Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken Subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 2025 (Kamerstuk 30234-400)
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 403
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 14 april 2025
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport over de brief van 22 januari 2025 over de stand van zaken Subsidieregeling Bouw
en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 2025 (Kamerstuk 30 234, nr. 400).
De vragen en opmerkingen zijn op 5 maart 2025 aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 14 april 2025 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie, Heller
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
9
II.
Reactie van de Staatssecretaris
10
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij willen hem hierover een aantal vragen stellen.
De Staatssecretaris meldt in zijn Kamerbrief dat per 13 januari 2025 97,8 miljoen
euro subsidie aangevraagd is. Dat betekent dat er al snel meer is aangevraagd dan
het beschikbare budget. De regeling wordt dus goed gevonden en benut door de sportsector.
Heeft de Staatssecretaris hierbij een helder overzicht van wat voor sportverenigingen
gebruikmaken van de BOSA? Oftewel, zijn er bepaalde sporten oververtegenwoordigd en
zo ja, welke en waarom? Ook zijn de leden van de PVV-fractie benieuwd of bepaalde
gebieden, denk aan steden, gemeenten, wijken etc. meer gebruikmaken van de BOSA dan
andere gebieden. Zo ja, in hoeverre weet de Staatssecretaris waar en waarom dit het
geval is?
De Staatssecretaris stelt in de laatste alinea van zijn Kamerbrief dat in de najaarsbrief
Sport en Bewegen 2024 voor de langere termijn aan een plan van aanpak gewerkt wordt,
gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur, om zo ook adequaat
te kunnen ondersteunen bij de huidige en toekomstige opgave op het gebied van de bouw
en het onderhoud van de sportaccommodaties. Kan de Staatssecretaris hierover al enige
voortgang en inhoud melden? En zo ja, kan de Staatssecretaris dit zo snel mogelijk
delen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief van de Staatssecretaris. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen naar aanleiding
van deze brief.
Allereerst betreuren de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie het ten zeerste dat er
zo fors op de BOSA bezuinigd wordt. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen
in de brief dat de aanvragen op subsidiepot na zeven dagen al was overschreden met
23,8 miljoen euro en er dus al snel meer was aangevraagd dan dat er beschikbaar was.
Dit betekent dat er een grote vraag naar verduurzamingssubsidies is vanuit de sportverenigingen
en dat de regeling dus het dus goed doet. Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen het
feit aan dat zoveel sportverenigingen een verduurzamingssubsidie mislopen? Heeft de
Staatssecretaris inzichtelijk voor hoeveel sportverenigingen een BOSA-subsidie noodzakelijk
is voor het voortbestaan voor de desbetreffende sportvereniging? Wat is de ratio achter
het wegbezuinigen van zo’n effectieve en goede regeling?
Kan de Staatssecretaris in kaart brengen in hoeverre de bezuiniging op de BOSA de
komende jaren gecompenseerd wordt door de subsidieregeling Duurzaam Maatschappelijk
Vastgoed (DUMAVA)? Hoeveel geld uit de subsidieregeling DUMAVA gaat er naar verwachting
naar de verduurzaming van sportverenigingen? Wat is onder de streep de verwachte bijdrage
van rijksoverheid aan het verduurzamen sportverenigingen als gevolg van het bezuinigen
op de BOSA en het openstellen van de DUMAVA? Wordt er ook geld uit de DUMAVA specifiek
voor de verduurzaming van sportverenigingen geoormerkt?
In het antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Van Dijk
1
lezen genoemde leden dat er bij de DUMAVA bijvoorbeeld een hoger minimaal subsidiebedrag
vereist en een energieadvies nodig is. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken
zich daarom zorgen dat de DUMAVA vooral voor kleinere sportverenigingen ontoegankelijk
is. Hoe waarborgt de Staatssecretaris dat de DUMAVA ook toegankelijk is voor kleinere
sportverenigingen? Daarnaast verschilt de DUMAVA ook van de BOSA, omdat het niet voorziet
voor het onderhoud van accommodaties en de nieuwbouw van accommodaties. Hoe wil de
Staatssecretaris borgen dat sportverenigingen de investeringen in materialen, onderhoud,
verbouw, nieuwbouw en toegankelijkheid kunnen blijven maken?
Naast het positieve financiële effect voor sportverenigingen als gevolg van verduurzaming
draag de BOSA ook bij aan de CO-2 reductie en daarmee aan het behalen van de klimaatdoelen
– overwegende dat de klimaatdoelen steeds verder uit zicht komen.2 Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen de bezuiniging op de BOSA in het licht van het
niet halen van de klimaatdoelen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
Ten eerste zijn de leden benieuwd wat op het moment van beantwoording de stand van
zaken is met betrekking tot het aangevraagde budget. Is de marge van 155 procent van
het totale subsidieplafond al bereikt? Zo niet, wanneer wordt dit verwacht?
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd waarom ervoor is gekozen om aanvragen toe
te laten totdat een totaal van 155 procent van het maximumbedrag is bereikt. Ligt
hier een gedachte achter of is dit willekeurig? Verder vragen deze leden de Staatssecretaris
hoe subsidies worden toegekend als de aanvragen die aan de voorwaarden voldoen gezamenlijk
boven het maximumbedrag uitkomen. Is dit op volgorde van indienen, of wordt hier een
andere methode voor gehanteerd?
De leden vragen verder hoe de Staatssecretaris de bekendheid van de DUMAVA-regeling
gaat vergroten onder sportverenigingen als de regeling open gaat in juni. Hoe is de
Staatssecretaris van plan verenigingen te bereiken op dit gebied en obstakels weg
te halen om aanvragen te doen? Verder zijn zij benieuwd wat de uitkomsten zijn van
de webinar die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op 20 februari organiseerde
om de aanvraagprocedure toe te lichten en welke vragen deelnemers daarbij hadden.
Tot slot zijn genoemde leden benieuwd of de Staatssecretaris een tijdlijn kan geven
van het plan van aanpak voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur. Wanneer kan
de Kamer dit plan van aanpak verwachten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij waarderen de inspanning van de Staatssecretaris bij het vormen van een lange termijn
aanpak van de sportinfrastructuur en om de sportaccommodaties in eigendom van een
amateursportorganisatie vanaf dit jaar onder de DUMAVA-regeling te laten vallen. Deze
leden hebben nog de volgende vragen.
De leden van de NSC-fractie begrijpen de noodzaak om aanvragers geen schijnzekerheid
te bieden of onnodig nieuwe aanvragen binnen te krijgen, maar hebben hun bedenkingen
bij het relatief hoge percentage van 155% voor het stoppen van de aanmeldprocedure.
Hoe is de berekening voor dit percentage tot stand gekomen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de BOSA-subsidie wordt uitgekeerd als een
voorschot van tachtig procent van het bedrag, gevolgd door een nabetaling van maximaal
de resterende twintig procent. Het gereserveerde budget voor de BOSA bevat ook de
nabetalingen van maximaal twintig procent uit voorgaande aanvragen zoals vermeld op
de website van de BOSA-subsidie. Wat is het bedrag aan nabetalingen dat nog uitgekeerd
moet worden aan voorgaande aanvragen en welk bedrag blijft er daarna nog over voor
daadwerkelijk nieuwe aanvragen in 2025?
De minimale subsidieaanvraag bedraagt 2.500 euro, wat betekent dat een vereniging
minimaal 8.333 euro aan subsidiabele kosten moet maken. De leden van de NSC-fractie
constateren dat voor kleinere verenigingen met beperkte financiële middelen het lastig
kan zijn om zulke investeringen te doen. Welke ondersteuning bestaat er momenteel
voor deze verenigingen om toch (duurzame) investeringen te kunnen maken? Overweegt
de Staatssecretaris deze ondersteuning uit te breiden? Zo ja, welke initiatieven worden
overwogen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de lijst met subsidiabele kosten BOSA behoorlijk
lang is en ook veel randzaken bevatten die niet direct de toegankelijkheid, duurzaamheid
en energiezuinigheid van het sportaanbod verbeteren. Denk hierbij aan de schoonmaakmiddelen,
bedrukking van sportkleding en de verbouwing van de parkeerplaats. Ziet de staatsecretaris
ruimte om de omschrijvingen voor de kostenposten die in aanmerking komen voor de BOSA-subsidie
te herzien om de focus te verleggen van deze randzaken? Zo niet, waarom niet?
De leden van de NSC-fractie zien tevens een mogelijk probleem in het naast elkaar
bestaan van de BOSA en DUMAVA voor aanvragen. Klopt het dat onder het huidige stelsel
een vereniging tegelijkertijd beroep kan doen op de BOSA én de DUMAVA? Wordt er gecontroleerd
of organisaties geen dubbele aanvraag doen en daarmee andere sportorganisaties de
kans op subsidie ontnemen?
De leden van de NSC-fractie vragen de Staatssecretaris tevens hoe de huidige structuur
van de BOSA het sportlandschap in Nederland verandert. Doordat (professionele) POS
organisaties ook aanspraak kunnen maken op BOSA ontstaat er een ongelijk speelveld
ten opzichte van sportverenigingen die vrijwel uitsluitend bestaan uit vrijwilligers.
Tevens overstijgt de vraag naar subsidie momenteel het beschikbare bedrag. Zou het
beschikbare budget mogelijk wel toereikend zijn als deze uitsluitend beschikbaar zou
zijn voor verenigingen en stichtingen?
De leden van de NSC-fractie onderschrijven de noodzaak voor een lange termijn aanpak
van de sportinfrastructuur. Kan een update gegeven worden over de stand van zaken
van deze lange termijn aanpak? Wanneer kan de Kamer hierover worden geïnformeerd?
De leden van de NSC-fractie waarderen dat er een lange termijn aanpak komt voor een
toekomstbestendige sportinfrastructuur. Deze leden zijn echter van mening dat het
onderwerp verduurzaming een domein overstijgende aanpak vereist. In welke mate zijn
de andere ministeries die zich bezighouden met verduurzaming zoals de Ministeries
van Klimaat van Klimaat en Groene Groei (KGG) en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
(VRO) bij dit plan van aanpak betrokken?
Daarnaast erkennen de leden van de NSC-fractie de schaarste die er momenteel heerst
voor beschikbare ruimte en dat een situatie waarin de sportinfrastructuur hiervoor
moet concurreren met andere basisbehoeften, zoals wonen onwenselijk is. Hoe staat
de Staatssecretaris tegenover de mogelijkheid om beschikbare ruimte voor meerdere
doeleinden te combineren (zoals bijvoorbeeld een sportveld op een woontoren of meerdere
verenigingen die gebruik maken van dezelfde faciliteiten etc.)? Welke stappen worden
er gezet om deze ontwikkeling te bevorderen?
De leden van de NSC-fractie achten het van belang dat ook in de toekomst de omgeving
uitnodigt om te sporten en te bewegen. In Nederland bestaan er al richtlijnen voor
het beschikbaar stellen van speelruimte bij nieuwbouwprojecten, zoals bijvoorbeeld
de «3%-norm». Om ervoor te zorgen dat ook de recreatieve sporter of personen die simpelweg
wat meer wil bewegen een omgeving hebben die daartoe uitnodigt stellen de leden de
volgende vraag. Is de regering in de lange termijn aanpak bereid om ook een richtlijn
te hanteren waarin een vergelijkbaar percentage van de nieuwbouw beschikbaar wordt
gesteld voor sport- en beweegruimtes buiten het aanbod van sportverenigingen en sportaccommodaties?
En is de Staatssecretaris bereid deze norm te betrekken bij de sport en beweegwet
die op dit moment in voorbereiding is?
De leden van de NSC-fractie hebben bovendien een vraag over de financiering van de
sportinfrastructuur van de toekomst. Welke mogelijkheden worden momenteel verkend
in de financiering van de sportinfrastructuur?
De leden van de NSC-fractie hebben daarnaast een vraag over duurzame financiële ondersteuning
op de lange termijn. Deze leden stellen vast dat er recentelijk circa 125 miljoen
euro uit de reservering maatschappelijk vastgoed revolverend fonds is uitgekeerd waarvan
74,9 miljoen euro aan bestaande fondsen en 49,7 miljoen euro voor de programmatische
aanpak. Waar wordt dit geld aan besteed en worden hiermee de amateursportverenigingen
ook ondersteund?
De leden van de NSC-fractie merken op dat naar aanleiding van de aangenomen motie-Van
Dijk over het onderzoeken van een revolverend fonds in het Plan van aanpak revolverend fonds voor sportclubs onderzocht is dat bij de keuze om alleen duurzame investeringen te ondersteunen een
bedrag van 250 miljoen euro voldoende zou zijn voor het fonds om te revolveren. Door
het uitkeren van circa 125 miljoen euro uit het klimaatfonds is van de oorspronkelijke
reservering van 300 miljoen nog 175 miljoen euro over. Hoe wordt er op toegezien dat
de lange termijn financiering van de sportinfrastructuur duurzaam is als door deze
verdeling van middelen er onvoldoende ruimte overblijft om het revolverend fonds in
werking te treden?
Tot slot merken de leden van de NSC-fractie op dat op de website van de RVO onder
de pagina over de voorwaarde van de DUMAVA nog het volgende staat: «Valt uw maatschappelijk
vastgoed binnen de sportsector? Sportorganisaties die gebruik kunnen maken van de
subsidieregeling BOSA komen niet in aanmerking voor DUMAVA.» Dit terwijl sinds dit
jaar amateursportorganisaties wel onder de DUMAVA vallen. Kan de staatsecretaris in
overleg met andere bewindspersonen onderzoeken waar de informatievoorziening over
de aansprak van amateurverenigingen op de DUMAVA tussen de ministeries nog niet synchroon
loopt en kan hij deze informatie stroomlijnen om verenigingen niet te verwarren bij
de aanvraag?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Deze leden vinden het belangrijk om sportorganisaties te steunen in het toekomstbestendig
en duurzaam maken van hun sportaccommodaties. Sporten is niet alleen gezond, maar
heeft ook een verbindende functie in de samenleving. Daartoe hebben deze leden enkele
vragen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de beschikbare middelen en de bijkomende
rek bijna volledig is benut. Deze leden vragen welke impact dit heeft voor sportverenigingen
die al hun plannen klaar hebben staan om te verduurzamen, maar nu geen aanspraak meer
kunnen maken. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke wijze vertraging in verduurzamingsplannen
door deze sportorganisaties wordt voorkomen, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie lezen dat ook de subsidieregeling DUMAVA vanaf 2025 is
opengesteld voor sportaccommodaties. Kan de Staatssecretaris aangeven of BOSA-subsidie-aanvragers
de weg naar de DUMAVA evengoed weten te vinden? En kan de Staatssecretaris in tabelvorm
aangeven hoeveel subsidieaanvragers uitgesplitst in DUMAVA en BOSA hun aanvraag toegekend
krijgen? Kan de Staatssecretaris hierbij ook aangeven of beiden subsidies voldoende
toereikend zijn, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij hebben geen vragen aan de Staatssecretaris.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Deze leden hebben hier nog enkele vragen bij.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris een beeld kan geven bij
het belang van de BOSA voor sportverenigingen, daarbij kijkend naar:
– Bijdrage voor onderhoud totaal in 2024;
– Bijdrage voor materialen totaal in 2024;
– Bijdrage voor (vervangende) nieuwbouw totaal in 2024;
– Bijdrage voor toegankelijker maken sportaccommodaties totaal in 2024.
De leden van de CDA-fractie vragen hem wat het betekent voor sportverenigingen als
bijdragen voor de BOSA (korting 2026–2027: 28 miljoen euro, 2028–2029: 54 miljoen
euro) op bovenstaande onderdelen wegvalt. Kan de Staatssecretaris garanderen dat sportverenigingen
voldoende ondersteuning krijgen voor de instandhouding van hun sportaccommodaties?
De leden van de CDA-fractie vragen wat de korting op de BOSA betekent voor de realisatie
van de inhoudelijke ambities van de Staatssecretaris op het gebied van sport. Denk
daarbij onder andere aan de ambitie dat iedereen moet kunnen sporten in Nederland
ongeacht zijn fysieke beperkingen. De BOSA is immers juist ook bedoeld om sportaccommodaties
toegankelijker te maken.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris uiteen te zetten welk deel
(aantal en bedrag) van de tot nog toe aangevraagde subsidies bestemd zijn voor de
(nieuw)bouw en onderhoud van accommodaties, welk deel (aantal en bedrag) voor de aanschaf
van sportmaterialen en welk deel (aantal en bedrag) voor de verduurzaming van bestaande
sportaccommodaties. Welk deel (aantal en bedrag) van alle tot nog toe ingediende aanvragen
voor de BOSA zou vanaf 2 juni 2025 ook in aanmerking kunnen komen voor een aanvraag
bij de subsidieregeling DUMAVA?
In antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Dijk over sportcomplexen
die zonder extra geld uit de BOSA snel verouderen, gaf de Staatssecretaris aan dat
maatregelenlijst van de DUMAVA wordt aangepast zodat deze beter aansluiten bij de
behoeften van verenigingen. De leden van de CDA-fractie vragen om welke aanpassingen
het hier precies gaat. Deze leden vragen tevens of de Staatssecretaris inmiddels al
met de sportsector in gesprek is geweest over de aanvraagprocedure en de inhoud van
de DUMAVA-regeling zelf. Zo ja, wat is er uit deze gesprekken naar voren gekomen?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris per jaar uiteen kan zetten
wat sinds 2021 het totale budget voor de DUMAVA was en in hoeverre er per jaar sprake
was van onderuitputting of dat er juist meer aangevraagd werd dan dat er beschikbaar
was.
De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat binnen de DUMAVA specifiek 47
miljoen euro speciaal gereserveerd is voor gebouwen in het basis- en voortgezet onderwijs.
Kan de Staatssecretaris aangeven waarom het voor sportaccommodaties niet mogelijk
zou zijn een specifieke reservering binnen de DUMAVA te maken, terwijl we weten dat
het een risico is dat door de grote concurrentie in de DUMAVA juist sportverenigingen
met vrijwillige bestuurders buiten de boot kunnen vallen?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om het gebruik
van de DUMAVA voor sportaccommodaties eind 2025 te evalueren en op basis van deze
evaluaties verbeteringen door te voeren voor de nieuwe openstelling in 2026. Dit met
als doel om een zo goed mogelijk werkende regeling te krijgen voor sportclubaccommodaties.
Ten opzichte van de BOSA is de DUMAVA een complexere regeling om aan te vragen. Onder
ander een energieadvies is verplicht. Ondersteuning is essentieel voor het goed laten
functioneren van de DUMAVA. De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de
regeling voor energiecoaches voor sportverenigingen in 2025 nog steeds niet is opengesteld
ondanks de beschikbare budgetten. Zo ja, kan de Staatssecretaris aangeven waarom dit
nog niet is gebeurd? En op welke termijn gaat dit wel gebeuren? Hoe verhoudt de stop
op de inzet van energiecoaches zich tot de duurzaamheidsopgave van de overheid en
de eerder aangekondigde versnellingsambities voor de sport? Wat gaat de Staatssecretaris
eraan doen om clubs te ondersteunen? Heeft de Staatssecretaris ook de ambitie om de
energiecoaches zo spoedig mogelijk weer in te zetten, aangezien zij als «sleutel»
worden aangemerkt in de verduurzamingsopgave van de sport? Hoe gaat de Staatssecretaris
ervoor zorgen dat de energiecoaches voor de opening van de DUMAVA in juni weer inzetbaar
worden voor sportclubs?
De DUMAVA is gericht op verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en is niet gericht
op nieuwbouw. Veel sportverenigingen kampen met verouderde complexen. Om torenhoge
bouwkosten en financiële problemen te voorkomen, ontwikkelt bijvoorbeeld de KNVB nu
een mogelijke oplossing in de vorm van modulaire houtbouw. De leden van de CDA-fractie
vragen of de Staatssecretaris bereid is om innovatiebudgetten beschikbaar te stellen
om het initiatief van de KNVB -modulaire houtbouw pakketten voor clubs- verder te
ontwikkelen en in de praktijk te brengen?
De voorgenomen afbouw van de BOSA maakt duidelijk dat een alternatief noodzakelijk
is. Is de Staatssecretaris bereid om met de sportsector een nieuwe visie op een structurele
financiering van sportaccommodaties in Nederland te maken en als rijksoverheid hierin
uw verantwoordelijk te nemen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Het Nationaal
Klimaatplatform heeft in haar advies «Amateursport fit voor de toekomst» bijvoorbeeld
een voorstel gedaan voor een revolverend fonds. Voldoende garantievermogen is noodzakelijk
om institutionele beleggers voldoende zekerheid te bieden om te investeren in een
dergelijk fonds. Bent u bereid om de komende jaren donaties te doen om voldoende garantievermogen
te genereren?
De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is van het opstellen van
het plan van aanpak gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur.
Wordt er voor dit plan van aanpak budget ter beschikking gesteld? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, welk budget zal beschikbaar gesteld worden? Met welke (maatschappelijke) organisaties
wordt gesproken over dit plan van aanpak? Wanneer wordt de Kamer uiterlijk geïnformeerd
over het plan van aanpak?
Het Nationaal Klimaatplatform (NKF) heeft afgelopen najaar als optie genoemd een Waarborgfonds
Maatschappelijk Vastgoed in te richten waarmee financiering toegankelijker gemaakt
kan worden voor integrale renovaties, multifunctionele panden en meer gebiedsgerichte
maatregelen binnen het maatschappelijk vastgoed. Dit waarborgfonds zou aanvullend
zijn op het waarborgfonds sport. In de beleidsreactie schreef de Staatssecretaris
dat de Minister van VRO aan het uitwerken is hoe een dergelijk waarborgfonds vorm
zou kunnen krijgen. De leden van de CDA-fractie vragen wat hiervan de stand van zaken
is. Is er al iets te delen over deze uitwerking? Wanneer wordt de Kamer uiterlijk
geïnformeerd hierover?
Het NKP heeft daarnaast een aantal (financiële) partijen geconsulteerd over het beschikbaar
stellen van private financiering voor de amateursportclubs. Daaruit bleek dat er sprake
is van grote belangstelling vanuit de private sector voor financiering van verduurzaming
van sportaccommodaties, mits daarvoor goede randvoorwaarden worden gerealiseerd. Het
kabinet gaf destijds aan dat men aan het bezien was hoe ze invulling kan geven op
deze adviezen. De leden van de CDA-fractie vragen wat hiervan de stand van zaken is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij hebben hier nog een aantal kritische vragen over.
De leden van de SP-fractie benadrukken dat het geen verassing mag zijn dat het BOSA-budget
al in januari is uitgeput, aangezien al vaak is gewaarschuwd dat het budget onvoldoende
is. Waarom is daar niet op gehandeld, door bij voorbaat al meer budget beschikbaar
te stellen?
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris of hij het nog steeds verantwoord
vindt om in 2026 28 miljoen euro te bezuinigen op de BOSA-regeling, oplopend tot 53
miljoen euro in 2028, terwijl het budget nu al zwaar tekortschiet. Moet er niet eerder
geld bij dan dat er hier ruimte is om geld te besparen?
De leden van de SP-fractie wijzen erop dat er vanuit de Tweede Kamer nog is geprobeerd
om het tekort aan BOSA-middelen te verkleinen, via het amendement-Van Dijk c.s. over
middelen voor BOSA.3 Dit amendement werd echter ontraden door de Staatssecretaris. Hoe kijkt hij nu terug
op dit oordeel, gezien het huidige tekort op het BOSA-budget?
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre de huidige inrichting met
de BOSA-regeling zich verhoudt tot de motie Leijten/Van Nispen4, die de regering juist verzocht «om met een plan te komen om de verduurzaming van
sportaccommodaties collectief te organiseren». Zijn verenigingen en andere beheerders
van sportaccommodaties door het tekortschieten van de BOSA-regeling niet juist nog
meer op zichzelf aangewezen dan eerst?
De leden van de SP-fractie wijzen er daarnaast op dat het tekortschietende BOSA-budget
ook op een zeer slecht tijdstip komt, aangezien de onderhouds- en verduurzamingsopgave
voor veel sportaccommodaties erg groot is, door hoge gasprijzen en verouderde gebouwen
en velden. Bovendien is de algemene verduurzamingsopgave om de klimaatdoelen te halen
ook enorm en wordt het op deze manier ook heel lastig voor sportaccommodaties om daar
substantieel aan bij te dragen. Waarom wordt er dan zo nonchalant omgegaan met het
huidige tekort?
De leden van de SP-fractie merken op dat er voor de problemen rondom de BOSA-regeling
volledig naar de DUMAVA-regeling wordt gewezen, aangezien die wordt opengesteld voor
de sport. Het is voor hen echter volstrekt onduidelijk in hoeverre dat de problemen
gaat oplossen. Het budgettekort is immers al groot en wordt alleen maar groter door
de geplande bezuinigingen. Hoeveel geld verwacht de Staatssecretaris dat beschikbaar
zal komen voor de sport vanuit de DUMAVA? Hoe verhoudt zich dat tot het verwachte
bedrag dat in totaal nodig zal zijn om te voorzien in de huidige vraag naar de BOSA?
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre het überhaupt budgettair een
oplossing is voor de regering om de sport door te verwijzen naar de DUMAVA in plaats
van de BOSA. Kost verduurzaming en onderhoud van sportaccommodaties niet precies evenveel,
ongeacht uit welke subsidiestroom het gefinancierd wordt? Hoe wordt het budget dat
vanuit de DUMAVA naar de sport zal gaan gefinancierd? Wordt het totale budget van
de DUMAVA hiervoor opgehoogd, of gaat dit ten koste van de verduurzaming van ander
belangrijk maatschappelijk vastgoed, zoals ziekenhuizen?
De leden van de SP-fractie vragen bovendien hoe de Staatssecretaris reageert op kritiek
vanuit de sportsector op de verwijzing naar de DUMAVA als alternatief voor de BOSA.
Klopt het dat de DUMAVA niet beschikbaar is voor alle doelen waar de BOSA nu voor
kan worden ingezet? Klopt het dat de DUMAVA niet zal kunnen worden gebruikt voor het
dekken van de kosten voor het onderhoud van accommodaties en op nieuwbouw? Zo ja,
waar kunnen sportverenigingen dan straks wel terecht om het noodzakelijke onderhoud
en nieuwbouw te financieren als zij dat niet zelfstandig kunnen?
II. Reactie van de Staatssecretaris
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De Staatssecretaris meldt in zijn Kamerbrief dat per 13 januari 2025 97,8 miljoen
euro subsidie aangevraagd is. Dat betekent dat er al snel meer is aangevraagd dan
het beschikbare budget. De regeling wordt dus goed gevonden en benut door de sportsector.
Heeft de Staatssecretaris hierbij een helder overzicht van wat voor sportverenigingen
gebruikmaken van de BOSA? Oftewel, zijn er bepaalde sporten oververtegenwoordigd en
zo ja, welke en waarom? Ook zijn de leden van de PVV-fractie benieuwd of bepaalde
gebieden, denk aan steden, gemeenten, wijken etc. meer gebruikmaken van de BOSA dan
andere gebieden. Zo ja, in hoeverre weet de Staatssecretaris waar en waarom dit het
geval is?
In 2024 zijn er in totaal 3.083 BOSA-aanvragen toegekend. In 2025 zijn er per 20 maart
3.384 aanvragen ingediend, waarbij nog niet te zeggen is hoe de verdeling er uitziet
als het gaat om toekenningen, aangezien nog niet alle aanvragen zijn behandeld. Hieronder
ziet u de verdeling over de provincies en over de meest voorkomende sporten onder
de toegekende aanvragen in 2024 en de aanvragen in 2025:
Provincie
Aantal toegekende aanvragen 2024
Aantal aanvragen 2025
Flevoland
48
58
Zeeland
68
81
Groningen
113
94
Drenthe
120
123
Limburg
123
171
Friesland
168
158
Utrecht
226
286
Overijssel
282
302
Noord-Brabant
424
471
Noord-Holland
461
544
Gelderland
507
459
Zuid-Holland
543
637
Totaal
3.083
3.384
Sport
Aantal toegekende aanvragen 2024
Aantal aanvragen 2025
Voetbal
1.203
1.320
Tennis
601
654
Golf
254
229
Hockey
182
219
Roeien
96
98
De verdeling van toegekende aanvragen over provincies is moeilijk te duiden en hangt
van veel factoren af. Denk bijvoorbeeld aan het aantal verenigingen per provincie
of de behoefte aan sportmaterialen en het type accommodatie van specifieke sporten.
De Staatssecretaris stelt in de laatste alinea van zijn Kamerbrief dat in de najaarsbrief
Sport en Bewegen 2024 voor de langere termijn aan een plan van aanpak gewerkt wordt,
gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur, om zo ook adequaat
te kunnen ondersteunen bij de huidige en toekomstige opgave op het gebied van de bouw
en het onderhoud van de sportaccommodaties. Kan de Staatssecretaris hierover al enige
voortgang en inhoud melden? En zo ja, kan de Staatssecretaris dit zo snel mogelijk
delen?
In de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor de toekomst» bij de
Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 heb ik aangegeven medio 2025 een plan voor een
toekomstbestendige infrastructuur voor sport en bewegen naar de Tweede Kamer te sturen.5 Voor de zomer zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen
in de planvorming rondom een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor
sport. Ik zal daarbij ingaan op het probleem, het huidige beleid en mijn ambitie en
aanpak richting de toekomst.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief van de Staatssecretaris. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen naar aanleiding
van deze brief.
Allereerst betreuren de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie het ten zeerste dat er
zo fors op de BOSA bezuinigd wordt. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen
in de brief dat de aanvragen op subsidiepot na zeven dagen al was overschreden met
23,8 miljoen euro en er dus al snel meer was aangevraagd dan dat er beschikbaar was.
Dit betekent dat er een grote vraag naar verduurzamingssubsidies is vanuit de sportverenigingen
en dat de regeling dus het dus goed doet. Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen het
feit aan dat zoveel sportverenigingen een verduurzamingssubsidie mislopen? Heeft de
Staatssecretaris inzichtelijk voor hoeveel sportverenigingen een BOSA-subsidie noodzakelijk
is voor het voortbestaan voor de desbetreffende sportvereniging? Wat is de ratio achter
het wegbezuinigen van zo’n effectieve en goede regeling?
Zoals aangegeven in de Toelichting bij de nota van wijziging op Ontwerpbegroting van
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2025 voorkomt de
korting op de BOSA vanaf 2026 dat we bijvoorbeeld moeten korten op andere subsidies,
zoals het jeugd- en cultuursportfonds.6 Voor de jaren 2028 en 2029 is een verder oplopende korting ingeboekt op de BOSA-regeling
tot € 53 miljoen. Dat hebben we gedaan om zware bezuinigingsreeksen in 2028 en 2029
op bijvoorbeeld cruciale sportinfrastructuur of het topsportprogramma te voorkomen,
waarmee nu al een schadelijk effect teweeg kan worden gebracht. Zoals al aangegeven
in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor de toekomst» bij de
Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 wordt de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk
vastgoed (DUMAVA) vanaf 2 juni 2025 ook opengesteld voor sportaccommodaties in eigendom
van een amateursportorganisatie.7 Op deze manier vangen we de huidige druk en de korting op de BOSA vanaf 2026 voor
een (groot) deel op.
In het kader van het plan voor een toekomstbestendige infrastructuur voor sport en
bewegen ben ik aan het oriënteren hoe ik het financiële instrumentarium in de toekomst
kan vormgeven.
Ik realiseer me dat een subsidie vanuit de BOSA voor veel sportverenigingen een belangrijke
bijdrage is om te kunnen investeren in de bouw, het onderhoud en de verduurzaming
van hun accommodaties. Ik heb niet inzichtelijk voor hoeveel sportverenigingen een
BOSA-subsidie noodzakelijk is voor het voortbestaan van de vereniging.
Kan de Staatssecretaris in kaart brengen in hoeverre de bezuiniging op de BOSA de
komende jaren gecompenseerd wordt door de subsidieregeling Duurzaam Maatschappelijk
Vastgoed (DUMAVA)? Hoeveel geld uit de subsidieregeling DUMAVA gaat er naar verwachting
naar de verduurzaming van sportverenigingen? Wat is onder de streep de verwachte bijdrage
van rijksoverheid aan het verduurzamen sportverenigingen als gevolg van het bezuinigen
op de BOSA en het openstellen van de DUMAVA? Wordt er ook geld uit de DUMAVA specifiek
voor de verduurzaming van sportverenigingen geoormerkt?
In 2025 is er per 20 maart voor € 19 miljoen aan BOSA-subsidie aangevraagd voor maatregelen
in het kader van energiebesparing. Het is vanzelfsprekend nog niet te zeggen hoeveel
hiervan ook daadwerkelijk wordt toegekend. Het subsidieplafond van de BOSA bedraagt
in 2025 € 74 miljoen.
Hoeveel er vanuit de sportsector zal worden aangevraagd en toegekend aan DUMAVA-subsidie
laat zich moeilijk voorspellen. Voor Prinsjesdag zal uw Kamer geïnformeerd worden
over het aandeel in de DUMAVA dat door de sport tot op dat moment is aangevraagd.
De DUMAVA is een regeling voor een brede doelgroep, zoals scholen, buurthuizen, zorginstellingen,
religieuze instellingen, gemeentelijk vastgoed en vanaf dit jaar ook amateursportverenigingen.
Geoormerkt geld in de DUMAVA voor sport (of een andere doelgroep) is onwenselijk,
omdat dit de kans vergroot op restbudgetten die niet meer kunnen worden ingezet voor
verduurzaming van vastgoed (i.e. onderuitputting). Het aanbrengen van schotten tussen
categorieën maatschappelijk vastgoed is geen efficiënte manier om een regeling uit
te voeren en een schot voor één categorie creëert rechtsongelijkheid richting andere
eigenaren van maatschappelijk vastgoed.
In het antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Van Dijk8 lezen genoemde leden dat er bij de DUMAVA bijvoorbeeld een hoger minimaal subsidiebedrag
vereist en een energieadvies nodig is. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken
zich daarom zorgen dat de DUMAVA vooral voor kleinere sportverenigingen ontoegankelijk
is. Hoe waarborgt de Staatssecretaris dat de DUMAVA ook toegankelijk is voor kleinere
sportverenigingen? Daarnaast verschilt de DUMAVA ook van de BOSA, omdat het niet voorziet
voor het onderhoud van accommodaties en de nieuwbouw van accommodaties. Hoe wil de
Staatssecretaris borgen dat sportverenigingen de investeringen in materialen, onderhoud,
verbouw, nieuwbouw en toegankelijkheid kunnen blijven maken?
Ik realiseer me dat de DUMAVA anders is dan de BOSA. Dat zit bijvoorbeeld in het minimale
subsidiebedrag en de voorwaarde dat een energieadvies nodig is. Ik heb begrip voor
de zorgen hierover vanuit sportverenigingen. Om de DUMAVA beter aan te laten sluiten
bij de behoeften van verenigingen is in ieder geval de maatregelenlijst van de DUMAVA
aangepast. Wat betreft de energieadviezen laat ik een tool ontwikkelen waarmee aanvragers
uit de sportsector laagdrempelig en digitaal een dergelijk advies kunnen verkrijgen.
Op 20 februari heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in samenwerking
met het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en het Ministerie
van VWS een webinar georganiseerd waarin de voorwaarden en aanvraagprocedure nader
zijn toegelicht voor specifiek de aanvragers uit de sportsector. Daaruit bleek in
ieder geval dat er binnen de sportsector veel animo is om ook de DUMAVA aan te vragen.
Wat betreft de investeringen in sportmaterialen en de bouw en het onderhoud van accommodaties
blijft de BOSA gewoon bestaan, ook in 2026. Ik zet er op in dat subsidie voor energiebesparingsmaatregelen
vanaf 2026 alleen nog via de DUMAVA aangevraagd kan worden zodat de BOSA beschikbaar
blijft voor investeringen in sportmaterialen en de bouw en het onderhoud van accommodaties.
Ook activiteiten in het kader van toegankelijkheid blijven subsidiabel binnen de BOSA.
Naast het positieve financiële effect voor sportverenigingen als gevolg van verduurzaming
draag de BOSA ook bij aan de CO-2 reductie en daarmee aan het behalen van de klimaatdoelen
– overwegende dat de klimaatdoelen steeds verder uit zicht komen.9 Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen de bezuiniging op de BOSA in het licht van het
niet halen van de klimaatdoelen?
Zoals al aangegeven in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor
de toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 wordt de DUMAVA vanaf 2 juni
2025 ook opengesteld voor sportaccommodaties in eigendom van een amateursportorganisatie.10 Op deze manier wordt de huidige druk en de korting op de BOSA vanaf 2026, die voorkomt
dat we bijvoorbeeld moeten korten op andere subsidies zoals het jeugd- en cultuursportfonds,
voor een deel opgevangen. Bovendien blijft er daarmee subsidie beschikbaar voor de
sportsector voor maatregelen in het kader van verduurzaming van sportaccommodaties.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
Ten eerste zijn de leden benieuwd wat op het moment van beantwoording de stand van
zaken is met betrekking tot het aangevraagde budget. Is de marge van 155 procent van
het totale subsidieplafond al bereikt? Zo niet, wanneer wordt dit verwacht?
Per 20 maart zijn er 3.384 BOSA-aanvragen ingediend met een totaal aangevraagd bedrag
van € 112,9 miljoen. De marge van 155% van het budget (zijnde € 114,7 miljoen) is
daarmee nog niet bereikt. Met de huidige instroomcijfers zal dit waarschijnlijk binnen
afzienbare tijd bereikt worden.
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd waarom ervoor is gekozen om aanvragen toe
te laten totdat een totaal van 155 procent van het maximumbedrag is bereikt. Ligt
hier een gedachte achter of is dit willekeurig? Verder vragen deze leden de Staatssecretaris
hoe subsidies worden toegekend als de aanvragen die aan de voorwaarden voldoen gezamenlijk
boven het maximumbedrag uitkomen. Is dit op volgorde van indienen, of wordt hier een
andere methode voor gehanteerd?
Met de marge van 155% wordt voorkomen dat er onnodig nieuwe aanvragen worden ingediend
en dat toekomstige aanvragers schijnzekerheid hebben ten aanzien van hun aanvraag.
Dit is een ruime marge die op basis van historische gegevens is vastgesteld, in samenspraak
met de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I). In de wijzigingsregeling
van de BOSA 2024 wordt deze bepaling nader toegelicht.11
Het volgens het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van
binnenkomst van complete aanvragen. Indien op de dag waarop het subsidieplafond is
bereikt, meerdere volledige aanvragen tot verlening van subsidie zijn ontvangen en
de volgorde van binnenkomst niet te bepalen is, wordt de onderlinge rangschikking
vastgesteld door middel van loting.
De leden vragen verder hoe de Staatssecretaris de bekendheid van de DUMAVA-regeling
gaat vergroten onder sportverenigingen als de regeling open gaat in juni. Hoe is de
Staatssecretaris van plan verenigingen te bereiken op dit gebied en obstakels weg
te halen om aanvragen te doen? Verder zijn zij benieuwd wat de uitkomsten zijn van
de webinar die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op 20 februari organiseerde
om de aanvraagprocedure toe te lichten en welke vragen deelnemers daarbij hadden.
Middels het webinar van 20 februari en de informatievoorziening vanuit de RVO wordt
de bekendheid met de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) verder
vergroot. Aanvragers kunnen op de website over de DUMAVA van de RVO terecht voor alle
vragen over voorwaarden en aanvraagprocedures. Ook is de RVO zeer goed bereikbaar
voor eventuele vragen hierover. Zo kan men een adviesgesprek aanvragen bij de RVO
wanneer daar behoefte aan is.
In het webinar zijn al veel vragen vanuit aanvragers voorbijgekomen en behandeld.
Dit ging bijvoorbeeld over hoe de DUMAVA aangevraagd moet worden, wat de voorwaarden
zijn en wat aanvragers kunnen verwachten. De antwoorden op vragen die zijn gesteld
maar niet zijn behandeld tijdens het webinar zijn apart na afloop verspreid onder
de deelnemers en geïnteresseerden van het webinar. Verder ben ik blij met het animo
onder potentiële sport-aanvragers dat gedurende het webinar bleek. Er waren bijna
1.000 aanmeldingen voor het webinar en veel deelnemers gaven aan van plan te zijn
om de DUMAVA aan te vragen of dit nog te overwegen.
Ook NOC*NSF zal richting hun achterban actief communiceren over de opening van de
DUMAVA. Ik zal daarnaast mijn eigen communicatiekanalen benutten om de sportsector
te attenderen op de verruiming en opening van de DUMAVA per 2 juni.
Tot slot zijn genoemde leden benieuwd of de Staatssecretaris een tijdlijn kan geven
van het plan van aanpak voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur. Wanneer kan
de Kamer dit plan van aanpak verwachten?
In de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor de toekomst» bij de
Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 heb ik aangegeven medio 2025 een plan voor een
toekomstbestendige infrastructuur voor sport en bewegen naar de Tweede Kamer te sturen.12 Voor de zomer zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen
in de planvorming rondom een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor
sport. Ik zal daarbij ingaan op het probleem, het huidige beleid en mijn ambitie en
aanpak richting de toekomst.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij waarderen de inspanning van de Staatssecretaris bij het vormen van een lange termijn
aanpak van de sportinfrastructuur en om de sportaccommodaties in eigendom van een
amateursportorganisatie vanaf dit jaar onder de DUMAVA-regeling te laten vallen. Deze
leden hebben nog de volgende vragen.
De leden van de NSC-fractie begrijpen de noodzaak om aanvragers geen schijnzekerheid
te bieden of onnodig nieuwe aanvragen binnen te krijgen, maar hebben hun bedenkingen
bij het relatief hoge percentage van 155% voor het stoppen van de aanmeldprocedure.
Hoe is de berekening voor dit percentage tot stand gekomen?
Met de marge van 155% wordt voorkomen dat er onnodig nieuwe aanvragen worden ingediend
en dat toekomstige aanvragers schijnzekerheid hebben ten aanzien van hun aanvraag.
Dit is een ruime marge die op basis van historische gegevens is vastgesteld, in samenspraak
met de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I). In de wijzigingsregeling
van de BOSA 2024 wordt deze bepaling nader toegelicht.13
De leden van de NSC-fractie merken op dat de BOSA-subsidie wordt uitgekeerd als een
voorschot van tachtig procent van het bedrag, gevolgd door een nabetaling van maximaal
de resterende twintig procent. Het gereserveerde budget voor de BOSA bevat ook de
nabetalingen van maximaal twintig procent uit voorgaande aanvragen zoals vermeld op
de website van de BOSA-subsidie. Wat is het bedrag aan nabetalingen dat nog uitgekeerd
moet worden aan voorgaande aanvragen en welk bedrag blijft er daarna nog over voor
daadwerkelijk nieuwe aanvragen in 2025?
In 2025 is een bedrag gereserveerd van € 14,3 miljoen voor betalingen van de resterende
20% van toegekende subsidieaanvragen uit voorgaande jaren (de zogenoemde vaststellingen
na verlening). Voor 2026 gaat het om € 6,8 miljoen. Dit bedrag kan nog veranderen
door wijzigingsverzoeken of doordat nieuwe meerjarige verplichtingen aangegaan worden.
De minimale subsidieaanvraag bedraagt 2.500 euro, wat betekent dat een vereniging
minimaal 8.333 euro aan subsidiabele kosten moet maken. De leden van de NSC-fractie
constateren dat voor kleinere verenigingen met beperkte financiële middelen het lastig
kan zijn om zulke investeringen te doen. Welke ondersteuning bestaat er momenteel
voor deze verenigingen om toch (duurzame) investeringen te kunnen maken? Overweegt
de Staatssecretaris deze ondersteuning uit te breiden? Zo ja, welke initiatieven worden
overwogen?
Een verlaging van het drempelbedrag van € 2.500 is op dit moment niet aan de orde.
Het drempelbedrag is in 2022 reeds verlaagd van € 5.000 naar € 2.500. Uit de evaluatie
van de BOSA in 2023 is onder andere gekeken naar de redenen waarom amateursportverenigingen
geen aanvraag indienen. Uit een enquête onder niet-gebruikers bleek dat 20% (van de
355 respondenten) geen aanvraag had ingediend omdat het drempelbedrag van € 2.500
niet gehaald zou zijn. De overige 80% gaf andere redenen aan dan het drempelbedrag.14 Het is overigens mogelijk voor amateursportorganisaties om gezamenlijk een aanvraag
in te dienen en zo boven het drempelbedrag te komen.
De leden van de NSC-fractie merken op dat de lijst met subsidiabele kosten BOSA behoorlijk
lang is en ook veel randzaken bevatten die niet direct de toegankelijkheid, duurzaamheid
en energiezuinigheid van het sportaanbod verbeteren. Denk hierbij aan de schoonmaakmiddelen,
bedrukking van sportkleding en de verbouwing van de parkeerplaats. Ziet de staatsecretaris
ruimte om de omschrijvingen voor de kostenposten die in aanmerking komen voor de BOSA-subsidie
te herzien om de focus te verleggen van deze randzaken? Zo niet, waarom niet?
Voor de BOSA-regeling zijn drie hoofdactiviteiten vastgesteld die in aanmerking komen
voor subsidie op grond van deze regeling:
1. de bouw, de verbouwing of het onderhoud van een sportaccommodatie;
2. de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen;
3. activiteiten die bijdragen aan de verduurzaming en toegankelijkheid van een sportaccommodatie.
Aangezien het gaat om een btw-compensatieregeling moet het daarbij gaan om activiteiten
waarvoor de aanvrager op grond van de bepalingen uit de Wet op de omzetbelasting 1968
geen recht op aftrek van omzetbelasting heeft. Op basis van de definities van sportaccommodaties
(accommodatie die voldoet aan de
voorwaarden van artikel 5, derde lid) en sportmaterialen (materialen die voor de beoefening
van amateursport gebruikt worden) is een lijst vastgesteld met subsidiabele activiteiten.
Het herzien van subsidiabele activiteiten vraagt om goede onderbouwing. Er wordt gedurende
de looptijd van de regeling meermaals bekeken of de (subsidiabele activiteiten van)
de regeling nog aansluit bij de behoefte vanuit het veld en de strekking van de regeling.
Bij het opstellen van een wijzigingsregeling voor het jaar 2026 zal ik dit opnieuw
bezien.
De leden van de NSC-fractie zien tevens een mogelijk probleem in het naast elkaar
bestaan van de BOSA en DUMAVA voor aanvragen. Klopt het dat onder het huidige stelsel
een vereniging tegelijkertijd beroep kan doen op de BOSA én de DUMAVA? Wordt er gecontroleerd
of organisaties geen dubbele aanvraag doen en daarmee andere sportorganisaties de
kans op subsidie ontnemen?
In 2025 kan er nog gekozen worden of er voor verduurzamingsmaatregelen subsidie uit
de BOSA of uit de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) aangevraagd
wordt. Als er al een BOSA-subsidie is toegekend voor een energiebesparende maatregel
kan er niet voor dezelfde maatregel ook een DUMAVA-subsidie worden aangevraagd. Wel
kan bijvoorbeeld BOSA-subsidie aangevraagd worden voor de ene maatregel (bijvoorbeeld
op het gebied van circulariteit) en DUMAVA-subsidie voor de andere maatregel (op het
gebied van energiebesparing). Er wordt door de RVO in samenspraak met de Dienst Uitvoering
Subsidies aan Instellingen (DUS-I) op toegezien dat organisaties niet twee keer voor
dezelfde maatregel subsidie toegekend krijgen.
Ik zet er op in dat er vanaf 2026 voor energiebesparingsmaatregelen alleen nog DUMAVA-subsidie
aangevraagd kan worden zodat de BOSA-regeling beschikbaar blijft voor bouw en onderhoud
van sportaccommodaties en sportmaterialen.
De leden van de NSC-fractie vragen de Staatssecretaris tevens hoe de huidige structuur
van de BOSA het sportlandschap in Nederland verandert. Doordat (professionele) POS
organisaties ook aanspraak kunnen maken op BOSA ontstaat er een ongelijk speelveld
ten opzichte van sportverenigingen die vrijwel uitsluitend bestaan uit vrijwilligers.
Tevens overstijgt de vraag naar subsidie momenteel het beschikbare bedrag. Zou het
beschikbare budget mogelijk wel toereikend zijn als deze uitsluitend beschikbaar zou
zijn voor verenigingen en stichtingen?
Ik ben niet van mening dat er een ongelijk speelveld ontstaat doordat ook deelnemende
organisaties van het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS) in aanmerking komen
voor de BOSA. De voorwaarden binnen de regeling zijn voor alle partijen immers gelijk.
Ook uit de praktijk blijkt geen ongelijk speelveld of benadeling van sportverenigingen,
aangezien de overgrote meerderheid van de aanvragers is opgenomen op de ledenlijst
van NOC*NSF en dus niet behoort tot één van de deelnemende organisaties van het POS.
De leden van de NSC-fractie onderschrijven de noodzaak voor een lange termijn aanpak
van de sportinfrastructuur. Kan een update gegeven worden over de stand van zaken
van deze lange termijn aanpak? Wanneer kan de Kamer hierover worden geïnformeerd?
In de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor de toekomst» bij de
Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 heb ik aangegeven medio 2025 een plan voor een
toekomstbestendige infrastructuur voor sport en bewegen naar de Tweede Kamer te sturen.15 Voor de zomer zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen
in de planvorming rondom een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor
sport. Ik zal daarbij ingaan op het probleem, het huidige beleid en mijn ambitie en
aanpak richting de toekomst.
De leden van de NSC-fractie waarderen dat er een lange termijn aanpak komt voor een
toekomstbestendige sportinfrastructuur. Deze leden zijn echter van mening dat het
onderwerp verduurzaming een domein overstijgende aanpak vereist. In welke mate zijn
de andere ministeries die zich bezighouden met verduurzaming zoals de Ministeries
van Klimaat van Klimaat en Groene Groei (KGG) en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
(VRO) bij dit plan van aanpak betrokken?
In de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor de toekomst» bij de
Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 ben ik ingegaan op hoe ik samen met de Ministeries
van Klimaat en Groene Groei (KGG) en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)
al invulling geef aan de aanbevelingen uit het optiedocument Amateursport fit voor de toekomst van het Nationaal Klimaat Platform (NKP).16 Hierover blijf ik in contact met betrokken departementen.
Ik zie de verduurzaming van sportaccommodaties als een belangrijk onderdeel van het
creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur. Dit zal ik dus ook adresseren
in mijn beleidsplan hierover. Hierbij zal ik waar dat nodig is uiteraard de Ministeries
van KGG en VRO betrekken.
Daarnaast erkennen de leden van de NSC-fractie de schaarste die er momenteel heerst
voor beschikbare ruimte en dat een situatie waarin de sportinfrastructuur hiervoor
moet concurreren met andere basisbehoeften, zoals wonen onwenselijk is. Hoe staat
de Staatssecretaris tegenover de mogelijkheid om beschikbare ruimte voor meerdere
doeleinden te combineren (zoals bijvoorbeeld een sportveld op een woontoren of meerdere
verenigingen die gebruik maken van dezelfde faciliteiten etc.)? Welke stappen worden
er gezet om deze ontwikkeling te bevorderen?
Ik erken dat inzet op multifunctionaliteit van sportruimte en -accommodaties kan bijdragen
aan de aanpak van de opgaven op het gebied van de sportinfrastructuur en -ruimte.
Ik juich deze initiatieven toe maar wil ook recht doen aan de precieze rolverdeling
en verantwoordelijkheden op dit terrein. In mijn plan van aanpak gericht op het creëren
van een toekomstbestendige sportinfrastructuur ga ik nader in op hoe dit kan bijdragen
en wat mijn inzet op dat gebied gaat zijn.
De leden van de NSC-fractie achten het van belang dat ook in de toekomst de omgeving
uitnodigt om te sporten en te bewegen. In Nederland bestaan er al richtlijnen voor
het beschikbaar stellen van speelruimte bij nieuwbouwprojecten, zoals bijvoorbeeld
de «3%-norm». Om ervoor te zorgen dat ook de recreatieve sporter of personen die simpelweg
wat meer wil bewegen een omgeving hebben die daartoe uitnodigt stellen de leden de
volgende vraag. Is de regering in de lange termijn aanpak bereid om ook een richtlijn
te hanteren waarin een vergelijkbaar percentage van de nieuwbouw beschikbaar wordt
gesteld voor sport- en beweegruimtes buiten het aanbod van sportverenigingen en sportaccommodaties?
En is de Staatssecretaris bereid deze norm te betrekken bij de sport en beweegwet
die op dit moment in voorbereiding is?
Zoals aangegeven in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport fit voor de
toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 vind ik het nodig dat sport(accommodaties)
en bewegen wordt meegenomen in de ruimtelijke ordening.17Ik heb een verkennend onderzoek laten uitvoeren om vast te stellen wat de rol van
sport, bewegen en buitenspelen is in ruimtelijke ordening, en in hoeverre dit onder
druk staat. Hierover heb ik uw Kamer geïnformeerd in mijn brief over Zwemmen in Nederland
en overige beleidsontwikkelingen.18
In mijn plan van aanpak gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur
ga ik nader in op de mogelijkheid en wenselijkheid van normen en richtlijnen als het
gaat om sport- en beweegruimte, en hoe dit zich verhoudt tot een sport- en beweegwet.
De leden van de NSC-fractie hebben bovendien een vraag over de financiering van de
sportinfrastructuur van de toekomst. Welke mogelijkheden worden momenteel verkend
in de financiering van de sportinfrastructuur?
Voor de zomer zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen
in de planvorming rondom een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor
sport. De financieringsmogelijkheden zullen hier onderdeel van zijn. Hier kan ik nu
nog niet op vooruitlopen. Wel gaf ik in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport
fit voor de toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 al aan dat de rol
en inrichting van bestaande financiële regelingen als de BOSA en de SPUK Stimulering
Sport in ieder geval onderdeel uitmaken van dit plan.19 Ook instrumenten als een revolverend fonds neem ik mee in mijn bredere overwegingen
om te komen tot een plan voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur.
De leden van de NSC-fractie hebben daarnaast een vraag over duurzame financiële ondersteuning
op de lange termijn. Deze leden stellen vast dat er recentelijk circa 125 miljoen
euro uit de reservering maatschappelijk vastgoed revolverend fonds is uitgekeerd waarvan
74,9 miljoen euro aan bestaande fondsen en 49,7 miljoen euro voor de programmatische
aanpak. Waar wordt dit geld aan besteed en worden hiermee de amateursportverenigingen
ook ondersteund?
Om verduurzaming van maatschappelijk vastgoed te faciliteren is het belangrijk dat
eigenaren van maatschappelijk vastgoed toegang hebben tot aantrekkelijke financiering.
Als zij tegen een lager rentepercentage kunnen lenen is het immers makkelijker om
de business case voor de verduurzaming rond te krijgen. Er zijn al verschillende fondsen
die op een laagdrempelige wijze relatief kleine leningen kunnen verstrekken aan het
maatschappelijk vastgoed. Om meer laagdrempelige leningen te kunnen verstrekken en
aan een grotere doelgroep is het nodig dat deze fondsen voldoende middelen beschikbaar
hebben.20 De € 74,9 miljoen is bedoeld voor bestaande fondsen en wordt aangewend om voordelige
leningen te kunnen verstrekken aan maatschappelijk vastgoedpartijen met een eigen
pand. Daarbij valt inderdaad te denken aan (amateur)sport, maar ook aan cultuur, onderwijs,
theater, bijeenkomst en religieuze panden:
– € 25 miljoen is bestemd voor maatschappelijk vastgoed in een monument en gedoteerd
aan het Nationaal Restauratiefonds.
– € 20 miljoen is bestemd voor de Regionale Energiefondsen voor het verstrekken van
voordelige en laagdrempelige leningen aan het maatschappelijk vastgoed, waaronder
amateursport.
– € 29,9 miljoen is bestemd voor het BNG duurzaamheidsfonds. BNG gaat de huidige duurzaamheidslening
uitbreiden zodat, naast amateursport, meer maatschappelijke organisaties terecht kunnen
bij het BNG Duurzaamheidsfonds voor een lening ter verduurzaming van het pand.
De leningen via BNG en de Regionale Energiefondsen kennen een maximum van € 250.000.
Het streven is dat de inzet van € 49,9 miljoen aan BNG en de Regionale Energiefondsen
zal leiden tot circa € 200 miljoen aan leningen ter verduurzaming van het maatschappelijk
vastgoed.
Het toegankelijker maken van leningen aan het maatschappelijk vastgoed hangt sterk
samen met de programmatische aanpak. De programmatische aanpak richt zich op de uitvoering
van de verduurzaming. Doel van de programmatische aanpak is het versnellen van het
verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed door het slimmer organiseren van processen,
het bundelen van de vraag en de samenwerking met de markt. De programmatische aanpak
bestaat voor het primair en voortgezet onderwijs al sinds 2024. Momenteel wordt deze
naar al het maatschappelijk vastgoed verbreed en verder uitgewerkt. Dat gaat om:
– Ondersteuning van gemeenten en andere maatschappelijk vastgoedeigenaren om de vraag
naar duurzame renovaties te bundelen. Er wordt een logische bundeling van gebouwen
uit het maatschappelijk vastgoed gemaakt die geclusterd aanbesteed kunnen worden.
– De markt werkt aan renovatieconcepten die opgeschaald kunnen worden en aan concepten
die een gegarandeerde energiebesparing opleveren.
– Door processen slimmer en efficiënter in te richten en de samenwerking tussen overheid
en markt rondom integrale en duurzame gebouwrenovaties te stimuleren wordt er een
versnelling in de verduurzaming bereikt.
De aanpak wordt nu in overleg met verschillende betrokken partijen uitgewerkt, de
Minister van VRO zal uw Kamer hier nader over informeren.
De leden van de NSC-fractie merken op dat naar aanleiding van de aangenomen motie-Van
Dijk over het onderzoeken van een revolverend fonds in het Plan van aanpak revolverend
fonds voor sportclubs onderzocht is dat bij de keuze om alleen duurzame investeringen
te ondersteunen een bedrag van 250 miljoen euro voldoende zou zijn voor het fonds
om te revolveren. Door het uitkeren van circa 125 miljoen euro uit het klimaatfonds
is van de oorspronkelijke reservering van 300 miljoen nog 175 miljoen euro over. Hoe
wordt er op toegezien dat de lange termijn financiering van de sportinfrastructuur
duurzaam is als door deze verdeling van middelen er onvoldoende ruimte overblijft
om het revolverend fonds in werking te treden?
Voor de zomer zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen
in de planvorming rondom een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor
sport. De financieringsmogelijkheden zullen hier onderdeel van zijn. Hier kan ik nu
nog niet op vooruitlopen. Ook instrumenten als een revolverend fonds neem ik mee in
mijn bredere overwegingen om te komen tot een plan voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur.
Tot slot merken de leden van de NSC-fractie op dat op de website van de RVO onder
de pagina over de voorwaarde van de DUMAVA nog het volgende staat: «Valt uw maatschappelijk
vastgoed binnen de sportsector? Sportorganisaties die gebruik kunnen maken van de
subsidieregeling BOSA komen niet in aanmerking voor DUMAVA.» Dit terwijl sinds dit
jaar amateursportorganisaties wel onder de DUMAVA vallen. Kan de staatsecretaris in
overleg met andere bewindspersonen onderzoeken waar de informatievoorziening over
de aansprak van amateurverenigingen op de DUMAVA tussen de ministeries nog niet synchroon
loopt en kan hij deze informatie stroomlijnen om verenigingen niet te verwarren bij
de aanvraag?
De tekst op de website is inmiddels door de RVO geactualiseerd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Deze leden vinden het belangrijk om sportorganisaties te steunen in het toekomstbestendig
en duurzaam maken van hun sportaccommodaties. Sporten is niet alleen gezond, maar
heeft ook een verbindende functie in de samenleving. Daartoe hebben deze leden enkele
vragen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de beschikbare middelen en de bijkomende
rek bijna volledig is benut. Deze leden vragen welke impact dit heeft voor sportverenigingen
die al hun plannen klaar hebben staan om te verduurzamen, maar nu geen aanspraak meer
kunnen maken. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke wijze vertraging in verduurzamingsplannen
door deze sportorganisaties wordt voorkomen, zo vragen deze leden.
Het klopt dat er dit jaar al snel meer BOSA-subsidie was aangevraagd dan het beschikbare
budget. Ik realiseer me dat een subsidie vanuit de BOSA voor veel sportverenigingen
een belangrijke bijdrage is om te kunnen investeren in de bouw, het onderhoud en de
verduurzaming van hun accommodaties. Zoals al aangegeven in de bijlage «Beleidsreactie
NKP rapport Amateursport fit voor de toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen
2024 wordt de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) vanaf 2 juni
2025 ook opengesteld voor sportaccommodaties in eigendom van een amateursportorganisatie.21 Op deze manier wordt de huidige druk en de korting op de BOSA vanaf 2026, die voorkomt
dat we bijvoorbeeld moeten korten op andere subsidies zoals het jeugd- en cultuursportfonds,
voor een (groot) deel opgevangen.
Ik heb er vertrouwen in dat deze verruiming van de DUMAVA-regeling voor veel sport-aanvragers
substantieel bijdraagt aan investeringen in de verduurzaming van hun accommodaties.
De leden van de D66-fractie lezen dat ook de subsidieregeling DUMAVA vanaf 2025 is
opengesteld voor sportaccommodaties. Kan de Staatssecretaris aangeven of BOSA-subsidie-aanvragers
de weg naar de DUMAVA evengoed weten te vinden? En kan de Staatssecretaris in tabelvorm
aangeven hoeveel subsidieaanvragers uitgesplitst in DUMAVA en BOSA hun aanvraag toegekend
krijgen? Kan de Staatssecretaris hierbij ook aangeven of beiden subsidies voldoende
toereikend zijn, zo vragen deze leden.
Middels het webinar van 20 februari en de informatievoorziening vanuit de RVO wordt
de bekendheid met de DUMAVA-regeling verder vergroot. Aanvragers kunnen op de website
over de DUMAVA van de RVO terecht voor alle vragen over
voorwaarden en aanvraagprocedures. De RVO is daarnaast zeer goed bereikbaar voor eventuele
vragen hierover. Zo kan men een adviesgesprek aanvragen bij de RVO wanneer daar behoefte
aan is.
Ook NOC*NSF zal richting hun achterban actief communiceren over de opening van de
DUMAVA. Ik zal daarnaast mijn eigen communicatiekanalen benutten om de sportsector
te attenderen op de verruiming en opening van de DUMAVA per 2 juni.
In het webinar zijn gelukkig al veel vragen vanuit aanvragers voorbijgekomen en behandeld.
Dit ging bijvoorbeeld over hoe de DUMAVA aangevraagd moet worden, wat de voorwaarden
zijn en wat aanvragers kunnen verwachten. De antwoorden op vragen die zijn gesteld
maar niet zijn behandeld tijdens het webinar zijn apart na afloop verspreid onder
de deelnemers en geïnteresseerden van het webinar. Verder ben ik blij met het animo
onder potentiële sport-aanvragers dat gedurende het webinar bleek. Er waren bijna
1.000 aanmeldingen voor het webinar en veel deelnemers gaven aan van plan te zijn
om een subsidie op grond van de DUMAVA aan te vragen of dit nog te overwegen.
Ik heb er dus vertrouwen in dat veel aanvragers de weg naar de DUMAVA weten te vinden.
Van 2 juni tot 31 oktober 2025 kunnen eigenaren subsidie aanvragen op grond van de
DUMAVA. Daarna kan ik uw Kamer informatie toesturen over de hoeveelheid subsidieaanvragers
die hun DUMAVA-aanvraag toegekend krijgen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij hebben geen vragen aan de Staatssecretaris.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Deze leden hebben hier nog enkele vragen bij.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris een beeld kan geven bij
het belang van de BOSA voor sportverenigingen, daarbij kijkend naar:
– Bijdrage voor onderhoud totaal in 2024;
– Bijdrage voor materialen totaal in 2024;
– Bijdrage voor (vervangende) nieuwbouw totaal in 2024;
– Bijdrage voor toegankelijker maken sportaccommodaties totaal in 2024.
Hieronder ziet u een uitsplitsing in de toegekende subsidie in 2024 voor maatregelen
in het kader van toegankelijkheid, bouw- en onderhoudsmaatregelen en de aanschaf en
het onderhoud van sportmaterialen. Een onderscheid op het gebied van (vervangende)
nieuwbouw is niet mogelijk.
Categorie
%
Vastgestelde aanvragen achteraf (artikel 10&11)1
Verleende aanvragen vooraf
(artikel 12&13)2
Vastgestelde aanvragen vooraf (artikel 12&13)3
Kosten maatregelen toegankelijkheid
40%
€ 116.781
€ 239.146
€ 5.151
Kosten bouw- en onderhoudsmaatregelen
20%
€ 17.797.396
€ 26.737.367
€ 1.483.202
Kosten aanschaf en onderhoud sportmaterialen
20%
€ 5.804.088
€ 694.177
€ 149.295
X Noot
1
aanvragen die achteraf zijn ingediend.
X Noot
2
aanvragen die voorafgaand aan de activiteiten worden ingediend (de 80% die in 2024
is uitgekeerd).
X Noot
3
aanvragen die vooraf zijn ingediend en in 2024 zijn vastgesteld (de resterende 20%).
De leden van de CDA-fractie vragen hem wat het betekent voor sportverenigingen als
bijdragen voor de BOSA (korting 2026–2027: 28 miljoen euro, 2028–2029: 54 miljoen
euro) op bovenstaande onderdelen wegvalt. Kan de Staatssecretaris garanderen dat sportverenigingen
voldoende ondersteuning krijgen voor de instandhouding van hun sportaccommodaties?
Ik realiseer me dat een subsidie vanuit de BOSA voor veel sportverenigingen een belangrijke
bijdrage is om te kunnen investeren in de bouw, het onderhoud en de verduurzaming
van hun accommodaties. Zoals al aangegeven in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport
Amateursport fit voor de toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 wordt
de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) vanaf 2 juni 2025 ook
opengesteld voor sportaccommodaties in eigendom van een amateursportorganisatie.22 Op deze manier wordt de huidige druk en de korting op de BOSA vanaf 2026, die voorkomt
dat we bijvoorbeeld moeten korten op andere subsidies zoals het jeugd- en cultuursportfonds,
voor een (groot) deel opgevangen.
Ik zet er op in dat subsidie voor energiebesparingsmaatregelen vanaf 2026 alleen nog
via de DUMAVA aangevraagd kan worden en de BOSA – ook vanaf 2026 – beschikbaar blijft
voor investeringen in sportmaterialen en de bouw en het onderhoud van accommodaties.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de korting op de BOSA betekent voor de realisatie
van de inhoudelijke ambities van de Staatssecretaris op het gebied van sport. Denk
daarbij onder andere aan de ambitie dat iedereen moet kunnen sporten in Nederland
ongeacht zijn fysieke beperkingen. De BOSA is immers juist ook bedoeld om sportaccommodaties
toegankelijker te maken.
De korting op de BOSA vanaf 2026 vang ik met de verruiming van de DUMAVA voor een
(groot) deel op. De BOSA blijft daarnaast beschikbaar voor investeringen in sportmaterialen
en de bouw en het onderhoud van accommodaties. Ook activiteiten in het kader van toegankelijkheid
blijven subsidiabel binnen de BOSA.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris uiteen te zetten welk deel
(aantal en bedrag) van de tot nog toe aangevraagde subsidies bestemd zijn voor de
(nieuw)bouw en onderhoud van accommodaties, welk deel (aantal en bedrag) voor de aanschaf
van sportmaterialen en welk deel (aantal en bedrag) voor de verduurzaming van bestaande
sportaccommodaties. Welk deel (aantal en bedrag) van alle tot nog toe ingediende aanvragen
voor de BOSA zou vanaf 2 juni 2025 ook in aanmerking kunnen komen voor een aanvraag
bij de subsidieregeling DUMAVA?
Voor 2025 is uitgesplitst voor welke kosten (per 20 maart) BOSA-subsidie is aangevraagd.
Categorie
%
Aangevraagde subsidie
Aantal aanvragen
Kosten maatregelen energiebesparing
30%
€ 19.167.730
947
Kosten maatregelen toegankelijkheid
30%
€ 556.916
54
Kosten maatregelen circulariteit
30%
€ 499.080
19
Kosten maatregelen klimaatadaptatie
30%
€ 313.949
21
Kosten algemene maatregelen
20%
€ 92.462.310
3.078
Totaal
€ 112.999.986
4.1191
X Noot
1
Het totaal telt op tot meer dan het totaal aantal aanvragers per 20 maart. Dit is
te verklaren doordat aanvragers per aanvraag meerdere maatregelen tegelijkertijd kunnen
aanvragen.
Er is in 2025 tot nu toe dus voor ongeveer € 19 miljoen aan BOSA-subsidie aangevraagd
voor maatregelen in het kader van energiebesparing. Voor maatregelen in het kader
van energiebesparing kan vanaf 2 juni ook de DUMAVA aangevraagd worden. Wel zijn er
enkele kleine verschillen in de regelingen, maar in hoeverre dit een significant effect
heeft op het toekennen van aanvragen voor energiebesparende maatregelen door amateurverenigingen
valt pas achteraf te bezien. Hier zullen we de Kamer over informeren.
In antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Dijk over sportcomplexen
die zonder extra geld uit de BOSA snel verouderen, gaf de Staatssecretaris aan dat
maatregelenlijst van de DUMAVA wordt aangepast zodat deze beter aansluiten bij de
behoeften van verenigingen. De leden van de CDA-fractie vragen om welke aanpassingen
het hier precies gaat. Deze leden vragen tevens of de Staatssecretaris inmiddels al
met de sportsector in gesprek is geweest over de aanvraagprocedure en de inhoud van
de DUMAVA-regeling zelf. Zo ja, wat is er uit deze gesprekken naar voren gekomen?
De Minister van VRO heeft onlangs de wijziging van de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk
vastgoed (DUMAVA) ter voorhang aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze voorhang was nodig
omdat de regeling opnieuw moest worden vastgesteld. Onderdeel van de regeling is de
Maatregelenlijst. Maatregelen die zijn toegevoegd zijn onder andere sportveldverlichting,
zonnewarmtecollector voor sportvelden en warmteterugwinning uit douchewater. Nieuwe
maatregelen kunnen uiteraard ook door ander maatschappelijk vastgoed worden aangevraagd.
Daarnaast is de definitie van eigenaar verbreed en is de mogelijkheid opgenomen om
de subsidie (onder voorwaarden) te combineren met andere subsidies.
Voor een volledig overzicht van de opgenomen maatregelen verwijs ik graag naar de
ontwerpregeling over de vaststelling van de subsidieregeling voor de stimulering van
verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.23
Op 20 februari heeft de RVO in samenwerking met het Ministerie van VRO en het Ministerie
van VWS een webinar georganiseerd waarin de voorwaarden en aanvraagprocedure nader
zijn toegelicht voor specifiek de aanvragers uit de sportsector. In het webinar zijn
veel vragen vanuit aanvragers voorbijgekomen en behandeld. Dit ging bijvoorbeeld over
hoe de DUMAVA aangevraagd moet worden, wat de voorwaarden zijn en wat aanvragers kunnen
verwachten. Verder ben ik blij met het animo onder potentiële sport-aanvragers dat
gedurende het webinar bleek. Er waren bijna 1.000 aanmeldingen voor het webinar en
veel deelnemers gaven aan van plan te zijn om de DUMAVA aan te vragen of dit nog te
overwegen.
Ook NOC*NSF zal richting hun achterban actief communiceren over de opening van de
DUMAVA. Ik zal daarnaast mijn eigen communicatiekanalen benutten om de sportsector
te attenderen op de verruiming en opening van de DUMAVA per 2 juni.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris per jaar uiteen kan zetten
wat sinds 2021 het totale budget voor de DUMAVA was en in hoeverre er per jaar sprake
was van onderuitputting of dat er juist meer aangevraagd werd dan dat er beschikbaar
was.
In 2022 is de DUMAVA-regeling voor het eerst opengesteld. Destijds was er € 150 miljoen
beschikbaar. In 2023 bedroeg het subsidieplafond € 190 miljoen. Beide regelingen waren
binnen een dag overvraagd. In 2024 was er € 405,3 miljoen beschikbaar voor de gehele
doelgroep en daarbovenop € 47 miljoen extra voor primair en voortgezet onderwijs.
De regeling kon hierdoor heel 2024 open blijven. Uiteindelijk is er in heel 2024 voor
circa € 420 miljoen subsidie aangevraagd, waarvan een deel uit het geoormerkte geld
voor primair en voortgezet onderwijs. Bij het deel dat was geoormerkt voor gebouwen
in het basis- en voortgezet onderwijs was sprake van onderuitputting.
De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat binnen de DUMAVA specifiek 47
miljoen euro speciaal gereserveerd is voor gebouwen in het basis- en voortgezet onderwijs.
Kan de Staatssecretaris aangeven waarom het voor sportaccommodaties niet mogelijk
zou zijn een specifieke reservering binnen de DUMAVA te maken, terwijl we weten dat
het een risico is dat door de grote concurrentie in de DUMAVA juist sportverenigingen
met vrijwillige bestuurders buiten de boot kunnen vallen?
In 2024 is inderdaad eenmalig vanwege een amendement van de Tweede Kamer een «schot»
voor gebouwen voor basis- en voorgezet onderwijs opgenomen. De dekking hiervoor werd
met het amendement geregeld door middelen van de begroting van het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat van 2024 in mindering te brengen en toe te voegen aan
de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.24 Het geld werd echter niet opgemaakt en vanwege het schot kon het niet meer ten goede
komen aan andere aanvragers. Schotten creëren dus een groot risico op onderuitputting.
Overgebleven middelen kunnen tegenwoordig niet meer meegenomen worden
naar het volgende jaar vanwege het vervallen van de voorheen onbeperkte (100%) eindejaarsmarge
voor middelen die zijn overgeheveld uit het Klimaatfonds.25
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om het gebruik
van de DUMAVA voor sportaccommodaties eind 2025 te evalueren en op basis van deze
evaluaties verbeteringen door te voeren voor de nieuwe openstelling in 2026. Dit met
als doel om een zo goed mogelijk werkende regeling te krijgen voor sportclubaccommodaties.
De regeling wordt jaarlijks geëvalueerd door de RVO. Ook na de subsidieronde van 2025
zal de regeling door een extern onderzoeksbureau geëvalueerd worden. Het gebruik van
de DUMAVA door amateursportverenigingen wordt hierin meegenomen. Het is van belang
op te merken dat de DUMAVA een regeling is voor een brede doelgroep. Dit betekent
dat gekeken wordt naar een optimale invulling van de regeling voor de gehele doelgroep
van het maatschappelijk vastgoed en de bijdrage aan het verduurzamen van gebouwen
en het verminderen van de CO2-uitstoot.
Ten opzichte van de BOSA is de DUMAVA een complexere regeling om aan te vragen. Onder
ander een energieadvies is verplicht. Ondersteuning is essentieel voor het goed laten
functioneren van de DUMAVA. De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de
regeling voor energiecoaches voor sportverenigingen in 2025 nog steeds niet is opengesteld
ondanks de beschikbare budgetten. Zo ja, kan de Staatssecretaris aangeven waarom dit
nog niet is gebeurd? En op welke termijn gaat dit wel gebeuren? Hoe verhoudt de stop
op de inzet van energiecoaches zich tot de duurzaamheidsopgave van de overheid en
de eerder aangekondigde versnellingsambities voor de sport? Wat gaat de Staatssecretaris
eraan doen om clubs te ondersteunen? Heeft de Staatssecretaris ook de ambitie om de
energiecoaches zo spoedig mogelijk weer in te zetten, aangezien zij als «sleutel»
worden aangemerkt in de verduurzamingsopgave van de sport? Hoe gaat de Staatssecretaris
ervoor zorgen dat de energiecoaches voor de opening van de DUMAVA in juni weer inzetbaar
worden voor sportclubs?
In de brief over de Stand van zaken BOSA-regeling 2024 en ontzorgingstrajecten heeft
mijn ambtsvoorganger aangegeven dat het budget van € 4 miljoen voor de ontzorgingstrajecten
voor 2024 volledig was uitgeput.26 Er konden hierdoor geen nieuwe trajecten meer gestart worden. Dit ontzorgingsprogramma
liep af per januari 2025. Verlenging van dit programma was contractueel niet mogelijk.
Ik verken op dit moment op welke manier we in de toekomst ondersteuning en ontzorging
kunnen blijven aanbieden op het gebied van verduurzaming van accommodaties. Ik ben
me bewust van de urgentie en hoop op korte termijn duidelijkheid te hebben over het
vervolg van het ontzorgingsprogramma.
Voor het aanvragen van de DUMAVA hebben aanvragers een energieadvies nodig. Omdat
die op dit moment dus niet via ontzorgingstrajecten verkregen kunnen worden laat ik
een tool ontwikkelen waarmee sport-aanvragers laagdrempelig en digitaal een dergelijk
advies kunnen verkrijgen.
De DUMAVA is gericht op verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en is niet gericht
op nieuwbouw. Veel sportverenigingen kampen met verouderde complexen. Om torenhoge
bouwkosten en financiële problemen te voorkomen, ontwikkelt bijvoorbeeld de KNVB nu
een mogelijke oplossing in de vorm van modulaire houtbouw. De leden van de CDA-fractie
vragen of de Staatssecretaris bereid is om innovatiebudgetten beschikbaar te stellen
om het initiatief van de KNVB -modulaire houtbouw pakketten voor clubs- verder te
ontwikkelen en in de praktijk te brengen?
Ik ben bekend met het idee van modulaire houtbouw en vind het een mooi initiatief.
Ik ben in het kader van mijn plan van aanpak voor het creëren van een toekomstbestendige
sportinfrastructuur hierover in gesprek met relevante stakeholders. Voor de zomer
zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen in de planvorming
rondom dit plan van aanpak. De financieringsmogelijkheden zullen hier onderdeel van
zijn. Ik kan op dit moment dus nog geen uitspraken doen over het beschikbaar stellen
van (innovatie)budgetten voor dergelijke initiatieven.
De voorgenomen afbouw van de BOSA maakt duidelijk dat een alternatief noodzakelijk
is. Is de Staatssecretaris bereid om met de sportsector een nieuwe visie op een structurele
financiering van sportaccommodaties in Nederland te maken en als rijksoverheid hierin
uw verantwoordelijk te nemen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Het Nationaal
Klimaatplatform heeft in haar advies «Amateursport fit voor de toekomst» bijvoorbeeld
een voorstel gedaan voor een revolverend fonds. Voldoende garantievermogen is noodzakelijk
om institutionele beleggers voldoende zekerheid te bieden om te investeren in een
dergelijk fonds. Bent u bereid om de komende jaren donaties te doen om voldoende garantievermogen
te genereren?
Voor de zomer zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen
in de planvorming rondom een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor
sport. De financieringsmogelijkheden zullen hier onderdeel van zijn. Hier kan ik nu
nog niet op vooruitlopen. Wel gaf ik in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport Amateursport
fit voor de toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 al aan dat de rol
en inrichting van bestaande financiële regelingen als de BOSA en de SPUK Stimulering
Sport in ieder geval onderdeel uitmaken van dit plan.27 Ook instrumenten als een revolverend fonds neem ik mee in mijn bredere overwegingen
om te komen tot een plan voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is van het opstellen van
het plan van aanpak gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur.
Wordt er voor dit plan van aanpak budget ter beschikking gesteld? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, welk budget zal beschikbaar gesteld worden? Met welke (maatschappelijke) organisaties
wordt gesproken over dit plan van aanpak? Wanneer wordt de Kamer uiterlijk geïnformeerd
over het plan van aanpak?
Voor de zomer zal ik een brief naar uw Kamer sturen waarin ik uw Kamer wil meenemen
in de planvorming rondom een toekomstbestendige sportinfrastructuur en ruimte voor
sport. De financieringsmogelijkheden zullen hier onderdeel van zijn. Hier kan ik nu
nog niet op vooruitlopen. Ik ben in het kader van dit plan in gesprek met diverse
stakeholders. Dat gaat om medeoverheden, andere departementen, partijen uit de sportsector
en onderzoekspartijen.
Het Nationaal Klimaatplatform (NKF) heeft afgelopen najaar als optie genoemd een Waarborgfonds
Maatschappelijk Vastgoed in te richten waarmee financiering toegankelijker gemaakt
kan worden voor integrale renovaties, multifunctionele panden en meer gebiedsgerichte
maatregelen binnen het maatschappelijk vastgoed. Dit waarborgfonds zou aanvullend
zijn op het waarborgfonds sport. In de beleidsreactie schreef de Staatssecretaris
dat de Minister van VRO aan het uitwerken is hoe een dergelijk waarborgfonds vorm
zou kunnen krijgen. De leden van de CDA-fractie vragen wat hiervan de stand van zaken
is. Is er al iets te delen over deze uitwerking? Wanneer wordt de Kamer uiterlijk
geïnformeerd hierover?
Het voorstel voor een Waarborgfonds Maatschappelijk Vastgoed is onderdeel van de besluitvorming
over de Voorjaarsnota. Hierover is nog geen besluit genomen. De Minister van VRO zal
uw Kamer in het najaar informeren over de verdere uitwerking, mits er akkoord is op
het voorstel. De sport is een van de beoogde doelgroepen van het Waarborgfonds Maatschappelijk
Vastgoed. Bij de uitwerking zullen de stakeholders betrokken worden.
Het NKP heeft daarnaast een aantal (financiële) partijen geconsulteerd over het beschikbaar
stellen van private financiering voor de amateursportclubs. Daaruit bleek dat er sprake
is van grote belangstelling vanuit de private sector voor financiering van verduurzaming
van sportaccommodaties, mits daarvoor goede randvoorwaarden worden gerealiseerd. Het
kabinet gaf destijds aan dat men aan het bezien was hoe ze invulling kan geven op
deze adviezen. De leden van de CDA-fractie vragen wat hiervan de stand van zaken is.
Het Nationaal Klimaatplatform (NKP) heeft in een aanvullende notitie meerdere suggesties
gedaan wat betreft de financiering van verduurzaming van sportaccommodaties. Ik ben
hierover in gesprek met de Ministeries van VRO en KGG en het NKP en streef ernaar
om uw Kamer rond de zomer een uitgebreidere reactie op deze suggesties te sturen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris.
Zij hebben hier nog een aantal kritische vragen over.
De leden van de SP-fractie benadrukken dat het geen verassing mag zijn dat het BOSA-budget
al in januari is uitgeput, aangezien al vaak is gewaarschuwd dat het budget onvoldoende
is. Waarom is daar niet op gehandeld, door bij voorbaat al meer budget beschikbaar
te stellen?
Vorig jaar is het BOSA-budget 2024 middels een kasschuif en een overheveling vanuit
de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) verhoogd met € 32,5
miljoen. In totaal is € 22,5 miljoen uit de jaren 2025, 2026 en 2027 naar 2024 geschoven.
Er was geen budgettaire ruimte om het budget voor de BOSA in 2025 te verhogen ten
opzichte van wat er was begroot.
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris of hij het nog steeds verantwoord
vindt om in 2026 28 miljoen euro te bezuinigen op de BOSA-regeling, oplopend tot 53
miljoen euro in 2028, terwijl het budget nu al zwaar tekortschiet. Moet er niet eerder
geld bij dan dat er hier ruimte is om geld te besparen?
Ik realiseer me dat een subsidie vanuit de BOSA voor veel sportverenigingen een belangrijke
bijdrage is om te kunnen investeren in de bouw, het onderhoud en de verduurzaming
van hun accommodaties. Zoals al aangegeven in de bijlage «Beleidsreactie NKP rapport
Amateursport fit voor de toekomst» bij de Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 wordt
de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) vanaf 2 juni 2025 ook
opengesteld voor sportaccommodaties in eigendom van een amateursportorganisatie.28 Op deze manier wordt de huidige druk en de korting op de BOSA vanaf 2026, die voorkomt
dat we bijvoorbeeld moeten korten op andere subsidies zoals het jeugd- en cultuursportfonds,
voor een (groot) deel opgevangen.
De leden van de SP-fractie wijzen erop dat er vanuit de Tweede Kamer nog is geprobeerd
om het tekort aan BOSA-middelen te verkleinen, via het amendement-Van Dijk c.s. over
middelen voor BOSA.29 Dit amendement werd echter ontraden door de Staatssecretaris. Hoe kijkt hij nu terug
op dit oordeel, gezien het huidige tekort op het BOSA-budget?
Ik sta nog steeds achter de reactie op het amendement. In de reactie heb ik aangegeven
dat de korting op de BOSA voor een deel wordt opgevangen door de verruiming van de
DUMAVA. Daarnaast was de dekking van het amendement ondeugdelijk. Deze middelen waren
gereserveerd voor het Klimaatfonds 2025.
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre de huidige inrichting met
de BOSA-regeling zich verhoudt tot de motie Leijten/Van Nispen30, die de regering juist verzocht «om met een plan te komen om de verduurzaming van
sportaccommodaties collectief te organiseren». Zijn verenigingen en andere beheerders
van sportaccommodaties door het tekortschieten van de BOSA-regeling niet juist nog
meer op zichzelf aangewezen dan eerst?
Zoals ik heb aangegeven vang ik de korting op de BOSA vanaf 2026 voor een (groot)
deel op met de verruiming van de DUMAVA voor de amateursport. Ik heb er vertrouwen
in dat deze verruiming van de DUMAVA-regeling voor veel sport-aanvragers substantieel
bijdraagt aan investeringen in de verduurzaming van hun accommodaties.
Ik zie de verduurzaming van sportaccommodaties als een belangrijk onderdeel van het
creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur. Dit zal ik dus ook adresseren
in mijn beleidsplan hierover.
De leden van de SP-fractie wijzen er daarnaast op dat het tekortschietende BOSA-budget
ook op een zeer slecht tijdstip komt, aangezien de onderhouds- en verduurzamingsopgave
voor veel sportaccommodaties erg groot is, door hoge gasprijzen en verouderde gebouwen
en velden. Bovendien is de algemene verduurzamingsopgave om de klimaatdoelen te halen
ook enorm en wordt het op deze manier ook heel lastig voor sportaccommodaties om daar
substantieel aan bij te dragen. Waarom wordt er dan zo nonchalant omgegaan met het
huidige tekort?
Ik neem de zorgen die er bij sportverenigingen zijn rondom de overvraging van de BOSA
serieus. Dat is ook de reden dat ik samen met het Ministerie van VRO heb verkend of
een verruiming van de DUMAVA lucht kan geven aan de sportsector. Ik ben blij dat het
ons samen gelukt is dat vanaf dit jaar ook amateursportverenigingen de DUMAVA-subsidie
kunnen aanvragen voor maatregelen in het kader van energiebesparing. Ik heb er ook
vertrouwen in dat deze verruiming van de DUMAVA-regeling voor veel sport-aanvragers
substantieel bijdraagt aan investeringen in de verduurzaming van hun accommodaties.
De leden van de SP-fractie merken op dat er voor de problemen rondom de BOSA-regeling
volledig naar de DUMAVA-regeling wordt gewezen, aangezien die wordt opengesteld voor
de sport. Het is voor hen echter volstrekt onduidelijk in hoeverre dat de problemen
gaat oplossen. Het budgettekort is immers al groot en wordt alleen maar groter door
de geplande bezuinigingen. Hoeveel geld verwacht de Staatssecretaris dat beschikbaar
zal komen voor de sport vanuit de DUMAVA? Hoe verhoudt zich dat tot het verwachte
bedrag dat in totaal nodig zal zijn om te voorzien in de huidige vraag naar de BOSA?
Hoeveel er vanuit de sport zal worden aangevraagd en toegekend aan DUMAVA-subsidie
laat zich moeilijk voorspellen. Voor Prinsjesdag zal uw Kamer geïnformeerd worden
over het aandeel in de DUMAVA dat door de sport tot op dat moment is aangevraagd.
Ik heb er vertrouwen in dat deze verruiming van de DUMAVA-regeling voor veel sport-aanvragers
substantieel bijdraagt aan investeringen in de verduurzaming van hun accommodaties.
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre het überhaupt budgettair een
oplossing is voor de regering om de sport door te verwijzen naar de DUMAVA in plaats
van de BOSA. Kost verduurzaming en onderhoud van sportaccommodaties niet precies evenveel,
ongeacht uit welke subsidiestroom het gefinancierd wordt? Hoe wordt het budget dat
vanuit de DUMAVA naar de sport zal gaan gefinancierd? Wordt het totale budget van
de DUMAVA hiervoor opgehoogd, of gaat dit ten koste van de verduurzaming van ander
belangrijk maatschappelijk vastgoed, zoals ziekenhuizen?
Amateursportverenigingen zijn toegevoegd aan de DUMAVA. Het Kabinet heeft ervoor gekozen
om de verduurzaming van sport niet apart te regelen en te financieren. Verduurzaming
van de sportsector draagt immers bij aan de klimaatdoelen en is daarom één van de
maatschappelijk vastgoedsectoren.
De leden van de SP-fractie vragen bovendien hoe de Staatssecretaris reageert op kritiek
vanuit de sportsector op de verwijzing naar de DUMAVA als alternatief voor de BOSA.
Klopt het dat de DUMAVA niet beschikbaar is voor alle doelen waar de BOSA nu voor
kan worden ingezet? Klopt het dat de DUMAVA niet zal kunnen worden gebruikt voor het
dekken van de kosten voor het onderhoud van accommodaties en op nieuwbouw? Zo ja,
waar kunnen sportverenigingen dan straks wel terecht om het noodzakelijke onderhoud
en nieuwbouw te financieren als zij dat niet zelfstandig kunnen?
Het klopt dat er (kleine) verschillen zijn tussen beide regelingen en de DUMAVA niet
beschikbaar is voor alle doelen waar de BOSA nu voor kan worden aangevraagd. De DUMAVA
is bedoeld om bestaand maatschappelijk vastgoed te verduurzamen. Nieuwbouw valt niet
onder de scope van de subsidieregeling omdat nieuwbouw al moet voldoen aan hoge eisen
ten aanzien van verduurzaming.
Ik zet er op in dat subsidie voor energiebesparingsmaatregelen vanaf 2026 alleen nog
via de DUMAVA aangevraagd kan worden en de BOSA beschikbaar blijft voor investeringen
in sportmaterialen en de bouw en het onderhoud van accommodaties. Ook vanaf 2026 kunnen
sportverenigingen dus nog terecht bij de BOSA voor subsidie in het kader van de bouw
een het onderhoud van accommodaties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier