Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Slagt-Tichelman over het bericht 'Veerle (27) wil nooit meer een spiraaltje zonder verdoving: ‘Deze pijn is het niet waard’'
Vragen van het lid Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA) aan de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Veerle (27) wil nooit meer een spiraaltje zonder verdoving: «Deze pijn is het niet waard»» (ingezonden 4 maart 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en de Staatssecretaris
Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 2 april 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1694.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Veerle (27) wil nooit meer een spiraaltje zonder verdoving:
«Deze pijn is het niet waard»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het signaal uit het artikel dat veel vrouwen ontevreden zijn over hun opties
voor anticonceptie? Deelt u de mening dat dit zeer zorgwekkend is? Zo ja, welke concrete
maatregelen gaat u nemen om dit te verbeteren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Wij, de Minister van VWS en de Staatssecretaris JPS, herkennen dit signaal. We vinden
het vervelend voor de vrouwen die dit betreft. Goede begeleiding in de zoektocht naar
een geschikt en passend anticonceptiemiddel is belangrijk. In de Nederlands Huisartsengenootschap
(NHG)-Standaard Anticonceptie krijgen huisartsen het advies om op verschillende momenten
een gesprek over anticonceptie aan te bieden. Bijvoorbeeld een evaluatief gesprek
over tevredenheid en eventuele bijwerkingen drie maanden na de start met een nieuw
middel. Helaas hebben wij beperkt invloed op de ontwikkeling van nieuwe anticonceptiemethoden,
zoals bijvoorbeeld de mannenpil. Hoewel academisch onderzoek naar nieuwe anticonceptiemethoden
mogelijk is in Nederland, ligt er ook een verantwoordelijkheid bij de farmaceutische
industrie. Het is belangrijk dat vrouwen én mannen toegang hebben tot een anticonceptiemethode
die bij hen past. Hiervoor is toegang tot betrouwbare informatie en zijn gezondheidsvaardigheden
van belang. Hier wordt onder andere op ingezet met de Aanpak onbedoelde en ongewenste
zwangerschap2, door bijvoorbeeld voorlichting via publiekscommunicatie en het onderwijs, de intensivering
van anticonceptiecounseling in de abortuskliniek en via het programma Nu Niet Zwanger.
Mensen kunnen ook altijd terecht bij hun zorgprofessional, zoals de huisarts, apotheker
of verloskundige, voor vragen op dit terrein.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zeer zorgwekkend is dat de helft van de vrouwen die in de
afgelopen jaren een spiraaltje heeft laten plaatsen ernstige tot ondraaglijke pijn
had? Deelt u de mening dat dit ertoe zou kunnen leiden dat angst een onnodige drempel
zal gaan vormen bij de beslissing over anticonceptie? Zo ja, welke concrete maatregelen
neemt u om dit tegen te gaan?
Antwoord 3
Ja, wij vinden het belangrijk dat vrouwen zo min mogelijk drempels ervaren bij het
gebruik van anticonceptiemiddelen. Uit recent onderzoek van Ipsos I&O komt een duidelijk
signaal dat vrouwen de mogelijke (angst voor) pijn mee laten wegen bij hun afweging
of zij een spiraal laten plaatsen. Dat kunnen wij ons ook goed voorstellen. Tegelijkertijd
gaat de Minister van VWS niet over de manier waarop zorgverleners zorg verlenen, voor
zover het medisch-inhoudelijke overwegingen betreft. Pijnbestrijding kent ook risico’s
en nadelen en het is aan zorgverleners om op basis van hun kennis over wetenschap
en praktijk in te schatten wat passende zorg is. Daarbij is het van groot belang dat
zij het perspectief van de patiënt zwaar meewegen.
Daarnaast vinden wij het belangrijk dat vrouwen of stellen eerlijke voorlichting krijgen
over de voor- en nadelen van anticonceptiemethodes, op basis van evidencebased richtlijnen.
Zoals de Minister van VWS in de Verzamelbrief Eerstelijnszorg al met u Kamer deelde,
heeft zij het NHG gevraagd om aandacht te hebben voor goede en begrijpelijke communicatie
over dit onderwerp richting vrouwen en huisartsen. Dit om vrouwen die overwegen een
spiraal te laten plaatsen te helpen bij hun afwegingen en bij de voorbereiding op
de plaatsing. De vrouw of het stel kan op basis daarvan een keuze maken voor een methode
die bij haar past. Naast het spiraaltje zijn er meerdere andere betrouwbare anticonceptiemethodes
waar vrouwen voor kunnen kiezen.
Uit resultaten van de Monitor Seksuele Gezondheid 2023 blijkt dat het gebruik van
een spiraal als anticonceptie afgelopen jaren is toegenomen. In 2017 gebruikte 17%
van de vrouwen tussen de 18 en 49 jaar een spiraal, en in 2023 was dit percentage
21%.3 De belangrijkste reden die vrouwen in dit onderzoek noemen om geen anticonceptie
te gebruiken, is dat ze geen hormonen willen gebruiken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het zeer zorgwekkend is dat veel vrouwen aangeven dat zij zich
niet serieus genomen voelen als zij bij zorgverleners klachten of pijn aankaarten?
Zo ja, kunt u nader toelichten op welke wijze u zich inzet voor het tegengaan van
discriminatie jegens vrouwen in de medische wereld en te bevorderen dat zij serieus
genomen worden als zij klachten ervaren?
Antwoord 4
Ja, wij vinden het zorgwekkend dat veel vrouwen aangeven dat zij zich niet serieus
genomen voelen bij hun zorgverlener. Wij vinden het belangrijk dat iedereen in Nederland
goede zorg ontvangt gebaseerd op professionele richtlijnen en kwaliteitsstandaarden.
Dit geldt ook voor de zorg rondom het plaatsen van een spiraal. Wij benadrukken dat
de Minister van VWS het belangrijk vindt dat deze patiënten zich gehoord en gezien
voelen in de spreekkamer. Gelukkig merken wij in de praktijk dat hiervoor steeds meer
aandacht komt en het NHG met voorrang is gestart met de herziening van de NHG-Standaard
Anticonceptie. Wij vinden het ook goed van vrouwen dat zij hierover aan de bel trekken.
Dit soort acties dragen ook bij aan het doorbreken van taboes.
Wij vinden de aandacht die er is voor vrouwspecifieke aandoeningen belangrijk. Het
is essentieel dat de aandacht voor en kennis over behandelingen van vrouwspecifieke
aandoeningen vergroot wordt, zodat vrouwen eerder de benodigde hulp zullen zoeken
en eerder passende zorg krijgen. De Minister van VWS zet dan ook in op aandacht voor
vrouwengezondheid, onder meer met een «nationale strategie vrouwengezondheid»3.
Vraag 5
Kunt u toelichten in hoeverre huisartsen, verloskundigen en gynaecologen op dit moment
zich bewust zijn van en geïnformeerd worden over de mogelijkheid om de baarmoedermond
te verdoven met Xylocaïne-spray bij het plaatsen van een spiraaltje? Hebben huisartsen,
evenals verloskundigen, Xylocaïne-spray standaard op voorraad in de praktijk?
Antwoord 5
Het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) heeft geen cijfers over de mate waarin
huisartsen zich bewust zijn van de mogelijkheid om de baarmoedermond te verdoven met
xylocaïne-spray, of een andere lokale methode. De huidige NHG-Standaard Anticonceptie
geeft geen aanbevelingen over lokale methodes voor pijnstilling bij spiraalplaatsing.
Bij de herziening van de NHG-Standaard Anticonceptie kijkt de werkgroep naar verschillende
methodes, waaronder xylocaïne-spray. Het NHG schat in dat de meeste huisartsen via
discussieforums voor huisartsen, publicaties in vakliteratuur en media zich wel bewust
zijn van de mogelijkheid om deze methodes te gebruiken. Xylocaïne-spray is niet standaard
aanwezig in elke huisartsenpraktijk.
De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) geeft bij navraag
aan dat zij denken dat de meerderheid van de gynaecologen zich bewust is van het feit
dat (lokale) verdoving mogelijk is bij het plaatsen van een spiraal. In hoeverre gynaecologen
bekendheid hebben met xylocaine spray is niet bekend. De NVOG denkt dat er een grotere
groep gynaecologen bekendheid heeft met het zogenaamde (para)cervicale block, dan
met de spray. Hoe vaak/veel een spray op voorraad is voor gynaecologen, is niet bekend.
Vraag 6
Deelt u de mening dat deze suggestie een eventuele tussenoplossing zou kunnen zijn
voor vrouwen die behoefte hebben aan verdoving bij het plaatsen van een spiraaltje,
zeker gelet op het feit dat de herziening van de NHG-standaard Antinconceptie halverwege
2026 gereed zal zijn?
Antwoord 6
De Minister van VWS gaat niet over de manier waarop zorgverleners zorg verlenen, voor
zover het medisch inhoudelijke afwegingen betreft. Pijnbestrijding kent ook risico’s
en nadelen en het is aan zorgverleners om op basis van hun kennis over wetenschap
en praktijk in te schatten wat passende zorg is. Het NHG zal bij de herziening van
de NHG-Standaard Anticonceptie hier zorgvuldig naar kijken. Het NHG kan niet vooruitlopen
op de aanbevelingen.
Vraag 7
Kunt u aangeven in hoeverre andere beroepsgroepen, zoals verloskundigen, gynaecologen
en seksuologen betrokken worden bij het opstellen van de NHG-standaard Anticonceptie?
Antwoord 7
Bij de herziening van de NHG-Standaard Anticonceptie zijn zowel gynaecologen als verloskundigen
betrokken. Van beide beroepsverenigingen (NVOG, KNOV) zit een afgevaardigd lid in
de werkgroep. De NHG-Standaard Anticonceptie is ook bedoeld voor gynaecologen, en
geldt voor verloskundigen als uitgangspunt voor hun anticonceptiebeleid.
Vraag 8
Worden vrouwen op dit moment gewezen op de mogelijkheid dat zij ook doorverwezen kunnen
worden voor verdovende injecties in de baarmoedermond bij het plaatsen van een spiraal?
Kunt u ook nader toelichten hoeveel vrouwen gebruikmaken van deze mogelijkheid? Kunt
u ook nader toelichten welke andere mogelijkheden er zijn voor pijnbehandeling bij
het plaatsen van een spiraaltje en hoeveel vrouwen (uitgesplitst per mogelijkheid)
hiervan gebruikmaken op jaarbasis?
Antwoord 8
In de NHG-Standaard Anticonceptie staan nu geen aanbevelingen over verwijzing voor
verdoving bij spiraalplaatsing. Het NHG heeft geen cijfers over in welke mate vrouwen
hiervoor verwezen worden. In samenhang met het beleid ten aanzien van pijnbestrijding
zal de werkgroep ook de verwijsafspraken herzien.
Vraag 9
Kunt u nader toelichten of er op dit moment onderzoeken lopen in Nederland naar de
mogelijkheid van verdoving bij het plaatsen van een spiraaltje? Zo ja, kunt u ook
aangeven wanneer de uitkomsten van deze onderzoeken verwacht kunnen worden? Zo nee,
bent u bereid om dit te laten onderzoeken?
Antwoord 9
Zowel de NHG als de NVOG hebben geen overzicht van de lopende onderzoeken op dit gebied,
wel is er binnen de beroepsgroepen aandacht voor het starten van onderzoeken hiernaar.
De Special Interest Group (SIG) Anticonceptie, bestaande uit onder andere de NHG en
NVOG, staat open voor verdere verkenning van dit onderwerp binnen de gebruikelijke
onderzoekskaders, zoals ZonMw-calls en kennisagenda’s. Het is aan het veld om kennishiaten
op dit gebied op te pakken en te onderzoeken.
Vraag 10
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat mensen toegang hebben tot goede,
betrouwbare informatie over anticonceptiemethoden, inclusief alternatieve methoden?
Zo ja, welke concrete maatregelen neemt u om dit te bewerkstelligen?
Antwoord 10
We vinden het van groot belang dat mensen toegang hebben tot goede, betrouwbare informatie
over alle vormen van anticonceptie. Met de Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap4 wordt ingezet op het voorkomen van onbedoelde zwangerschappen, hierin is informatievoorziening
een groot onderdeel. Er zijn verschillende websites waar informatie wordt gegeven
over anticonceptiemethoden. Zo kunnen jongeren online betrouwbare informatie vinden
op de website van www.sense.info. Hier kunnen jongeren verschillende anticonceptiemethodes, inclusieve alternatieve
methodes, met elkaar vergelijken. Als jongeren nog aanvullende vragen hebben heeft
sense ook een chatfunctie en bellijn waar ze anoniem hun vragen kunnen stellen. Dan
is er www.seksualiteit.nl voor volwassenen en www.zanzu.nl voor mensen die beperkt of slecht Nederlands spreken. De website www.anticonceptievoorjou.nl heeft een keuzetool waar je aan de hand van vragen kunt ontdekken welke anticonceptiemethode
het best bij je past. Tot slot hebben mensen via Thuisarts.nl toegang toe betrouwbare informatie over gezondheid en behandelingen, waaronder anticonceptie.
Mensen kunnen ook altijd terecht bij hun zorgprofessional, zoals de huisarts, apotheker
of verloskundige, voor vragen op dit terrein.
Scholen zijn naast ouders en verzorgers een belangrijke plek om kinderen voor te lichten
over gezonde relaties en seksualiteit zodat zij gezond, veilig en gelukkig op kunnen
groeien. Sinds 2012 zijn scholen in het primair onderwijs (po) en de onderbouw van
het voortgezet onderwijs (vo) ook verplicht, door de wettelijke kerndoelen, om aandacht
te besteden aan relationele en seksuele vorming. Dit kan onder andere via de Gezonde
School aanpak, waarbij scholen ondersteund worden om aandacht te besteden aan het
gezondheidsthema Gezonde Relaties en Seksualiteit. Sinds 2023 is er geïnvesteerd in
de intensivering van anticonceptiecounseling in de abortuskliniek. Ook kan er informatie
over anticonceptie worden verstrekt aan personen in kwetsbare omstandigheden via het
programma Nu Niet Zwanger en deze groep kan de anticonceptie ook gratis ontvangen
als dat nodig blijkt. Eind 2024 heeft het Ministerie van VWS een online campagne gefinancierd,
gericht op jongeren, over anticonceptiemethoden en soa’s, alternatieve methoden van
anticonceptie waren hier ook een onderdeel van. Ook kunnen jongeren terecht bij de
GGD voor een seksualiteitshulpverleningsconsulten en wordt door de inzet van de jeugdgezondheidszorg
(JGZ) de bewustwording over veilige en passende anticonceptie vergroot bij jongeren,
ouders en scholen.
Vraag 11
Hoe kijkt u naar de mogelijkheid om een centrale plek, zoals een website, beschikbaar
te stellen waarop mensen verschillende anticonceptiemethodes, inclusief alternatieve
methoden, met elkaar zouden kunnen vergelijken?
Antwoord 11
Er zijn al diverse websites die informatie geven over anticonceptiemethodes, gericht
op verschillende doelgroepen. Hiervoor verwijzen wij naar het antwoord op vraag 10.
Voor nu zien wij geen aanleiding om hier nog een website aan toe te voegen.
Vraag 12
Hoe reflecteert u op de bestaande informatievoorziening over opties voor pijnbehandeling
bij het plaatsen van een spiraaltje? Welke concrete maatregelen gaat u nemen om erop
toe te zien dat vrouwen beter geïnformeerd worden hierover?
Antwoord 12
Bij publicatie van de herziene NHG-Standaard zal de informatie op Thuisarts.nl daarop
aangepast worden. Het NHG zorgt dat de herziening via diverse kanalen aandacht krijgt
van huisartsen, onder andere door publicatie van een bericht in de nieuwsbrief voor
leden en een samenvatting in huisartsenvakblad Huisarts & Wetenschap.
Vraag 13
Hoe kijkt u naar de wens vanuit deskundigen om te kijken naar mogelijkheden om de
drempels omtrent anticonceptie, in bijzonder het spiraaltje, te verlagen voor mensen?
Antwoord 13
Wij vinden het belangrijk dat vrouwen zo min mogelijk drempels ervaren bij het gebruik
van anticonceptiemiddelen. Uit het onderzoek van Ipsos I&O komt een duidelijk signaal
dat vrouwen de mogelijke (angst voor) pijn mee laten wegen bij hun afweging of zij
een spiraal laten plaatsen. Dat kunnen wij ons ook goed voorstellen. Tegelijkertijd
gaat de Minister van VWS niet over de manier waarop zorgverleners zorg verlenen, voor
zover het medisch inhoudelijke afwegingen betreft. Pijnbestrijding kent ook risico’s
en nadelen en het is aan zorgverleners om op basis van hun kennis over wetenschap
en praktijk in te schatten wat passende zorg is. Daarbij vindt de Minister van VWS
het van groot belang dat zij het perspectief van de patiënt zwaar meewegen.
Vraag 14
Kunt u aangeven wat de huidige stand van zaken is omtrent de uitvoering van de motie
Slagt-Tichelman c.s. over meer stappen zetten om pijnbehandeling bij het plaatsen
van een spiraaltje mogelijk te maken?5
Antwoord 14
De motie van het lid Slagt-Ticheman c.s. over meer stappen zetten om pijnbehandeling
bij het plaatsen van een spiraaltje mogelijk te maken is reeds uitgevoerd. De Minister
van VWS heeft uw Kamer hierover geïnformeerd via de Verzamelbrief Eerstelijnszorg
op 25 oktober 20246.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.