Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Smitskam en Aardema over het bericht ‘Aanpak winkeldieven stokt door gebrekkige medewerking van politie’
Vragen van de leden Smitskam en Aardema (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Aanpak winkeldieven stokt door gebrekkige medewerking van politie» (ingezonden 24 januari 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 26 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 1295.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aanpak winkeldieven stokt door gebrekkige medewerking
van politie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Welke stappen onderneemt u om ervoor te zorgen dat de politie de benodigde persoonsgegevens
van winkeldieven weer tijdig en consistent verstrekt aan winkeliers, zodat zij hun
recht op schadevergoeding kunnen uitoefenen?
Deelt u de mening, dat – nu de nieuwe werkwijze op basis van het vierogenprincipe
niet langer structureel door de eenheid Midden-Nederland wordt toegepast – de korpschef
een protocol dient op te stellen voor de praktische uitvoering, waarbij de politiemensen
die de verdachte overnemen van de winkelier zo mogelijk meteen overgaan tot de verstrekking
van de identiteit van de verdachte? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid brengt, op verzoek van het Nationaal Platform
Criminaliteitsbeheersing, in samenwerking met de politie en het bedrijfsleven in kaart
welke knelpunten worden ervaren bij de directe aansprakelijkstelling van daders. Bij
deze aansprakelijkstelling gaat het onder andere om de schadevergoeding die winkeliers
vorderen van winkeldieven als compensatie voor de kosten die zij zelf maken bij de
afwikkeling van de winkeldiefstal (181 euro). In de knelpuntenanalyse wordt onder
meer gekeken naar de verstrekking van identificerende politiegegevens door de politie
aan de vertegenwoordigers of incassodienstverleners van de winkeliers. Het Besluit
politiegegevens bepaalt dat de politie deze politiegegevens kan verstrekken aan benadeelden
van strafbare feiten of hun vertegenwoordigers (artikel 4:2 lid 1 sub n). De politie
erkent dat er sprake is van een terugval in het aantal verstrekkingen bij winkeldiefstal
en probeert dit te herstellen in overleg met betrokken partijen. De politie gaat daarnaast
in afstemming met de betrokken stakeholders het landelijke kader voor de verstrekkingen
van politiegegevens bij winkeldiefstal actualiseren. Daarbij zal ook worden aangegeven
in welke gevallen politieambtenaren ter plekke de politiegegevens wel en niet verstrekken
aan de winkeliers en in welke gevallen de privacydesks van de eenheden een beoordeling
uitvoeren, al dan niet met toepassing van een vier-ogen-principe.
In het kader van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing en het Actieplan
Veilig Ondernemen 2023–2026 ben ik met het bedrijfsleven, de politie en het Openbaar
Ministerie in gesprek over de aanpak van winkeldiefstal. Dit is ook conform de motie
Michon-Derkzen, gericht op het versterken van de publiek-private samenwerking bij
de aanpak van winkeldiefstal.2 Een onderwerp daarbij is de verhouding tussen preventie, herstel en repressie bij
winkeldiefstal. Bezien wordt welke gevolgen verschillende mogelijkheden hebben voor
de rechtsstaat en de capaciteit van de betrokken organisaties. Ik zal u voor de zomer
van 2025 een reactie sturen op deze motie.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat, indien de identiteit van de verdachte niet direct is vast te
stellen, deze gegevens achteraf zo spoedig mogelijk door de politie verstrekt moeten
worden aan winkeliers? Zo nee, waarom niet?
Welke alternatieve mogelijkheden hebben ondernemers momenteel om de identiteit van
daders te achterhalen en hun schade te verhalen, en acht u deze mogelijkheden toereikend?
Antwoord 4 en 5
Deze vragen betrek ik bij het gesprek dat ik voer met partijen in het kader van het
Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing en het Actieplan Veilig Ondernemen 2023–2026.
Omdat ik deze gesprekken nog aan het voeren ben en ik alle belangen zorgvuldig wil
wegen kan ik helaas niet vooruitlopen op de uitkomsten van deze gesprekken.
Vraag 6
Hoe waarborgt u dat de voorgenomen beleidswijzigingen, waarbij «lichte» delicten zoals
winkeldiefstal in principe niet meer vervolgd worden, niet leiden tot een toename
van recidive en een gevoel van straffeloosheid in de samenleving?
Antwoord 6
De aanpak van winkeldiefstal moet ertoe leiden dat het onaantrekkelijk wordt gemaakt
om een winkeldiefstal te plegen. Dat omvat zowel het verkleinen van de mogelijkheid
om winkeldiefstal te plegen als het verbinden van passende gevolgen aan een gepleegde
winkeldiefstal, zoals strafrechtelijk optreden, herstel van schade of een (collectief)
winkelverbod. Daarbij moet oog zijn voor de aard van de winkeldiefstal: gaat het om
een eenvoudige winkeldiefstal, waarbij het goed een beperkte waarde heeft of over
een meer ernstige vorm. Daarnaast is ook van belang of de winkeldief een first-offender,
recidivist of veelpleger is.
De zelfscankassa vormt een apart aandachtspunt, ook omdat niet altijd duidelijk is
of de klant een product per ongeluk niet heeft gescand of met opzet, en daarmee onduidelijk
is of er wel of geen sprake is van winkeldiefstal.
Zoals hierboven aangegeven, ben ik in het kader van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing
en het Actieplan Veilig Ondernemen 2023–2036 met het bedrijfsleven, de politie en
het Openbaar Ministerie in gesprek over het versterken van de aanpak van winkeldiefstal.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.