Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paternotte over het bericht 'Journalisten die verslag deden onder de ruim 1.100 gearresteerden in Turkije'
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Journalisten die verslag deden onder de ruim 1.100 gearresteerden in Turkije» (ingezonden 27 maart 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 14 april 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Journalisten die verslag deden onder de ruim 1.100
gearresteerden in Turkije»?1 En bent u bekend met het geweld gericht tegen deze journalisten en hun apparatuur,
terwijl zij identificeerbaar waren als journalist?
Antwoord 1
Ik ben bekend met berichtgeving dat journalisten zijn gearresteerd bij de protesten
in Turkije, alsmede berichtgeving dat er geweld is gebruikt tegen journalisten.
Vraag 2
Bent u daarnaast bekend met opgelegde maatregelen onder de internetwet waardoor meer
dan 700 Turkse accounts op social media zijn geblokkeerd, waaronder accounts van nieuwsorganisaties
en journalisten?
Antwoord 2
Het is mij bekend dat de Turkse autoriteiten rondom de protesten sociale media-accounts
hebben geblokkeerd, waaronder die van journalisten en burgers die opriepen tot protest.
Vraag 3
Deelt u de zorgen over de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting die op deze
manier zwaar onder druk komt te staan?
Antwoord 3
Ja. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting kunnen niet bestaan als journalisten
hun werk niet veilig kunnen uitvoeren. Ik acht het dan ook van groot belang dat de
Turkse autoriteiten de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting in Turkije waarborgen.
Dit zijn twee integrale elementen van de rechtstaat en daarmee cruciaal voor de relatie
van Turkije met Europese partners.
Vraag 4
Heeft u deze zorgen reeds gedeeld met uw Turkse collega en duidelijk gemaakt dat de
gearresteerde journalisten zo snel mogelijk vrij moeten komen en dat er geen sprake
mag zijn van censuur? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik heb, en marge van de NAVO Ministeriële van 3–4 april jl., het belang van persvrijheid
en vrijheid van meningsuiting bij mijn Turkse collega Fidan onderstreept. Ook in eerdere
contacten met de Turkse autoriteiten, waaronder mijn telefoongesprek met Minister
Fidan op 19 maart jl., heb ik het belang van de rechtsstaat benadrukt.
Vraag 5
Zijn deze zorgen reeds onderwerp van gesprek binnen de Media Freedom Coalition? Zo
nee, bent u bereid dit binnen deze coalitie te agenderen en te pleiten voor actie
zoals een gezamenlijk statement gericht op de Turkse regering of concrete steun aan
de gearresteerde journalisten?
Antwoord 5
Binnen de Media Freedom Coalition is niet gesproken over de protesten in Turkije. Binnen de Raad van Europa heeft Nederland
in het Comité van Ministers zorgen uitgesproken over berichtgeving dat journalisten
zijn gehinderd in hun werkzaamheden bij verslaglegging van de protesten in Turkije;
onderstreept dat journalisten veilig en in vrijheid hun werk moeten kunnen doen en
de Turkse autoriteiten opgeroepen gearresteerde journalisten vrij te laten.
Vraag 6
Welke inzet pleegt de Nederlandse ambassade in Ankara momenteel om de persvrijheid
in Turkije te bevorderen? Bent u bereid deze inzet te intensiveren, bijvoorbeeld door
geld uit het Mensenrechtenfonds beschikbaar te stellen voor juridische bijstand en
beschermingsmateriaal zodat journalisten veilig hun werk kunnen doen?
Antwoord 6
Het Nederlands postennet in Turkije, bestaande uit de ambassade in Ankara en het consulaat-generaal
in Istanbul, zet zich actief in voor het bevorderen van mediavrijheid door regulier
contact te onderhouden met verschillende onafhankelijke mediaorganisaties en het belang
van dit onderwerp onder de aandacht te brengen van diverse gesprekspartners. Zo onderstreepte
de Nederlandse ambassadeur in een gesprek met de Turkse Vice-President Yilmaz, daags
na de arrestatie van burgemeester İmamoğlu en anderen op 19 maart jl. het belang van
de rechtsstaat. Middelen uit het decentrale Mensenrechtenfonds en MATRA-programma
worden reeds aangewend voor verschillende projecten op het gebied van pers- en mediavrijheid.
Vraag 7
Bent u bereid Turkse journalisten in acuut gevaar een veilige plek in Nederland te
bieden, bijvoorbeeld door de uitgifte van noodvisa? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld2 is het mogelijk om, binnen de bestaande beleidskaders en getoetst aan de Visumcode,
in uitzonderlijke gevallen visa te verstrekken als daar zwaarwegende of humanitaire
redenen voor zijn. Dat geldt ook voor journalisten. Nederland zal conform de Visumcode
iedere aanvraag individueel beoordelen, waaronder de geldigheidsduur en het type visum
waarvoor de aanvrager in aanmerking komt. Van de voorwaarde dat het voornemen moet
bestaan om het grondgebied van de lidstaten tijdig te verlaten, kan echter op grond
van de Visumcode niet worden afgeweken. Ik verwijs u voorts naar Kamerbrief d.d. 23-08-2021.
Nederland financiert hiernaast vanuit het Safety for Voices-subsidiekader (2023–2027)
twee consortia die zich inzetten voor de veiligheid van journalisten in acute nood,
wereldwijd. Deze partnerschappen bieden noodhulp in de vorm van tijdelijke relocatie,
juridische bijstand, digitale ondersteuning en psychosociale steun.
Vraag 8
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden voorafgaand aan het debat over de
Raad Buitenlandse Zaken op 10 april?
Antwoord 8
Dat laatste is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.