Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Vijlbrief en Paulusma over de gevolgen van het halveren van het eigen risico op de hoogte van de zorgpremies
Vragen van de leden Vijlbrief en Paulusma (beiden D66) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Financiën over de gevolgen van het halveren van het eigen risico op de hoogte van de zorgpremies (ingezonden 9 april 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 april
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met, en kunt u een reactie geven op, het nieuwsbericht «Zorgpremie stijgt
met bijna 200 euro per jaar door halvering eigen risico» van het AD?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de analyse dat er een forse premieverhoging komt als gevolg van het halveren
van het eigen risico?
Antwoord 2
De zorgpremie en het verplicht eigen risico zijn communicerende vaten. Door de verlaging
en tranchering van het verplicht eigen risico stijgt de zorgpremie als gevolg van
de financieringswijze zoals vastgelegd in de Zorgverzekeringswet. Het kabinet heeft
hiervoor van het begin af aan oog gehad en heeft daarom ook compenserende afspraken
gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord. Burgers en bedrijven worden voor de stijging van
de zorgpremie per saldo volledig gecompenseerd via een verhoging van de zorgtoeslag,
een verlaging van de inkomstenbelasting en voor bedrijven via een verlaging van de
AOF-premie. Het kabinet trekt hiervoor € 4,0 miljard uit in 2027, oplopend tot € 4,5 miljard
in 2029.
Vraag 3
Deelt u, en kunt u een reactie geven op, de analyse dat de halvering van het eigen
risico niet alleen leidt tot een forse premieverhoging voor alle Nederlanders, maar
ook leidt tot langere wachtlijsten?
Antwoord 3
Er zijn verschillende redenen waarom mensen af kunnen zien van zorg. Ook financiële
redenen kunnen een rol spelen. Dat geldt met name voor mensen met een slechtere financiële
situatie, een slechtere gezondheid en lagere gezondheidsvaardigheden. Door het verlagen
van het verplicht eigen risico zullen logischerwijs minder mensen (en met name deze
meer kwetsbare mensen) afzien van zorg en zal de zorgvraag dus toenemen. Ik vind ten
principale dat niet zozeer de portemonnee, maar juist de medische urgentie leidend
moet zijn bij een zorgvraag en dat de portemonnee minder leidend moet zijn.
Ik vind te lange wachttijden onwenselijk en werk daarom aan concrete afspraken met
de veldpartijen in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA), waarbij ik onder
andere wil inzetten op actieve wachtlijstbemiddeling. Ik wil zorgen voor meer transparantie
en beter inzicht in wachtlijsten. Dit zorgt ervoor dat patiënten, zorgaanbieders en
zorgverzekeraars de beschikbare capaciteit optimaal kunnen benutten. Een belangrijke
oorzaak van wachtlijsten is ook de schaarste op de arbeidsmarkt. Ik zet mij daarom
ook in om de arbeidsmarkt in de zorg te verbeteren.
Vraag 4
Kunt u inzichtelijk maken welk deel van de premiestijging het gevolg is van de toenemende
vraag naar zorg (aanzuigende werking) die ontstaat door het verlagen van het eigen
risico?
Antwoord 4
De verlaging in combinatie met tranchering van het eigen risico heeft naar verwachting
twee effecten. Ten eerste gaan mensen minder eigen risico betalen. De nominale premie
en het verplicht eigen risico zijn communicerende vaten in de financiering. De nominale
premie moet daardoor op jaarbasis naar verwachting met € 135 stijgen. Daarnaast wordt
er in de ramingen rekening mee gehouden dat door de toenemende zorgvraag de zorguitgaven
toenemen. Dit leidt naar verwachting tot een nominale premiestijging van € 64 op jaarbasis.
Deze effecten tezamen leiden tot de totale verwachte premiestijging van € 199 in 2027.
De gerealiseerde effecten kunnen afwijken van de raming. Uiteindelijk gaan zorgverzekeraars
zelf over het vaststellen van hun nominale premie.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe de premiestijging verder verloopt als gevolg van de toename in
de zorgvraag naar aanleiding van de halvering van het eigen risico?
Antwoord 5
In de onderstaande tabel is de geraamde premiestijging als gevolg van het verlagen
en trancheren van het eigen risico opgesplitst naar het effect als gevolg van de lagere
eigen risico opbrengsten (financieringseffect) en de geraamde hogere zorguitgaven
(afname remgeldeffect).
2027
2028
2029
Geraamde premiestijging door lagere eigen risico opbrengsten
€ 135
€ 144
€ 152
Geraamde premiestijging door geraamde hogere zorguitgaven
€ 64
€ 66
€ 69
Geraamde premiestijging
€ 199
€ 210
€ 221
Vraag 6
Kunt u een inschatting maken van welk deel van deze extra zorg echt noodzakelijk is?
Antwoord 6
Ik kan u geen inschatting geven van welk deel van deze extra zorg echt noodzakelijk
is.
De wetenschappelijke literatuur laat zien dat het invoeren of het verhogen van eigen
betalingen leidt tot een lagere zorgvraag. Dit is zowel binnen Nederland als internationaal
onderzocht. Het onderzoek naar de mate van noodzakelijkheid van deze zorgvraag is
beperkt. Dat komt waarschijnlijk doordat het in een onderzoek lastig te bepalen is
wat nu precies noodzakelijke en minder noodzakelijke zorg is. Mede omdat daarvoor
de gezondheidseffecten op langere termijn moeten worden onderzocht.
Verdiepend onderzoek2 door het Nivel laat zien dat kwetsbare groepen mensen, zoals mensen met een laag
inkomen, lage gezondheidsvaardigheden en/of een slechtere gezondheid, vaker om financiële
redenen afzien van zorg. Ik vind ten principale dat de portemonnee minder leidend
moet zijn in de overweging om (noodzakelijke) zorg te gebruiken. De beantwoording
van de vraag of zorg noodzakelijk is, hoort altijd plaats te vinden in het gesprek
tussen zorgverlener en de patiënt, waarbij de zorgverlener kan beoordelen of er sprake
is van noodzakelijke zorg. Andere instrumenten dan het eigen risico zijn dus beter
om te bepalen wat voor een patiënt nodige zorg is en of deze gezien de schaarste van
het zorgaanbod gegeven kan worden. Daarom investeert het kabinet in het verbeteren
en verbreden van de toets op het basispakket, in betere triage, actieve wachtlijstbemiddeling,
maar bijvoorbeeld ook in een effectievere inzet van het bestaande zorgaanbod.
Vraag 7
Hoe verhoudt deze uitkomst zich tot de belofte van het kabinet om de zorg betaalbaar
en toegankelijk te maken?
Antwoord 7
Met de verlaging en tranchering van het eigen risico, de compenserende lastenverlichting
en maatregelen om de zorgvraag op te vangen, vervult dit kabinet de belofte om de
zorg betaalbaarder en toegankelijker te maken. Het pakket met maatregelen leidt tot
een gelijkwaardigere toegang tot de zorg, omdat het eigen risico er toe leidt dat
kwetsbare groepen relatief vaker afzien van zorg of dit uitstellen.
Vraag 8
Kunt u aangeven welk effect de verhoging van de zorgpremie heeft op de koopkracht?
Kunt u dit inzichtelijk maken voor verschillende groepen qua huishoudsamenstelling
en inkomensniveau?
Antwoord 8
De stijging van de nominale premie als gevolg van het verlagen en trancheren van het
eigen risico en het lagere bedrag dat verzekerden hoeven te betalen aan eigen risico
zijn niet afhankelijk van het inkomen. Tegenover de hogere nominale premie staat een
hogere zorgtoeslag. In 2025 ontvangen eenpersoonshuishoudens tot een inkomen van € 39.719
zorgtoeslag en meerpersoonshuishoudens tot een inkomen van € 50.206. Daarnaast zijn
middelen ingezet om de gevolgen van de hogere nominale premie te compenseren. Om lastenverlichting
voor burgers te bereiken heeft het kabinet per 2025 een pakket met aanpassingen van
het tarief in de inkomstenbelastingen. Deze maatregelen zijn verwerkt in de koopkrachtbesluitvorming
van augustus 2024 en zitten in de actuele raming van het CPB (het Centraal Economisch
Plan 2025). Over de gehele kabinetsperiode is sprake van een toename van de koopkracht,
waarbij de mediane koopkrachtverschillen tussen inkomensgroepen beperkt zijn, hoewel
dit met onzekerheid omgeven is.
Vraag 9
Kunt u aangeven wat het effect van de verhoging van de zorgpremie is op de armoedecijfers?
Antwoord 9
Naar verwachting is het effect van de hogere zorgpremie op de armoedecijfers beperkt.
Tegenover de stijging van de nominale premie als gevolg van de verlaging en tranchering
van het eigen risico staat een hogere zorgtoeslag en een lagere gemiddelde betaling
aan eigen risico. De nominale premie stijgt per 2027 naar verwachting met € 199 op
jaarbasis, daartegenover staat dat de zorgtoeslag voor lagere inkomens met € 64 toeneemt
en het betaalde eigen risico gemiddeld genomen over alle verzekerden met € 135 afneemt.
Hoe het lagere eigen risico
per persoon uitwerkt is afhankelijk van de vraag of mensen hun eigen risico volmaken.
Vraag 10
Deelt u de mening dat in het belang van een transparant politiek proces, de Kamer
eerst geïnformeerd dient te worden over de gevolgen van het voorgenomen beleid?
Antwoord 10
In het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat dit kabinet het verplicht eigen risico
in 2027 wil verlagen tot € 165 «om zo een mogelijke financiële drempel voor zorg te
verlagen voor mensen die zorg nodig hebben, zoals langdurig en chronisch zieken».
Ook is aangegeven dat dit kabinet het verplicht eigen risico per 2027 wil trancheren
op een bedrag van maximaal € 50 per behandelprestatie in de medisch-specialistische
zorg. Ten slotte is in het Hoofdlijnenakkoord en de Miljoenennota aangegeven dat het
kabinet burgers compenseert voor de stijging van de zorgpremie, die als gevolg van
de maatregelen vanaf 2027 zal stijgen, via een verlaging van de inkomstenbelasting
en voor bedrijven via de premie van het Arbeidsongeschiktheidsfonds (AOF).»3
Om deze afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren is gewerkt aan een wetsvoorstel
dat eind vorig jaar in internetconsultatie is gegaan, nu voor advies voorligt bij
de Raad van State en naar verwachting voor de zomer aan uw Kamer wordt aangeboden.
In de concept-memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel zijn de budgettaire gevolgen
alsmede de financiële gevolgen voor burgers opgenomen. De automatische gevolgen van
een verlaging van het eigen risico voor de hoogte van de zorgpremie volgen uit de
financieringswijze zoals die is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet.
De informatie in het nieuwsbericht waar u naar verwijst is vermoedelijk gebaseerd
op de concept-memorie van toelichting bij het wetsvoorstel verlaging eigen risico
dat eind vorig jaar in internetconsultatie is geweest. Deze versie van de memorie
van toelichting bevatte reeds de financiële effecten, zoals het in het artikel genoemde
effect op de zorgpremie. Het is gebruikelijk dat een wetsvoorstel éérst in internetconsultatie
gaat en daarna via de ministerraad aan de Raad van State wordt aangeboden voor advies,
voordat het bij de Kamer wordt aangeboden. Daarmee heb ik de juiste en ordentelijke
stappen genomen in dit proces.
Vraag 11
Kunt u aangeven hoe het zo heeft kunnen komen dat dit nieuwsbericht is gepubliceerd
en dat Kamer nog geen volledige informatie heeft ontvangen?
Antwoord 11
De informatie in het nieuwsbericht waar u naar verwijst is vermoedelijk gebaseerd
op de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel verlaging eigen risico dat eind
vorig jaar in internetconsultatie is geweest. Het is gebruikelijk dat een wetsvoorstel
éérst in internetconsultatie gaat en daarna via de ministerraad aan de Raad van State
wordt aangeboden voor advies, voordat het bij de Kamer wordt aangeboden.
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het Wetgevingsoverleg over de Zorgverzekeringswet
op maandag 14 april 2025?
Antwoord 12
Ik span mij altijd in om vragen van de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.