Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bushoff over opnamestops op SEH’s door de overbelasting van ziekenhuizen
Vragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over opnamestops op SEH’s door de overbelasting van ziekenhuizen (ingezonden 3 februari 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 maart
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van MAX Meldpunt over opnamestops op afdelingen spoedeisende
hulp (SEH) door de overbelasting van ziekenhuizen1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen over opnamestops op de SEH’s, die in het derde kwartaal van 2024
1080 keer voorkwamen omdat vanwege de drukte geen veilige zorg meer geboden kon worden?
Antwoord 2
Ik deel uw zorgen in de zin dat ik mij ook zorgen maak over de druk op de zorg.
Een SEH-stop is echter in de eerste plaats een logistiek instrument en hulpmiddel
om de zorgvraag op SEH’s op piekmomenten te reguleren, zie in dit verband ook antwoorden
op eerdere Kamervragen op 13 februari 20242. Een SEH-stop wordt gebruikt om vroegtijdig piekbelasting te kunnen melden, zodat
ketenpartners kunnen uitwijken naar een andere locatie. Het instrument is daarmee
van belang voor de samenwerking in de regio, tussen ziekenhuizen onderling, tussen
ambulancediensten en ziekenhuizen en tussen huisartsen en ziekenhuizen en draagt bij
aan de patiëntveiligheid en kwaliteit van de zorg. Daarnaast wordt gewerkt aan de
implementatie van zorgcoördinatie met inzicht in actuele zorgcapaciteit, zodat gericht
verwezen kan worden en onnodig wachten kan worden voorkomen.
Vraag 3
Erkent u de problemen die hieruit voortkomen, enerzijds voor artsen die overbelast
raken en anderzijds voor patiënten die op een moment van maximaal risico naar een
andere SEH moeten?
Antwoord 3
Zoals ook in de uitzending van Max Meldpunt wordt aangegeven worden ambulancediensten
door middel van het afkondigen van een SEH-stop vroegtijdig geïnformeerd om een ander
ziekenhuis aan te rijden. Daarmee wordt dus een onwenselijke situatie van overbelasting
voorkomen, de patiënt kan op een andere SEH eerder geholpen worden en het ambulanceteam
is eerder inzetbaar voor een volgende oproep.
Vraag 4
Hoe voorkomt u een waterbedeffect doordat patiënten bij een SEH-stop naar omliggende
ziekenhuizen worden verwezen? Hoe vaak komt het voor dat een regio zo overbelast raakt
dat een SEH met capaciteitsproblemen gedwongen wordt alsnog patiënten aan te nemen?
Deelt u de zorg dat hiermee de veiligheid van de geboden zorg ernstig in het gedrang
komt omdat een SEH-stop echt als noodmaatregel wordt gebruikt?
Antwoord 4
In de ROAZ-regio’s wordt onderling afgestemd hoe de beschikbare capaciteit zo goed
mogelijk kan worden benut. Daarmee wordt zo veel mogelijk voorkomen dat een SEH met
capaciteitsproblemen patiënten toch moet aannemen. Er is daarnaast een vaste afspraak
dat patiënten met een levensbedreigende acute zorgvraag altijd terecht kunnen in een
ziekenhuis, ongeacht of op dat moment sprake is van een SEH-stop. Deze patiënten worden
dus vervoerd naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis waar de noodzakelijke zorg verleend
kan worden. Zo is bijvoorbeeld een level-1 traumacentrum te allen tijde toegankelijk
voor de opvang van ernstig gewonde patiënten.
Op de website van het Landelijke Netwerk Acute Zorg (LNAZ) wordt ieder kwartaal een
overzicht van het aantal SEH-stops gepubliceerd, geaggregeerd op ROAZ-regio niveau.3
Vraag 5
Deelt u de zorg dat de toestroom op de SEH’s vanwege de vergrijzing de komende jaren
alleen maar verder zal toenemen? Wat doet u eraan om te voorkomen dat hiermee ook
het aantal opnamestops op SEH’s verder toeneemt? Ziet u hierin mogelijkheden voor
een grotere rol voor transferverpleegkundigen en specialisten ouderengeneeskunde om
de druk op de SEH’s te verlichten en passende vervolgzorg te regelen?
Antwoord 5
Binnen het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn afspraken gemaakt om de piekbelasting
van SEH’s op te vangen, door onder andere door inrichting van zorgcoördinatie en verdergaande
samenwerking in de regio’s door te zorgen voor de juiste zorg op de juiste plek en
de beschikbaarheid van medische gegevens. Hierover wil ik ook aanvullende afspraken
maken in het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord (AZWA). De Nederlandse Federatie
Universitair medische centra (NFU) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)
hebben onderzoek4 gedaan naar het terugdringen van overmatige drukte op de SEH. Het optimaliseren van
het transferproces is een van de strategieën die ingezet kunnen worden. Input vanuit
dit onderzoek worden gebruikt bij de uitwerking van de ROAZ plannen voor het terugdringen
van overmatige drukte op de SEH’s. ROAZ regio’s zijn momenteel de afspraken die zijn
opgenomen in de ROAZ plannen en de bijbehorende activiteiten aan het uitwerken en
implementeren. Het is op dit moment nog niet te zeggen welke effecten dit heeft.
Vraag 6
Klopt het dat het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ)5 niet alle SEH-stops bijhoudt? Zo ja, wat is hier de reden voor en deelt u de mening
dat het van belang is dat alle SEH-stops in deze rapportages worden meegenomen? Zo
ja, wat is ervoor nodig om dit wel mee te nemen, waarbij rekening gehouden wordt met
het niet verder verhogen van de werklast en administratieve lasten voor ziekenhuismedewerkers?
Antwoord 6
Nee, dat klopt niet. Het LNAZ publiceert ieder kwartaal een rapportage over alle SEH-stops
in Nederland, gebaseerd op informatie uit het Landelijk Platform Zorgcoördinatie (LPZ).
Mogelijk duidt u met uw vraag op regio’s waarvoor geldt dat wanneer in uitzonderlijke
gevallen, volgens de geldende regionale afspraken een stop afgekondigd en gecommuniceerd
wordt, en deze niet in automatisch in het LPZ wordt vermeld. In dat geval wordt dit
door de regio handmatig aan het overzicht toegevoegd.
Vraag 7
Klopt het dat op dit moment bij een SEH-stop geen verplichte melding aan de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) of de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hoeft te worden
gedaan? Waarom is dit nu geen staande praktijk?
Antwoord 7
Zoals aangegeven is een SEH-stop een instrument om via het LPZ partners in de zorgketen
vroegtijdig te informeren over drukte op een bepaalde locatie. Het is geen meldingsinstrument
in het kader van toegankelijkheid van zorg.
Als het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) concludeert dat de knelpunten in
de bereikbaarheid of beschikbaarheid van acute zorg niet opgelost kunnen worden in
een regio, dan is het traumacentrum, die verantwoordelijk is voor het organiseren
van het ROAZ, belast met het informeren van de Inspectie en de aangewezen zorgverzekeraar
over deze knelpunten6.
Vraag 8
Deelt u de opvatting van de beroepsvereniging van verzorgenden en verpleegkundigen
V&VN dat de SEH-stops gevolg zijn van het veel grotere probleem van capaciteitstekorten,
doordat de SEH dichtgaat als er geen bedden meer beschikbaar zijn terwijl vaak tientallen
mensen in dezelfde ziekenhuizen op vervolgzorg buiten het ziekenhuis wachten?
Antwoord 8
Zoals hierboven aangegeven deel ik de zorg over capaciteitstekorten. Daarom werk ik
er ook hard aan om het personeelstekort in de zorg terug te dringen. Een SEH-stop
is echter in de eerste plaats een logistiek instrument en hulpmiddel om de zorgvraag
op SEH’s op piekmomenten te reguleren. Als de zorgvraag het zorgaanbod overstijgt,
los van de reden hiervan, dan wordt er tijdelijk en kortdurend een SEH-stop afgekondigd.
Een beddentekort in het ziekenhuis staat in principe los van het afkondigen van een
SEH-stop.
Het is wel mogelijk dat er lokaal problemen zijn met doorstroming vanwege personeelskrapte.
Daar staan ook oplossingen tegenover. In Friesland is er bijvoorbeeld een centraal
triageteam en zijn er tijdelijke opvanglocaties om de overgang tussen ziekenhuis/SEH
en thuis beter in te regelen. In die regio kunnen vaker mensen na een bezoek aan de
SEH of een opname in het ziekenhuis weer terug naar huis in plaats van naar het verpleeghuis.
Ook in andere regio’s zijn er initiatieven om de doorstroming te bevorderen. Zo was
ik onlangs in het UMCG in Groningen. Daar heb ik uitleg gekregen hoe een Critical
Decision Unit (CDU) kan bijdragen aan het verlagen van piekdrukte op de SEH’s en de
doorstroom in de keten bevordert. Zo is iedere regio aan het werk om de doorstroom
in de acute zorgketen te bevorderen.
Vraag 9
Heeft u in kaart hoeveel patiënten momenteel in ziekenhuizen wachten op vervolgzorg
buiten het ziekenhuis, waar ook capaciteitsproblemen spelen? Zo ja, kunt u deze cijfers
delen? Zo nee, waarom niet en zou dit wat u betreft wel moeten worden geregistreerd,
waarbij rekening gehouden wordt met het niet verder verhogen van de werklast en administratieve
lasten voor ziekenhuismedewerkers?
Antwoord 9
Ik heb geen overzicht van patiënten in ziekenhuizen die wachten op vervolgzorg buiten
het ziekenhuis. Het is aan partijen om regionaal afspraken te maken over hoe de uitstroom
van patiënten uit het ziekenhuis efficiënter vorm gegeven kan worden en te voorkomen
dat patiënten onnodig lang in het ziekenhuis verblijven. Ik zet in op een goede toegankelijkheid
van tijdelijk verblijfbedden zoals ELV (eerstelijnsverblijf)-bedden, bedden in de
Wijkkliniek en (ambulante) geriatrische revalidatiezorg. Ouderen die na een ziekenhuisbezoek
nog niet naar huis kunnen en nog zorg nodig hebben, kunnen dan hier terecht. Op regionaal
niveau werken zorgaanbieders aan betere doorstroming in de keten, bijvoorbeeld door
het inzetten van transferverpleegkundigen en het inzichtelijk maken van de capaciteit.
Om de toegankelijkheid van de tijdelijk verblijf bedden te waarborgen heb ik advies
gevraagd aan het Zorginstituut Nederland om de afspraken te verduidelijken zodat het
duidelijk is voor het veld wie waar aanspraak op maakt. Daarnaast gaat er binnenkort
een aanwijzing naar de NZa om te starten met een experimentbekostiging in het tijdelijk
verblijf met als doel het komen tot bekostiging voor het tijdelijk verblijf. Dit ook
om de toegankelijkheid op langere termijn te waarborgen. Daarnaast voert de NZa periodiek
kostenonderzoeken uit om tot dekkende tarieven te komen voor deze tijdelijke verblijfsvormen.
Dit vergroot de beschikbaarheid en dus ook de toegankelijkheid van de tijdelijk verblijfbedden.
Vraag 10
Hoe verhoudt deze problematiek zich tot de ruim half miljard euro aan bezuinigingen
op de langdurige zorg voor 2026? Kunt u reageren op de uitspraak van de voorzitter
van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), Yara Basta, dat
deze bezuinigingen zouden betekenen dat de druk op de zorg alleen maar verder toeneemt
en we alleen nog maar meer SEH-stops gaan zien?
Antwoord 10
De voorziene besparingen in de Wet langdurige zorg (Wlz) zijn gekoppeld aan de invoering
van het kwaliteitskompas in de ouderenzorg, de behandeling in de Wlz en het meerjarig
contracteren. Daarnaast zal in de periode 2024 tot en met 2026 het budget voor de
Wlz toenemen van € 35,6 naar € 37,4 mld (exclusief loon- en prijsbijstellingen), waarmee
een adequaat Wlz-kader beschikbaar is om Wlz-zorg te leveren.
Vraag 11
Wat gaat u doen om dit probleem op te lossen? Hoe gaat u de personeelstekorten specifiek
op de SEH’s aanpakken? Deelt u de mening dat hier handen voor aan het bed nodig zijn
en dit niet alleen kan worden opgelost door AI of digitalisering?
Antwoord 11
Ja. Het aanpakken van de personeelskrapte heeft de aller grootste prioriteit. Dit
doen we langs de drie beleidslijnen. Het verminderen van de tijd die zorgverleners
besteden aan administratieve lasten (nu 30–40% van werktijd), onder meer door slim
gebruik van AI, digitale werkwijzen en standaardisatie, deregulering en vereenvoudiging
door het doorlichten van wetgeving. Ook zet ik in op de juiste inzet van medewerkers
door een goede samenwerking met mantelzorgers en informele zorg en ondersteuning,
het invoeren van arbitrage tussen zorgwetten en het stimuleren van innovaties. En
als laatste het vergroten van vakmanschap en werkplezier.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.