Schriftelijke vragen : De vertraging bij de versterking en problemen met de schadeafhandeling en de psychosociale problemen als gevolg daarvan
Vragen van de leden Beckerman (SP) en Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de vertraging bij de versterking en problemen met de schadeafhandeling en de psychosociale problemen als gevolg daarvan (ingezonden 16 april 2025).
Vraag 1
Kent u het bericht «Veiligheid in Groningen blijft zorgelijk ondanks stoppen gaswinning»?1
Vraag 2
Herkent u zich in de uitspraak van de inspecteur-generaal van het Staatstoezicht op
de Mijnen (SodM): «Ik maak mij zorgen om de gezondheid en het welzijn van de mensen
in Groningen. Het lange wachten sloopt mensen. Het is nu niet de tijd om achterover
te leunen omdat de gaswinning gestopt is»? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Het SodM concludeert wederom dat de versterkingsoperatie achterloopt op schema en
dat versnelling noodzakelijk is, deelt u deze conclusie?
Vraag 4
Is de conclusie van het SodM juist dat op het huidige tempo de versterking nog tot
2034 duurt?
Vraag 5
Hoe strookt dat met de voorspelling van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) dat
de versterkingsoperatie in 2028 grotendeels afgerond zou zijn?
Vraag 6
Erkent u dat de doorlooptijd voor bewoners in de versterking toeneemt? Onderschrijft
u de conclusie van het SodM dat de doorlooptijd is opgelopen naar 6,3 jaar? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Het SodM komt met vier aanbevelingen, kunt u per aanbeveling aangeven of en hoe u
deze overneemt?
Vraag 8
Erkent u de conclusie van «Gronings perspectief» dat «het hebben van meerdere keren
schade over de hele linie een punt van zorg blijft»? Neemt u de aanbeveling van de
onderzoekers over om bij de afhandeling mensen met meervoudige schade voorrang te
geven en passende ondersteuning te bieden?2
Vraag 9
Wilt u, overwegende dat de groep respondenten met meerdere keren schade een chronische
gezondheidsachterstand heeft, gezondheid prioriteren en de gezondheidsschade terugdringen?
Zo ja, welke stappen wilt u hiervoor zetten?
Vraag 10
De conclusie van de onderzoekers is, opnieuw, dat de groep met meervoudige schade
structureel minder vertrouwen heeft in instanties, welke stappen wilt u zetten om
dit tegen te gaan?
Vraag 11
Bent u bereid de aanbeveling van «Gronings Perspectief» over te nemen om «al vroeg
in het versterkingstraject te voorzien in een vast aanspreekpunt, aangezien dit bepalend
is voor de mate waarin mensen zich voldoende ondersteund voelen»?
Vraag 12
Deelt u de conclusie van «Gronings Perspectief» dat «de versterkingsoperatie een ontwrichtend
effect op de sociale samenhang: 27 procent van de respondenten die met versterking
te maken heeft ervaart meer conflicten in de eigen buurt; 40 procent geeft zelfs aan
dat het mensen in hun dorp of buurt uit elkaar drijft»?
Vraag 13
Trekt u het zich aan dat respondenten overwegend negatief oordelen over het huidige
kabinet en minder vertrouwen hebben in de afhandeling van schade en versterking sinds
de komst van het kabinet? Kunt u uw antwoord toelichten en daarbij ingaan op maatregelen
die u wilt nemen om dit vertrouwen te herwinnen?
Vraag 14
Bent u geschrokken van de conclusie van hoogleraar Tom Postmes dat het aantal mensen
met psychische problemen stijgt? Deelt u zijn conclusie dat er wel aandacht is voor
preventie, hulp en ondersteuning, maar te weinig voor zorg?3
Vraag 15
Neemt u het advies van hoogleraar Postmes over om Nij Begun op dit punt te herzien
zodat er, aanvullend op de bestaande punten, meer aandacht komt voor zorg?
Vraag 16
Kent u het bericht «Het huis van Guido veranderde door de versterking in een ruïne:
«Mijn woning is een stortplaats»?4
Vraag 17
Hoe kan het dat de versterking van deze woning al een jaar stilligt door een conflict
van de NCG met de aannemer? Hoe kan het dat er niet wordt geluisterd naar de bewoner
en zijn advocaat en de door hen aangedragen oplossingen? Klopt het dat het hele proces
nu opnieuw moet beginnen?
Vraag 18
Hoe vaak komt het voor dat er conflicten zijn tussen de NCG en aannemers waardoor
de bouw stil komt te liggen? Wie kan in zo’n situatie knopen doorhakken zodat gedupeerden
hier niet de dupe van worden?
Vraag 19
Welke stappen heeft u gezet om de aangenomen motie-Beckerman c.s. over bouwfouten
voorkomen en aanpakken uit te voeren?5
Vraag 20
Herkent u dat Damsters in zogenaamde pilotwoningen in Opwierde-Zuid, waar steenstrips
zijn aangebracht die ondeugdelijk blijken, al jaren in ellende zitten en nu alsnog
jaren dreigen te moeten wachten? Wat gaat u, mede in het licht van voornoemde motie,
voor hen doen?6
Vraag 21
Herkent u de conclusie van SodM dat «de kwaliteitsborging van NCG nog onvoldoende
op orde is doordat de benodigde procesmatige kwaliteitscontrole voor enkele processen
nog niet bestaat, niet goed is opgezet of dat de werking daarvan onbekend of onvoldoende
is»?7
Vraag 22
Herkent u dat gedupeerden zorgen en twijfels hebben over of het Besluit versterking
gebouwen Groningen, dat tussen 2019 en 2023 van kracht was, wel juist is opgevolgd
en uitgevoerd? Kunt u garanderen dat de uitvoering altijd juist en overeenkomstig
het bepaalde in het Besluit versterking gebouwen Groningen en de Tijdelijke wet Groningen
(artikel 21) heeft plaatsgevonden?
Vraag 23
Kunt u aangeven via welk(e) besluit(en) de deelcommissies zoals genoemd in artikel
15, eerste lid, onder a en b van het Besluit versterking gebouwen Groningen zijn vastgesteld
en/of ingesteld?
Vraag 24
Kunt u aangeven wanneer, door wie en op welke wijze de leden van de commissies als
genoemd in de vorige vraag zijn benoemd (zoals beschreven in artikel 16 van het Besluit)
en in functie zijn getreden?
Vraag 25
Kunt u aangeven hoe de onafhankelijkheid en/of de benodigde expertise van de leden
van de in vraag 24 genoemde commissies kan worden aangetoond en is geborgd?
Vraag 26
Hebben deze deelcommissies altijd alle hen toebedeelde taken en activiteiten (waaronder
werkwijze en vaststellingen) naast de te nemen besluiten zoals ge- en benoemd in het
Besluit versterking gebouwen Groningen uitgevoerd respectievelijk genomen? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Vraag 27
Erkent u dat gedupeerden een «wachtbrief» krijgen wanneer ze een nieuwe schademelding
doen wanneer er nog een schademelding loopt bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen
(IMG)?
Vraag 28
Erkent u dat er geen juridische grondslag is om de beslistermijn niet te laten beginnen?
Welke stappen wilt u zetten om te voorkomen dat gedupeerden niet op deze manier hun
recht wordt ontzegd?
Vraag 29
De Tweede Kamer heeft via aangenomen moties vaak gevraagd om de trillingstool niet
in te zetten in individuele schadezaken; kunt u garanderen dat deze trillingstool
in geen enkele individuele zaak meer wordt ingezet?
Vraag 30
In uw brief van 24 januari jl. geeft u aan dat de trillingstool nooit meer kan leiden
tot het afwijzen van schades, waarom blijft u deze tool dan, tegen de wens van de
Tweede Kamer in, nog wel inzetten?8
Vraag 31
Deelt u de mening dat het voor gedupeerden een ongelijke strijd wordt wanneer het
IMG een lange reeks deskundigen kan inzetten? Kent u verhalen van gedupeerden die
meer dan vijf keer inspectie krijgen en waar een nog groter aantal deskundigen wordt
ingezet?
Vraag 32
Welke stappen heeft u gezet om de met algemene stemmen aangenomen motie-Beckerman/Bushoff
over in gesprek gaan met het IMG om terughoudendheid te betrachten bij het inzetten
van deskundigen tegen gedupeerden uit te voeren?9
Vraag 33
Deelt u de mening dat het uiterst onwenselijk is dat, nu – na jaren wachten – schades
rondom de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk eindelijk afgehandeld zouden worden,
het IMG weer schades op onterechte gronden afwijst? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 34
Staat u nog achter uw uitspraak in het commissiedebat Herstel Groningen van 19 maart
jl., waarbij u over schades als gevolg van diepe bodemdaling zei: «bij de beoordeling
van deze schades wordt überhaupt niet naar het bouwjaar gekeken»?
Vraag 35
Herkent u dat uw uitspraak haaks staat op het beleid van het IMG dat schades uitsluit
wanneer woningen gebouwd zijn na 2012? Welke stappen gaat u zetten om te zorgen dat
het IMG de schades rondom gasopslagen wel allemaal netjes afhandelt?
Vraag 36
Het rapportcijfer dat het IMG krijgt voor de beoordeling van immateriële schade is
gemiddeld een 4,9; erkent u dat het zeer pijnlijk is dat een regeling bedoeld als
erkenning voor het aangedane leed niet voelt als erkenning?
Vraag 37
Deelt u de mening dat het erkennen van immateriële schade te vaak zeer juridisch wordt
bekeken, waardoor het voor gedupeerden niet als erkenning voelt? Zo ja, wat wilt u
hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 38
Erkent u dat er onrecht bestaat doordat de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM)
te weinig of niet betaalde voor schades en onveiligheid die wel het gevolg zijn van
mijnbouw? Deelt u de mening dat we dit onrecht alsnog moeten aanpakken?
Vraag 39
Wilt u alsnog de motie-Beckerman/Nijboer volledig uitvoeren en door de NAM onterecht
afgewezen B- en C-schades herzien?10 Kunt u deze vraag met een simpel ja of nee beantwoorden?
Vraag 40
U heeft eerder aangegeven niet alle schades bedoeld in de motie-Beckerman/Nijboer
te willen rechtzetten, klopt dit nog steeds?11 Welk deel wel en welk deel niet?
Vraag 41
Wanneer en hoe wilt u starten met het rechtzetten van dit historische onrecht? Hoeveel
budget is daarvoor beschikbaar?
Vraag 42
Erkent u dat gedupeerden die een vaststellingsovereenkomst (VOK) met de NAM tekenden
nu vaak structureel uitgesloten worden van verschillende IMG- en NCG-regelingen, waardoor
het onrecht verder wordt vergroot? Zo ja, wat wilt u hieraan doen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 43
Kunnen gedupeerden die eerder een VOK met de NAM sloten gebruikmaken van de regelingen
voor juridische, technische en financiële bijstand? Zo nee, wat wilt u hieraan doen?
Zo ja, wilt u zorgen dat deze gedupeerden ook weten dat ze deze ondersteuning kunnen
krijgen?
Vraag 44
Klopt het dat er vertraging is ontstaan bij de uitbetaling van de huurders in nieuwe
postcodes die € 750,– krijgen? Wanneer zal deze vergoeding wel uitbetaald worden?
Vraag 45
Klopt het dat er vertraging is ontstaan bij de uitbetaling van de compensatie voor
het lange wachten? Deelt u de mening dat een regeling, bedoeld ter compensatie voor
lang wachten, die weer lang op zich laat wachten een triest symbool is voor de bureaucratische
stroperigheid?
Vraag 46
Wanneer zal deze vergoeding wel uitbetaald worden? Kunt u hiervoor een harde datum
noemen en aangeven of u hiervoor op schema ligt?
Vraag 47
Met Nij Begun zijn er nog meer regelingen gekomen om gedupeerden te compenseren, klopt
het dat nog meer van die regelingen zijn vertraagd? Kunt u per vertraagde regeling
aangeven wanneer alle gedupeerden die er recht op hebben de compensatie ook gehad
zullen hebben?
Vraag 48
Erkent u dat met nieuwe regelingen ook nieuwe onuitlegbare verschillen ontstaan? Klopt
het dat bewoners die moeten thuisblijven voor een opname bij de versterking daar compensatie
voor krijgen, maar diezelfde compensatie er niet is als je thuis moet blijven voor
een opname bij duurzaam herstel? Kunt u dit uitleggen? Kunt u dit gelijktrekken en
zorgen dat gedupeerden altijd gecompenseerd worden als ze thuis moeten blijven?
Vraag 49
Maatregel 1 van Nij Begun is «het kabinet legt jaarlijks verantwoording af over de
Staat van Groningen»; waarom kiest u ervoor om dit op een moment te doen waarop Tweede
Kamerleden niet aanwezig kunnen zijn?
Vraag 50
Kunt u deze vragen binnen de daarvoor gestelde termijn van drie weken beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Julian Bushoff, Tweede Kamerlid