Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bamenga en Boswijk over het artikel 'Rebels Backed by Rwanda Announce Capture of Key City in Eastern Congo'
Vragen van de leden Bamenga (D66) en Boswijk (CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het artikel «Rebels Backed by Rwanda Announce Capture of Key City in Eastern Congo» (ingezonden 29 januari 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) en van Minister Klever (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen 12 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 1410.
Vraag 1
Bent u bekend met met het artikel «Rebels Backed by Rwanda Announce Capture of Key
City in Eastern Congo»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u de Kamer op korte termijn informeren over de laatste stand van zaken met betrekking
tot de humanitaire situatie in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC)
ten gevolge van de recente opmars van M23? Wat kan het kabinet (meer) doen om acute
humanitaire noden te lenigen?
Antwoord 2
De rebellengroep M23, die wordt gesteund door Rwanda, heeft sinds eind januari in
een razendsnelle opmars een groot deel van de provincie Noord-Kivu en delen van Zuid-Kivu
onder controle gekregen. De provinciehoofdstad Goma is ook ingenomen, evenals de stad
Bukavu. Volgens de VN zijn in de gevechten om Goma bijna 3000 mensen omgekomen, al
zijn precieze cijfers onzeker. De reeds dramatische humanitaire situatie in Oost-Congo
is verder verslechterd. In Goma is geen elektriciteit, geen stromend water, een nijpend
voedseltekort en een catastrofale gezondheidssituatie. De recente opmars van M23 heeft
geleid tot veel nieuwe intern ontheemden. Voor dit offensief had de DRC al te kampen
met ongeveer 7 miljoen ontheemden, voornamelijk in het oosten.
Als direct gevolg van het offensief viel humanitaire hulpverlening grotendeels stil.
Humanitaire organisaties proberen nu hun hulpverlening weer op te starten. Het vliegveld
is nog altijd niet in gebruik en veel van de humanitaire voorraden in Goma zijn geplunderd.
De nieuwe stroom van verplaatsing maakt het ook extra moeilijk mensen te bereiken
die hulp nodig hebben. Op korte termijn zijn een aantal praktische zaken prioritair,
zoals het herstel van water en elektriciteitsvoorziening en de heropening van het
vliegveld.
Nederland draagt bij aan verlichting van de humanitaire noden door middel van financiële
bijdragen aan verschillende fondsen en humanitaire programma’s. Nederland droeg in
2.024 EUR 10 miljoen bij aan het Humanitaire Fonds voor de DRC van de VN. Daarnaast
draagt Nederland via de Dutch Relief Alliance (DRA) jaarlijks zo’n EUR 5,5 miljoen bij aan de humanitaire respons in Oost-Congo.
Over de verdeling van humanitaire fondsen in 2025 zal de kamer via de Kamerbrief Humanitaire
Hulp worden geïnformeerd.
Voorts draagt Nederland bij aan de humanitaire respons via ongeoormerkte middelen.
Zo is Nederland een van de grotere donoren van het Central Emergency Response Fund (CERF) van de VN. Het CERF heeft USD 17 miljoen vrijgemaakt voor urgente noden in
Oost-Congo. Tenslotte draagt Nederland ook via de Europese Unie bij aan de crisisrespons.
De EU heeft EUR 60 miljoen toegezegd om de nieuwe noden te ledigen, waarvan EUR 25 miljoen
al is gealloceerd.
Vraag 3
Welke stappen onderneemt het kabinet om bij te dragen aan een duurzame oplossing voor
het conflict? Is het kabinet op dit moment betrokken bij het stimuleren van een politieke
dialoog tussen de strijdende partijen, bijvoorbeeld via de Verenigde Naties (VN) of
de Europese Unie (EU)?
Antwoord 3
Op 4 februari jl. sprak de Minister van Buitenlandse Zaken met zijn Rwandese ambtsgenoot.
Hierbij veroordeelde hij de steun aan M23 en de schending van de territoriale integriteit
van de DRC door Rwanda. Hij vroeg ook aandacht voor de humanitaire situatie en riep
op tot een diplomatieke oplossing van het conflict. In bilaterale contacten met de
DRC veroordeelt Nederland het aanjagen van haat tegen minderheden en roept Nederland
op om steun aan gewapende groepen te staken.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 24 februari is gesproken over maatregelen richting
Rwanda. Nederland heeft zich hierbij uitgesproken voor het nemen van concrete maatregelen,
specifiek de opschorting van de veiligheidsdialoog tussen de EU en Rwanda en het opschorten
van de EU-Rwanda afspraken (memorandum van overeenstemming) over duurzame waardeketens
voor kritieke grondstoffen.
Naast het belang van nemen van concrete maatregelen blijft dialoog een belangrijk
instrument om te komen tot een politieke oplossing van het conflict. Nederland heeft
tijdens de Raad Buitenlandse Zaken steun uitgesproken voor het door SADC en EAC geleide
hernieuwde vredesproces. Ook pleitte Nederland voor een staakt-het-vuren in Oost-Congo.2
Ook in multilateraal verband engageert Nederland met de regio. Nederland heeft zich,
conform de Motie-Boswijk3, ingespannen om een EU Special Representative (EUSR) voor de regio aan te stellen. Sinds de EUSR in september 2024 is aangetreden
is Nederland nauw betrokken gebleven bij zijn werk en contacten in de regio. Nederland
vervulde het laatste halfjaar ook het voorzitterschap van de International Contact Group for the Great Lakes (ICG).4 In deze hoedanigheid organiseerde Nederland in oktober 2024 een diplomatieke conferentie
over hoe de internationale gemeenschap ondersteuning kan bieden aan het regionale
vredesproces voor de DRC en Rwanda onder leiding van Angola. Nederland draagt ook
bij aan de inspanningen van de VN Speciaal Gezant voor de Grote Meren regio en steunt
Nederland de International Conference for the Great Lakes, een intergouvernementele organisatie van landen in de Grote Meren regio, die zich
bezig houdt met de bevordering van regionale ontwikkeling en duurzame vrede.
Vraag 4
Onderkent het kabinet de rol die Rwanda speelt in dit conflict? In hoeverre is het
kabinet ervan op de hoogte dat Rwanda mineralen uit de oostelijke DRC «witwast» en
exporteert naar onder meer Europa?
Antwoord 4
Zie ook het antwoord op vraag 3 en 5. De cruciale rol die Rwanda speelt in de recente
opmars van M23 is vastgesteld in het nieuwste rapport van de Group of Experts van
de VN voor de DRC.5 Nederland spreekt Rwanda bilateraal aan op zijn steun voor M23 en zijn schending
van de soevereiniteit van de DRC door de aanwezigheid van duizenden Rwandese militairen
op Congolees grondgebied. Deze zaken zijn ook sterk veroordeeld in de EU-verklaring
over de situatie van 25 januari.6
Vraag 5
Is het kabinet, gezien de recente ontwikkelingen in de oostelijke DRC, het gebrek
aan transparantie rondom de daadwerkelijke Rwandese grondstoffenwinning7 en de breed gedeelde vermoedens dat een aanzienlijk deel van de door Rwanda geëxporteerde
grondstoffen afkomstig is uit Oost-Congo,8 nog steeds van mening dat de in februari 2024 gesloten grondstoffendeal tussen de
EU en Rwanda past binnen de strategische Europese inzet in de Grote Merenregio en
bijdraagt aan het aanpakken van illegale handel en witwassen, inclusief het onderscheppen
van gesmokkelde mineralen, evenals aan vrede en stabiliteit in de regio?
Antwoord 5
Het grondstoffenpartnerschap met Rwanda is in de vorm van een niet-bindend Memorandum
of Understanding (MoU). Daarin wordt gesteld dat het partnerschap beoogt bij te dragen
aan de transparantie, traceerbaarheid en het versterken van de strijd tegen de illegale
handel in grondstoffen in de regio. Het partnerschap ziet specifiek toe op het aanpakken
van illegale handel en witwassen, inclusief het bestrijden van gesmokkelde mineralen.
Het MoU dient zodoende als vertrekpunt voor de dialoog met Rwanda over deze zorgen.
Meer in het algemeen faciliteren dergelijke grondstofsamenwerkingsverbanden de dialoog
met derde landen, om zo constructief samen te werken aan duurzame grondstofwinning.
Momenteel wordt in EU verband echter ook gesproken over mogelijke opschorting van
het MoU, als onderdeel van maatregelen richting Rwanda om de steun aan M23 en de recente
opmars in Oost-Congo te veroordelen.
Vraag 6
Is het kabinet bereid om de negatieve effecten van de grondstoffendeal onder de aandacht
te brengen in Brussel, en haar invloed aan te wenden om de coherentie en transparantie
van dergelijke overeenkomsten te verbeteren?
Antwoord 6
Het kabinet vindt de berichtgeving over mensenrechtenschendingen bij de exploitatie
van grondstoffen en over de illegale handel in grondstoffen zorgelijk. Het kabinet
pleit zowel in Brussel als in andere internationale samenwerkingsverbanden voor naleving
van internationale richtlijnen en het bevorderen van transparante toeleveringsketens.
Het kabinet benadrukt dit belang ook in de onderhandelingen over grondstoffenpartnerschappen.
Als toegelicht bij vraag 5, beoogt het partnerschap bij te dragen aan transparantie
en traceerbaarheid, en daarmee ook te werken aan mitigatie van de grondoorzaken van
instabiliteit in de regio.
Vraag 7
Vinden er in Europees verband gesprekken plaats over gerichte sancties tegen Rwandese
functionarissen, zowel civiel als militair, die een directe betrokkenheid hebben bij
M23? Zo niet, bent u bereid hier het gesprek over te gaan opstarten?
Antwoord 7
Er zijn momenteel EU-sancties in werking tegen leden van M23 en functionarissen van
het Rwandese leger. In de eerdergenoemde EU-verklaring van 25 januari 2025 benadrukt
de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie dat de EU alle middelen waarover zij beschikt
zal inzetten om degenen die verantwoordelijk zijn voor de instandhouding van het gewapende
conflict en van instabiliteit en onveiligheid in de DRC ter verantwoording te roepen.
Sancties maken hier ook onderdeel van uit. Vanwege de vertrouwelijkheid van dit proces
kan het kabinet hier verder geen uitspraken over doen.
Vraag 8
Hoe verhoudt de steun vanuit de European Peace Facility aan de antiterrorisme-activiteiten
van het Rwandese leger in Mozambique zich tot de betrokkenheid van datzelfde leger
in het oosten van de DRC? Bent u bereid in Brussel aan de orde te stellen of deze
Europese steun, in het licht van de recente ontwikkelingen, moet worden voortgezet?
Antwoord 8
In december 2022 werd op verzoek van Mozambique en Rwanda een steunmaatregel toegekend
door de EU via de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Gezien het belang dat Nederland
hecht aan veiligheid en stabiliteit in Mozambique, heeft het kabinet ingestemd met
continuering van de steunmaatregel.
Hoewel de steunmaatregel specifiek bedoeld is om de inzet in Mozambique te ondersteunen,
wordt deze steunmaatregel uitgevoerd als budgetsteun aan Rwanda. Net als bij andere
steunmaatregelen via het EPF zijn monitoringsmaatregelen ingesteld om adequaat gebruik
van middelen en de naleving van mensenrechten en internationaal recht te waarborgen.
Wanneer sprake is van misbruik van EPF-steun, kan de EU een steunmaatregel opschorten
of beëindigen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 24 februari is gesproken over
maatregelen richting Rwanda om de steun aan M23 en de recente opmars in Oost-Congo
te veroordelen. Het voortzetten van de EPF steunmaatregel is onderdeel van dit gesprek,
wat in onderraden verder wordt voortgezet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.