Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krul over het bericht 'Shit, kan ik nog terug?' Chemiestudent Marieke werd twee keer geronseld voor drugslab'
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht ««Shit, kan ik nog terug?» Chemiestudent Marieke werd twee keer geronseld voor drugslab» (ingezonden 22 januari 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 6 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 1279
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ««Shit, kan ik nog terug?» Chemiestudent Marieke werd
twee keer geronseld voor drugslab»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
Zijn er signalen bekend bij hoger onderwijsinstellingen of de politie over scheikundestudenten
of studenten met laboratoriumkennis die worden benaderd door drugscriminelen? Zo ja,
wat zijn die signalen?
Antwoord 2
De politie ziet dat het ronselen van mensen met specifieke kennis en kunde vaker voorkomt.
Hoe vaak dit precies is, is niet bekend. Criminelen zoeken connecties in verschillende
sectoren om daar werkzaamheden aan uit te besteden die ze zelf niet willen of niet
kunnen uitvoeren. Dat doen ze via allerlei netwerken en contacten. Het kan dan gaan
om, zoals in dit geval, iemand met een scheikundige achtergrond, maar ook om financiële
of juridische ondersteuning of bijvoorbeeld transport of het leveren van fysieke middelen,
zoals voertuigen of locaties. Deze facilitators spelen een cruciale rol door diensten
te verlenen die criminele activiteiten mogelijk maken. Ze zijn zich soms niet bewust
van hun betrokkenheid bij criminaliteit en soms werken zij doelbewust samen met criminelen.
Vraag 3
Worden studenten met specifieke kennis die van pas kan komen voor drugscriminelen
op een manier weerbaar gemaakt tegen het ronselen en het onder druk gezet worden door
criminelen?
Antwoord 3
Onderwijsinstellingen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor
een veilige leer- en werkomgeving en hier richten zij hun veiligheidsbeleid op in.
Het hoort niet de primaire taak van docenten en onderwijspersoneel om specifieke misstanden
zoals de benadering van studenten door drugscriminelen aan te pakken. Wel is het belangrijk
dat docenten en medewerkers gevoelig zijn voor het herkennen van zorgwekkend en risicogedrag
van hun studenten en dat onderwijsinstellingen daarmee weten om te gaan en weten naar
wie ze kunnen verwijzen. Het borgen van een veilige leer- en werkomgeving is daarbij
niet enkel een taak van docenten en medewerkers, maar van alle bij de instellingen
betrokken partijen in het zorg-, sociaal en veiligheidsdomein.
In situaties waar (signalen van) het ronselen van studenten of leerlingen voor criminele
activiteiten voorkomt, kan training van docenten en onderwijspersoneel over de gevaren
en gevolgen van ronselen onderdeel zijn van het veiligheidsbeleid van de onderwijsinstelling.
Zo is in het landelijke opleidingsprofiel voor «Applied Science» van de hbo-opleidingen
chemische technologie expliciet aandacht opgenomen voor moreel verantwoord handelen
om hen bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheid bij het toepassen van hun
vakkennis in de praktijk.2
Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen en studenten weten wat ze concreet kunnen
doen als hen dit overkomt, namelijk een melding maken bij de onderwijsinstelling zelf,
bijvoorbeeld via een vertrouwenspersoon, studiebegeleider of veiligheidsfunctionaris,
of bij de politie of bij Meld Misdaad Anoniem. Onderwijsbesturen kunnen daarnaast
aangifte doen wanneer zij criminelen zien ronselen op hun onderwijsterrein. Het kabinet
moedigt dit aan, omdat elke aangifte van belang is.
Vraag 4
Kunnen studenten die worden benaderd door criminelen op een anonieme manier hier melding
van doen bij de onderwijsinstellingen of de politie? Zo ja, is dit de afgelopen jaren
ook gebeurd?
Antwoord 4
Ja, studenten kunnen altijd een anonieme melding maken via Meld Misdaad Anoniem als
zijzelf worden benaderd of als zij iets in de omgeving zien. Meld Misdaad Anoniem
staat los van de politie en geeft informatie alleen door als dit op geen enkele manier
naar de melder te herleiden is.
Daarnaast investeert dit kabinet ook in het programma Preventie met Gezag dat op dit
moment in 47 gemeenten inzet op het voorkomen van dat jongeren in aanraking komen
met (georganiseerde en ondermijnende) criminaliteit, daarin afglijden of doorgroeien.3 De georganiseerde criminaliteit kan uiteraard alleen bestaan als er voldoende «personeel»
beschikbaar is. Hiertoe maken criminelen graag misbruik van jongeren in een kwetsbare
positie. Om de aantrekkingskracht van het snelle geld en het aflossen van (criminele)
schulden tegen te gaan, zetten wij in op het vergroten van de weerbaarheid van deze
jongeren, hun ouders en hun sociale leefomgeving.
Het is van belang dat ook studenten de juiste hulp en informatie krijgen wanneer zij
worden geronseld en zij hulp zoeken. Daarom investeert het programma Preventie met
Gezag de komende 2,5 jaar in het Centrum tegen Kinder- en Mensenhandel en Fier voor
de verdere ontwikkeling van de anonieme online hulpportaal «Keerpunt» voor jongeren
in heel Nederland die geronseld worden voor de criminaliteit en slachtoffer zijn van
criminele uitbuiting, hun ouders en professionals. Het doel van deze anonieme online
hulplijn is dat slachtoffers (jongeren, ouders en hun sociale omgeving) laagdrempelig
en veilig kunnen chatten met hulpverleners van Chat met Fier. Indien nodig worden
de slachtoffers begeleid naar de regionale hulpverlening en/of opsporingsdiensten.
Keerpunt doet aan proactieve online outreach op social media waarbij actief (potentiële)
slachtoffers worden benaderd. Daarnaast is het een kennisportaal over criminele uitbuiting
waar slachtoffers, hun naasten en professionals terecht kunnen voor informatie. Keerpunt
heeft tot nu toe geen specifieke casus gehad waarbij duidelijk werd dat het ging om
een student met specifieke kennis, al kan daaruit niet geconcludeerd worden dat het
niet voorkomt, omdat de hulplijn anoniem is.
Vraag 5
Zijn criminelen die studenten actief benaderen om mee te werken aan drugscriminaliteit
op een manier strafbaar en zo ja, op welke grond?
Antwoord 5
Criminelen zijn strafbaar als zij studenten actief benaderen om mee te werken aan
de drugscriminaliteit als wordt voldaan aan de voorwaarden die artikel 273f van het
Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) stelt. Hiervoor moet worden voldaan aan het eerste
lid, subleden 2 en 4 Sr uit het betreffende artikel.
Voor sublid 2 betekent dit dat bewezen dient te worden dat de verdachte een handeling
heeft verricht met het oogmerk van uitbuiting. Een handeling kan bijvoorbeeld het
werven of huisvesten van iemand zijn terwijl het oogmerk van uitbuiting afhankelijk
is van de omstandigheden van het geval. Hierbij wordt gekeken naar de aard en de duur
van de verrichte activiteit, de beperkingen voor het slachtoffer en het economisch
voordeel dat hiermee door de verdachte is behaald. Het toetsen van deze elementen
is vaste rechtspraak van de Hoge Raad.
Ten aanzien van sublid 4 geldt dat iemand, in aanvulling op het voorgaande, door een
zogeheten middel is bewogen zich voor het strafbare activiteiten beschikbaar te stellen.
Onder een middel kan worden verstaan (het dreigen met) geweld, het misbruik maken
van een kwetsbare positie of van een overwichtssituatie.
Vraag 6
Wat gaat u doen om te voorkomen dat studenten met laboratoriumkennis in een fuik van
drugscriminaliteit belanden door de belofte van criminelen om snel veel geld te kunnen
verdienen?
Antwoord 6
Naast de bij vraag vier genoemde inzet zet het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
met middelen uit het programma Preventie met Gezag de komende vier jaar in op het
vergroten van de weerbaarheid van de gemeenschappen in de meest kwetsbare wijken.
Het programma ondersteunt gemeenten bij het leggen van verbinding met gemeenschappen
waar zich problemen met ondermijnende criminaliteit voordoen, zodat zij gezamenlijk
een bijdrage kunnen leveren aan de preventie van ondermijnende criminaliteit. In dit
programma is ook oog voor de rol die de scholen spelen in de gemeenschappen in de
wijken. Vanwege de sterke pedagogische driehoek die bestaat tussen de scholen, de
ouders en de buurt. Met de samenwerking tussen alle volwassen opvoeders die – in geval
van zorgen om kinderen en jongeren – snel kunnen schakelen, kan doortastend gehandeld
worden bij zorgen om jongeren. SZW zet hier onder andere op in door het organiseren
van regelmatige gesprekken tussen ouders, docenten en een wijkagent en het burgerschapsprogramma
Vreedzame Wijk.
Vraag 7
Zijn de onderwijsinstellingen alert op de risico’s rondom het ronselen van studenten
met specifieke kennis door drugscriminelen? Zo ja, op welke manier wordt hiernaar
gehandeld?
Antwoord 7
De universiteiten en hogescholen geven aan zich bewust te zijn van de risico’s en
houden het onderwerp nauwlettend in de gaten. Zij hebben geen specifieke informatiepunten
voor alleen dit thema, maar de risico’s worden op verschillende manieren bij studenten
onder de aandacht gebracht, bijvoorbeeld via studieverenigingen, studieadviseurs of
in ethiek- en veiligheidsvakken.
Vanuit de subsidie die de Minister van OCW verstrekt aan het Platform TerInfo wordt
ook gewerkt aan het ontwikkelen van een handreiking voor docenten over criminele ondermijning
die gratis en online beschikbaar zal zijn. Deze handreiking voor docenten is onder
andere bedoeld voor nadere duiding van wat ondermijning inhoudt, wat de individuele,
strafrechtelijke en maatschappelijke gevolgen zijn van ondermijning en wat jongeren
tegen ondermijning kunnen doen.
Vraag 8
Hoeveel onderwijsinstellingen maken gebruik van voorlichtingslessen om jongeren op
het rechte pad te houden en te waarschuwen voor het ronselen door criminelen?
Antwoord 8
Het is niet bekend hoeveel onderwijsinstellingen gebruik maken van voorlichtingslessen.
Het is daarbij wel van belang om te melden dat voorlichting op zichzelf geen effectief
middel is om de weerbaarheid van studenten tegen ondermijning te vergroten. Het Landelijk
Kwaliteitskader Effectieve Jeugdinterventies4 geeft aan dat universele voorlichtings- en educatieprogramma’s die als doel hebben
jongeren bewust te maken van de gevaren van criminaliteit op het eerste oog sympathiek
lijken en de veronderstelde effecten worden vaak als vanzelfsprekend gezien, maar
in de criminologie hebben ze dikwijls geen positieve reputatie. Soms kan voorlichting
de kans op delinquentie zelfs verhogen. Het programma Preventie met Gezag zet daarom
in op het benutten en ontwikkelen van kansrijke5 en bewezen effectieve interventies die zich richten op jongeren in kwetsbare posities.
Daarbij is Preventie met Gezag een lerende aanpak, waarbij de partners leren in welke
lokale context en omstandigheden, welke specifieke interventie het meest effectief
is om te voorkomen dat jongeren afglijden in de (ondermijnende en georganiseerde jeugd)criminaliteit.
Vraag 9
Bent u bereid om in gesprek te gaan met onderwijsinstellingen om bewustwording van
deze risico’s te creëren bij zowel de instellingen zelf als bij de studenten?
Antwoord 9
De afgelopen jaren is een sterke, brede aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit
gebouwd. Op verschillende fronten zijn de organisaties met een rol in het voorkomen
en bestrijden van deze soort criminaliteit versterkt. We sluiten het net rond criminelen
door ze van alle kanten te bestrijden. Dit is echter een taak die niet alleen uitgevoerd
kan worden door gemeenten en justitiële en andere landelijke, regionale en lokale
organisaties. Hier ligt een rol voor iedereen in de samenleving: zo moeten bedrijven
zichzelf beschermen tegen criminele inmenging, de overheid moet alert zijn op corruptie
en iedereen moet zich bewust zijn van hoe ondermijnende criminaliteit zich dicht bij
huis kan manifesteren. Dat geldt ook voor onderwijsinstellingen vanuit hun zorg voor
een veilige leer- en werkomgeving. Daarom is mijn ministerie continu in gesprek met
verschillende partijen om het bewustzijn over deze ernstige problematiek en de mogelijke
risico’s te vergroten. Om het maatschappij-brede bewustzijn en gesprek hierover te
stimuleren is begin januari de publiekscampagne «Houd misdaad uit je buurt» gelanceerd
op tv en online. Dit initiatief is bedoeld om het bewustzijn van de Nederlanders te
vergroten over (vormen van) georganiseerde ondermijnende criminaliteit in de buurt
van burgers, zodat zij de signalen oppikken, dit melden en hun eigen buurten en wijken
veiliger houden/worden.
Vraag 10
Deelt u de mening dat een informatiepunt over de risico’s en gevaren van drugscriminaliteit
bij specifieke studies behulpzaam zou zijn om studenten te wijzen op de gevaren en
risico’s van drugsgebruik en -criminaliteit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven, wordt vanuit het programma Preventie
met Gezag de komende 2,5 jaar geïnvesteerd in het Centrum tegen Kinder- en Mensenhandel
en Fier voor de verdere ontwikkeling van de anonieme online hulpportaal «Keerpunt»
voor jongeren in heel Nederland die slachtoffer zijn van criminele uitbuiting, hun
ouders en professionals. Mede In het licht van bovengenoemde maatregelen zie ik daarom
in een aanvullend informatiepunt specifiek voor studenten geen toegevoegde waarde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.