Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kahraman en Olger van Dijk over verdachte Russische schepen in onze wateren
Vragen van de leden Kahraman en Olger van Dijk (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Defensie, van Buitenlandse Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat over verdachte Russische schepen in onze wateren. (ingezonden 5 februari 2025).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Ministers
van Defensie, van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid (ontvangen 17 maart
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1502.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel «Noors bedrijf dat Russische vis aan Nederland
levert, verdacht van sabotage»1, het artikel «Code rood voor Noordzee; Kabinet wil harder kunnen ingrijpen als verdachte
Russische schepen onze wateren opvaren»2 en het artikel «Europeanen verdienden miljarden met verkoop olietankers aan Russische
schaduwvloot»?3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten of en hoe er op dit moment adequaat en proportioneel gereageerd
wordt op (Russische) schaduwschepen?
Antwoord 2
Nederland zet zich in voor het aanpakken van de zogenaamde schaduwvloot die Rusland
inzet voor de omzeiling van sancties op Russische olie. Mede op Nederlands initiatief
zijn in het veertiende sanctiepakket de mogelijkheden vergroot om schepen toegang
tot onze havens en dienstverlening te verbieden door middel van een gesanctioneerde
lijst; naast het al bestaande verbod voor Russisch gevlagde schepen. In het vijftiende
en zestiende pakket zijn, mede dankzij Nederland, weer meerdere schepen toegevoegd
aan deze lijst. Het sanctioneren van individuele schepen uit de schaduwvloot is een
effectieve maatregel gebleken4. De schepen die op de Europese sanctielijst worden geplaatst, zien een significante
daling in opbrengsten uit de handel in olie. Daarnaast ervaren deze schepen moeilijkheden
in het aangaan van samenwerkingen met dienstverleners, zoals certificering en verzekering,
aspecten waar bij havenstaatcontroles op gecontroleerd en gehandhaafd wordt. De aanpak
van de schaduwvloot door het aanvullen van de lijst met schepen blijft prioriteit
van het kabinet. Het is niet in het belang van de Nederlandse onderhandelingsinzet
om hier in detailniveau verder op in te gaan.
Daarnaast heeft Nederland actief meegewerkt aan de totstandkoming van een International Maritime Organisation (IMO) resolutie waarin vlaggenstaten en andere maritieme stakeholders worden opgeroepen
om maatregelen te nemen om risico’s omtrent de schaduwvloot te voorkomen. Daartoe
pleit Nederland er in EU-verband, IMO-verband en binnen de overleggremia van Port
State Controle regimes voor om extra informatie over risicovolle olietankers te delen
en zodoende de inspectielast voor deze schepen mondiaal op te voeren. Daarnaast zorgen
overzichten in IMO van schepen die met valse certificaten varen voor de nodige naming and shaming. Hierbij wordt ook de desbetreffende vlaggenstaat vermeld wiens certificaten vals
gebruikt worden. Ook S&P Global, de organisatie die de IMO-nummers aan schepen uitgeeft,
houdt een database bij van schepen met valse certificaten die door IMO-lidstaten te
raadplegen is. Op deze wijze worden vlaggenstaten gewezen op hun verantwoordelijkheden
om verdragsverplichtingen na te komen, en om milieu- en veiligheidsrisico's van schaduwvloot
schepen te ondervangen.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke extra maatregelen zijn genomen naar aanleiding van het Vragenuur
van 14 mei 2024, na vragen over het Pointer-artikel over spionage in de Eemshaven,
om onze havens en wateren te beschermen tegen dit soort schepen? Wat zijn de resultaten
van de extra maatregelen?
Antwoord 3
Op 14 mei 2024 heeft de Minister van Defensie tijdens het Vragenuur gemeld dat het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het voornemen had geen ontheffingen
meer te verlenen aan Russische schepen met voedingsproducten als lading. De mogelijkheid
tot het geven van een ontheffing is gebaseerd op artikel 3 secties bis van Vo 833/2014.
Een lidstaat kan uitsluitend ontheffing verlenen voor de daar genoemde uitzonderingen,
waaronder voedselproducten.
Op 17 mei heeft de Minister van IenW de Kamer ingelicht dat verzoeken voor een dergelijke
ontheffing niet meer worden ingewilligd. Sindsdien worden er geen Russisch gevlagde
schepen meer binnen gelaten in onze havens.
Vraag 4
Kunt u toelichten wat de resultaten zijn van de maatregelen die afgelopen jaar gezamenlijk
met NAVO-partners zijn genomen om systematisch spionage op de Noordzee tegen te gaan?
Antwoord 4
Nederland werkt nauw samen met bondgenoten in NAVO-verband ten behoeve van de bescherming
van deze infrastructuur. Zo is Nederland aangesloten bij het Critical Undersea Infrastructure netwerk van de NAVO. Binnen dit netwerk komen de NAVO en bondgenoten samen om informatie
uit te wisselen met betrekking tot de bescherming van onderzeese infrastructuur. Verder
werd in 2024 binnen het NAVO Maritieme Hoofdkwartier het Maritime Centre for the Security of Critical Undersea Infrastructure actief. Dit centrum is opgezet om bondgenoten van een gedeeld beeld van mogelijke
dreigingen op zee te voorzien, waaronder de Noordzee. Ook zou het centre in de toekomst
een rol kunnen spelen in het coördineren van acties. Nederland pleit actief voor het
versterken van de capaciteiten van het centre.
Wanneer de situatie erom vraagt kan de NAVO haar aanwezigheid op zee verhogen, waaronder
op de Noordzee. Dit gebeurt momenteel in de Oostzee. Met Baltic Sentry maken bondgenoten,
waaronder Nederland, hun aanwezigheid en waakzaamheid kenbaar en beschermen zo onderzeese
infrastructuur ter plaatse. Op dit moment is er geen aanleiding voor dergelijke maatregelen
op de Noordzee.
Naast de samenwerking binnen het NAVO bondgenootschap, is er ook een intensieve samenwerking
tussen Nederland, België, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken en Noorwegen
om gezamenlijk de infrastructuur op zee beter te beschermen. Op 9 april 2024 ondertekenden
bovengenoemde landen een gezamenlijke intentieverklaring om informatie over incidenten
en dreigingen met elkaar te delen, te streven naar een gedeelde aanpak voor en tijdens
een crisis, het delen van best practices en de mogelijkheden van deze regionale samenwerking
verder uit te bouwen. Het afgelopen jaar heeft meermaals overleg plaatsgevonden tussen
deze landen en het komende jaar wordt toegewerkt naar een gezamenlijke roadmap.
Vraag 5
Kunt u toelichten welke maatregelen u op dit moment overweegt, en juridisch nog mogelijk
zijn, tegen spionage door Russische schepen, zowel op de territoriale wateren als
daarbuiten?
Antwoord 5
Het kabinet neemt verschillende maatregelen op de Noordzee om mogelijke dreigingen
zoals spionage tegen te gaan. Zo coördineert het interdepartementale Programma Bescherming
Noordzee Infrastructuur (PBNI) vanuit IenW, verschillende activiteiten om de Noordzee
infrastructuur te beschermen. Deze activiteiten zijn onder andere het verbeteren van
de beeldopbouw, het verduidelijken van de governance, het verhogen van de weerbaarheid,
het doorontwikkelen van crisisplanvorming en het versterken van internationale samenwerking
(TK 33 450 nr 128).
Het kabinet doet verder publiekelijk geen uitspraken over de handelwijzen die de Nederlandse
overheid overweegt, om te voorkomen dat kwaadwillende partijen hierop kunnen anticiperen
in hun handelen. Desalniettemin heeft het onderwerp onze hoogste prioriteit.
Zoals toegezegd in het commissiedebat NAVO Defensie Ministeriële op 5 februari 2025,
zal u middels een vertrouwelijke technische briefing worden geïnformeerd over de uitkomsten
van de juridische analyse naar aanvullende mogelijkheden om in te grijpen op maritieme
spionage- en sabotageactiviteiten. Deze briefing vindt plaats wanneer de analyse gereed
en interdepartementaal afgestemd is. Omdat het nemen van aanvullende maatregelen consequenties
kan hebben op internationaal niveau, zijn we op dit onderwerp ook met bondgenoten
in gesprek teneinde een eenduidige lijn met onze bondgenoten te hebben.
Vraag 6
Kunt u aangeven of de maatregelen geïntensiveerd worden met het oog op de toename
van Russische dreigingen tegen de NAVO-landen? En zo ja, welke maatregelen in internationaal
verband worden overwogen om de datakabels in de Noordzee te beschermen (zoals bijvoorbeeld
aan boord gaan, beslaglegging, arrestatie)? Kunt u tevens toelichten op basis van
welke juridische gronden zoals het internationale zeerecht u voornemens bent deze
maatregelen te nemen?
Antwoord 6
Zie antwoord 5.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de verkoop van olietankers door belangrijke Europese bedrijven
aan Rusland zeer zorgelijk is? Kunt u aangeven of en hoe u de verkoop van olietankers
door belangrijke Europese bedrijven aan Rusland gaat aankaarten op Europees niveau?
Vindt u dat er maatregelen moeten worden genomen tegen betrokken bedrijven ten aanzien
van de samenwerking met Nederlandse bedrijven? En zo ja, kunt u dit toelichten?
Antwoord 7
Het is bijzonder zorgelijk dat Europese bedrijven olietankers verkopen die vervolgens
worden ingezet in de Russische schaduwvloot. De schaduwvloot ondermijnt de effectiviteit
van sancties en het kabinet zet hard in op de bestrijding daarvan. Zoals vermeld verbiedt
de EU-sanctieverordening de verkoop van tankers als bekend is dat die gebruikt gaan
worden in Rusland. In de praktijk blijkt het lastig om dit vooraf te bewijzen, mede
omdat de schaduwvloot gebruikt maakt van complexe eigendomsstructuren. Het is duidelijk
dat we hier meer tegen moeten doen. Het kabinet wil in EU verband stappen zetten om
dit verbod beter te kunnen handhaven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.