
over de wapenleveranties aan de RSF?2 Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke reactie heeft u ontvangen?
Vraag 4
Wat is de positie van Nederland wat betreft de gesprekken tussen de Europese Unie
(EU) en de VAE over een mogelijk vrijhandelsverdrag?3 Is steun van de VAE aan de RSF hierin een factor? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Wat is de positie van het kabinet over sancties tegen de VAE? Zijn sancties tegenover
de VAE ter sprake gekomen in de RBZ op 14 april? Zo ja, welke positie heeft Nederland
hierbij ingenomen?
Vraag 6
Bepleit u strengere sancties tegen de RSF, na de aanval op burgers en hulpverleners
in Zamzam en Abu Shouk? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Vindt u dat geweld tegen humanitaire hulpverleners altijd ferm, duidelijk en niet-selectief
veroordeeld moet worden en concrete consequenties moet hebben? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Waarom heeft u de aanval op hulpverleners in Zamzam en Abu Shouk direct veroordeeld
als schending van het internationaal humanitair recht, zonder een onderzoek of oordeel
van een rechter af te wachten, maar doet u dat niet bij de aanval van de Israeli Defense
Forces (IDF) op hulpverleners op 23 maart 2025?4
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat het nalaten van consequenties richting Israël na de aanval
van de IDF op medische zorgverleners bijdraagt aan de erosie van het humanitair recht
wereldwijd en een vrijbrief is richting strijdende partijen voor geweld tegen hulpverleners?
Vraag 10
Hoe duidt u de cijfers van het Werelgezondheidsorganisatie (WHO)-dashboard, waaruit
blijkt dat in 2024 een recordaantal van 937 medische zorgverleners is gedood?5
Vraag 11
Hoe gaat u zich inzetten voor de veiligheid van hulpverleners wereldwijd?
Vraag 12
Bent u bereid om lokale organisaties en netwerken te betrekken bij het opsporen van
personen die zich schuldig hebben gemaakt aan gericht geweld tegen hulpverleners?
Vraag 13
Bent u bereid om extra middelen vrij te maken voor opsporing en vervolging van de
daders en accountability ten aanzien van vergelijkbare schendingen van het humanitair
recht wereldwijd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Bent u bereid om ook staten aansprakelijk te stellen voor geweld tegen hulpverleners?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Wanneer verwacht het kabinet de adviezen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke
vraagstukken (CAVV) en Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) over de beschikbare
instrumenten om de straffeloosheid voor geweldpleging tegen hulpverleners te bestrijden
te presenteren aan de Kamer, conform motie Dobbe6?
Vraag 16
Bent u bekend met de oproep vanuit Artsen zonder Grenzen om de Wet internationale
misdrijven aan te passen, zodat de kans op berechting in Nederland groter wordt?7
Vraag 17
Bent u het ermee eens dat een uitbreiding van de rechtsmacht van de Wet internationale
misdrijven wenselijk is om een einde te maken aan de straffeloosheid voor geweld tegen
hulpverleners? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Is het kabinet bekend met de wetgeving in Duitsland, waaronder de mogelijkheden tot
vervolging van oorlogsmisdadigers groter zijn dan in Nederland? Hoe beoordeelt het
kabinet aanpassingen aan de Wet internationale misdrijven naar Duits voorbeeld?
Vraag 19
Hoe heeft u tot nu toe al uitvoering gegeven, en blijft u dit doen, aan de motie Dobbe
die vraagt om een leidende rol voor Nederland bij het beschermen van hulpverleners?8
Indieners
-
Gericht aan
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Daniëlle Hirsch, Kamerlid -
Medeindiener
Kati Piri, Kamerlid -
Medeindiener
Sarah Dobbe, Kamerlid