Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Kent en Van Nispen over het bericht 'Klikken over uitkeringsfraude? Dat kan in steeds meer gemeenten, maar ook kritiek neemt toe'
Vragen van de leden Van Kent en Van Nispen (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Klikken over uitkeringsfraude? Dat kan in steeds meer gemeenten, maar ook kritiek neemt toe» (ingezonden 19 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Nobel (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
1 april 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1463.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitzending van EenVandaag waarin de kliklijn voor uitkeringsfraude
van verschillende gemeenten centraal staat?1
Antwoord 1
We hebben in Nederland een goed vangnet van sociale zekerheden. Daar kan iedereen
op rekenen. We moeten mensen met vertrouwen tegemoet treden: ervan uitgaan dat mensen
een uitkering aanvragen omdat zij die nodig hebben. Tegelijk blijven we alert op misbruik
en treden we er passend tegen op. Handhaving is daarbij een kerntaak die van belang
is voor het maatschappelijk draagvlak van de sociale zekerheid.
Gemeenten mogen deels hun eigen handhavingsbeleid invullen. Zij bepalen dus zelf of
een meldpunt wenselijk is en beoordelen ook zelf of het een doelmatig instrument is.
Ik moedig het oprichten van meldpunten door gemeenten niet actief aan, maar zie wel
dat gemeenten er veel belangrijke signalen uit kunnen halen, net als uit meldingen
van bijvoorbeeld het Inlichtingenbureau.
Het kan gebeuren dat melding binnenkomt over iemand terwijl deze niets verkeerds heeft
gedaan. Als diegene te maken krijgt met een onderzoek, kan dat als vervelend ervaren
worden. Het is belangrijk om te benadrukken dat gemeenten na een melding bezien of
de melding onderzoekswaardig is. Als dit het geval is, start de gemeente een onderzoek
op, waarbij er altijd een mogelijkheid is voor hoor- en wederhoor. Uit dit onderzoek
blijkt vervolgens of er sprake is van een overtreding. Zo ja, dan zal de gemeente
beoordelen of sprake is van een vergissing of van daadwerkelijk misbruik en of er
wel of geen sanctie volgt. Natuurlijk kan uiteindelijk ook blijken dat er niets aan
de hand is geweest. Dan volgen uiteraard geen maatregelen voor de betrokkene. Mocht
de gemeente constateren dat er wel sprake is van een overtreding en overgaan tot het
wel opleggen van een sanctie, dan geldt al op grond van de huidige wet- en regelgeving
dat er rechtswaarborgen in acht moeten worden genomen. De in ontwikkeling zijnde handhavingsregelgeving
gaat daarbij nog meer mogelijkheden bieden om passend met nog meer oog voor de mens
te reageren op overtredingen.
Vraag 2
Welke andere vergelijkbare meldpunten zijn er binnen overheids- en gemeentelijke instanties?
Is daar sprake van vergelijkbare kritiek en negatieve effecten?
Antwoord 2
Een meldpunt dient als middel om informatie te stroomlijnen voor een bestuursorgaan.
Ieder bestuursorgaan heeft de wettelijke plicht om bereikbaar te zijn voor vragen
van mensen. Het kan dan handig zijn voor bestuursorganen om, door middel van dergelijke
meldpunten, de informatiestromen zoveel mogelijk gericht binnen te laten komen.
Door dit te centraliseren is de ervaring dat informatie betrouwbaarder is, bijvoorbeeld
omdat er een standaardformulier ingevuld moet worden. UWV, SVB en gemeenten geven
aan dat iedere melding die via een meldpunt binnenkomt zorgvuldig wordt geverifieerd
alvorens er een inhoudelijk onderzoek plaatsvindt. Niet iedere melding wordt onderzoekswaardig
bevonden. Vervolgens wordt afgewogen welke toezichtsbevoegdheden toegepast worden
in een bepaalde situatie, waarbij de privacy van de betrokkene wordt afgewogen.
Binnen overheids- en gemeentelijke instanties zijn er talloze vergelijkbare meldpunten.
Meld Misdaad Anoniem is één van de bekendste meldpunten van de overheid. Daarnaast
heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) een meldpunt voor mensen om te melden
dat werkgevers zich niet aan wet- en regelgeving houden op het gebied van veiligheid
en goed werkgeverschap. De Belastingdienst heeft een meldpunt voor vermoedens van
belastingmisbruik en/oneigenlijk gebruik en de FIOD voor vermoedens van financiële
misbruik en/of oneigenlijk gebruik. Ter voorkoming en bestrijding van ondermijnende
criminaliteit hebben het Ministerie van J&V en de politie een campagne over alert
zijn op georganiseerde criminaliteit.2 Gemeenten kennen velerlei meldpunten, bijvoorbeeld voor geluidsoverlast, overlast
van bedrijven, woonoverlast, discriminatie, ongediertebestrijding, zorgwekkend gedrag
en onrechtmatigheden met uitkeringen.
Specifiek op het gebied van uitkeringen heeft UWV een Centraal Meldpunt Fraude waar
melding kan worden gedaan van een vermoeden van misbruik door personen of organisaties.
Meldingen die UWV op deze manier ontvangt, bevatten informatie over mogelijke overtredingen
die via andere controles onopgemerkt zouden blijven en zijn daarom een belangrijke
aanvulling. De SVB geeft aan dat zij de meeste signalen van mogelijke onregelmatigheden
zelf genereert. Een beperkter aantal signalen komt binnen via het eigen meldpunt of
wordt gedeeld door andere overheidsinstanties. Ook wordt nadrukkelijk ingezet op preventie
en vereenvoudiging van regelgeving om onrechtmatigheden in de eerste plaats te voorkomen
of zoveel als mogelijk te minimaliseren.
Er is bij mijn weten geen brede ervaring dat het hebben van een meldpunt de werking
heeft dat mensen elkaar met meer wantrouwen of minder vertrouwen tegemoet treden.
In de praktijk lijkt het er niet op dat mensen actief op zoek gaan naar signalen van
misbruik en/of oneigenlijk gebruik, omdat zij weten van het bestaan van een meldpunt.
Mensen zoeken waarschijnlijk pas naar een meldpunt als zij signalen van misbruik zien
in hun omgeving.
Vraag 3
Hoe weegt u dit in het licht van eerdere uitspraken van Beate Volker, hoogleraar sociologie
aan de Universiteit van Amsterdam, die aangaf dat kliklijnen verwoestend zijn voor
het sociale vertrouwen van een samenleving?3
Antwoord 3
Vanuit de praktijk is er geen aanleiding om aan te nemen dat het gebruik van of instellen
van een meldpunt op dit gebied leidt tot meer wantrouwen of vermindering van vertrouwen
in de samenleving. Meldpunten voor burgers zijn bedoeld om mogelijke onrechtmatigheden
te kunnen melden. Als iemand zich aan de regels houdt, dan verwacht diegene ook dat
medeburgers dat doen. Dit vormt een belangrijk onderdeel voor het draagvlak van de
sociale zekerheid.
Hierdoor zorgen we ervoor dat iedereen die dat daadwerkelijk nodig heeft een beroep
kan doen op de sociale zekerheid.
Vraag 4
Wat is volgens de meest recente wetenschappelijke inzichten de geschatte omvang van
de verschillende vormen van horizontale en verticale fraude, waaronder in ieder geval
zorgfraude, belastingfraude, faillissementsfraude en uitkeringsfraude?
Antwoord 4
Elke bewindspersoon kan opdracht geven tot onderzoek naar specifieke fraudefenomenen.
Ik beschik niet over een overzicht van recent onderzoek. Er is ook geen eenduidig
beeld te geven van de omvang van horizontale en verticale fraude. Het betreft een
verzamelterm voor vele fraudevormen. Het zicht op de aard en omvang verschilt sterk
per vorm. Doordat de meting van de omvang van fraudefenomenen afhankelijk is van de
gebruikte onderzoeksmethoden en gehanteerde definities, lopen de schattingen sterk
uiteen. Deze schattingen zijn vaak ook niet actueel. Bovendien wordt niet alle criminaliteit
geregistreerd en is een (onbekend) deel van de gepleegde delicten verborgen. Zo zijn
bijvoorbeeld over de omvang van verticale fraude, waar de overheid wordt benadeeld,
minder gegevens bekend omdat de overheid vaak niet weet dat zij slachtoffer is.
Wetenschappelijk onderzoek dat door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum
op aanvraag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt uitgevoerd, wordt
openbaar en is raadpleegbaar. Dit geldt bijvoorbeeld voor het onderzoek naar veelplegers
van faillissementsfraude dat in 2021 aan uw Kamer is aangeboden. In dit onderzoek
wordt ingegaan op enkele schattingen in de wetenschappelijke literatuur voor frauduleuze
faillissementen.4 De schattingen lopen uiteen van 10% tot 33%.
Daarnaast werd uw Kamer op 7 december 2023 door de Minister van Justitie en Veiligheid
geïnformeerd over de strafrechtelijke prestaties in de bestrijding van fraude over
2021 en 2022.5 Deze tweejaarlijkse fraudemonitor van het Openbaar Ministerie bevat informatie over
het aantal verdachten en de instroom en uitstroom van strafzaken van zowel verticale
fraude, waarbij de overheid wordt benadeeld, als horizontale fraude, waarbij burgers
en bedrijven worden benadeeld.
Vraag 5
Wat zijn de kosten van de fraudebestrijding, onderscheiden naar deze zelfde verschillende
typen (horizontale en verticale) fraude? Hoe verhoudt dit zich volgens u tot elkaar,
is dit in balans?
Antwoord 5
Fraudebestrijding is geen verdienmodel (en daarmee staat de afweging kosten versus
opbrengsten dus ook niet bovenaan). In algemene zin kent het wettelijk kader geen
definitie van «fraude» in de sociale zekerheid, en wordt dus niet bijgehouden of geregistreerd
of en zo ja, om welk type fraude het gaat.
Gemeenten ontvangen via de algemene uitkering van het Gemeentefonds middelen die zij
kunnen inzetten voor handhaving. Deze middelen zijn vrij besteedbaar en worden niet
apart geoormerkt. Het is derhalve niet inzichtelijk welke kosten er gepaard gaan met
de handhaving door gemeenten.
Vraag 6
Wat zijn de geschatte kosten van fraudeonderzoeken voortkomend uit meldpunten, zoals
kliklijnen, en wat levert het uiteindelijk op?
Antwoord 6
De kosten die gemoeid zijn bij onderzoeken naar overtredingen worden niet apart inzichtelijk
gemaakt door gemeenten.
Factoren die van invloed zijn op de kosten zijn o.a. het type signaal dat binnenkomt
via het meldpunt en de mate van detail in een signaal.
We hebben in Nederland een goed vangnet voor mensen die het (tijdelijk) moeilijk hebben.
Dit vangnet betalen we gezamenlijk. We hebben daarbij afspraken gemaakt onder welke
omstandigheden en in welke gevallen mensen hier een beroep op kunnen doen. Handhaving
in de sociale zekerheid gaat over het zekerstellen dat die afspraken worden nagekomen.
Meldpunten voor burgers zijn bedoeld om mogelijke onrechtmatigheden te kunnen melden.
Als iemand zich aan de regels houdt, dan verwacht diegene ook dat medeburgers dat
doen. Dit vormt een belangrijk onderdeel voor het draagvlak van de sociale zekerheid.
Hierdoor zorgen we ervoor dat iedereen die dat daadwerkelijk nodig heeft een beroep
kan doen op de sociale zekerheid.
Vraag 7
Op welke manier bent u van plan het tegengaan van onterechte fraudevervolgingen op
te nemen in het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid?
Antwoord 7
Het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid gaat niet over (het al dan niet inzetten
van) onderzoeksbevoegdheden en het constateren van overtredingen. Met het wetsvoorstel
regelen de Minister van SZW en ik nadrukkelijker dat een sanctie enkel en alleen volgt
als de overtreding ernstig genoeg is. Een bestuursorgaan moet de aard en ernst van
de overtreding, de verwijtbaarheid van de betrokkene en de eigen rol in het ontstaan
van de onrechtmatigheid uitdrukkelijk meewegen in de motivering van het sanctiebesluit.
Het onderzoek naar een overtreding is dus geen onderdeel van het wetsvoorstel Handhaving
sociale zekerheid, maar vormt wel een belangrijke schakel in het proces van handhaving
en sanctieoplegging. In het onderzoek kan namelijk worden vastgesteld wat er precies
is voorgevallen. Daarom is het ook in het bijzonder van belang dat mensen in deze
fase gehoord worden.
Mijn beeld is dat sociale rechercheurs en andere opsporingsambtenaren zeer consciëntieus
omgaan met hun bevoegdheden in het opsporingsonderzoek. Zij vragen zich regelmatig
af of bepaalde stappen gerechtvaardigd zijn of een te zware inbreuk vormen op de privacy.
Zij moeten daarbij ook aan veel waarborgen voldoen. Zo is bijvoorbeeld stelselmatige
observatie geen toegestaan opsporingsmiddel in de sociale zekerheid, waar dat in strafrechtelijke
onderzoeken wel een mogelijkheid is. De wetgever heeft hier dus al blijk gegeven van
een bepaalde afweging van zwaarte van de overtreding: hoe zwaarder een potentiële
overtreding, hoe meer bevoegdheden opsporingsambtenaren hebben.
Vraag 8
Hoe gaat u de negatieve (mentale) effecten van burgers bij onterechte fraudemeldingen
via het meldpunt oplossen zoals omschreven door hulpverlener Martine Marijt?
Antwoord 8
Het kan gebeuren dat over iemand melding gemaakt wordt, die niets verkeerds heeft
gedaan. Als diegene te maken krijgt met een onderzoek, kan dat als vervelend ervaren
worden. Het is belangrijk om te benadrukken dat gemeenten na een melding bezien of
de melding onderzoekswaardig is. Als dit het geval is, start de gemeente een onderzoek
op, waarbij indien mogelijk informatie uit meerdere bronnen wordt gebruikt en er altijd
een mogelijkheid is voor hoor- en wederhoor. Uit dit onderzoek blijkt vervolgens of
er sprake is van een vergissing of van daadwerkelijk misbruik en of er wel of geen
sanctie volgt. Natuurlijk kan uiteindelijk ook blijken dat er niets aan de hand is
geweest.
Dan volgen uiteraard geen maatregelen voor de betrokkene. Ons uitkerings- en handhavingssysteem
voorziet daarbij in voldoende waarborgen dat iemands rechten in acht worden genomen.
Vraag 9
Deelt u de constatering van EenVandaag dat de meeste fraudeopsporingen niet via het
meldpunt worden verricht, maar via verschillende instanties? Bent u het eens dat hierdoor
de meldpunten overbodig zijn en voornamelijk maatschappelijke schade toedienen aan
de samenleving?
Antwoord 9
Er zijn veel verschillende aanleidingen voor handhavingsonderzoeken. Een melding vanuit
de samenleving is een ingang, maar ook meldingen vanuit andere organisaties of informatie
vanuit de organisatie zelf. Signalen uit de organisatie kunnen bijvoorbeeld komen
van dossierhouders, handhavingsmedewerkers, een gepland heronderzoek of er kan sprake
zijn van datagedreven meldingen. Ook kan een onderzoek volgen op een melding van een
betrokkene zelf, dat er iets in diens situatie gewijzigd is.
De diversiteit aan bronnen in algemene zin is noodzakelijk voor een deugdelijk en
effectief handhavingsbeleid. Door verschillende ingangen te hebben van informatie,
wordt voorkomen dat er tunnelvisie ontstaat, waardoor alleen nog bepaalde mensen of
groepen van mensen onderzocht worden. De verschillende typen signalen zorgen ervoor
dat er geen blinde vlekken ontstaan en dat handhaving breed over de populatie plaatsvindt.
Ik ben het daarom niet eens met de aanname dat meldpunten overbodig zijn.
Vraag 10
Bent u van mening dat het afschaffen van zulke meldpunten de enige manier is om deze
schade te beperken zonder impact te hebben op fraudebestrijding op Rijksniveau?
Antwoord 10
Zoals ik hierboven al heb aangegeven, mogen gemeenten deels hun eigen handhavingsbeleid
invullen. Zij beoordelen daarbij zelf of meldpunten doeltreffend zijn. Er blijkt dat
gemeenten er veel belangrijke signalen uit kunnen halen, net als uit meldingen van
bijvoorbeeld het Inlichtingenbureau. Ik ben dan ook niet van mening dat meldpunten
afgeschaft moeten worden.
Vraag 11
Onderschrijft u de stelling van wethouder Tim Versnel dat geld verdienen niet het
doel is van fraudebestrijding? Zo ja, waartoe dient een gemeentelijk meldpunt dan
wel?
Antwoord 11
Ja, ik onderschrijf de stelling van wethouder Versnel. Geld verdienen is geen doel
in de handhaving van de sociale zekerheid. In Nederland hebben we een goed vangnet
voor mensen die het (tijdelijk) moeilijk hebben.
Dit vangnet betalen we gezamenlijk. We hebben daarbij afspraken gemaakt onder welke
omstandigheden en in welke gevallen mensen hier een beroep op kunnen doen. Handhaving
in de sociale zekerheid gaat over het zekerstellen dat die afspraken worden nagekomen.
Hierdoor zorgen we ervoor dat iedereen die dat daadwerkelijk nodig heeft een beroep
kan doen op de sociale zekerheid.
Vraag 12
Bent u het eens met raadslid Thomas van Halm die stelt dat een anonieme kliklijn wantrouwen
en verdeeldheid in de samenleving bevordert en de gemeentelijke instanties die zich
bezighouden met fraudebestrijding ondermijnt?
Antwoord 12
Nee. Ik deel het idee dat meldpunten zorgen voor verdeeldheid in de samenleving niet.
Meldpunten bieden burgers de mogelijkheid om mogelijke onrechtmatigheden te kunnen
melden. Ze hebben dus een belangrijke functie. Overheden moeten die signalen vervolgens
zorgvuldig beoordelen en bezien of een vervolgonderzoek wenselijk is. Als dit het
geval is, starten overheden een onderzoek op, waarbij er waarborgen zijn dat iemands
rechten in acht worden genomen.
Vraag 13
Bent u bereid, gezien de schadelijke maatschappelijke gevolgen, een verbod in te voeren
op deze kliklijnen?
Antwoord 13
Nee, daar ben ik niet toe bereid, gemeenten zijn bevoegd deels hun eigen handhavingsbeleid
in te vullen. Zij bepalen dus zelf of een meldpunt wenselijk is en beoordelen ook
zelf of het een doelmatig instrument is. Ik moedig het oprichten van meldpunten door
gemeenten niet actief aan, maar zie wel dat gemeenten er veel belangrijke signalen
uit kunnen halen, net als uit meldingen van bijvoorbeeld het Inlichtingenbureau. Ik
ga dus geen verbod invoeren op de meldpunten.
(eenvandaag.avrotros.nl/item/klikken-over-uitkeringsfraude-dat-kan-in-steeds-meer-gemeenten-maar-ookkritiek-neemt-toe/).
(www.bnr.nl/nieuws/binnenland/10461024/aantal-kliklijnen-bijstandsfraude…).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.