Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het bericht 'Agent stopt met social media om beleid politie: ‘Echt heel jammer’’
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Agent stopt met social media om beleid politie: «Echt heel jammer»» (ingezonden 17 januari 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 maart 2025)Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1242
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Agent stopt met social media om beleid politie: «Echt
heel jammer»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u bevestigen dat de politie het social mediabeleid heeft aangepast voor agenten
die op sociale media zitten en zo ja, wat houdt die aanpassing precies in?
Wat is de reden dat de politie dit beleid heeft aangepast?
Antwoord op vraag 2 en 3
Sociale media zijn een gemakkelijke manier voor burgers om in contact te komen met
de politie. Door op een laagdrempelige manier informatie te delen en vragen te beantwoorden
zijn politieagenten online nabij. Dat vindt de politie belangrijk. Het vergoot de
begrijpelijkheid en betrouwbaarheid van de politie. Juist daarom heeft politie door
middel van social mediabeleid vastgelegd hoe zij sociale media inzet. Hierin zijn
ook inrichtingseisen opgenomen.
De inrichtingseisen dragen bij aan de herkenbaarheid van politie-accounts. Herkenbare
politie-accounts zijn belangrijk voor het contact met burgers via sociale media. Deze
herkenbaarheid zorgt ervoor dat mensen weten dat ze met de echte politie praten. De
politie wil dat zakelijke accounts zowel tekstueel als visueel herkenbaar zijn als
politie-accounts. Inrichtingseisen zijn dus basisregels voor hoe de accounts eruit
moeten zien, wat ze moeten bevatten en hoe ze heten.
Het sociale mediabeleid van de politie is sinds 2020 niet meer aangepast. In 2024
heeft er wel een update plaatsgevonden met betrekking tot de inrichtingseisen, in
verband met veranderingen op de sociale media platformen en het ontstaan van nieuwe
platformen, zoals Threads. De Politie heeft vervolgens accounts die niet voldoen aan
deze nieuwe inrichtingseisen geïdentificeerd. De beheerders van deze accounts zijn
daarna verzocht om de accounts in lijn te brengen met de nieuwe inrichtingseisen.
Vraag 4, 5 en 6
Vindt u het wenselijk dat door het nieuwe beleid wijkagenten wellicht moeten stoppen
met hun account zoals ze dat nu hebben, terwijl zij op die manier juist in contact
kunnen komen met diverse groepen mensen en kunnen laten zien wat hun werk inhoudt?
Deelt u de mening dat juist in tijden van meer polarisatie en het dalende vertrouwen
in instituties, social media-accounts van politieagenten die hun werk laten zien,
een positieve bijdrage kunnen leveren? Zo nee, waarom niet?
Ziet u deze social media-accounts van politieagenten ook niet juist als mogelijkheid
om mensen te laten interesseren in het vak van de politie, waar op dit moment zoveel
capaciteitstekorten zijn?
Antwoord 4, 5 en 6
Via sociale media staan ruim 2.500 politiemedewerkers dagelijks in verbinding met
burgers, bedrijven en partners. Door het gebruik van sociale media verlaagt de politie
de drempel voor burgers om in contact te komen met de politie. Sociale media zijn
zo belangrijk en vanzelfsprekend geworden dat burgers ook verwachten dat de politie
daar informatie deelt en vragen beantwoordt. Hiermee wordt de nabijheid van de politie
in de samenleving vergroot. Dit alles draagt weer bij aan de herkenbaarheid, begrijpelijkheid
en betrouwbaarheid van de politie. Bovendien weet de politie door sociale media beter
wat er speelt in de samenleving en kan zij gemakkelijker specifieke doelgroepen bereiken.
Daarnaast spelen sociale media een belangrijke rol in werving van nieuwe politiemedewerkers.
In het social mediabeleid van 2020 is opgenomen wie een zakelijk social media-account
namens de politie mogen beheren en welke eisen daaraan gesteld worden. Iedere politiemedewerker
mag een sociale media-account beheren, mits zij voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik van het juiste politielogo, een juiste
profielfoto, eenduidige benaming van het account, gebruikersnaam, schermnaam en een
eenduidige bio. Deze voorwaarden zijn gesteld om de kwaliteit, herkenbaarheid en betrouwbaarheid
van de politie op social media te bevorderen. Ook is in het social mediabeleid vastgelegd
dat een zakelijk social media-account van bijvoorbeeld een wijkagent niet mag worden
meegenomen naar een andere functie of werkplek. De social media-accounts van wijkagenten
blijven hierdoor wijk gebonden, zodat de volgers updates blijven ontvangen over hun
eigen wijk ondanks een personele wisseling.
Vraag 7
Deelt u de mening dat in deze oververhitte samenleving we het juist zouden moeten
aanmoedigen dat deze mensen, die zich inzetten voor onze veiligheid, hun werk willen
laten zien op sociale media omdat dat juist kan zorgen voor verbinding?
Antwoord 7
Politie moedigt het gebruik van social media door politiemedewerkers aan, mits het
account voldoet aan de gestelde voorwaarden. Die aanmoediging is terug te zien in
de ondersteuning binnen de organisatie. Hierbij kan gedacht worden aan sociale mediatrainingen,
persoonlijke begeleiding door de socialmediaregisseur, how-to video’s en de tijd en
middelen die door de teamchef hiervoor beschikbaar wordt gesteld. Daarnaast ondersteunt
de politieorganisatie politiemedewerkers om veilig te werken op sociale media, zodat
zij digibewust te werk gaan.
Vraag 8
Bent u bereid om met de politie en de korpsleiding in gesprek te gaan over een eenduidig
landelijk social mediabeleid van de politie, waarbij ruimte is voor de agenten om
hun werk te laten zien op sociale media?
Antwoord 8
Met het huidige social mediabeleid van de politie krijgen politiemedewerkers de mogelijkheid
om een sociale media account beheren om het politiewerk te laten zien aan burger binnen
passende en noodzakelijke voorwaarden. Ik ondersteun dit social mediabeleid van de
korpsleiding.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.