Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het bericht ME’ers zijn uitputting nabij verboden demonstraties – echt bijna op
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «ME’ers zijn uitputting nabij na verboden demonstraties: «Echt bijna op»» (ingezonden 18 november 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 maart 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 761
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «ME’ers zijn uitputting nabij na verboden demonstraties:
»Echt bijna op»»?1
Antwoord 1
Ja. In mijn brief over actuele dilemma’s over demonstreren in Nederland van 10 januari
2025 ben ik al ingegaan op het dringende signaal van de korpschef dat de inzet van
de ME rond demonstraties zwaar drukt op de politieorganisatie.2
Vraag 2
Hoe vaak is de Mobiele Eenheid (ME) ingezet rondom de onrust, rellen en demonstraties
in Amsterdam in de week van en na de voetbalwedstrijd van Ajax tegen Maccabi Tel Aviv
FC, onder andere toen de noodverordening van kracht was?
Antwoord 2
Naar aanleiding van deze rellen was er tussen 8 november en 14 november een noodverordening
van kracht. De ME was deze gehele periode aanwezig en stond stand-by. De ME trad daarbij
fasegewijs en de-escalerend op. Dat gebeurde meerdere keren waaronder op 10 november
tijdens een demonstratie op de Nieuwedijk, op 11 november bij rellen op Plein 40–45
in Amsterdam-West en op 13 november bij een demonstratie op de Dam.
Vraag 3
Verwacht u dat het verbale en non-verbale geweld tegen de ME en politie tijdens demonstraties
en rellen invloed heeft op de fysieke en psychische gesteldheid van de agenten?
Antwoord 3
In de basispolitieopleiding en tijdens trainingen en jaarlijkse toetsen, in het kader
van de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Politie, is aandacht voor geweld tegen
politiemedewerkers. Deze kennisontwikkeling en opleiding is van groot belang om politiemedewerkers
in staat te stellen om geweld, daar waar mogelijk, te voorkomen en de politiemedewerkers
erop voor te bereiden om passend te handelen in bedreigende situaties. Dit wordt ook
wel de «professionele weerbaarheid» genoemd en richt zich op fysieke, mentale en morele
weerbaarheid. Ondanks dat politiemedewerkers weerbaar worden gemaakt, kunnen heftige
incidenten invloed hebben op politiemedewerkers. Hiervoor heeft de politie de nodigde
nazorg ingericht.
Vraag 4
Is er nazorg geregeld voor de agenten die te maken hebben gehad met extreem geweld
tijdens de (verboden) demonstraties en wanordelijkheden van deze en vorige week? Zo
ja, op welke manier?
Antwoord 4
Politiemedewerkers die in aanraking komen met geweld hebben recht op goede personeelszorg
en de juiste begeleiding en aandacht, ongeacht de aard van hun letsel. De eerste zorg
start met debriefing in het team en opvang door het Team Collegiale Ondersteuning
(TCO), waarbij ervaren politiemedewerkers klaarstaan die hun collega’s kunnen ondersteunen
indien de collega dit wenst. Hierbij wordt teruggekeken op het incident en staat de
verwerking centraal. De politiemedewerkers, die betrokken waren bij de betreffende
incidenten, hebben deze nazorg ook ontvangen. Ook zijn meerdere bijeenkomsten georganiseerd
om de gevoelens die bij de politiecollega’s vanuit de ME leefden te bespreken.
Daarnaast biedt politie een politiemedewerker professionele hulp, zoals psychologische
nazorg en (juridische) bijstand. Voor politiemedewerkers is een casemanager GTPA (Geweld
Tegen Politieambtenaren) beschikbaarheid voor administratieve zaken en de schadezaak.
Alle faciliteiten ten behoeve van nazorg zijn te vinden in de Zorgwijzer van politie.
Momenteel wordt er, met het programma Specifieke Aandacht en Zorg (SpAZ), verder gewerkt
aan de verbetering van de begeleiding en ondersteuning van politieambtenaren op het
gebied van tijdige aandacht en zorg. Ook treedt per 1 april 2025 het nieuwe stelsel
beroepsgerelateerde gezondheidsklachten in werking. Het doel is dat dit verbeterde
stelsel optimaal herstel en re-integratie van de betrokken medewerkers ondersteunt.
Vraag 5 en 6
Deelt u de mening dat het enorm frustrerend en verwerpelijk is dat er toch wordt gedemonstreerd
terwijl een noodverordening van kracht is, waarbij zelfs ME moet worden ingezet en
politieagenten geen tijd meer hebben voor hun reguliere politietaken?
Wat vindt u van de uitspraak dat «demonstranten de rechtsstaat ondermijnen» vanwege
het negeren van de noodverordening?
Antwoord 5 en 6
Tijdens het debat op 13 november 2024 over de geweldsincidenten in Amsterdam heb ik
reeds aangegeven dat ik het verwerpelijk vind dat mensen het ondanks een noodverordening
nodig vinden om de wet te overtreden en daarmee weer een zwaarder beroep op de politie
te doen door op de Dam samen te komen.
Vraag 7
Wat is de reden dat, ondanks de noodverordening in Amsterdam, toch een demonstratie
is toegelaten?
Antwoord 7
Zoals ik eveneens heb aangegeven tijdens het debat op 13 november 2024 is het lokaal
gezag verantwoordelijk voor de afwegingen die in deze moeten worden gemaakt.
Vraag 8
Wat betekent deze onrust en de (terecht) grootschalige inzet van de politie voor de
politiekracht die nodig is voor de NAVO-top in juni 2025? En wat betekent dit voor
de verlofdagen van de agenten die zijn ingetrokken?
Antwoord 8
Dit soort demonstraties legt een groot beslag op schaarse politiecapaciteit. Het is
aan het gezag om hierop te prioriteren. Hetzelfde geldt voor het politieoptreden rondom
de NAVO-top in 2025. Voorts verwijs ik u naar de beantwoording van de vragen hieronder.
Vraag 9
Verwacht u dat er voldoende agenten op de been kunnen worden gebracht in de maanden
voor, tijdens en na de NAVO-top?
Antwoord 9
Ja. Het veilig laten verlopen van de NAVO-top is een gemeenschappelijke opgave voor
alle betrokkenen, waaronder de politie. Periodiek wordt in het landelijk overleg veiligheid
en politie met de vertegenwoordigers van het lokaal gezag en de korpschef besproken
wat dit betekent voor de politieorganisatie en de andere werkzaamheden van de politie.
Vraag 10
Kunt u een inschatting geven hoeveel politieagenten niet hun reguliere taken kunnen
oppakken vanwege de NAVO-top, maar ingezet worden in en rondom Den Haag?
Antwoord 10
De uiteindelijk benodigde capaciteit rond de NAVO-top is onder andere afhankelijk
van ontwikkelingen in het dreigingsbeeld en operationele keuzes door het bevoegd gezag.
Vraag 11
Heeft dit directe en aantoonbare gevolgen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid
van de politie in andere delen van Nederland? Zo ja, kunt u dat toelichten?
Antwoord 11
Het uitgangspunt is dat ondanks de grote inzet rondom de NAVO-top de noodhulp en kernbezetting
binnen de eenheden op orde blijft. Wanneer lokale tekorten ontstaan zullen eenheden
elkaar onderling bijstand bieden, zodat de kernbezetting nergens in het geding komt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.