Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bikker over het bericht 'Geen baby's anoniem achtergelaten in eerste jaar vondelingenkamer: "Nul is een mooi cijfer"'
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport) over het bericht «Geen baby's anoniem achtergelaten in eerste jaar vondelingenkamer: «Nul is een mooi cijfer»» (ingezonden 19 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
8 april 2025)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat er geen baby’s anoniem zijn achtergelaten
in het eerste jaar van de vondelingenkamer in het Amsterdam UMC1? Wat is uw reactie op de resultaten die Stichting Beschermde Wieg boekt?
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht.
Met bijdragen van particulieren en bedrijven en door de inzet van vrijwilligers weet
Stichting Beschermde Wieg veel werk te verzetten voor vrouwen in nood. Daarvoor heb
ik veel waardering.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de situatie van de arbeidsmigrant in Amsterdam die vorig jaar
haar kind heeft afgestaan en werd ontslagen omdat ze door haar bevalling een dag niet
naar haar werk was gekomen? Heeft u indicaties dat dit vaker is voorgekomen? Wordt
hier gericht onderzoek naar gedaan?
Antwoord 2
Nee, dit specifieke signaal is mij niet bekend. Maar ik vind de beschreven situatie
vanzelfsprekend zeer verdrietig. Goed werkgeverschap betekent dat er niet op deze
wijze omgegaan wordt met een medewerker die net bevallen is. Er wordt op dit moment
geen gericht onderzoek gedaan naar ontslag van arbeidsmigranten vanwege zwangerschap
of bevalling. Fiom, dat in opdracht van het Ministerie van VWS begeleiding biedt aan
vrouwen die overwegen een kind ter adoptie af te staan, heeft eind vorig jaar wel
zijn zorgen over deze groep zwangere vrouwen met mij gedeeld. Fiom brengt momenteel
in kaart waar deze groep vrouwen in brede zin tegenaan loopt. Dit gaat onder andere
over de toegang tot anticonceptie en zorg, arbeidsomstandigheden en huisvesting. Fiom
verwacht mij voor de zomer een terugkoppeling te kunnen geven. Op basis hiervan zal
worden bezien welke acties nodig en mogelijk zijn. Ondertussen heb ik Fiom reeds in
contact gebracht met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zodat kan
worden bekeken wat er nu al kan worden ondernomen om deze doelgroep nog beter te bereiken
en bedienen.
Vraag 3
Kunt u schetsen welke gevolgen een werkgever volgens de huidige regelgeving ondervindt
van dergelijk hufterig gedrag? Kunt u aangeven welke gevolgen betrokken werkgever
heeft ondervonden? Hoe verklaart u het verschil en wat is ervoor nodig om tot andere
uitkomsten te komen?
Antwoord 3
Ik ben niet bekend met de individuele casus waaraan wordt gerefereerd, dus ik kan
daar geen uitspraken over doen. Wel kan ik benoemen dat het verboden is om een werknemer
tijdens de zwangerschap of in de periode direct na de bevalling te ontslaan. Het arbeidsrecht
bevat hiervoor strikte regels. De kantonrechter zal in zo een situatie het ontslag
vernietigen onder toekenning van loondoorbetaling (inclusief wettelijke verhoging
en wettelijke rente) of, indien de werknemer niet in dienst wenst terug te keren,
een financiële vergoeding voor het verwijtbare gedrag van de werkgever aan werknemer
toekennen.
Wanneer een werknemer wenst te worden bijgestaan in deze civielrechtelijke procedure
is hiervoor ondersteuning beschikbaar. De werknemer kan vaak kosteloos juridisch advies
inwinnen bij de vakbond, rechtsbijstandsverzekeraar of het Juridisch Loket. Arbeidsmigranten
kunnen daarnaast ook ondersteuning vinden bij het Work in NL-punt van hun regio, waar
zij veelal in de eigen taal hun verhaal kunnen doen en geholpen kunnen worden.
Vraag 4
Wat is de stand van zaken van alle vondelingenkamers in Nederland? Zijn er plannen
om deze locaties te behouden of om in andere steden vondelingenkamers te starten?
Hoe beziet u deze plannen in het licht van de cijfers en casus die door Stichting
Beschermde Wieg zijn gedeeld? Ziet u regio’s waar deze initiatieven gemist worden?
Zo nee, waar baseert u dat op?
Antwoord 4
De vondelingenkamers zijn een particulier alternatief van Stichting Beschermde Wieg.
De rijksoverheid is hierbij niet betrokken en heeft geen invloed op het sluiten of
openen van vondelingenkamers.
Het feit dat de vondelingenkamers niet worden gebruikt kan worden beschouwd als een
bevestiging van de effectiviteit van de huidige procedure rondom het doen van afstand
ter adoptie en de afspraken die daarover zijn gemaakt binnen de keten.2 In Nederland bestaat de mogelijkheid om afstand te doen van een kind. Ongewenst zwangere
vrouwen krijgen hulp en worden begeleid in de eventuele keuze om afstand te doen.
Het is ook mogelijk om onder geheimhouding afstand te doen van een baby. Behalve de
hulpverleners weet dan verder niemand dat een vrouw ongewenst zwanger is of een kind
heeft gekregen. Voor het kind blijft dan de mogelijkheid bestaan later meer informatie
te krijgen over zijn of haar herkomst. Dit sluit aan bij het recht op afstammingsgegevens
dat in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) is vastgelegd.3 Voor de moeder blijft het dan mogelijk om, binnen de daarvoor geldende wettelijke
termijn, op haar besluit tot afstand terug te komen en aan haar kan nazorg geboden
worden. Deze zorgvuldig tot stand gekomen afspraken gelden niet per definitie voor
vrouwen die hun kind te vondeling leggen in een vondelingenkamer. Zij kunnen dit geheel
anoniem doen zonder gegevens over zichzelf of de geboren baby achter te laten. In
dat geval blijven belangrijke afstammingsgegevens onbekend en is het onmogelijk de
vrouw te benaderen voor het bieden van verdere hulp. Dit maakt dat de overheid terughoudend
is in het faciliteren van plekken waar kinderen te vondeling kunnen worden gelegd.
Vraag 5
Heeft u in beeld hoeveel vrouwen jaarlijks onder zorgelijke omstandigheden zwanger
zijn? Wat weet u van de zorgelijke omstandigheden van deze vrouwen? Volgens Stichting
Beschermende Wieg is er een grote groep zorgmijdende, zwangere vrouwen in Nederland;
weet u hoe groot deze groep daadwerkelijk is? Wat vindt u van deze aantallen? Welk
beleid voert u om hen te ondersteunen in hun zwangerschap?
Antwoord 5
Ik heb geen beeld van het aantal vrouwen dat jaarlijks onder moeilijke of zorgelijke
omstandigheden zwanger is. En hoe veel van hen liever geen zorg vragen of ontvangen.
Zwangerschappen onder zorgelijke omstandigheden komen helaas in allerlei verschillende
vormen voor. Dit kunnen onbedoeld zwangere vrouwen zijn; de groep waarop Stichting
Beschermde Wieg zich specifiek richt. Maar ook mensen die bedoeld zwanger zijn geraakt
kunnen zorgen hebben over hun toekomst. Met het Actieprogramma Kansrijke Start wordt
ingezet op ondersteuning (tijdens de eerste 1.000 dagen van het kind) voor (aanstaande)
gezinnen in kwetsbare omstandigheden, rondom bewust zwanger worden, een gezonde zwangerschap
en veilig ouderschap. In dit actieprogramma werk ik samen met gemeenten, zorgverzekeraars,
beroepsgroepen en belangenorganisaties aan een kansrijke start voor ieder kind.
Fiom biedt begeleiding aan vrouwen die afstand ter adoptie overwegen, onder wie vrouwen
die te maken hebben met huiselijk geweld en geheimhouding. Fiom komt de groep vrouwen
die liever geen hulp vraagt of ontvangt ook veelvuldig tegen in zijn werk. De Landelijke
Afstand Ter Adoptie Registratie (LATAR4) helpt om meer inzicht te krijgen in de situaties van de vrouwen die afstand ter
adoptie overwegen, wat zij nodig hebben om hun keuzeproces te kunnen doorlopen en
tot welke keuze zij komen. In de LATAR zijn ook de gegevens van Stichting Beschermde
Wieg opgenomen. De LATAR wordt gebruikt om eventuele trends te signaleren en de hulp
en ondersteuning bij afstand ter adoptie verder te verbeteren.
Vraag 6
Welke mentale ondersteuning is er beschikbaar voor vrouwen die voor de keuze stonden
om zelf voor hun kind te zorgen of niet, ook nadat ze ervoor hebben gekozen om hun
kind zelf op te voeden? Welke praktische ondersteuning is er voor deze vrouwen als
er een belemmering is om het kind zelf op te voeden? In hoeverre is deze informatie
beschikbaar voor deze groep vrouwen?
Antwoord 6
Binnen de keuzehulp bij onbedoelde zwangerschap en bij de begeleiding aan vrouwen
die overwegen hun kind ter adoptie af te staan is aandacht voor alle keuzeopties.
Als na een keuzehulptraject wordt besloten tot het uitdragen van de zwangerschap en
zelf zorgen heeft de keuzehulpverlener de mogelijkheid om door
te verwijzen naar (praktische) vervolghulp als dat nodig en gewenst is. Die vervolghulp
bevindt zich doorgaans in de zorg of in het lokale veld op basis van de Wet maatschappelijke
ondersteuning of de Jeugdwet. Keuzehulpverleners leren in de voor hen verplichte scholing
hoe ze op de beste manier kunnen doorverwijzen. Daarbij hebben alle keuzehulpverleners
zicht op de zorgketen in hun regio waardoor zij met korte lijnen kunnen doorverwijzen
naar verdere ondersteuning bij zelf opvoeden.
Ook vrouwen die zich met een voornemen tot afstand ter adoptie bij Fiom aanmelden,
doorlopen een keuzetraject. In veel gevallen zijn de keuzeopties van deze vrouwen
beperkter. Voor hen geldt dat zij hun zwangerschap vaak later ontdekken waarmee een
zwangerschapsafbreking niet meer mogelijk is. Van de 69 vrouwen5 die zich in 2023 met een voornemen tot afstand ter adoptie meldden, kozen 39 van
hen ervoor zelf voor het kind te gaan zorgen. Fiom werkt volgens het protocol «Afstand
ter Adoptie» dat is ontwikkeld in samenwerking met alle betrokken partners, waaronder
de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming (Pleegzorg)6. Fiom begeleidt vrouwen in hun keuzeproces gedurende de zwangerschap en na de bevalling.
Een vrouw krijgt de ruimte om alle opties te overwegen. Als een vrouw aangeeft dat
zij zelf voor het kind wil zorgen, brengt Fiom samen met de vrouw (en partner) in
kaart wat zij hiervoor nodig heeft. Er wordt een vangnet gecreëerd bestaande uit het
persoonlijk netwerk en een zorgnetwerk bij haar in de buurt. Zo krijgen zowel de ouder(s)
als het kind een goede start. Specifiek voor vrouwen die in Nederland als arbeidsmigrant
werkzaam zijn, heeft Fiom informatiemateriaal7 ontwikkeld, in meerdere talen. En in 2021 publiceerde Fiom (Bolt, e.a.) een rapport8 over de situatie van Poolse vrouwen die in Nederland werken en onbedoeld zwanger
raakten. Samen met dit onderzoeksrapport werd een sociale kaart en een toolbox met
handvatten voor de begeleiding gepresteerd.
Vraag 7
Spreekt u met stichting Beschermde Wieg over hun bevindingen en welke verbeteringen
in het huidig beleid nodig zijn? Zo ja, wilt u de Kamer over die uitkomsten informeren?
Zo nee, zou dat niet een heel goed idee zijn om het beleid praktisch te verbeteren?
Antwoord 7
Het Ministerie van VWS heeft sporadisch contact met de stichting, ook over de onderwerpen
zoals verwoord in het artikel. Hetzelfde geldt voor het Ministerie van Justitie &
Veiligheid.
Over de zorg en begeleiding aan vrouwen die afstand ter adoptie overwegen, sta ik
in nauw contact met Fiom, dat de begeleiding aan deze vrouwen in opdracht van het
Ministerie van VWS biedt. Ook zij bieden hulp aan onbedoeld zwangere vrouwen die liever
geen hulp of zorg ontvangen, angstig zijn voor ontdekking van de zwangerschap en deze
geheim wensen te houden. Fiom heeft ook periodiek contact met Stichting Beschermde
Wieg in het kader van het verzamelen van de gegevens voor de LATAR en koppelt de uitkomsten
hiervan aan mij terug.
Zo nodig betrek ik dit bij de verbetering van beleid en de uitvoering daarvan in de
praktijk.
Vraag 8
Welke nazorg krijgen vrouwen die hun kind hebben afgestaan? Is er meerjarig beeld
of deze vrouwen adequate nazorg ontvangen?
Antwoord 8
Onderdeel van mijn opdracht aan Fiom is het bieden van nazorg aan vrouwen die in het
verleden hun kind ter adoptie hebben afgestaan. Per 2024 zijn hiervoor extra middelen
beschikbaar gesteld. De nazorg aan afstandsouders kan uit verschillende elementen
bestaan. Fiom biedt psychosociale nazorg in de vorm van individuele gesprekken en
ook nazorg in de vorm van een groepsgesprek is mogelijk. Daarbij biedt Fiom begeleiding
in het verzorgen van het contact tussen afstandsouders, het kind en adoptieouders.
Veelal is dit in de vorm van het delen van foto’s en informatie via een correspondentiedossier
maar het kan ook gaan om het faciliteren van ontmoetingen. Afstandsouders kunnen bij
Fiom hun dossier inzien, wat hen ook kan ondersteunen in hun verwerkingsproces.
Fiom houdt ieder jaar gegevens bij over de gevraagde en geboden nazorg, hiervan bestaat
dan ook een meerjarig beeld. Zo hebben in 2024 9 afstandsouders psychosociale nazorg
ontvangen, 27 afstandsouders begeleiding ontvangen bij dossierinzage en is het contact
verzorgd tussen afstandsouders en kind/adoptieouders voor 68 correspondentiedossiers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.