Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Veltman over ‘intimidatie, agressie en geweld in het openbaar vervoer’
Vragen van het lid Veltman (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over intimidatie, agressie en geweld in het openbaar vervoer (ingezonden 13 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 7 april
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1467.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «OM vervolgt niemand na aangifte om mishandeling NS-conducteur»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat intimidatie, agressie en geweld onacceptabel zijn en dat hier
hard tegen moet worden opgetreden, zodat treinreizigers veilig kunnen reizen en treinpersoneel
veilig haar werk kan doen?
Antwoord 2
Ik ben het helemaal eens dat er in het openbaar vervoer geen plek is voor geweld,
intimidatie en agressie en dat daar hard tegen moet worden opgetreden.
Vraag 3
Welke acties zijn in gang gezet na de motie Veltman c.s. over een Aanvalsplan voor
veiligheid in het OV en op stations?
Antwoord 3
In 2024 liep een actieprogramma met een geïntensiveerde aanpak op tien prioritaire
onderwerpen, om sneller tot resultaten te komen. Zo is er onder andere ingezet op
het versnellen van de zelfstandige toegang tot het rijbewijzenregister voor OV-boa’s
en het verkorten van de wachttijden bij boa-certificering.2 Over andere resultaten heb ik uw Kamer op 11 februari jl. geïnformeerd onder het
kopje «Voortgang ingezette maatregelen» in de brief «Stand van zaken en vooruitblik ontwikkelingen OV & Taxi».3 De hierin toegelichte intensivering komt bovenop de gebruikelijke inzet van de OV-sector
en veiligheidspartners om het openbaar vervoer dagelijks veilig te houden voor reizigers
en personeel.
Vraag 4
Bent u van mening dat u voldoende maatregelen heeft ondernomen om de veiligheid in
het OV te vergroten?
Antwoord 4
Naast de extra maatregelen die al genomen zijn, wordt ook aan verdere intensivering
gewerkt. Denk daarbij aan bodycams voor NS-conducteurs, de compensatie voor extra
beveiliging rondom station Maarheeze, een subsidie aan ProRail voor extra camera’s
op een aantal stations en de eerder genoemde toegang tot het rijbewijzenregister voor
OV-boa’s. Ik zal in gezamenlijkheid met de Minister van JenV binnenkort ook per brief
inhoudelijk reageren op de aanbeveling uit het rapport «Handhaven in het OV». Daarnaast
heeft het Ministerie van IenW ook onderzoek laten doen naar zwartrijden en instrumenten
om dit tegen te gaan. Een van de aanbevelingen uit dit onderzoek is het boetebedrag
voor reizen zonder geldig vervoersbewijs te verhogen. Er loopt momenteel een nadere
juridische verkenning, aangezien het boetebedrag is vastgesteld in de Wp2000. Mijn
beeld is dat met het realiseren van deze maatregelen een flinke stap wordt gezet in
het veilig houden van ons OV. Ik moet ook erkennen dat deze maatregelen – ook al zou
ik dat graag willen – niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kunnen worden.
Ik span mij maximaal in om dit te versnellen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het symbolisch twee minuten stilzetten van de treinen in april
2024 heeft geleid tot meer urgentie om werk te maken van minder intimidatie, agressie
en geweld in het OV?
Antwoord 5
Veel partners, binnen en buiten de OV-sector, voelen urgentie om zich extra in te
zetten voor veilig openbaar vervoer. Zelf heb ik richting deze samenwerkingspartners,
de Tweede Kamer en in de media ook veelvuldig het belang van veilig OV benadrukt en
aangegeven dat ik tijdens deze kabinetsperiode vaart wil maken met de maatregelen
die daarvoor nodig zijn. Ik geloof zeker dat het drie minuten stilzetten van de treinen
en de landelijke aandacht voor de uitdagingen bij dit onderwerp hebben geholpen. Ook
als kraakhelder signaal naar overlastgevers: overlast, intimidatie, agressie en geweld
in het OV worden niet gepikt.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat camerabewaking in stations en in de treinen helpt bij het
bewijzen van wat er gebeurd is en dus bij een effectieve opvolging van de aangifte
door het OM, en dus bij het kunnen aanpakken van de overlast- en geweldplegers?
Antwoord 6
De praktijk laat zien dat camera’s een effectief middel zijn voor de opvolging bij
aangiftes. De politie komt met enige regelmaat beelden opvragen bij vervoerders en
ProRail. Ik ben het daarom in algemene zin eens dat camerabewaking een effectief instrument
kan zijn voor bewijs bij een aangifte. Ondanks de goede kwaliteit is de bruikbaarheid
van camerabeelden echter afhankelijk van verschillende factoren en verschilt daardoor
per keer.
Vraag 7
Zijn er nog belemmeringen bij het kunnen gebruiken van de camerabeelden van treinen
en stations als bewijsmateriaal?
Antwoord 7
De politie heeft indien nodig toegang tot camerabeelden van stations en van treinen.
Camerabeelden afkomstig uit de OV-sector worden regelmatig gebruikt voor opsporingsonderzoek
als bewijsmateriaal. In dat kader is een goede samenwerking tussen de politie en de
OV-sector. Helaas zijn er situaties waarin camerabeelden niet bruikbaar zijn bij de
opvolging van een aangifte. Bijvoorbeeld wanneer iemand onvoldoende herkenbaar in
beeld is. In beginsel zijn er geen belemmeringen voor het gebruik van de beelden die
zijn verkregen uit het OV-domein, maar is het aan de rechter om te beoordelen of de
camerabeelden als bewijsmateriaal mogen worden gebruikt in een strafzaak.
Vraag 8
Welke stations zijn nog niet of onvoldoende uitgerust met camera’s?
Antwoord 8
ProRail laat weten dat er in Nederland op 105 van de 400 stations zo’n 6.500 camera’s
aanwezig zijn. Sommige winkels en servicebalies hebben daarnaast zelf nog camera’s.
Afhankelijk van de situatie wordt er in sommige gevallen voor gekozen om tijdelijke
camera’s te plaatsen. De ontwikkelingen in het openbaar vervoer worden voortdurend
gevolgd en samen met vervoerders en ProRail wordt daarbij ook gekeken naar het plaatsen
van extra camera’s. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met de kans op een incident
en de financiële mogelijkheden. Daarom is het niet mogelijk om zwart-wit te spreken
van voldoende en onvoldoende camera’s. In de brief van 11 februari jl. heb ik aangegeven
ProRail een subsidie te geven voor extra camera’s en maatwerk maatregelen voor de
58 stations die op sociale veiligheid onvoldoende scoren.4 Met deze subsidie kunnen op zo’n 14 stations camera’s bijgeplaatst worden en op zo’n
26 stations andere fysieke maatregelen genomen worden. Ik vind het van belang dat
slecht scorende stations beter in beeld worden gebracht en reizigers daardoor mogelijk
een sterker veiligheidsgevoel krijgen.
Vraag 9
Wanneer zijn alle treinen toegerust met camera’s?
Antwoord 9
Alle treinen van regionale vervoerders zijn uitgerust met camera’s. NS laat weten
dat op 1 januari 2025 er in totaal zo’n 14.000 camera’s in treinen hangen. Daarmee
is 80 procent van de NS-vloot voorzien van camera’s. Bij een deel daarvan kan de vervoerder
live meekijken via de meldkamer. Alle nieuwe treinen en treinen die worden gereviseerd
worden voorzien van camerabewaking en zo werkt het bedrijf er dus naartoe om in alle
treinen camera's te hebben. NS laat weten de investeringen zo slim mogelijk te willen
plannen, zodat groot onderhoud samenvalt en de vervoerder gedurende de restlevensduur
van het materieel een zo goed mogelijk resultaat heeft van de investering in sociale
veiligheid. NS hoopt eind 2026 meer dan 90% van de vloot uitgerust te hebben met camera’s.
Vraag 10
Wanneer hebben alle medewerkers van de beveiliging en de conducteurs op alle treinen
in Nederland een bodycam?
Antwoord 10
Alle medewerkers in het OV met een specialistische handhavingsstaak hebben de mogelijkheid
om een bodycam te dragen. NS heeft het afgelopen jaar een proef gedraaid om medewerkers
zónder specialistische beveiligingstaak – de conducteurs – ook te voorzien van een
bodycam. Ik kijk er positief tegenaan dat vervoerders de mogelijkheid onderzoeken
om ook personeel zonder een specialistische handhavingsstaak te voorzien van een bodycam.
Ik volg deze ontwikkelingen nauwgezet, maar kan daarbij op dit moment nog geen specifieke
termijn noemen.
Vraag 11
Zijn er bij u cijfers bekend over het veiligheidsgevoel in het OV, voor zowel medewerkers
als reizigers? Zo ja, is er een stijging in het veiligheidsgevoel te merken? Zo nee,
bent u bereid deze cijfers te vergaren?
Antwoord 11
Kennisplatform CROW voert jaarlijks de OV-Klantenbarometer uit. Het veiligheidsgevoel
onder reizigers is hierbij jaarlijks een terugkerend onderdeel. In de periode 2021
tot en met 2023 scoorde het OV een 7,9 op het veiligheidsgevoel.5 ProRail en NS meten daarnaast de beleving van reizigers op stations met de Stationsbelevingsmonitor
(SBM). Over 2024 was het algemene en landelijke oordeel voor stations ongeveer een
7,2.6 Het thema sociale veiligheid ontving gemiddeld hetzelfde cijfer. Voor de 58 stations
die onder de 6.0 scoren op de vraag aan reizigers of ze zich na 19u ’s avonds sociaal
veilig voelen, wordt extra aandacht gezet door een verdiepende analyse en mogelijk
extra maatregelen te nemen. Daarvoor ontvangt ProRail binnenkort een subsidie.
Het Ministerie van IenW voert verder iedere twee jaar een personeelsmonitor uit, om
zo een beeld te krijgen van het veiligheidsgevoel onder het OV-personeel. Op 26 juli
2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de laatste personeelsmonitor, waarbij het
gemiddelde cijfer over alle respondenten daalt van 6,7 naar 6,1.7 De eerstvolgende personeelsmonitor OV zal gedurende dit jaar plaatsvinden en parallel
aan de OV-Klantenbarometer begin 2026 worden gepubliceerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.