Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Martens-America over het bericht ‘Het bindend studieadvies verdwijnt langzaam van de hogeschool’
Vragen van het lid Martens-America (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Het bindend studieadvies verdwijnt langzaam van de hogeschool» (ingezonden 11 februari 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 11 maart
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1443.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Het bindend studieadvies verdwijnt langzaam van de
hogeschool»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het huidige kabinet – in tegenstelling tot het vorige kabinet – geen
plannen heeft om het bindend studieadvies (bsa) te versoepelen of af te schaffen?
Antwoord 2
Ja, het kabinet heeft geen plannen om de wettelijke regels rond het bindend studieadvies
(bsa) aan te passen. De voorgenomen wetswijziging van het vorige kabinet om het bsa
verplicht te maximeren op 30 studiepunten aan het eind van het eerste jaar wordt dan
ook niet doorgezet.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat het kabinet het bindend studieadvies nog steeds onderschrijft?
Antwoord 3
Ja, het kabinet ziet het bsa als nuttig instrument om de studievoortgang van studenten
in de gaten te houden en om studiebegeleiding vorm te geven. Het beleid en de wetgeving
daaromtrent wordt dus ook niet gewijzigd. Dit betekent dat de wettelijke bevoegdheid
van universiteiten en hogescholen om zelf te bepalen of ze een bsa hanteren en zo
ja, welke norm zij hanteren, ongewijzigd blijft. De wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek (WHW) schrijft voor dat instellingen alle studenten aan
het eind van hun eerste studiejaar een advies geven over de voortzetting van de studie
en dat het instellingsbestuur aan dit advies een afwijzing kán verbinden.2 Het blijft daarom de bevoegdheid van de instellingen om, in samenspraak met hun medezeggenschap,
een bsa-norm te hanteren of niet, en zo ja, welke norm ze hiervoor hanteren.
Vraag 4
Klopt het dat, ondanks het beleid van het kabinet, verschillende hogescholen de versoepeling
van het bindend studieadvies toch doorzetten en om hoeveel hogescholen en daarmee
studenten gaat het inmiddels?
Antwoord 4
Zie ook mijn antwoord op vraag 3. Het beleid en de wetgeving rond het bsa zijn niet
gewijzigd. Daarmee blijft het de wettelijke bevoegdheid van de instellingen om te
bepalen of ze wel of niet een bsa hanteren, en zo ja, welke norm ze hiervoor hanteren.
Aangezien het de bevoegdheid van de instellingen zelf is, wordt niet centraal geregistreerd
welke bsa-normen er worden gehanteerd. Van een aantal hogescholen is bekend dat ze
hun eigen norm voor het bsa hebben versoepeld, of van plan zijn dit te doen, zoals
Fontys3, Avans4, Zuyd Hogeschool5, Hogeschool Rotterdam6 en de Hanzehogeschool.7 De hogescholen uit genoemde voorbeelden leiden zo’n 150.000 studenten op.
Vraag 5
Kunt u aangeven op welke basis deze uitfasering van het bindend studieadvies gebeurt
en welke vrijheid dan wel ruimte onderwijsinstellingen hebben om een bindend studieadvies
in te stellen dan wel af te schaffen? Welke mogelijkheden tot sturing heeft u hier?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 3. Het beleid en de wetgeving rond het bsa blijven ongewijzigd.
De instellingen hebben de wettelijke bevoegdheid om, in samenspraak met hun medezeggenschap,
te bepalen of ze het verplichte studieadvies bindend maken of niet en zo ja, welke
norm ze hiervoor hanteren.8
Vraag 6
Bent u in gesprek met onderwijsinstellingen en in dit geval specifiek met de hogescholen
die het bindend studieadvies versoepelen en wat is uw inzet in die gesprekken?
Antwoord 6
Nee, ik voer op dit moment geen gesprekken met individuele hogescholen over het bsa.
Zoals aangegeven heb ik geen plannen om de beleidswijziging van het vorige kabinet
voort te zetten. Het beleid, de wettelijke bevoegdheid zoals deze aan de instellingen
is toebedeeld, blijft ongewijzigd. Het kabinet ziet het bsa als nuttig instrument
om de studievoortgang van studenten in de gaten te houden en om studiebegeleiding
vorm te geven.
Instellingen moeten hun beleid rond het bsa afstemmen met de medezeggenschap. Het
blijft dus aan instellingen om samen met de medezeggenschap verschillende argumenten
rond het bsa te wegen.
Vraag 7
Ziet u bij hogescholen die eerder besloten het bindend studieadvies te versoepelen
meer uitval in latere jaren van opleidingen?
Antwoord 7
In de meeste gevallen is het nog te vroeg om conclusies te trekken over aanpassingen
in het bsa-beleid van individuele hogescholen en effecten daarvan op uitval (in latere
jaren). Reden hiervoor is dat deze aanpassingen vaak vrij recent zijn doorgevoerd.
Zo heeft Fontys besloten om het bindende karakter van het bsa te laten vervallen per
studiejaar 2024/2025 en vervangt Avans per volgend collegejaar het bsa door een doorstroomnorm
(waarbij studenten niet verwezen worden wanneer zij de norm niet halen). Hogeschool
Zuyd heeft per studiejaar 2021/2022 het bsa vervangen door een niet bindend advies.
Uit het dashboard studiesucces van de VH9 blijkt dat de uitvalcijfers bij Zuyd Hogeschool geen opvallende stijging of daling
laten zien.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de «doorstroomnorm» die sommige hogescholen nu (gaan) hanteren en
bent u het ermee eens dat dit studenten die wel het aantal benodigde studiepunten
hebben gehaald benadeelt, doordat studenten zonder voldoende bewezen voorkennis doorstromen?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3 hebben instellingen de wettelijke bevoegdheid
om het bsa vorm te geven. Het is daarnaast aan instellingen zelf om hun curriculum
en studieprogramma vorm te geven en daarbij eventueel gebruik te maken van een «doorstroomnorm».
Een doorstroomnorm is er op gericht om de benodigde kennis voor het daaropvolgende
jaar te waarborgen. Het zou dus niet zo moeten zijn dat studenten naar het tweede
jaar doorstromen zonder voldoende voorkennis om de daaropvolgende vakken te kunnen
volgen.
Vraag 9
Klopt het dat universiteiten algemeen genomen positiever zijn over het bindend studieadvies
dan hogescholen en zijn u niettemin universiteiten dan wel individuele universitaire
opleidingen bekend die hun bindend studieadvies versoepelen of loslaten? Doen zij
dit om dezelfde redenen en op dezelfde manier als de hogescholen?
Antwoord 9
Naar aanleiding van een voorstel van het vorige kabinet om het bsa aan te passen heeft
koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL) haar standpunten uiteengezet.10 De VH heeft in 2021 haar standpunten rond het bsa beschreven in een position paper.11 UNL wees in het stuk op het belang van het bsa en vroeg om de huidige wet- en regelgeving,
waarbij instellingen samen met de medezeggenschap het wel/niet hanteren van het bsa
bepalen, in stand te houden. Ook de VH gaf in het position paper aan dat het kunnen
voeren van maatwerk rondom het studieadvies essentieel is. Ze gaven aan dat het al
dan niet hanteren van een bindend advies moet passen in de context en het pedagogisch
didactisch model van een opleiding en/of de hogeschool. De VH pleit dan ook voor behoud
van de huidige wettelijke ruimte om een bsa te kunnen hanteren.
Voor zover mij bekend hanteren, onder universitaire opleidingen, enkele opleidingen
van de Faculty of Health, Medicine and Life sciences (FHML) van de Universiteit Maastricht
geen bsa.
De in mijn antwoord op vraag 4 genoemde hogescholen geven verschillende redenen voor
het niet toepassen van het bsa, zoals dat het niet zou passen bij het individuele
leerproces, dat het niet goed zou passen bij de individuele verantwoordelijkheid van
studenten of te hoge stress en prestatiedruk. Bij opleidingen van de FHML van de UM
zou het bsa niet passen in het toetssysteem van programmatisch toetsen.12
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.