Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rajkowski over het bericht ‘Plotse daling van aantal kenniswerkers, iets minder nieuwe aanvragen voor asiel’ en ‘Wachtende asielzoekers ontvangen astronomisch bedrag aan dwangsommen: ‘Schaf dit af’
Vragen van het lid Rajkowski (VVD) aan Minister van Asiel en Migratie over het bericht «Plotse daling van aantal kenniswerkers, iets minder nieuwe aanvragen voor asiel» en «Wachtende asielzoekers ontvangen astronomisch bedrag aan dwangsommen: «Schaf dit af»» (ingezonden 17 januari 2025).
Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 11 maart
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten: «Plotse daling van aantal kenniswerkers, iets minder
nieuwe aanvragen voor asiel» en «Wachtende asielzoekers ontvangen astronomisch bedrag
aan dwangsommen: «Schaf dit af»»?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe verklaart u de stijging van het totale bedrag dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) aan dwangsommen aan asielaanvragers heeft moeten uitkeren van elf miljoen euro
in 2023 naar 36,8 miljoen euro in 2024?
Antwoord 2
Bij asiel- en nareis aanvragen heeft de IND al jaren te kampen met oplopende voorraden.
Zelfs met de huidige instroomcijfers is het niet mogelijk om de opgelopen voorraden
in te lopen. Mede hierom heeft de IND een meerjarenambitie om vanaf 2025 jaarlijks
de productie te verhogen en om te voorkomen dat de voorraden verder oplopen.
Concreet betekent dit dat de IND (1) de komende periode in gaat zetten op slimmer
werken, inzet (2) op het decompliceren van de behandeling van aanvragen en (3) zet
de IND beperkt in op extra personeel waar nodig.
Tot november 2022 was de «Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND» nog van toepassing.
Sinds 27 september 2022 geldt voor asiel een verlengde beslistermijn van in totaal
15 maanden. Waar rechtbanken deze verlenging eerst in overwegende mate rechtsgeldig
achtte, is dat met het verloop van de jaren afgenomen en zijn er steeds meer rechtbanken
die de verlenging van de beslistermijn niet langer accepteren waardoor een ingebrekestelling
sneller geldig is en een dwangsom sneller kan worden opgelegd. In 2022 zijn er daardoor
verhoudingsgewijs minder ingebrekestellingen ingediend dan een jaar later. Zo bedroeg
het aantal ingebrekestellingen in 2023 27.450, terwijl deze in 2024 verder opliep
naar 29.840. De toename van het aantal ingediende ingebrekestellingen leidt tot meer
dwangsommen.
Vraag 3
In hoeveel asielaanvragen heeft het opstarten van een gerechtelijke dwangsomprocedure
of het indienen van een ingebrekestelling daadwerkelijk geleid tot een snellere beslissing?
Antwoord 3
Deze vraag is gelet op het grote aantal ingebrekestellingen niet te beantwoorden.
De IND beslist op basis van het fifo-principe3. Een toenemend aantal ingebrekestellingen zou een continue herprioritering vergen
binnen de logistieke processen van de IND. Dit wordt niet gedaan omdat dit een ontwrichtend
effect heeft op de IND. Door het grote aantal ingebrekestellingen is het bovendien
niet meer mogelijk om in alle uitspraken op de daaropvolgende beroepen niet tijdig
beslissen uitvoering aan de rechterlijke uitspraak te geven. De IND probeert, waar
mogelijk, rekening te houden met schrijnende zaken.
Vraag 4
Klopt het dat asielzoekers die een dwangsom ontvangen soms moeten meebetalen aan de
opvang? Van welke factoren hangt het af of een asielzoeker daadwerkelijk moet meebetalen?
Antwoord 4
Het klopt dat asielzoekers die een dwangsom ontvangen in beginsel moeten meebetalen
aan de kosten van de opvang. Hiervoor geldt dat de dwangsom hoger moet zijn dan de
vermogensgrens voortkomend uit de Participatiewet. In 2025 is dit respectievelijk
€ 7.575 voor alleenstaanden en € 15.540 voor meerpersoonshuishoudens. Wanneer de dwangsom
lager is dan de vermogensgrens wordt geen bijdrage geïnd. Ook kan niet te worden geïnd
wanneer een asielzoeker met onbekende bestemming is vertrokken, uitgestroomd is naar
een gemeente (gemeente doet vermogenstoets voor uitkering) of dat binnen drie maanden
zal doen, of wanneer de asielzoeker al een eigen bijdrage betaalt. Voor meer achtergrond
verwijs ik graag naar brief 19 637, nr. 3298 die uw kamer op 4 oktober 2024 ontving.
Vraag 5
Klopt het dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) niet automatisch op de
hoogte wordt gesteld wanneer een asielzoeker een dwangsom ontvangt, maar dat de asielzoeker
deze zelf moet melden? Zo ja, hoe vaak is er in de afgelopen jaren gemeld en waarom
gebeurt dit niet automatisch?
Antwoord 5
Bij uit te keren dwangsommen boven de eenpersoonsvermogensgrens wordt het COA actief
door de IND geïnformeerd. Het COA heeft geen zicht op het vermogen van haar bewoners.
Wanneer een dwangsom lager is dan de vermogensgrens, maar het totale vermogen van
de asielzoeker tot boven de vermogensgrens brengt is dit voor het COA niet te achterhalen.
In het kader van privacywetgeving zou dit ook niet mogelijk zijn. Het COA is hier
dus afhankelijk van de bereidheid van bewoners om zelf melding te maken.
Vraag 6
Welk percentage van het totaal verstrekte bedrag aan dwangsommen is uiteindelijk aan
het COA overgemaakt om mee te betalen aan de opvang? Om welk totaalbedrag gaat het?
Antwoord 6
In 2024 is in het kader van de regeling eigen bijdrage asielzoekers (reba)
€ 184.370 ontvangen. Afgezet tegenover de € 36,8 mln. die uitgekeerd is als dwangsom
levert dat een percentage van 0,5% op als bijdrage aan de opvang. In 2023 is een bedrag
van € 125.812 ontvangen. Afgezet tegenover het totaalbedrag aan uitgekeerde dwangsommen
van € 11,3 mln. levert dat 1,1% als bijdrage voor de opvang op.
Vraag 7
Bent u het met de stelling eens dat een asielzoeker die de maximale dwangsom ontvangt
altijd moet meebetalen aan de opvang? Zo ja, welke maatregelen bent u van plan te
nemen om hiervoor te zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik ben het er mee eens dat uitgekeerde dwangsommen waar mogelijk moeten worden geïnd
als bijdrage voor de opvang. Het COA en de IND onderzoeken samen of een snellere gegevensdeling
tussen de organisaties leidt tot meer terugvorderingsbeschikkingen. Over de uitkomsten
van dat onderzoek wordt uw Kamer op korte termijn separaat geïnformeerd.
Vraag 8
Bent u het met de stelling eens dat naast de bestuurlijke dwangsom in vreemdelingenzaken
ook de gerechtelijke dwangsom afgeschaft moet worden? Zo ja, wanneer bent u van plan
een wetsvoorstel dat dit regelt naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Conform de brief van de Minister President van 25 oktober 2024 aan de Tweede Kamer
inzake «Nadere afspraken ten aanzien van de uitvoering van hoofdstuk 2 van het Hoofdlijnenakkoord
2024–2028 van PVV, VVD, NSC en BBB» is de inzet van het kabinet erop gericht om de
rechterlijke dwangsom in vreemdelingrechtelijke procedures af te schaffen. Momenteel
wordt onderzocht hoe dat juridisch onderbouwd kan worden met inachtneming van de jurisprudentie
van de Afdeling hierover. De rechterlijk dwangsom functioneert feitelijk niet als
effectief rechtsmiddel doordat het niet leidt tot dat waar het de rechtzoekende om
gaat: een beslissing op korte termijn. Dit is in meer sectoren het geval. Het kabinet
onderzoekt daarom onder welke condities het alsnog mogelijk is deze rechterlijke dwangsom
niet te betalen waar dat feitelijk geen effectief rechtsmiddel is.
Vraag 9
Hoe verklaart u een stijging van het aantal gerechtelijke procedures tegen de IND
van 60.760 in 2023 naar 8.320 in 2024?
Antwoord 9
Voor zover uw Kamer doelt op de IND jaarcijfers 2024, kan worden opgemerkt dat het
aantal gerechtelijke procedures omtrent verblijf in 2024 met ongeveer 30.000 is toegenomen.
Deze toename wordt door een groot deel veroorzaakt door het aantal Beroepen Niet Tijdig
Beslissen (hierna BNTB’s). In 2023 ging het nog om een aantal van circa 25.000 BNTB’s,
terwijl dit aantal in 2024 steeg tot circa 50.000.
Vraag 10
Hoeveel kosten heeft de IND in 2024 gemaakt om de gerechtelijke procedures te kunnen
voeren? Hoe verhoudt dit bedrag zich tot 2023? Hoeveel fte. heeft de IND moeten inzetten
om de gerechtelijke procedures in 2024 te kunnen voeren?
Antwoord 10
De directie Juridische Zaken (JZ) van de IND heeft als belangrijkste taak het voeren
van gerechtelijke procedures. In 2024 had JZ een kostenpost van
€ 52,7 miljoen. In het jaar daarvoor ging het om een kostenpost van € 47,2 miljoen.
De gemiddelde personele bezetting bij directie JZ bedroeg in 2024 incl. administratieve
ondersteuning, staf en management 368 fte. In 2023 was dit gemiddeld 360 fte.
Vraag 11
Welke maatregelen bent u van plan te nemen om ervoor te zorgen dat de IND zich weer
vooral kan richten op het nemen van beslissingen op aanvragen, in plaats van op het
voeren van gerechtelijke procedures over dwangsommen of afwijzingen van asielaanvragen?
Antwoord 11
De inzet van het kabinet is erop gericht om met een breed pakket aan maatregelen het
asielstelsel te hervormen en de asielinstroom te beperken.
De voornemens van dit kabinet op het terrein van asielmigratie zijn stevig en de wetsvoorstellen
zijn daar een uitdrukking van. Dat laat onverlet dat ik op dit moment de adviezen
van de Raad van State bestudeer. Daartoe wordt zo spoedig mogelijk het nader rapport
opgesteld, gericht op bespreking daarvan in de Ministerraad op korte termijn.
Na bespreking hiervan in het kabinet zal het nader rapport zo spoedig mogelijk met
de wetsvoorstellen aan uw Kamer worden aangeboden. Daarnaast krijgt door het wetsvoorstel
verlenging beslistermijnen in asiel- en nareiszaken, dat op 11 maart 2025 is aangenomen
door de Eerste Kamer, de IND meer ruimte om te beslissen en is het mogelijk dat er
daardoor minder beroepen tijdig beslissen zullen worden ingediend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.