Brief Algemene Rekenkamer : Eerste reactie op verzoek commissie om onderzoek naar ramingen (motie Van Oostenbruggen c.s. Kamerstuk 36600-IX-13)
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 272
BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2025
Op 8 oktober 2024 heeft uw Kamer een motie van het lid Van Oostenbruggen c.s. aangenomen
waarin de Algemene Rekenkamer wordt verzocht om «onderzoek in te stellen naar de oorzaken
van de grote verschillen tussen de ramingen van het begrotingstekort en de uitkomsten».1 In haar brief van 10 februari 2025 verzoekt de vaste commissie voor Financiën ons
om in deze fase een eerste reactie op de genoemde motie te geven.2 In deze brief gaan we op dit verzoek in.
Expertgroep
Naar aanleiding van zorgen over de afwijkingen tussen ramingen en realisaties heeft
de Minister van Financiën de Expertgroep Realistisch ramen ingesteld.3 De verwachting is dat deze werkgroep medio maart, voor het verschijnen van de Voorjaarsnota,
een rapport zal opleveren. Inhoudelijk dekt de taakopdracht belangrijke technische
vraagstukken af. De expertgroep bestaat uit deelnemers van relevante instituten, een
onafhankelijk voorzitter met veel kennis van de materie en een hoogleraar macro-economie
als externe expert. Onze indruk is dat de Minister van Financiën het vraagstuk van
de ramingen hiermee serieus oppakt.
De Algemene Rekenkamer onderschrijft het belang van een beter presterende overheid
die leert van mogelijke fouten en is voorstander van het versterken van het evaluatiestelsel.
Daarin past het dat organisaties zelf kritisch kijken naar de kwaliteit van de eigen
werkzaamheden en behaalde resultaten. Wij vinden het positief dat de Minister van
Financiën zelf de kwaliteit van de ramingen laat onderzoeken. Wij zullen het rapport
van de werkgroep én de reactie van de Minister bestuderen en onze eventuele aandachtspunten
opnemen in ons Verantwoordingsonderzoek 2024.
Onze rol
De Comptabiliteitswet 2016 geeft de Algemene Rekenkamer de mogelijkheid om het begrotingsbeheer
te onderzoeken. Het begrotingsbeheer begint met het proces van ramen en het toetsen
aan budgettaire normen en doelstellingen en omvat verder het sturen en het beheersen
van de begrotingsuitvoering en het aanpassen van de rijksbegroting. Ook kunnen wij
kijken naar de navolgbaarheid en de onderbouwing van budgettaire ramingen van departementale
begrotingen.
Ons onderzoek
Naast een reactie op het rapport van de expertgroep, zullen we in het lopende Verantwoordingsonderzoek
over 2024 ook naar enkele aspecten van budgettaire ramingen kijken. Zo beoordelen
we de manier waarop de Minister van Financiën het proces en het beheer van de raming
van het begrotingstekort georganiseerd heeft. Daarnaast kijken we naar enkele grote
budgettaire afwijkingen tussen begroting en realisatie over het jaar 2024 en onderzoeken
we de informatie die het parlement ontvangt over het budget voor de renovatie van
het Binnenhof. Verder gaan we het proces van totstandkoming van het EMU-saldo in het
Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR) na.
Tot slot publiceren we later dit jaar, begin september 2025 de uitkomsten van het
onderzoek Verantwoord Belasten. In dat rapport gaan we in op de verantwoording van de belastingontvangsten, waaronder
de toelichting op verschillen tussen raming en realisatie.
Ook in het verleden hebben we aandacht besteed aan budgettaire ramingen. Het onderzoek
Ruimte in de ramingen? Meerjarenramingen onderzocht (2021) bracht voor vijf voorbeelden in kaart hoe de ramingen tot stand kwamen en welke informatie
het parlement hierover ontving.4 Om meer zicht te krijgen om de kwaliteit van ramingen formuleerden we aanbevelingen
voor het parlement en de Minister van Financiën. In de vorm van de bijlage Eerste hulp bij ramingen boden we de Tweede Kamer daarbij ook een hulpmiddel aan om ramingen binnen de rijksbegroting
te doorgronden.
Ook in specifieke onderzoeken gaan we, wanneer relevant, in op onderbouwing van ramingen.
Zo concludeerden we in ons Focus op opvangcapaciteit voor asielzoekers (2023) dat de uitgaven aan asielopvang structureel te laag werden begroot.5
Vooruitkijkend en afsluitend
We vinden de kwaliteit van (meer)jarenramingen heel belangrijk voor het uitoefenen
van uw budgetrecht. We zullen behalve in voornoemde onderzoeken, in de komende jaren
blijvend aandacht geven aan de onderbouwing en mogelijke (budgettaire) risico’s in
de begrotingen.
Algemene Rekenkamer
drs. P.J. (Pieter) Duisenberg, president
drs. C. (Cornelis) van der Werf, secretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.J. Duisenberg, president van de Algemene Rekenkamer