Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over het bericht “Risico’s met bouwmateriaal vol gevaarlijke stoffen al jaren bekend, Rekenkamer kritisch”
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Risico’s met bouwmateriaal vol gevaarlijke stoffen al jaren bekend, Rekenkamer kritisch» (ingezonden 19 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 10 april
2025).
Vraag 1
Waarom luistert u niet naar de signalen van de Algemene Rekenkamer, ILT en de Arnhemse
omgevingsdienst, die u waarschuwen voor de risico’s van verkeerde toepassingen van
immobilisaat?1
Antwoord 1
Ik herken de signalen van de Algemene Rekenkamer, ILT en ODRA en neem deze serieus.
Om meer grip te krijgen op een verantwoorde toepassing van immobilisaat worden onderstaande
acties ondernomen.
– Een hoofdbestanddeel van immobilisaat is AVI-bodemas. AVI-bodemas is het restproduct
dat ontstaat bij het verbranden van huishoudelijk afval en bedrijfsafval in een afvalverbrandingsinstallatie
(AVI). Deze bodemas kan worden gewassen en vervolgens als ophoogmateriaal worden toegepast.
Tot dusver mag ook ongewassen bodemas worden gebruikt om een immobilisaat te maken
of worden toegevoegd aan beton. Het voornemen is om in het Circulair Materialenplan
(CMP) een verplichting op te nemen om – uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding van
het CMP – alle AVI-bodemas verplicht te reinigen (wassen) tot een kwaliteit die voldoet
aan de normen uit de bodemregelgeving voor een vrije toepassing op of in de bodem.
Op die manier komt er op termijn één uniforme, hoogwaardige kwaliteit AVI-bodemas
op de markt. De termijn van twee jaar is nodig om de sector voldoende tijd te geven
om zich voor te bereiden op deze verplichting. Er is onder meer sprake van benodigde
investeringen in wascapaciteit en aanpassing van bestaande logistieke en verwerkingsketens.
Ook moeten de relevante regelgeving en uitvoeringsinstrumenten worden aangepast. Een
realistische invoeringstermijn is essentieel om te zorgen voor een zorgvuldig en uitvoerbaar
proces, waarbij milieuwinst wordt geboekt zonder dat de verwerking van bodemas tot
stilstand komt.
– In de verzamelbrief bodem en ondergrond van 12 november 2024 (Kamerstukken II, 2024/25,
30 015, nr. 127) is aangegeven dat binnen de herijking van de bodemregelgeving wordt verkend of het
zinvol en haalbaar is om naast de kwaliteitsborging van het produceren van immobilisaat
ook de kwaliteitsborging van het toepassen van bepaalde secundaire bouwstoffen binnen
het publieke private stelsel van kwaliteitsborging bodembeheer (Kwalibo) te regelen.
Dit wordt tevens verkend voor immobilisaat en AVI-bodemas.
– Verder geldt sinds 1 januari 2024 een informatieplicht voor het toepassen van immobilisaten.
Dit geeft het lokale bevoegd gezag de mogelijkheid om toe te zien op een juiste toepassing.
Daarnaast wordt bekeken of een registratieplicht van toegepaste immobilisaten een
oplossing kan bieden om ook in de toekomst meer zicht te hebben op de toepassingslocaties.
Ook wordt bekeken hoe praktische handvatten kunnen worden geboden aan bevoegd gezag
om toe te kunnen zien op het (functioneel) toepassen van immobilisaat.
– Daarnaast is de Branchevereniging Immobilisatiebedrijven bezig met de herziening en
actualisatie van het Kwalibo normdocument voor immobilisaat (Beoordelingsrichtlijn
9322). Deze beoordelingsrichtlijn bevat voorschriften voor producenten, gericht op
de kwaliteitsborging van het produceren van immobilisaat. Produceren volgens deze
beoordelingsrichtlijn geeft waarborgen dat het immobilisaat voldoet aan de milieueisen
van de bodemregelgeving; daarbij blijft uiteraard van belang dat deze op de juiste
manier wordt toegepast. Ik vind deze herziening van de beoordelingsrichtlijn een goede
stap, het Ministerie van IenW is betrokken bij de herziening van deze beoordelingsrichtlijn.
– Tot slot zullen de ILT en de omgevingsdiensten toezicht blijven houden op de productie
en toepassing van immobilisaat. Uit de controles van de ILT in 2024 bleek een daling
van de geconstateerde overtredingen ten opzichte van 2023. De ILT is voornemens om
in 2025 een hercontrole uit te voeren naar de geconstateerde overtredingen in 2024.
Vraag 2
Deelt u de mening van de Omgevingsdienst Arnhem, dat immobilisaat een tikkende tijdbom
is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nee, ik deel deze mening niet. Wel herken ik de zorgen over immobilisaat. Immobilisaat
is een secundaire bouwstof. Secundaire bouwstoffen kunnen in beginsel nuttig en verantwoord
worden ingezet voor het aanleggen van bijvoorbeeld een fundering of bij kustverdediging.
Dit spaart primaire bouwstoffen uit waarmee onnodige stort wordt voorkomen. Dit mag
echter niet ten koste gaan van de kwaliteit van de bodem. In het verleden zijn er
incidenten geweest waarbij de voorwaarden voor het juist produceren en toepassen van
immobilisaat onvoldoende in acht zijn genomen. Daarom zijn en worden maatregelen genomen
zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1.
Vraag 3 en 4
Welke stappen gaat u nemen om verdere vervuiling van het milieu door immobilisaat
bij bedrijventerrein 7Poort in Zevenaar te voorkomen?
Welke stappen gaat u nemen om te voorkomen dat afvalstoffen vrijkomen op de nieuwbouwlocatie
waar 11.000 heipalen door de fundering zijn geramd, zoals aangegeven door de Omgevingsdienst
Arnhem?2
Antwoord 3 en 4
Het is aan bevoegd gezag ter plaatse (gemeente) om toezicht te houden op het juist
toepassen van immobilisaat (conform de bodemregelgeving) en waar nodig en zo mogelijk
ook preventief handhavend op te treden. Bij overtreding of dreigende overtreding van
de zorgplicht kan de verantwoordelijke hierop worden aangesproken. Indien de omgevingsdienst
daarnaast twijfels heeft of het immobilisaat op de juiste wijze is geproduceerd (conform
Beoordelingsrichtlijnen 9322 en 7500), dan zal de omgevingsdienst de ILT benaderen.
De ILT kan dit vervolgens onderzoeken en ook handhavend optreden tegen de producent
van immobilisaat.
Vraag 5
Bent u bereid de rekening voor het opruimen van het milieu te sturen naar opdrachtgevers
en aannemers die verantwoordelijk zijn voor deze milieuvervuiling?
Antwoord 5
Uitgangspunt van de bodemregelgeving is dat de vervuiler betaalt. Dit houdt in dat
de kosten van milieuverontreiniging en andere schade zoveel mogelijk op de veroorzaker
daarvan worden verhaald. Om dit te borgen bestaan verschillende vormen van zorgplicht.3 Wat in een concrete situatie op de individuele veroorzaker te verhalen is, vergt
altijd een specifieke afweging.
Vraag 6
Wat is uw reactie op het advies van de Arnhemse Omgevingsdienst, om gebruik van immobilisaat
te verbieden in en rondom gebieden waar drinkwater wordt gewonnen?
Antwoord 6
Dit is een afweging die het bevoegd gezag kan maken. De Omgevingswet biedt decentrale
overheden de mogelijkheid voor lokaal maatwerk ten opzichte van de algemene regels
om rekening te kunnen houden met de lokale omstandigheden.
Vraag 7
Bent u van mening dat alleen een informatieplicht voldoende is om omwonenden te beschermen
tegen immobilisaat? Zo nee, welke verdere stappen gaat u zetten?
Antwoord 7
Een combinatie van algemene regels en een wettelijke zorgplicht vormen de kaders voor
het toepassen van (secundaire) bouwstoffen. Dit biedt een voldoende juridische basis
voor verantwoorde toepassing. In de praktijk blijkt dat het voor toepassers lastig
is om op basis van de zorgplicht de juiste maatregelen te nemen en voor het bevoegd
gezag om daarop toe te zien. Daarom is per 1 januari 2024 een informatieplicht ingevoerd
voor immobilisaten. Hiernaast worden nog meer acties ondernomen, zie daarvoor mijn
antwoord op vraag 1.
Vraag 8
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat bedrijven de regels rondom immobilisaat goed
naleven?
Antwoord 8
Hiervoor verwijs ik naar de antwoorden op de vragen 1, 3, 4 en 7.
Vraag 9
Kunnen we uw uitspraak dat recyclen nuttig is, maar niet ten koste mag gaan van de
kwaliteit van de bodem, interpreteren dat de belangen van volksgezondheid en milieu
zwaarder wegen dan de belangen van de industrie?4 Zo ja, hoe gaat u dit waarmaken?
Antwoord 9
Mijn uitspraak gaat niet over een belangenafweging tussen volksgezondheid en milieu
aan de ene kant en de belangen van de industrie aan de andere. Deze belangen staan
overigens ook niet per definitie tegenover elkaar. Ik zie voldoende mogelijkheden
voor bedrijven om te zorgen voor steeds schonere afvalproducten die tevens kunnen
voldoen aan de randvoorwaarden voor bodem- en waterkwaliteit. Een goed voorbeeld is
het wassen van AVI-bodemas, zoals aangegeven in antwoord 1.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.