Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid White over de zorgwekkende staat van het funderend onderwijs op Curaçao
Vragen van het lid White (GroenLinks-PvdA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de zorgwekkende staat van het funderend onderwijs op Curaçao (ingezonden 26 februari 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 27 maart 2025).
Vraag 1, 2 en 3
Hoe verklaart u dat de Inspectie van het Onderwijs in haar nieuwste rapport een zorgwekkend
beeld over het funderend onderwijs op Curaçao moet schetsen?1
Klopt het beeld dat dit het derde rapport is in korte tijd, en één van de vele in
de afgelopen tien jaar, die structurele problemen blootleggen, maar dat desondanks
concrete veranderingen lijken uit te blijven? Zo ja, wat betekent dit voor de toekomstkansen
van kinderen en jongeren die opgroeien op Curaçao?
Geldt zo’n zorgwekkend beeld ook in deze mate voor het funderend onderwijs op Aruba
en Sint Maarten?
Antwoord 1, 2 en 3
Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn autonome landen binnen het Koninkrijk en onderwijs
is zodoende een landsaangelegenheid van de Caribische landen. Het is hierdoor niet
aan het Ministerie van OCW om uitspraken te doen over rapporten over het onderwijs
in Curaçao die zijn opgesteld door de Inspectie van het Onderwijs van Curaçao of één
van de andere landen. Desalniettemin werken we onder andere via de Landspakketten
en in het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW (M4LO) op vrijwillige basis samen met
de Caribische landen aan verbeteringen en hervormingen in het onderwijs.
Vraag 4
In hoeverre is deze zorgwekkende situatie ook een specifiek punt van aandacht geweest
bij het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW (M4LO) 2024, waarbij de Ministers van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland elkaar – ditmaal
niet in persoon, maar schriftelijk – ontmoetten?2
Antwoord 4
De staat van het funderend onderwijs op Curaçao zoals genoemd in het inspectierapport
is geen specifiek punt van aandacht geweest bij het M4LO. De M4LO-structuur met de
bijbehorende ambtelijke stuurgroep en werkgroepen is gebaseerd op continue vrijwillige
samenwerking en kennisdeling tussen de vier landen binnen het Koninkrijk, met de gelijkwaardigheid
van ieder land als uitgangspunt. Onderwerpen die urgent zijn voor alle landen binnen
het Koninkrijk kunnen door elk van de landen worden geagendeerd en worden bij instemming
van de andere landen gezamenlijk opgepakt. Het Ministerie van OCW werkt nauw samen
met Curaçao en ook Aruba en Sint Maarten op onder andere de lerarenopleiding, taal,
de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, doorstroom en verbetering van het
studentsucces van Caribische studenten in het Koninkrijksbrede programma Strategic
Education Alliance (SEA).
Vraag 5
Kunt u puntsgewijs uiteenzetten in hoeverre de Slotconclusies Onderwijs en Wetenschap
november 2024 Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland kunnen en moeten meehelpen
om deze problematiek op Curaçao aan te pakken?3
Antwoord 5
In de Slotconclusies van het schriftelijke M4LO van november 2024 hebben de landen
van het Koninkrijk een aantal afspraken gemaakt die bijdragen aan het oplossen van
de door u beschreven problematiek.4 Via het samenwerkingsverband Kibrahacha wordt gewerkt in het kader van samen opleiden
aan de lerarenopleidingen op de benedenwindse eilanden. Het netwerk Nederlands als
Vreemde Taal (NVT) Carib draagt bij aan meertaligheid in de klas. Ook werken de landen
via de werkgroep Rode Draden Doorlichting waar mogelijk samen aan het opvolgen van
de aanbevelingen uit de doorlichtingen van het onderwijs, uitgevoerd in het kader
van de landspakketten
Vraag 6 en 7
In hoeverre wordt uw gezamenlijke aanpak van de problematiek ondersteund met specifieke
aandacht voor goed onderwijs op de BES-eilanden?
Hoe gaat u de uitvoering van de motie White c.s. over een plan van aanpak om het onderwijs
in Caribisch Nederland te verbeteren betrekken bij de Koninkrijksbrede afspraken voor
het M4LO 2025?5
Antwoord 6 en 7
In het M4LO worden de Caribisch Nederlandse eilanden vanwege hun status als bijzondere
gemeenten van Nederland vertegenwoordigd door het land Nederland. De onderwerpen in
het M4LO zijn (ei)landoverstijgend en zijn dus ook van belang voor Bonaire, Sint Eustatius
en Saba. Tevens vanwege de regionale verbondenheid werken we nauw samen met de landen
om ook het onderwijs op Caribisch Nederland te verbeteren, met name door middel van
de programma’s Kibrahacha en SEA. Aangezien OCW voor Caribisch Nederland een andere
verantwoordelijkheid heeft dan voor de landen vragen sommige onderwerpen om een andere
aanpak dan agendering in het M4LO. Met Bonaire, Saba en Sint Eustatius werken we onder
andere samen aan de uitvoering van de derde onderwijsagenda per eiland6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.