Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Telecomraad (informeel) 4-5 maart 2025
2025D07504 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om
enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Economische Zaken
en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brieven
d.d. 14 februari 2025 «Geannoteerde agenda Telecomraad (informeel) d.d. 4–5 maart
2025» (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1113), d.d. 8 januari 2025 «Verslag formele Telecomraad d.d. 6 december 2024» (Kamerstuk
21 501-33, nr. 1108), en d.d. 2 december 2024 «Antwoorden op vragen commissie over o.a. de Geannoteerde
Agenda van de formele Telecomraad 6 december 2024» (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1099).
De voorzitter van de commissie,
Wingelaar
Adjunct-griffier van de commissie,
Muller
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
II
Antwoord/reactie van de bewindspersoon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda van het
schriftelijk overleg inzake de informele Telecomraad die op 4–5 maart 2025 zal plaatsvinden.
Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen.
Zij hebben naar aanleiding van de brief van 20 november 2024 inzake de «Geannoteerde
Agenda van de formele Telecomraad 6 december 2024» (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1096) reeds een vraag gesteld over de implementatie van de 5G-toolbox. Uit de beantwoording
blijkt dat Nederland zich in EU-verband actief blijft inzetten voor een gezamenlijke
Europese aanpak voor de veiligheid van 5G-netwerken. In het «Verslag formele Telecomraad
d.d. 6 december 2024» (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1108) wordt de 5G-toolbox echter niet genoemd. Tevens staat de 5G-toolbox niet op de «Geannoteerde
Agenda informele Telecomraad 4–5 maart 2025» (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1113). Naar aanleiding hiervan vragen de leden van de PVV-fractie waarom de 5G-toolbox
niet is behandeld tijdens de formele Telecomraad van 6 december 2024.
Voorts lezen de leden van de PVV-fractie in het «Verslag formele Telecomraad d.d. 6 december
2024» dat de EU zich hard heeft gemaakt dat de International Telecommunications Union
(ITU) Oekraïne ondersteunt bij het inventariseren en herbouwen van beschadigde en
vernietigde telecommunicatie- en omroepinfrastructuur. Deze leden vragen waaruit deze
ondersteuning concreet bestaat en wat het aandeel van Nederland hierin is.
Zij lezen verder in het «Verslag formele Telecomraad d.d. 6 december 2024» dat Nederland
heeft aangegeven dat het goed zou zijn als meer Europese bedrijven, waaronder mkb’ers,
actief deelnemen aan de activiteiten van de ITU en dat Nederland de deelname van bedrijven
aan ITU-activiteiten wil vergemakkelijken en de invloed van de EU wil versterken.
De leden van de PVV-fractie willen graag weten welke gevolgen dit heeft voor de Nederlandse
markt.
Bovendien lezen deze leden in het «Verslag formele Telecomraad d.d. 6 december 2024»
dat Nederland tijdens de Raad heeft voorgesteld om tijdens een toekomstige Telecomraad
uitgebreider te spreken over betere regelgeving voor het mkb in het digitale domein,
waarbij lidstaten voorbeelden zouden kunnen aandragen welke juridische definities
in wetgeving op digitaal gebied niet met elkaar in overeenstemming zijn of AI-taalmodellen
gebruikt kunnen worden om te kijken of er kansen zijn om regels samen te voegen of
te vereenvoudigen. De leden van de PVV-fractie willen weten welke concrete punten
reeds hieruit naar voren zijn gekomen.
Daarnaast lezen de leden in het «Verslag formele Telecomraad d.d. 6 december 2024»
dat de AI Action Summit in Parijs in het teken stond van AI, AI-innovatie, en de rol
die AI kan spelen in het ondersteunen van duurzame ontwikkelingsdoelen. Deze leden
willen weten welke rol hierin voor Nederland is weggelegd dan wel is ingenomen.
Ten slotte merken deze leden op dat de informele Telecomraad van 4–5 maart 2025 in
het teken staat van cybersecurity. De NIS2-richtlijn wordt in elk EU-land op een andere
wijze geïmplementeerd in nationale wetgeving, waarbij sterke verschillen tussen lidstaten
(kunnen) ontstaan. Zo is Duitsland voornemens om strengere regels te implementeren
ten aanzien van Chinese technologie in de hele toeleveringsketen van technologie.
De leden van de PVV-fractie willen weten in hoeverre de implementatie van de NIS2-richtlijn
per lidstaat verschilt en of er reeds lessen zijn getrokken die blijken uit de implementatie
in andere lidstaten met betrekking tot de vermindering van administratieve lasten
voor bedrijven en specifiek voor het mkb. Is Nederland voornemens om – net als Duitsland
– een strenger beleid te implementeren ten aanzien van het toestaan van technologie
uit landen met een offensieve cyberagenda tegen Nederland?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de thema’s die besproken
zullen worden tijdens de informele Telecomraad. Deze leden juichen het toe dat onder
leiding van het Poolse voorzitterschap extra aandacht wordt besteedt aan Europese
cybersecurity. Zij hebben enkele vragen en opmerkingen over de onderhavige stukken.
Antwoorden op vragen commissie over o.a. de Geannoteerde Agenda van de formele Telecomraad
6 december 2024 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1096)
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij te lezen dat het kabinet op Europees
niveau aandacht heeft gevraagd voor de aanpak van verslavend ontwerp en dit bij de
Europese Commissie onder de aandacht zal blijven brengen, zeker in aanloop naar de
Digital Fairness Act. Deze leden zijn van mening dat het aanpakken van verslavend
ontwerp, zeker in tijden van desinformatiecampagnes, óók onder cybersecuritybeleid
valt. Wat is de visie van de Minister ten aanzien van verslavend ontwerp in relatie
tot cybersecurity? Is de Minister van plan om het probleem van verslavend ontwerp
ook tijdens deze informele telecomraad ter sprake te brengen, met als focus de cybersecurity
van de samenleving? Kan de Minister aangeven wat de mogelijkheden zijn om verslavend
ontwerp op nationaal niveau reeds aan te pakken, in afwachting van een Europese aanpak
op basis van de Digital Fairness Act?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen ook dat er op dit moment geen concrete
plannen zijn om geteste open-source oplossingen te beproeven in een pilot of te gaan
gebruiken. Ook lezen deze leden dat er geen plannen zijn zelf open-source-oplossingen
te ontwikkelen op de schaal waarop andere landen dat doen. Hoewel zij beide antwoorden
in principe jammer vinden, zijn zij vooral teleurgesteld over de gebrekkige motivatie
van deze antwoorden. Kan de Minister aangeven waarom er geen concrete plannen zijn
om de geteste open-source oplossingen te beproeven in een pilot of te gaan gebruiken?
Kan de Minister aangeven waarom Nederland niet zelf van plan is open-source-oplossingen
te ontwikkelen, waar andere landen dat wel doen? Wat is de visie van de Minister ten
aanzien van open-source in relatie tot cybersecurity en strategische onafhankelijkheid?
Kan de Minister aangeven of Nederland het belang van open-source in relatie tot cybersecurity
en strategische onafhankelijkheid bij de komende informele telecomraad gaat benadrukken?
Wat vindt de Minister van het oppakken van de ontwikkeling van dergelijke open-source-oplossingen
op EU-niveau of met coördinatie door de EU, zodat niet elke lidstaat zelf het wiel
opnieuw hoeft uit te vinden?
Verslag formele Telecomraad d.d. 6 december 2024
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat bij de laatste Telecomraad Oostenrijk
een presentatie heeft gegeven over het raamwerk voor digitale vaardigheden dat zij
hebben ontwikkeld. Dit raamwerk kan beleidsmakers helpen in hun beslissingen om de
digitale vaardigheden van Europese burgers te versterken. Deze leden wijzen de bewindspersoon
erop dat er ook in Nederland zeer veel burgers zijn die digitaal achter blijven, zowel
in het gebruik van digitale middelen als in een goede cybersecurityhygiëne. Kan de
Minister aangeven wat de Nederlandse appreciatie is van het Oostenrijkse raamwerk?
Is Nederland van plan om het raamwerk ook in Nederland te implementeren? Kan de Minister
hier uitgebreid op reflecteren?
Geannoteerde agenda Informele Telecomraad, 4 en 5 maart 2025 in Warschau, Polen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie willen nogmaals benadrukken dat zij blij zijn
dat het onderwerp cybersecurity onder het Poolse voorzitterschap zo hoog op de agenda
staat.
Deze leden begrijpen dat de Cyber Resilience Act (CRA) berust op standaarden die bedrijven
moeten implementeren die nog steeds niet zijn vastgelegd. Zij begrijpen dat het laatste
concept van de Commissie stelt dat «sommige normen alleen mogen worden geschreven
door vertegenwoordigers van in de EU gevestigde organisaties, evenals andere individuen
die effectief kunnen voldoen aan de belangen van de EU.» Kan de Minister aangeven
wat naar zijn idee de achterliggende gedachte is van een dergelijke tekstsuggestie?
Spelen hier geopolitieke ontwikkelingen een rol? Kan de Minister ook aangeven waarom
het zo lang duurt voordat de cybersecuritystandaarden zijn vastgesteld?
Daarnaast juichen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie het toe dat er op Europees
niveau meer wordt samengewerkt op het gebied van cybersecurity. Dit heeft wellicht
wel gevolgen voor de manier waarop er op dit moment in Nederland wordt omgegaan met
cybersecurityincidenten en de rol van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
Wat is de positie van het kabinet ten aanzien van één Europees meldpunt voor incidenten?
Worden derde landen door de EU betrokken bij het verbeteren van de samenwerking op
het gebied van cybersecurity? Welke landen zijn dit? Wat is de positie van Nederland
ten aanzien van deze samenwerkingen?
Ten slotte willen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie het kabinet oproepen om
tijdens de informele Telecomraad te pleiten voor een stresstest voor onze vitale digitale
infrastructuren, om daarmee onze Europese afhankelijkheden van grote (Amerikaanse)
techbedrijven in kaart te brengen en te pleiten voor het bouwen van een Europees Digitaal
Ecosysteem om deze afhankelijkheden op termijn te verminderen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de bewindspersonen voor onderhavige stukken en
hebben op dit moment geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de informele Telecomraad 4–5 maart 2025. Deze leden hebben hierover enkele
vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de cyberoefening ISIDOOR IV die
in november 2023 is uitgevoerd. Deze leden willen de Minister vragen of bij hem bekend
is of er in andere lidstaten soortgelijke oefeningen worden uitgevoerd en of er «best
practices» zijn die kunnen worden uitgewisseld? Kan de Minister aangeven of er is
nagedacht over hoe er onderling kan worden geschakeld tussen crisisdiensten van de
verschillende lidstaten als er zich een grootschalige cybercrisis en/of cyberincident
voordoet. En zo niet, of dit iets is wat de bewindspersonen willen agenderen tijdens
de Telecomraad?
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het rapport van Niinistö over
het versterken van de weerbaarheid van de EU en haar lidstaten. Het kabinet geeft
aan de waarde van goede civiel-militaire samenwerking en samenhang te onderschrijven
en zet zich hier zowel op nationaal als Europees niveau voor in. Deze leden willen
de Minister vragen of er onder civiel-militaire samenwerking op cybersecurity ook
de beveiliging van hooggerubriceerde informatie (HGI) wordt geschaard. Ook vragen
zij of het onderwerp beveiliging van HGI op EU-niveau geagendeerd kan worden.
De leden van de NSC-fractie ondersteunen het belang van samenwerking tussen Defensie
en civiele bedrijven, om digitale weerbaarheid van Nederland tegen militaire en hybride
dreigingen te versterken. Op welke wijze worden – naast de Minister van Economische
Zaken en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – de Minister
en Staatssecretaris van Defensie betrokken bij de uitwerking van het Niinistö-rapport
en bij de EU-voorstellen over de paraatheid van de EU, alsmede bij de nog te verwachten
kabinetsposities hierover waar het gaat om cybersecurity?
De leden van de NSC-fractie zijn bezorgd als het gaat om de ontwikkelingen met betrekking
tot de samenwerking tussen de Verenigde Staten en Europa. Kan de Staatssecretaris
toelichten welke uitdagingen en welke rol hij ziet voor Nederland, specifiek om niet
alleen een goede samenwerking tussen de Verenigde Staten en Europa te behouden, maar
ook tussen de Europese landen op het gebied van civiel-militaire samenwerkingen ten
aanzien van hybride dreigingen?
De leden van de NSC-fractie vinden het belangrijk dat er wordt gekeken naar expert-landen
zoals de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen. Kan de Staatssecretaris aangeven
hoe deze landen met hun cyber-expertise betrokken worden ten aanzien van de paraatheid
en de versterking van Europa bij cybersecurity en tegen hybride dreigingen?
Deze leden vinden het van strategisch belang dat Europa minder afhankelijk wordt van
niet-EU-technologie in kritieke digitale infrastructuur. De EU investeert in cybersecurity,
zoals quantumveilige encryptie, maar het is onduidelijk hoe deze investeringen bijdragen
aan digitale autonomie en strategische soevereiniteit. Zij vragen of de Minister kan
toelichten hoe cybersecurity-investeringen binnen de EU bijdragen aan strategische
autonomie en welke inzet Nederland heeft om afhankelijkheid van niet-EU-technologieën
te verminderen?
De leden van de NSC-fractie pleiten voor effectieve cybersecurity zonder onnodige
regeldruk voor ondernemers. De implementatie van de NIS2-richtlijn en de Cyber Resilience
Act brengt nieuwe verplichtingen mee, maar vooral mkb-bedrijven dreigen hierdoor met
extra administratieve lasten te worden geconfronteerd. Deze leden vragen de Minister
of het waarborgen van de implementatie van de NIS2-richtlijn en de Cyber Resilience
Act werkbaar blijft voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en of de bewindspersoon
bereid is zich in te zetten voor vereenvoudigde meldprocedures en gerichte ondersteuning?
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.