Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over het bericht ‘Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: ‘Kwaadwillenden gaan ingenieus te werk’’
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: «Kwaadwillenden gaan ingenieus te werk»» (ingezonden 22 januari 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 februari
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: «Kwaadwillenden
gaan ingenieus te werk»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat diplomafraude vaak gepaard gaat met financieel misbruik van
zorggeld, met onveiligheid voor patiënten en cliënten én gerelateerd is aan criminelen?
Herkent u ook dat deze vormen van zorgfraude toenemen? Zo ja, op welke termijn kan
de Kamer uw aanpak hiertegen verwachten?
Antwoord 2
Ik herken het beeld dat diplomafraude vaak gepaard gaat met misbruik van zorggeld,
dat het raakt aan veiligheid en kwaliteit van zorg en een mate van verwevenheid heeft
met criminaliteit. Dit is verschrikkelijk. Zorggeld moet gaan naar de zorg, en uiteindelijk
naar de mensen voor wie er gezorgd moet worden.
Uw Kamer is op 27 juni 2024 geïnformeerd over de verkenning van de Inspectie van het
Onderwijs (IvhO) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) naar mogelijke misstanden
in het opleiden in de zorgsector en de eventuele verbanden tussen deze mogelijke misstanden
en de risico’s voor de zorg.2 Uit de verkenning blijkt dat de Inspecties een toenemende verwevenheid zien van zorg
met criminaliteit en fraudenetwerken. In navolging van de verkenning van de Inspecties
wordt gewerkt aan vervolgacties. Dit is in samenwerking met onder andere de betrokken
ministeries, gemeenten, toezichthouders, opsporingsdiensten, zorgkantoren, zorgverzekeraars
en opleiders.
Het doel van de aanpak is om het zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor criminelen
om in het zorgdomein actief te zijn en om de zorgsector weerbaarder te maken tegen
criminelen. Er wordt op drie speerpunten ingezet om dit doel te bereiken. Het gaat
om (1) het opwerpen van barrières, (2) het vergroten van de weerbaarheid en (3) het
verstevigen van toezicht, handhaving en opsporing. Uw Kamer wordt op korte termijn
per brief over deze aanpak geïnformeerd.
Vraag 3
Wat verwacht u van de verplichting (vanaf 1 januari jl.) om signalen van fraude bij
het Informatieknooppunt Zorgfraude te melden? Op welke wijze gaat deze verplichting
leiden tot meer signalen en wat gaat u hiermee doen? Bent u bereid om voor de zomer
een eerste meldingenoverzicht met de Kamer te delen?
Antwoord 3
De Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz) is per 1 januari 2025 in
werking getreden. De mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens tussen de in
de wet genoemde instanties in het zorgdomein zijn door deze wet vereenvoudigd, verbeterd
en uitgebreid. Deze instanties worden beter in staat gesteld fraude te voorkomen en
aan te pakken.
Stichting IKZ levert jaarlijks een rapportage op met daarin een overzicht van de signalen
die het afgelopen jaar zijn ontvangen. De jaarrapportage wordt voor de zomer gepubliceerd
en gedeeld met uw Kamer. Stichting IKZ is sinds 1 januari 2025 een zelfstandige juridische
entiteit met een wettelijke taak en vervangt het samenwerkingsverband. Stichting IKZ
bevindt zich momenteel in de overgangsfase van samenwerkingsverband naar stichting.
Voor wat betreft het delen van een eerste meldingenoverzicht kan ik toezeggen dat
ik in gesprek ga met Stichting IKZ om te kijken in hoeverre dit al mogelijk is voor
de zomer, en anders later dit jaar zodra de stichting geheel zelfstandig operationeel
is.
Vraag 4
Op welke wijze verwacht u dat het Informatieknooppunt Zorgfraude met meer effectiviteit
aan de slag kan om fraudesignalen op te volgen, fraude op te sporen en te sanctioneren?
Is dit wat u betreft voldoende en zo nee, wat gaat u daaraan doen?
Antwoord 4
De inwerkingtreding van de Wbsrz zorgt ervoor dat problemen rondom het uitwisselen
van gegevens bij het bestrijden van zorgfraude worden opgelost. Stichting IKZ kan
een door instanties verstrekt signaal verrijken en vervolgens verstrekken aan de meest
geëigende instantie(s). Instanties kunnen zo effectiever aan de slag om binnen hun
taken en bevoegdheden opvolging te geven aan een signaal van zorgfraude. Deze instantie
of instanties kunnen met het door Stichting IKZ verrijkte signaal fraude voorkomen,
opsporen of sanctioneren. Stichting IKZ doet geen eigenstandig opsporingsonderzoek
en heeft geen handhavende, toezichthoudende of opsporende functie, taken of bevoegdheden.
Deze taken en bevoegdheden zijn belegd bij de controle-, toezicht-, en opsporingsinstanties.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het niet mogelijk zou moeten zijn voor zorgfraudeurs om opnieuw
in de zorg aan de slag te gaan? Op welke manier gaat u een dergelijk beroepsverbod
voor zorgfraudeurs mogelijk maken?
Antwoord 5
Samen met uw Kamer deel ik het standpunt dat het onwenselijk is dat zorgfraudeurs
zomaar weer actief kunnen worden in de zorg. In aanvulling op de bestuurs- en beroepsverboden
die al mogelijk zijn, zijn gerichte maatregelen getroffen om te voorkomen dat zorgfraudeurs
(opnieuw) aan de slag kunnen gaan. Ik noem een aantal voorbeelden. In het kader van
de vergunningplicht op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) kan naar
het verleden van de dagelijkse leiding of de interne toezichthouders worden gekeken
door een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te vragen of door een integriteitsonderzoek
op grond van de Wet Bibob. De doelgroep voor de vergunningplicht is per 1 januari
2025 uitgebreid. Alle zorginstellingen moeten nu beschikken over een toelatingsvergunning,
ook de kleinere zorginstellingen met 10 of minder zorgverleners.
Een andere belangrijke maatregel is de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige
zorg (Wbsrz) die per 1 januari 2025 in werking is getreden. Deze wet regelt onder
meer een zogenoemd Waarschuwingsregister zorgfraude, waarin gemeenten, zorgverzekeraars
en zorgkantoren zorgfraudeurs kunnen registreren. Het Waarschuwingsregister kan hiermee
voorkomen dat fraudeurs in een andere gemeente of in een ander zorgdomein een doorstart
maken.
Tot slot noem ik de Proeftuinen aanpak zorgfraude, waarvoor ik subsidie heb verleend.
In de regio’s Twente en Hart van Brabant worden beproefde werkwijzen ontwikkeld, zoals
een structurele inzet van de Wet Bibob bij de contractering van aanbieders. De VNG
zorgt ervoor dat de resultaten van de proeftuinen met alle gemeenten worden gedeeld.
Vraag 6
Heeft inmiddels uw eerdere toegezegde3 gesprek met de Minister van Justitie en Veiligheid over uitbreiding van de Wet bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) tegen zorgfraude, plaatsgehad?
Zo ja, wat heeft u afgesproken gezamenlijk te gaan doen tegen zorgfraude?
Antwoord 6
Er heeft ambtelijk een eerste verkennend gesprek plaatsgevonden met het Ministerie
van J&V. Aan dit gesprek wordt op korte termijn vervolg gegeven door gezamenlijk te
kijken, ook met het CIBG, zorgkantoren en gemeenten, hoe de Wet Bibob nog beter kan
worden ingezet.
Vraag 7
Bent u bereid om een overzicht te maken van uw beleid, uw beoogde wetsvoorstellen
en handhavingsaanpak tegen zorgfraude en deze met de Kamer te delen, inclusief beoogde
resultaten? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer die verwachten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals aangegeven bij vraag 2 wordt uw Kamer op korte termijn geïnformeerd over de
aanpak om zorgfraude en zorgcriminaliteit zorg tegen te gaan. Ook ontvangt uw Kamer
dit voorjaar een reactie op de signaleringsparagraaf uit de jaarbrief van de Taskforce
Integriteit Zorgsector (TIZ).4
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.