Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het bericht dat de VS uit de WHO stapt (Kamerstuk 36600-XVI-176)
2025D15170 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de brief van 5 maart 2025 inzake Reactie op verzoek commissie
over het bericht dat de VS uit de WHO stapt (Kamerstuk 36 600 XVI, nr. 176).
De voorzitter van de commissie, Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie, Sjerp
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II.
Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het verzoek van
de commissie over het bericht dat de Verenigde Staten (VS) uit de WHO stapt en hebben
hierover geen aanvullende vragen en/of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met zorg en interesse kennisgenomen
van de kabinetsreactie over het vertrek van de VS uit de WHO. Genoemde leden hebben
grote zorgen over het vertrek van de VS, die circa 20% van het totale WHO-budget van
$ 3,75 miljard per jaar financieren. Deze leden vrezen de impact hiervan op de mondiale
pandemische paraatheid en de mogelijke gevolgen voor de levering van vaccins, medicatie
en medische apparatuur tijdens pandemieën.
De Minister schrijft in de kabinetsreactie dat het besluit van de Amerikaanse president
Trump om het Executive Order (EO) te ondertekenen waarmee het lidmaatschap van de
WHO werd opgezegd, resulteerde in de onmiddellijke stopzetting van alle betalingen
door de VS aan de WHO. Wat zijn tot op heden de gevolgen hiervan? Is er bijvoorbeeld
al sprake van een «braindrain» doordat Amerikaanse experts die bij de WHO gedetacheerd
zijn worden teruggetrokken? Wat zijn de gevolgen nu de VS ook reeds toegezegde betalingen
op al verrichte werkzaamheden in 2024 niet heeft voldaan? Zijn er projecten of initiatieven
die hierdoor zijn komen stil te liggen of hier op andere manieren al de gevolgen van
ondervinden? Zo ja, om hoeveel projecten gaat het? Welke gevolgen heeft de terugtrekking
van de VS daarnaast op de autoriteit van het instituut? Wat is de impact van de terugtrekking
op de slagvaardigheid van de organisatie bij het bevorderen van basale gezondheidszorg
in ontwikkelingslanden, en het in de kiem smoren van potentiële pandemieën zoals mpox?
Wat is daarnaast de impact op het werk van de WHO op het bevorderen van gelijkwaardige
toegang tot vaccins, ook door ontwikkelingslanden, waarvan het belang voor de wereldwijde
gezondheid is gebleken tijdens de vaccinongelijkheid bij de COVID-19-pandemie?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen daarnaast in de kabinetsreactie dat
de terugtrekking van Amerikaans personeel bij de WHO specifiek voor Nederland kan
leiden tot een afname in directe samenwerking met de VS, vooral op het gebied van
onderzoek en het delen van medische kennis en technologieën. Zijn de eerste gevolgen
hiervan al merkbaar en zo ja, op welke wijze? Is de samenwerking tussen Nederland
en de VS hechter dan andere aangesloten landen bij de WHO? Op welke manier kan de
afname in directe samenwerking met de VS worden gecompenseerd door samenwerking op
het gebied van onderzoek en technologie met andere landen, bijvoorbeeld binnen de
Europese Unie? Is de Minister bereid zich hier hard voor te maken?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de beslisnota dat het kabinet vooralsnog
kiest voor een zakelijke en feitelijke reactie op het besluit van de Amerikaanse regering
omdat de relatie van de VS belangrijk is voor Nederland. Is het kabinet daarnaast
voornemens om zich wel stevig uit te spreken over de mogelijke gevolgen hiervan voor
de wereldwijde pandemische paraatheid, waardoor ook de VS uiteindelijk geraakt kunnen
worden? Kan de Minister toezeggen dat het kabinet de WHO actief zal blijven steunen?
Hebben de Nederlandse bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en de vermindering
van bijdragen aan de VN gevolgen voor de Nederlandse bijdrage aan de WHO? Wat is de
impact op het werk van de WHO als meerdere belangrijke donorlanden hun bijdrage naar
beneden bijstellen?
Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog enkele vragen over de
gevolgen voor de pandemische paraatheid in Nederland, die immers ook beïnvloed wordt
door een mogelijke achteruitgang van de mondiale pandemische paraatheid door de terugtrekking
van de VS. Wat betekent dit voor de opgave van Nederland op het gebied van pandemische
paraatheid? Verandert dit de doelstellingen van het kabinet? Worden de gevolgen van
het terugtrekken van de VS uit de WHO meegenomen in het Plan Weerbaarheid? Wordt de
noodzaak voor een oplossing voor de bezuinigingen op pandemische paraatheid in Nederland
volgens de Minister hiermee groter?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het verzoek van
de commissie over het bericht dat de VS uit de WHO stapt. Hoewel zij inzien dat een
mogelijk vertrek van de VS uit de WHO grote gevolgen zal hebben, vinden zij het begrijpelijk
dat het kabinet hier niet over wil speculeren. Genoemde leden hebben toch nog enkele
vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoe het staat met het kabinetsbrede
weerbaarheidsbeleid jegens gezondheidscrises en in hoeverre de onduidelijkheid over
de stappen van de VS en de WHO van invloed is op de voortgang van haar beleid. Ook
willen zij weten in hoeverre de Minister verwacht dat de stappen van de VS van invloed
zijn op de strategische autonomie met betrekking tot gezondheid en zorg in Europa.
Tot slot lezen de leden van de VVD-fractie dat één van de gevolgen kan zijn dat het
moeilijker wordt om belangrijke gezondheidsdata zo snel mogelijk te delen. Genoemde
leden vragen welke typen gezondheidsdata vanuit de VS gedeeld worden. Welke directe
samenwerkingen lopen er momenteel tussen de VS en Nederland en tussen de VS en de
EU?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie betreuren het dat de VS uit de WHO zijn gestapt. Deze
leden onderstrepen het belang van internationale samenwerking bij de aanpak van mondiale
gezondheidsvraagstukken, zoals pandemische paraatheid. Genoemde leden hebben nog enkele
vragen over de kabinetsreactie op het terugtreden van de VS uit de WHO.
De leden van de NSC-fractie lezen dat de terugtrekking van de VS uit de WHO gevolgen
zal hebben voor de directe samenwerking tussen Nederland en de VS op het gebied van
onderzoek en het delen van medische kennis en technologieën. Kan de Minister een beter
beeld schetsen van wat deze verminderde samenwerking concreet zal betekenen voor de
gezondheidszorg in Nederland? Zal de Minister zich inzetten om deze samenwerking toch
voor te zetten, eventueel op bilateraal niveau?
De leden van de NSC-fractie hebben grote zorgen over de staat van de pandemische paraatheid.
Zoals ook de Minister schrijft, is dit per definitie een mondiale uitdaging en is
de WHO een essentiële schakel in de wereldwijde aanpak. De Minister geeft aan dat
de WHO bijvoorbeeld de samenwerking tussen landen tijdens een gezondheidscrisis faciliteert.
Kan de Minister aangeven welke impact het vertrek van de VS uit de WHO heeft op de
beschikbaarheid en verdeling van vaccins en medische hulpmiddelen bij een volgende
pandemie? Tot slot vragen deze leden of er plannen zijn om nauwer samen te werken
met de EU of andere internationale gezondheidsinitiatieven om de gevolgen van de Amerikaanse
beslissing op te vangen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de brief van de
Minister over het nieuws dat de VS uit de WHO stappen. Daartoe hebben deze leden verdere
vragen.
De Minister geeft in deze brief aan dat het vertrek van de VS kan leiden tot een meer
gefragmenteerde aanpak van uitbraken van infectieziekten en pandemieën, waardoor de
WHO minder effectief zou kunnen reageren op uitbraken van infectieziekten of pandemieën.
Ziet de Minister daartoe het belang om als Nederland zelf alles op alles te moeten
zetten om goed voorbereid te zijn op een nieuwe pandemie? Daartoe vragen de leden
van de D66-fractie welke plannen de Minister heeft om de pandemische paraatheid voor
Nederland te garanderen. Zij vragen of de Minister nog steeds vasthoudt aan haar aangekondigde
bezuinigingen op pandemische paraatheid, terwijl de Minister weet dat onze pandemische
paraatheid er slechter voorstaat dan voor de COVID-19 crisis1. Kan de Minister aangeven op welke wijze zij voorkomt dat de publieke gezondheidszorg
en de GGD’en die hierin een vitale rol spelen met deze bezuinigingen verder worden
afgebroken? Deze leden vragen tevens of de Minister kan aangeven op welke wijze zij
voorkomt dat eerder gedane investeringen teniet worden gedaan.
De Minister benoemt dat door het vertrek van de VS uit de WHO wetenschappelijke contracten
bevroren kunnen worden, wat wereldwijde samenwerking in het geding brengt en waardoor
het moeilijker kan worden om belangrijke gezondheidsdata snel te delen. De leden van
de D66-fractie vragen aan de Minister op welke manier ervoor gezorgd wordt dat Nederlandse
beleidsmakers en onderzoekers toegang blijven houden tot de expertise van Amerikaanse
wetenschappers, in het belang van de continuering van goede zorg en pandemische paraatheid.
Tot slot, deze leden vinden het belangrijk dat Nederland zelf goed is voorbereid op
een nieuwe pandemie maar zien dat dit alleen kan als we ook internationaal, dus middels
de WHO zijn voorbereid. Kan de Minister aangeven wat haar inzet is op Europees en
mondiaal niveau om de pandemische paraatheid te versterken, zo vragen deze leden.
Kan de Minister daarbij toelichten welke stappen zij al heeft ondernomen en wat we
verder kunnen verwachten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van BBB-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op verzoek van de commissie
over het bericht dat de VS uit de WHO stapt. Deze leden hebben de volgende vragen
aan de Minister.
De leden van de BBB-fractie zijn blij dat Nederland zich bij de WHO actief inzet voor
het behoud van nationale soevereiniteit in het kader van de IHR-wijzigingen en het
pandemie-instrument. Dankzij de scherpe motie van het lid Keijzer2 blijft Nederland de regie behouden over zijn eigen gezondheid en soevereiniteit.
De leden van de BBB-fractie hebben ervoor gezorgd dat Nederland niet automatisch akkoord
gaat met de voorgestelde wijzigingen van de Internationale Gezondheidsregels (IHR)
van de WHO. Dit betekent dat een zorgvuldige, transparante discussie plaatsvindt in
de Kamer voordat een besluit wordt genomen. Desondanks hebben deze leden enkele vragen
over de voortgang van de onderhandelingen en de verdere koers die Nederland volgt.
Wat is na het vertrek van de VS de eigen deelname van Nederland aan de WHO en de invloed
daarvan op de nationale gezondheidspolitiek? Hoe wordt Nederland vertegenwoordigd
in de onderhandelingen over het pandemieverdrag?
In hoeverre is het kabinet bereid te blijven zorgen voor transparantie en democratische
besluitvorming, zoals eerder vastgelegd in de motie Keijzer? Hoe garandeert de Minister
dat er een zorgvuldige afweging komt van de voorgestelde wijzigingen voordat Nederland
een standpunt inneemt over de nieuwe regelgeving van zowel de IHR als het pandemieverdrag?
Hoe staat het kabinet tegenover deze voorgestelde wijzigingen van zowel de IHR als
het pandemieverdrag waarover nog wordt onderhandeld?
Wat is de huidige stand van de onderhandelingen over het pandemie-instrument? Hoe
ziet het kabinet de rol van Nederland bij het bereiken van een compromis, en denkt
de Minister überhaupt dat het verstandig is om akkoord te gaan met een eventueel pandemieverdrag?
Aangezien de geopolitieke situatie, zoals de recente verkiezingen in de VS, invloed
kan hebben op de onderhandelingen, wat verwacht het kabinet dat de impact daarvan
zal zijn op de onderhandelingen bij het pandemieverdrag? Hoe bereidt Nederland zich
voor op deze mogelijk gewijzigde situatie? En welke rol zal Nederland hierin nemen?
Hoe wordt de nationale soevereiniteit gewaarborgd in de context van de internationale
samenwerking, vooral in het geval van overdracht van bevoegdheden over de bestrijding
van gezondheidscrisissen?
Zijn er waarborgen dat Nederland niet gedwongen zal worden maatregelen in te voeren
die ingaan tegen onze nationale belangen? Zo nee, kan de Minister toezeggen te staan
voor het feit dat Nederland nooit gedwongen maatregelen in zal moeten voeren die ingaan
tegen onze nationale belangen?
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
E.M. Sjerp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.