Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde Agenda informele Raad Algemene Zaken 17 en 18 februari 2025 (Kamerstuk 21501-02-3040)
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3042
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 13 februari 2025
de vaste commissie voor Europese Zaken een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brieven van de Minister van Buitenlandse
Zaken:
- van 6 februari 2025 inzake Geannoteerde agenda Informele Raad Algemene Zaken van 17
en 18 februari 2025 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3040),
- van 6 februari 2025 inzake Geannoteerde Agenda Raad Algemene Zaken van 25 februari
2025 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3039)
- en van 3 februari 2025 inzake Verslag Raad Algemene Zaken van 28 januari 2025 (Kamerstuk
21501-02, nr. 3036).
De vragen en opmerkingen zijn op 11 februari 2025 aan de Minister van Buitenlandse
Zaken voorgelegd. Bij brief van 13 februari 2025 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Van der Plas
De griffier van de commissie, Hessing-Puts
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en antwoord van de Minister
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie merken op dat het kabinet zich terecht focust op hybride
dreigingen, sabotageacties en inmengingen door derde landen in EU-landen en kandidaat-lidstaten.
Het kabinet heeft daar zelfs apart beleid voor geformuleerd, maar lijkt daarbij uitsluitend
Rusland in het vizier te hebben. Een vergelijkbaar beleid met betrekking tot Arabische
en/of Islamitische landen lijkt volledig te ontbreken, terwijl deze landen bijvoorbeeld
migratiestromen en/of de oliehandel onmiskenbaar inzetten om de EU en/of haar lidstaten
te ondermijnen en/of het beleid, onder andere met betrekking tot Israël, te beïnvloeden.
Deze leden vragen waarom een dergelijke analyse ontbreekt en wanneer deze dreiging
ook in het beleid wordt verankerd.
1. Antwoord van het kabinet
Met het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren II wordt richting gegeven aan de (beleidsmatige)
inspanningen om hybride dreigingen tegen te gaan. Hierin wordt tevens onderstreept
dat de nationale veiligheidsbelangen op vele manieren en door meerdere statelijke
actoren kunnen worden geraakt. Het overkoepelend beleid op hybride dreigingen is daarom
actorneutraal. Uit het dreigingsbeeld volgt echter een sterke focus uit Rusland en
China omdat van deze actoren momenteel de grootste dreiging uitgaat binnen het hybride
domein (zij het op verschillende wijzen). Dit volgt tevens uit de openbare jaarverslagen
van de AIVD en MIVD.
Het kabinet vindt alle vormen van ongewenste buitenlandse inmenging (of: statelijke
inmenging) onacceptabel. Onder statelijke inmenging valt elke activiteit die de democratische
rechtsorde ondermijnt en die wordt ondernomen door een buitenlandse overheid of tussenpersoon
(proxy) namens een buitenlandse overheid. Het gaat om een breed palet aan activiteiten van
andere landen, gericht tegen verschillende soorten doelwitten, zoals overheidsinstanties,
media en wetenschappelijke instituties, maar ook individuen zoals politici, bestuurders,
journalisten en andere burgers. Op 17 oktober jl. hebben de AIVD en NCTV een analyse
over statelijke inmenging in diasporagemeenschappen in Nederland gepubliceerd waarin
dit fenomeen wordt toegelicht.
Voornoemde leden vragen voorts wat wordt verstaan onder «hybride responsteams». Wie
voert het bevel over dergelijke teams, wie is verantwoordelijk, welke kosten zijn
daarmee gemoeid, welke bijdragen levert Nederland en hoe controleert de Tweede Kamer
deze teams en de Nederlandse inzet daarin?
2. Antwoord van het kabinet
Hybrid Rapid Response Teams kunnen op korte termijn, op maat gemaakte assistentie verlenen aan lidstaten, GVDB-missies
en operaties en partnerlanden in het tegengaan van hybride dreigingen. Deze teams
hebben een adviserende rol. Het Emergency Response Coordination Centre van de Europese Commissie treedt op als coördinator; besluitvorming over het inbrengen
van de teams en het mandaat vindt plaats via de Raad. EU-lidstaten kunnen op basis
van de uitvraag per keer besluiten nationale expertise te leveren voor een kortstondige
bijdrage. Nederland heeft tot op heden geen bijdrage geleverd.
Kan de Minister garanderen dat deze teams niet worden ingezet voor politieke doeleinden,
bijvoorbeeld tegen instituties en/of personen die kritisch zijn op de EU of die kritisch
zijn op massa-immigratie? Zo nee, waarom werkt Nederland hier dan aan mee?
3. Antwoord van het kabinet
Hybrid Rapid Response Teams worden niet tegen specifieke personen of instituties ingezet, maar ter advisering
van een overheid. Daarmee dragen deze teams bij aan het versterken van rechtsstatelijke
structuren tegen hybride dreigingen. Verder verwijst het kabinet naar de beantwoording
van vraag 2.
Voornoemde leden maken zich zorgen over het voornemen van de EU om desinformatie en
buitenlandse inmenging tegen te gaan middels het European Democracy Action Plan en
Defence of Democracy, dat in het verlengde ligt van een nieuw voorstel van de Europese
Commissie: het EU Democracy Shield. Deze leden ontvangen graag een appreciatie van
het kabinet van deze verregaande plannen en een kosten-baten-overzicht voor Nederland.
4. Antwoord van het kabinet
Het kabinet staat positief tegenover meer Europese samenwerking om de verspreiding
van desinformatie tegen te gaan en buitenlandse inmenging te voorkomen. De Europese
Commissie werkt momenteel aan het European Democracy Shield dat voor de zomer van 2025 wordt verwacht. Het kabinet zal uw Kamer na het verschijnen
van een voorstel via een BNC-fiche informeren. Eerder is uw Kamer geïnformeerd over
de kabinetsappreciatie van het Commissievoorstel voor een Richtlijn transparantieverplichtingen
belangenvertegenwoordigingsdiensten buiten EU.1
De aan het woord zijnde leden vragen of er de afgelopen twintig jaar lidstaten zijn
geweest die een naheffing hebben ontvangen, maar die dit niet hebben betaald. Zo ja,
kan de Minister dan uiteenzetten welke lidstaten dit zijn en welke consequenties daaraan
zijn verbonden?
5. Antwoord van het kabinet
Hiervan zijn bij het kabinet geen voorbeelden bekend. Lidstaten zijn verplicht om
de EU-afdrachten te betalen. Indien lidstaten niet of te laat afdragen kan de Commissie
hiervoor vertragingsrente rekenen.2
De leden van de PVV-fractie vragen hoe alle EU-afdrachten zich verhouden tot de gemaakte
afspraken in het hoofdlijnenakkoord (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 37) waarin juist staat dat Nederland minder zal gaan afdragen.
6. Antwoord van het kabinet
De uiteindelijke omvang van de Nederlandse afdrachten aan de EU vanaf 2028 is afhankelijk
van de uitkomst van de onderhandelingen over het volgende Meerjarig Financieel Kader
(MFK) en een nieuw Eigenmiddelenbesluit. Naar verwachting worden deze onderhandelingen
in de loop van 2027 afgerond. De budgettaire uitgangspunten uit het Hoofdlijnenakkoord
zijn leidend voor de Nederlandse inzet tijdens deze onderhandelingen.
Welke garantie heeft de Nederlandse belastingbetaler dat de beloofde besparing van
1,6 miljard euro geen loze belofte is en dat Nederland niet nóg meer gaat betalen
aan Brussel?
7. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van de vorige vraag.
Deze leden zouden graag een gedetailleerd overzicht ontvangen van alle inkomsten van
de EU en de daaraan gelieerde instituten alsmede een gedetailleerd overzicht van alle
uitgaven per entiteit.
8. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst hiervoor naar de overzichten van de Europese Jaarbegroting (draft general budget) op de website van de Europese Commissie.3 De jaarlijkse Europese Jaarbegroting bevat alle uitgaven en inkomsten van de Europese
Unie. Zij wordt aangesproken voor de financiering van EU-beleid en -programma's in
overeenstemming met de politieke prioriteiten en wettelijke verplichtingen van de
EU. De Europese Jaarbegroting bevat ook alle informatie van de Europese instituties
en decentrale agentschappen van de Unie. De informatie over de uitgaven vindt uw Kamer
in de zogeheten «algemene staat van uitgaven». De informatie over de inkomsten vindt
uw Kamer in de zogeheten «algemene staat van ontvangsten. De informatie over de Europese
instellingen en agentschappen is per instelling weergegeven.4
Voornoemde leden zouden graag een gedetailleerd overzicht krijgen van alle schulden
van de EU en daaraan gelieerde instituten. Ook vragen zij of de Minister kan garanderen
dat het kabinet nooit akkoord zal gaan met eurobonds voor gemeenschappelijke defensie-uitgaven.
9. Antwoord van het kabinet
De Europese Commissie rapporteert regulier over de voorwaardelijke verplichtingen
voortvloeiend uit begrotingsgaranties en financiële bijstand. Het meest recente rapport
is van 28 oktober 2024 en geeft een overzicht van de situatie tot en met 31 december
2023. Het overzicht is openbaar.5
Er liggen op dit moment geen voorstellen van de Europese Commissie voor gemeenschappelijke
schuld voor defensie-uitgaven en daarom kan het kabinet ook geen uitspraken doen over
de eventuele besluitvormingsprocedure of het krachtenveld. In het Regeerprogramma
(bijlage bij Kamerstuk
36 471, nr. 96) is opgenomen dat het kabinet geen voorstander is van het aangaan van gemeenschappelijke
schulden voor nieuwe instrumenten en het kabinet draagt deze positie – in lijn met
verschillende Kamermoties – actief uit in verschillende Europese gremia.
Wat zijn de huidige politieke verhoudingen op dit punt en hoe ziet de besluitvorming
eruit? Het kabinet stelt weliswaar dat het niet wil meedoen aan eurobonds en gezamenlijke
schulden, maar als Brussel toch besluit dit in te voeren, gaat Nederland dan een veto
uitspreken?
10. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van de vorige vraag.
De leden van de PVV-fractie vragen welke prioriteiten Nederland heeft voor het aankomend
Meerjarig Financieel Kader (MFK). Waar zou het MFK zich op moeten richten?
11. Antwoord van het kabinet
Op dit moment werkt het kabinet aan de Nederlandse inzet voor het MFK vanaf 2028.
Uw Kamer zal daar in het eerste kwartaal van 2025 over worden geïnformeerd. Het kabinet
zal daarbij inzetten op een Nederlandse afdracht die in lijn is met de budgettaire
uitgangspunten uit het Hoofdlijnenakkoord.
De aan het woord zijnde leden vragen of de Minister het politieke krachtenveld rondom
de toetreding van Oekraïne en Moldavië wil uiteenzetten. Welke landen zijn voor en
welke landen zijn tegen uitbreiding met vorengenoemde landen? Deze leden vragen daarbij
per land tevens de bijbehorende motieven en argumenten te overleggen.
12. Antwoord van het kabinet
De Europese Raad verleende Oekraïne en Moldavië in 2022 met unanimiteit kandidaat-lidstatus
en besloot in 2023 de onderhandelingen met beide landen te openen. In juni jl. nam
de Raad de onderhandelingsraamwerken aan, nadat beide landen aan de gestelde vereisten
hadden voldaan. Het uitbreidingsproces is gebaseerd op merites en het doorvoeren van
hervormingen, waarbij de Fundamentals centraal staan. Naast het belang van de rechtsstaat en merites, omarmen de meeste
EU lidstaten sinds de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne echter ook geopolitieke
argumenten voor EU-uitbreiding, wat het krachtenveld beïnvloedt en kan bijdragen aan
extra druk om stappen te zetten. Nederland is, in lijn met het Regeerprogramma, één
van de meest kritische lidstaten en pleit voor de strikte toepassing van alle criteria,
waaronder de Kopenhagen-criteria, ook waar het tussenstappen in het proces betreft.
Op de onderhandelingsinzet van individuele EU-lidstaten kan het kabinet niet ingaan.
Tot slot rappelleren de aan het woord zijnde leden de vragen over de artikel 7-procedure
tegen Hongarije, gesteld tijdens het schriftelijk overleg over de Raad Algemene Zaken
van 19 november 2024 en 20 januari 2025. Deze vragen zijn opnieuw inhoudelijk onbeantwoord.
Deze leden zijn het oneens met de stelling van de Minister dat deze vragen maar in
een commissiedebat over rechtsstatelijke ontwikkelingen zouden moeten worden gesteld,
te meer nu de vragen zijn gesteld toen dit onderwerp op de agenda stond. Zij verzoeken
de Minister dan ook vriendelijk de vragen in dit schriftelijk overleg eindelijk gewoon
te beantwoorden.
13. Antwoord van het kabinet
In Hongarije houden de zorgen over de staat van de rechtsstaat en goed bestuur nog
altijd aan, waaronder over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, corruptie
en belangenverstrengeling, ruimte voor het maatschappelijk middenveld, gelijke rechten
voor minderheden, academische vrijheid en mediavrijheid. Daarover is uw Kamer geïnformeerd
in de kabinetsappreciatie van 13 september 2024 over het horizontale (EU-brede) deel
van het rechtsstaatrapport 2024.6 Hongarije doet hiermee afbreuk aan de waarden van artikel 2 van het EU-Verdrag waarop
de Unie berust: «eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid,
de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen
die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving
die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid,
solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen». Het kabinet vindt het daarom van
groot belang dat het gehele rechtsstaatinstrumentarium wordt ingezet om de benodigde
rechtsstaathervormingen af te dwingen, waaronder via de artikel 7-procedure. Het kabinet
zet in op een effectieve voortzetting van de artikel 7-procedure en houdt het krachtenveld
goed in de gaten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geannoteerde agenda van de informele Raad Algemene Zaken van 17 en 18 februari en
de Raad Algemene Zaken van 25 februari. Zij hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.
Op maandag 10 februari 2025 heeft president Trump het decreet getekend voor importheffingen
op staal en aluminium naar 25 procent. Helaas is dat geen onverwachte eerste verharding
richting de EU. Wat betekent dit volgens de Minister voor Tata Steel?
14. Antwoord van het kabinet
De exacte consequenties zijn nog niet duidelijk, maar de extra importtarieven kunnen
impact hebben op de export van Nederlandse bedrijven zoals Tata Steel. De impact hangt
mede af van de reactie van Amerikaanse klanten van Tata Steel en van Amerikaanse staalproducenten.
De VS is een belangrijke afzetmarkt voor Tata Steel. Tata geeft aan dat circa 12%
van de totale afzet van Tata Steel naar de VS gaat. Daarom begrijpt het kabinet de
zorgen van Tata Steel en andere Nederlandse bedrijven goed. Het kabinet onderhoudt
nauw contact met zowel het bedrijfsleven als de Europese Commissie en gelijkgestemde
EU-lidstaten.
Wat betekent dit voor de Rotterdamse haven?
15. Antwoord van het kabinet
Hogere heffingen in de VS kunnen uiteindelijk tot minder trans-Atlantische handel
leiden, dus minder producten die worden verscheept en minder overslag. Ook hiervoor
geldt dat de exacte consequenties nog niet duidelijk zijn. Wel is het zo dat van de
totale handelsstroom van Nederland maar een relatief beperkt deel van en naar de VS
gaat, en ook deze handel met de VS zal niet stil komen te liggen.
Liggen er plannen klaar voor coördinatie van deze industrieën in de EU?
16. Antwoord van het kabinet
Zoals eerder aangegeven is de EU voorbereid op de mogelijkheid dat de VS extra importtarieven
instelt. Het is echter niet in het Europese en Nederlandse belang om publiekelijk
in te gaan op deze voorbereidingen.
Heffingen voor chips en auto’s worden ook overwogen. Hoe worden Nederlandse chipfabrikanten
hierop voorbereid?
17. Antwoord van het kabinet
Het kabinet staat in nauw contact met het bedrijfsleven over de gevolgen van nieuw
Amerikaans beleid. Dit geldt ook voor de Nederlandse chipfabrikanten en producenten
van eindproducten zoals de automotive industrie. Nederland trekt samen op met de Europese Commissie en gelijkgestemde EU-lidstaten
en pleit ervoor dat de EU assertief opkomt voor onze belangen wanneer dit nodig is.
De aan het woord zijnde leden vroegen het kabinet eerder naar een plan wanneer president
Trump de daad bij het woord zou voegen. Het kabinet bleef tot nu toe afwachtend en
zonder plan. De Minister van Buitenlandse Zaken beloofde dat Nederland voortrekker
zou zijn van een Europese tegenreactie. Deze leden vragen wat de inzet van Nederland
is in de EU wat betreft deze tegenreactie en of hierover beslissingen over zullen
worden genomen tijdens de aankomende Rad Algemene Zaken. Is de Minister bereid te
laten zien dat de EU in staat is tot vergaande actie over te gaan en hierin een voortrekkersrol
te spelen?
18. Antwoord van het kabinet
Commissievoorzitter Von der Leyen heeft aangegeven dat
onrechtvaardige tarieven op Europese goederen niet onbeantwoord blijven en dat de
EU met robuuste en proportionele tegenmaatregelen zal komen. Het kabinet sluit zich
daarbij aan. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp heeft vorige
week tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel aangegeven dat de EU indien
nodig robuust moet reageren. De Europese Commissie bereidt zich daar ook op voor.
Europese tegenmaatregelen zullen een significante impact hebben. Tarieven werken verstorend
en daar wil het kabinet terughoudend mee omgaan. Daarom is het belangrijk dat de tegenmaatregelen
proportioneel en de-escalerend vorm worden gegeven en hier zal het kabinet in EU-verband
op toezien.
De nieuwe heffingen van president Trump op staal en aluminium laten volgens deze leden
geen enkele twijfel over de noodzaak om Europa snel te versterken. Er moeten nu slagvaardige
besluiten genomen worden in Brussel om de onafhankelijkheid van de EU te vergroten
en de eigen industrie te versterken. Hiervoor zijn forse investeringen nodig. Het
is wat deze leden betreft onaanvaardbaar dat deze noodzaak niet wordt gevoeld door
het kabinet en de geannoteerde agenda vooral aangeeft dat de inzet is dat het MFK
niet groter mag worden. Welke lidstaten delen dit standpunt?
19. Antwoord van het kabinet
De Europese Commissie heeft haar MFK-voorstel nog niet gepubliceerd. De meeste EU-lidstaten
hebben dan ook nog geen positie ingenomen voor de onderhandelingen die starten na
publicatie van het voorstel. Het kabinet is van mening dat de EU haar beleidsprioriteiten
kan behalen zonder een (significant) groter MFK in relatieve zin. Het concurrentievermogen
van de Europese economie is een prioriteit van het kabinet, zoals uiteengezet in de
kabinetsvisie EU-concurrentievermogen.7
Hoe kan het nieuwe MFK toekomstbestendig zijn en de belangrijke uitdagingen van de
EU adresseren als deze niet verhoogd wordt?
20. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van de vorige vraag.
Welke andere plannen heeft het kabinet om de Europese economie te versterken? Hoe
kan het dat het kabinet de Europese economie en industrie de rug toekeert?
21. Antwoord van het kabinet
Zoals toegelicht in de Kamerbrief kabinetsvisie EU-Concurrentievermogen van 13 december
2024,8
zet het kabinet zich in voor het bevorderen van de juiste randvoorwaarden voor een
concurrerende Europese economie. De kabinetsvisie is uitgewerkt langs zes thema’s:
1) interne markt en mededinging, 2) onderzoek, talent en (digitale) innovatie), 3)
Europees economisch buitenlandbeleid, 4) kritieke grondstoffen, circulariteit en energie,
5) toekomstgerichte industrie en 6) financiering.
Wat betreft de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie moet het rapport van Draghi leidend
zijn om de Europese economie te hervormen. Hier hoort een extra investering van 150
miljard euro publiek geld bij. Ook voor Europese defensie zullen er investeringen
nodig zijn. Veel andere Europese landen zoals Denemarken zijn inmiddels van standpunt
veranderd wat betreft gezamenlijke leningen hiervoor. Wat betekent het voor de Nederlandse
positie als ook Duitsland draait?
22. Antwoord van het kabinet
Op dit moment ligt er geen voorstel van de Commissie voor het aangaan van nieuwe gemeenschappelijke
schuld. In lijn met het Regeerprogramma is het kabinet geen voorstander van gezamenlijke
schuld voor nieuwe Europese instrumenten. Voor additionele EU-investeringen in de
defensie-industrie is het voor het kabinet van belang dat eerst de rol en ambitieniveau
EU is bepaald en er een needs assessment gedaan is dat ingaat op welke beleidsmatige acties nodig en door de lidstaten gewenst
zijn, o.a. op basis van het Draghi-rapport, zoals versterken interne markt van de
defensieproductieketens. Ook moet worden gekeken waar private financiering kan worden
gestimuleerd.
Blijft de Nederlandse positie wat betreft gezamenlijke leningen afwijzend, ook als
het kabinet hier in de Raad alleen in zal staan?
23. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van de vorige vraag.
Wat betekent deze positie voor onze veiligheid wanneer de lidstaten zonder Nederland
overgaan tot een fonds?
24. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van vraag 22.
Wat betreft voornoemde leden is het van groot belang dat de diplomatieke slagkracht
van de EU niet zal krimpen. In de afgelopen maanden gingen hier geruchten over en
gezien het geopolitieke krachtenveld waarin de VS en China hun invloedssfeer alleen
maar uitbreiden moet de Europese diplomatieke dienst eerder versterkt worden dan dat
hierin gesneden kan worden. Is het kabinet bereid zich hard te maken voor de diplomatieke
slagkracht van de EU in de gesprekken over het MFK?
25. Antwoord van het kabinet
Op dit moment werkt het kabinet aan de Nederlandse inzet voor het MFK vanaf 2028.
Uw Kamer zal daar in het eerste kwartaal van 2025 over worden geïnformeerd. In het
licht van de geopolitieke uitdagingen waar de EU voor staat is het van belang dat
de Unie eensgezind en slagvaardig kan optreden. Dat is ook in het belang van Nederland.
De slagkracht van de EU kan onder andere versterkt worden door het EU buitenland beleid
van de EU effectiever te maken. Daar maakt dit kabinet zich hard voor. Op de onderhandelingen
over het MFK wil het kabinet nog niet vooruit lopen.
Vorige maand vroegen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie naar de inbreukprocedure
van de Europese Commissie als het gevolg van de «Soevereiniteitswet» of de «foreign
agents law» en of Nederland zich zal aansluiten bij deze zaak. Op dat moment was het
kabinet nog in beraad hierover. De deadline voor landen zich aan te sluiten bij deze
zaak, namelijk 17 februari, is inmiddels een stuk dichterbij. Waar vorige kabinetten
zich stevig uitlieten in dit soort zaken en ze de vorige zaak steunden, blijft het
nu stil. Wat is hier de reden voor? Tsjechië heeft zich al bij de zaak gevoegd en
meer landen overwegen dit. Gaat Nederland zich bij de zaak voegen? Zo nee, waarom
niet? Bent u het met deze leden eens dat stilzwijgen over zaken als deze schadelijk
is voor mensenrechten en democratie in Europa?
26. Antwoord van het kabinet
Het kabinet maakt regelmatig gebruik van het instrument van deelname aan EU-Hofzaken
(zowel inbreukzaken als prejudiciële zaken) om zijn inzet op het terrein van rechtsstatelijkheid
te ondersteunen. Deelname aan EU-Hofzaken wordt op merites beoordeeld. Ook trekt het
kabinet zoveel mogelijk op in gezelschap van gelijkgezinde EU-lidstaten en zet zich
actief in om andere EU-lidstaten te mobiliseren eveneens aan EU-Hofzaken deel te nemen.
Ik ben er voorstander van dat Nederland in deze zaak aan de zijde van de Commissie
intervenieert.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ter voorbereiding op de Raad Algemene Zaken van 17–18 en 25 februari 2025. Zij wensen
in dit kader enkele specifieke aandachtspunten te benadrukken en vragen hierop nadere
toelichting van de Minister.
De recente schade aan onderzeese infrastructuur in de Oostzee en mogelijke inmenging
in verkiezingen in Roemenië, Georgië en Moldavië onderstrepen de urgentie van een
gecoördineerde EU-aanpak. Deze leden steunen de verdere ontwikkeling van de EU hybride
toolbox en de inzet van hybride responsteams, maar vragen in hoeverre deze instrumenten
daadwerkelijk in staat zijn hybride dreigingen effectief te bestrijden. Welke concrete
resultaten zijn reeds geboekt met de inzet van deze teams? En hoe beoordeelt het kabinet
de juridische en operationele mogelijkheden om verdachte schepen in internationale
wateren aan te houden of te enteren?
27. Antwoord van het kabinet
De Hybrid Rapid Response Teamshebben een adviserende rol. Het initiatief voor de aanvraag van een team ligt bij
de getroffen EU-lidstaat of partnerland. Tot op heden zijn deze teams nog niet ingezet.
De Hybrid Rapid Response Teams staan los van de vraag omtrent de mogelijkheden om verdachte schepen aan te houden.
Bij koopvaardijschepen gelden andere regels dan bij marineschepen. Ook de locatie
op zee en de manier waarop het schip zich gedraagt zijn hierbij van invloed. Om kwaadwillende
actoren niet wijzer te maken over ons handelingsrepertoire, doen we hier in het openbaar
verder geen uitspraken over.
Met de aankomende publicatie van de roadmap voor het nieuwe MFK verwachten voornoemde
leden een fundamentele discussie over de financiering van nieuwe prioriteiten, zoals
concurrentievermogen, defensie en steun aan Oekraïne. Zij vragen hoe deze investeringen
zich verhouden tot de bestaande budgettaire kaders. Kan de Minister inzicht geven
in de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over het MFK?
28. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zet in op een verantwoorde omvang van het volgend MFK, leidend tot een
Nederlandse afdracht die in lijn is met de budgettaire uitgangspunten uit het Hoofdlijnenakkoord.
Op dit moment werkt het kabinet aan de Nederlandse inzet voor het MFK vanaf 2028.
Uw Kamer zal daar in het eerste kwartaal van 2025 over worden geïnformeerd.
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Niinistö-rapport,
waarin wordt gesteld dat de EU onvoldoende voorbereid is op grote crises zoals een
aanval op een EU-lidstaat of een pandemie. Zij onderschrijven de aanbevelingen om
de civiele en militaire weerbaarheid te versterken en vragen hoe het kabinet de implementatie
hiervan binnen Nederland en de EU voor zich ziet. Welke specifieke beleidsmaatregelen
overweegt het kabinet om de aanbevelingen van het Niinistö-rapport te integreren in
de Nederlandse weerbaarheidsstrategie?
29. Antwoord van het kabinet
Het kabinet kijkt waar Niinistö»s aanbevelingen een aanvulling zijn op de nationale
aanpak zoals geschetst in de Kamerbrief maatschappelijke weerbaarheid militaire en
hybride dreigingen.9 Zo neemt het kabinet verschillende maatregelen om bijvoorbeeld de digitale vaardigheden
van alle Nederlanders te verbeteren en mediawijsheid te bevorderen, om zo de verspreiding
van desinformatie tegen te gaan.10 Ook werkt het kabinet aan het versterken van communicatie richting burgers over hoe
zij zich beter kunnen voorbereiden op de gevolgen van een mogelijke ramp, zowel tijdens
een crisis als daarbuiten.11
Deze leden steunen het pleidooi voor een sterkere samenwerking tussen de EU en de
NAVO op het gebied van crisisbeheersing en defensie-industrie, maar vragen hoe de
Minister denkt over de financiering hiervan binnen de huidige EU-begroting.
30. Antwoord van het kabinet
Op dit moment werkt het kabinet aan de Nederlandse inzet voor het MFK vanaf 2028.
Uw Kamer zal daar in het eerste kwartaal van 2025 over worden geïnformeerd.
Landen als Denemarken en Finland lijken een nieuwe houding aan te nemen ten aanzien
van Europese schulduitgifte en Europese investeringen in defensie. Hoe beoordeelt
het kabinet deze ontwikkelingen en kan het kabinet de precieze posities en krachtenveld
tegen eurobonds in de EU duiden?
31. Antwoord van het kabinet
Op dit moment ligt er geen voorstel voor het aangaan van nieuwe gemeenschappelijke
schuld. Daarom is het schetsen van een krachtenveld niet mogelijk. In lijn met het
Regeerprogramma is het kabinet geen voorstander het aangaan van gezamenlijke schuld
voor nieuwe Europese instrumenten.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de aanhoudende protesten in Servië
tegen de regering van president Vucic. De recente staking en demonstraties zijn een
reactie op de instorting van het dak van een treinstation in Novi Sad, dat door de
demonstranten wordt toegeschreven aan corruptie binnen de overheid. Deze leden merken
op dat deze protesten de grootste zijn sinds Vucic in 2017 aan de macht kwam en dat
zijn plannen voor een nieuwe politieke beweging, naar het voorbeeld van Verenigd Rusland,
zorgen baren. Hoe kijkt de Minister naar de ontwikkelingen in Servië?
32. Antwoord van het kabinet
De aanhoudende protesten in Servië tegen het gebrek aan transparantie van de Servische
overheid over de instorting van het dak van een treinstation in Novi Sad op 1 november
jl. hebben de aandacht van het kabinet. Eerlijke en transparante aanbestedingsprocedures
en corruptiebestrijding zijn een belangrijk onderdeel van een functionerende rechtsstaat
en goed bestuur, en staan centraal in het EU-toetredingsproces. Servië wordt consequent
door de Commissie aangesproken op het belang hiervan en zorgen over beperkte voortgang
op het gebied van de rechtsstaat worden besproken, meest recentelijk in een gesprek
van de Minister van Buitenlandse Zaken met de Servische Minister van Buitenlandse
Zaken.
Het kabinet heeft er tevens kennis van genomen dat de Servische president Vučić de
oprichting van een bredere politieke beweging heeft aangekondigd. Tot op heden is
er geen programma van de beweging bekend.
Hoe wil de Minister binnen de EU bepleiten dat naleving van rechtsstatelijke principes
en democratische waarden een harde voorwaarde blijft voor verdere integratie?
33. Antwoord van het kabinet
Het kabinet blijft erop aandringen dat besluitvorming bij EU-toetreding gebaseerd
is op merites en dat de reguliere procedures worden toegepast. Ook de Commissie benadrukt
dat het uitbreidingsproces gebaseerd moet zijn op merites en het doorvoeren van hervormingen,
waarbij de zogenoemde Fundamentals – democratie, de rechtsstaat, mensenrechten, openbaar bestuur, migratiesamenwerking
en een functionerende markteconomie – centraal staan. Het kabinet staat, in lijn met
het Regeerprogramma, zeer kritisch tegenover verdere uitbreiding van de EU en houdt
streng vast aan de eisen voor EU-lidmaatschap, inclusief de zogenoemde Kopenhagen-criteria.
Er bestaan in het EU-toetredingsproces wat betreft het kabinet geen short-cuts; alle kandidaat-lidstaten moeten voldoen aan de geldende eisen voor EU-lidmaatschap.
Ook in Georgië blijft het onrustig en de huidige regering van Georgische Droom blijft
onder druk staan. De EU neemt steeds meer maatregelen. Hoe kijkt de Minister naar
het gericht instellen van sancties tegen families van vertrouwelingen van oligarch
Ivanishvili, bijvoorbeeld door hen toegang tot Westerse financiële systemen te ontzeggen?
34. Antwoord van het kabinet
Het kabinet pleit in Europees verband actief voor sancties tegen de individuen die
verantwoordelijk zijn voor het geweld tegen demonstranten, journalisten en politici,
en zal deze voortrekkersrol blijven vertolken. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken
van 27 januari jl. is besloten tot het gedeeltelijk opschorten van de visumfacilitatieovereenkomst
(VFA). Als gevolg hiervan wordt het voor de Europese lidstaten mogelijk om houders
van een Georgisch diplomatiek of dienstpaspoort visumplichtig te maken. Nederland
zal hier in Benelux-verband uitvoering aan geven.
Tot slot nemen de aan het woord zijnde leden kennis van de toenemende politieke steun
voor de verdere integratie van Oekraïne en Moldavië in de EU. Zij steunen het principe
van een op merites gebaseerde toetreding en erkennen het belang van verdere hervormingen
binnen deze landen. Tegelijkertijd vragen zij hoe de Minister de balans ziet tussen
politieke steun aan toetreding en het strikt handhaven van de toetredingscriteria.
Hoe voorkomt de Minister dat geopolitieke overwegingen de strikte toepassing van de
Kopenhagen-criteria ondermijnen?
35. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van vragen 12 en 32.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda’s van de Raden Algemene Zaken van 17–18 en 25 februari 2025. Deze leden hebben
enkele vragen over de inzet van het kabinet gedurende deze Raden Algemene Zaken.
Hoe is de Minister van plan de voorgenomen beperking van de stijging van de Nederlandse
EU-afdracht met 1,6 miljard euro vanaf 2028 te realiseren? Welke concrete opties worden
momenteel overwogen?
36. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van vraag 6.
Op welke onderdelen van het nieuwe MFK kan volgens de Minister worden bespaard, gezien
de Nederlandse inzet op een kleiner MFK en de veel besproken herprioritering van de
EU-begroting?
37. Antwoord van het kabinet
Op dit moment werkt het kabinet aan de Nederlandse inzet voor het Meerjarig Financieel
Kader vanaf 2028. De Kamer zal daar in het eerste kwartaal van 2025 over worden geïnformeerd.
Het kabinet zal daarbij inzetten op een Nederlandse afdracht die in lijn is met de
budgettaire uitgangspunten uit het Hoofdlijnenakkoord.
De leden van de NSC-fractie merken op dat er een ongewenst risico bestaat op de invoering
van nieuwe eigen middelen. Wat is de visie van de Minister op de vier door de Europese
Commissie voorgestelde nieuwe eigen middelen voor de EU-begroting?
38. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal in haar Kamerbrief met de overkoepelende kabinetsinzet MFK ingaan
op nieuwe eigen middelen. Naar verwachting zal de Europese Commissie bij haar voorstel
voor het volgende MFK een voorstel voor nieuwe eigen middelen presenteren dat teruggrijpt
op de voorstellen zoals die gedaan zijn in juni 2023.
Deze leden, die gemeenschappelijke schulden in EU-verband categorisch afwijzen, constateren
met zorg dat zelfs traditioneel «zuinige» landen zoals Denemarken, Finland en mogelijk
Duitsland steun overwegen voor plannen rondom gemeenschappelijke schulden voor defensie.
Hoe beoordeelt de Minister dit veranderende krachtenveld?
39. Antwoord van het kabinet
Op dit moment ligt er geen voorstel van de Commissie voor het aangaan van nieuwe gemeenschappelijke
schuld. Daarom is het schetsen van een krachtenveld niet mogelijk. In lijn met het
Regeerprogramma is het kabinet geen voorstander van het aangaan van gezamenlijke schuld
voor nieuwe Europese instrumenten.
Hoe beoordeelt de Minister de plannen van de Europese Commissie om het MFK in een
structuur te gieten die vergelijkbaar is met die van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
(HVF)?
40. Antwoord van het kabinet
De Europese Commissie heeft nog geen MFK-voorstel gepubliceerd en het is niet duidelijk
in hoeverre de structuur van de HVF in het MFK wordt toegepast. Wel heeft de Europese
Commissie aangegeven, mede op basis van de systematiek van de HVF, in het volgende
MFK een meer resultaatgerichte (performance based) aanpak te overwegen. Er is echter nog geen sprake van zodanig specifieke plannen
dat deze reeds beoordeeld kunnen worden. Het kabinet zal de Commissievoorstellen op
dit punt met een open blik beoordelen, waarbij ook rekening zal worden gehouden met
de uitvoerbaarheid van de plannen en de ervaringen met het uitvoeren van het Nederlandse
Herstel- en Veerkrachtplan in de afgelopen jaren.
Wat is de visie van de Minister op een verkorting van het MFK van zeven naar vijf
jaar, en hoe staat het tegenover een grotere flexibilisering in de inzet van middelen?
41. Antwoord van het kabinet
Het kabinet vindt dat binnen het MFK beter gereageerd moet kunnen worden op onvoorziene
en/of veranderende omstandigheden, ook zonder eventuele verkorting.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda's voor de Informele Raad Algemene Zaken op 17 en 18 februari en de Raad Algemene
Zaken op 25 februari. Met betrekking tot de onderwerpen op de agenda (MFK, weerbaarheid
en hybride dreigingen) hebben deze leden nog enkele vragen.
In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 27 januari 2025 lezen deze leden
over de Nederlandse inbreng met betrekking tot hybride dreigingen dat een substantiële
groep lidstaten, waaronder Nederland, aanvullende stappen bepleitte voor het versterken
van de afschrikking en dat gesproken werd onder andere over het verbeteren van informatiestromen
om te kunnen anticiperen op dreigingen, het verhogen van de kosten voor kwaadwillende
actoren, het versterken van de weerbaarheid en het nauw optrekken met partnerlanden
en de NAVO. Voornoemde leden juichen toe dat aanvullende maatregelen worden genomen
om verkiezingen in Europa te beschermen tegen buitenlandse beïnvloeding. Welke concrete
maatregelen zou de Minister op dit gebied graag zien?
42. Antwoord van het kabinet
Momenteel worden in vertrouwelijke setting mogelijkheden verkend om de algehele afschrikking
op het gebied van hybride dreigingen te versterken, o.a. op het gebied van situational awareness, het versterken van de weerbaarheid en het vergroten van de negatieve prikkels voor
kwaadwillende actoren. Gezien het belang van vertrouwelijkheid van dit proces zal
uw Kamer hierover worden geïnformeerd zodra opportuun. Voor maatregelen omtrent de
bescherming van verkiezingen tegen buitenlandse beïnvloeding verwijst het kabinet
naar de beantwoording van vraag 44.
En welke maatregelen wil de Minister terugzien in het EU Democracy Shield, dat in
het tweede kwartaal gepresenteerd zal worden?
43. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwelkomt het initiatief voor een EU Democracy Shield en onderstreept het belang van het versterken van de democratische weerbaarheid in
de EU. Het kabinet zet in op evidence-based maatregelen in het Democracy Shield en pleit ervoor dat de maatregelen voortbouwen op reeds bestaande maatregelen, zoals
de FIMI Toolbox of het Rapid Alert System.
Bent u het met deze leden eens dat er ook expliciet aandacht moet zijn voor inmenging,
zoals we die momenteel zien vanuit Elon Musk?
44. Antwoord van het kabinet
Online platformen zoals X hebben onder de Digital Services Act (DSA) een verantwoordelijkheid om de verspreiding van desinformatie, die democratische
processen beïnvloeden of het publieke debat verstoren, tegen te gaan. Het kabinet
vindt het terugdringen van desinformatie van belang en steunt daarom de Commissie
in het toezicht houden op de DSA en relevante digitale wetgeving.
De leden van de D66-fractie vragen of er bij sabotage van verkiezingen ook steeds
tegenmaatregelen worden genomen om dit soort ondermijnende inmenging te ontmoedigen?
Zo ja, om wat voor maatregelen gaat dit en hoe wordt dit gecoördineerd? Zo nee, betekent
dit dat er geen consequenties worden verbonden voor landen als Rusland die op deze
wijze onze democratie aanvallen?
45. Antwoord van het kabinet
Het kabinet huldigt in algemene zin het standpunt dat het verkiezingsproces, nu en
in de toekomst, ongestoord moet verlopen, vrij van ongewenste beïnvloeding en inmenging.
Daartoe zet het kabinet in op diverse maatregelen om de weerbaarheid van ons verkiezingsproces
te versterken. Op het moment dat in Nederland acties aan het licht komen waar sprake
is van ongewenste beïnvloeding dan is de inzet van het kabinet erop gericht deze actie(s),
waar mogelijk en binnen de kaders van de wet, te stoppen en de impact daarvan zoveel
mogelijk te beperken. Een voorbeeld is dat de Nederlandse inlichtingendiensten in
juni 2024 Amerika hebben geholpen een Russische online beïnvloedingscampagne te verstoren
die was gericht op het beïnvloeden van het Amerikaanse publieke debat. Dat gebeurde
vanaf een Nederlandse server. Uw Kamer is hier op 9 juli 2024 over geïnformeerd.
Daarnaast worden maatregelen getroffen op het gebied van sancties. Zo omvat het veertiende
pakket een maatregel die financiering uit Rusland van politieke partijen, stichtingen,
allianties, ngo’s en mediaorganisaties verbiedt. Ook zijn in op 16 december 2024 personen
gesanctioneerd die betrokken zijn bij digitale beïnvloedingscampagnes. Het kabinet
blijft actief zoeken naar mogelijkheden voor aanvullende listings.
Deze leden maken zich grote zorgen over Russische inmenging in verkiezingen, onder
andere in Roemenië en Moldavië. Gezien de agressieve vorm van inmenging in Europese
verkiezingen door Rusland, welke maatregelen heeft Nederland klaarstaan om de aankomende
verkiezingen in Nederland te beschermen tegen buitenlandse inmenging?
46. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is waakzaam en neemt tegenmaatregelen als er in Nederland sprake is van
ongewenste inmenging. Het kabinet organiseert onder andere verkiezingstafels om risico’s
die ondermijnend zijn voor het verkiezingsproces en eventuele maatregelen met relevante
partners te bespreken. De veiligheidsdiensten spelen hierbij een belangrijke rol.
Daarnaast worden ambtenaren voorbereid op veiligheidsrisico’s rondom de verkiezingen.
Ook zal de Europese Commissie op aanvraag van Nederland onderzoek doen naar de werkwijze
van andere Europese lidstaten om buitenlandse inmenging rondom verkiezingen te beperken.
Het kabinet zal van deze inzichten gebruik maken.
Middels een motie hebben voornoemde leden eerder al aandacht gevraagd voor het onderwerp
hybride dreigingen tijdens de aankomende NAVO-top in Den Haag. Welke opvolging is
er tot op heden gegeven aan de aangenomen motie van der Werf c.s. over in aanloop
naar of tijdens de NAVO-top in 2025 een zij-evenement organiseren dat zich richt op
cybersecurity en hybride dreigingen (Kamerstuk 36 600-X, nr. 43)?
47. Antwoord van het kabinet
Zoals eerder benoemd door de Minister-President is Nederland als gastland niet «in
the lead» ten aanzien van de agenda en het programma van de top. Dat is de NAVO. Nederland
kan als gastland, in overleg met de NAVO, enkel inhoudelijke accenten leggen.
Cyberveiligheid is belangrijk en heeft baat bij internationale afstemming en kennisuitwisseling.
Om die reden organiseert Defensie een bijeenkomst in aanloop naar de Top over weerbaarheid
in mei 2025. Cyber en hybride dreigingen zullen hierin ook een rol spelen. Daarnaast
kijken we naar andere mogelijkheden om in de aanloop naar de top zo goed mogelijk
invulling te kunnen geven deze motie.
Binnen de NAVO zijn er verschillende werkstromen rondom cyberveiligheid. Zo wordt
tijdens de jaarlijkse NATO Cyber Defense Pledge Conference (in 2024 georganiseerd
door Nederland) besproken hoe nationale netwerken en infrastructuren kunnen worden
versterkt en de collectieve weerbaarheid van de NAVO kan worden vergroot.
De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat er concreet gesproken
zal worden over het volgende MFK, terwijl het kabinet nog steeds geen standpunt heeft
ingenomen over de toekomst van het MFK. Met welk mandaat neemt de Minister deel aan
de eerste gesprekken over het MFK? Welk standpunt zal Nederland uitdragen tijdens
de gesprekken van 17 en 18 februari?
48. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal zich inzetten voor een moderne en toekomstbestendige begroting die
de belangrijkste uitdagingen van de EU adresseert. Tevens benadrukt het kabinet dat
er geen ruimte is om de nationale bijdragen aan de EU-begroting en daarmee de totale
omvang van het MFK te verhogen, in lijn met het Regeerprogramma. De Nederlandse inzet
op hoofdlijnen wordt conform de met uw Kamer gedeelde kwartaalplanning eind van het
eerste kwartaal van 2025 nader uitgewerkt in een Kamerbrief.
In antwoord op vragen bij het SO over de Raad Algemene Zaken van 21 november, gaf
de Minister aan voorstander te zijn van een modernisering van het MFK en dat het MFK
de Europese strategische prioriteiten dient te reflecteren. Wat betekent dit concreet
en op welke manier zal Nederland dit inbrengen tijdens de aankomende Raad Algemene
Zaken?
49. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar het antwoord op vraag 47.
In de afgelopen maanden is de nieuwe Europese Commissie direct aan de slag gegaan
met voorstellen op het gebied van veiligheid en defensie richting het nieuwe MFK.
Daarbij hebben de Voorzitter van de Europese Commissie, Von der Leyen, en Eurocommissaris
Kubilius gepleit voor in totaal 500 miljard euro extra investeringen voor Europese
veiligheid en defensie in de komende 10 jaar, en deden ze de oproep om het Europese
defensiebudget op te hogen naar 100 miljard euro. Kan de Minister aangeven wat hij
concreet vindt van deze twee voorstellen?
50. Antwoord van het kabinet
De Commissie heeft geen nieuwe voorstellen gedaan voor additionele investeringen in
Europese veiligheid en defensie en ook nog geen voorstel gedaan voor het volgend MFK.
Naast meer geld voor defensie zal er ook concreet gesproken worden over Oekraïne.
Voornoemde leden vinden dat een langjarig commitment ook betekent dat er financiële
middelen gereserveerd moeten worden. Is de Minister het met deze leden eens dat de
steun aan Oekraïne een vaste plek moet krijgen in de Europese begroting en dat er
ook middelen/fondsen gereserveerd moeten worden voor de wederopbouw van Oekraïne?
51. Antwoord van het kabinet
Zoals in het hoofdlijnenakkoord staat aangegeven, blijft Nederland Oekraïne, zowel
bilateraal als in Europese en andere samenwerkingsverbanden, politiek, militair, financieel
en moreel actief en onverminderd steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw,
zolang als dat nodig is.
Het kabinet zet daarnaast in op verankering van de belangrijkste Europese prioriteiten
voor Nederland binnen het MFK. Nadere uitwerking van de Nederlandse onderhandelingsinzet
op hoofdlijnen voor het volgend MFK volgt in het eerste kwartaal van 2025.
Gezien de hoge mate van dreiging vanuit Rusland en de conclusies van de Draghi- en
Niinistö-rapporten, zien de aan het woord zijnde leden dat er veel extra Europese
middelen nodig zullen zijn om opvolging te kunnen geven aan de Europese uitdagingen.
Erkent de Minister dat er extra Europees geld nodig zal zijn om alle uitdagingen op
het gebied van weerbaarheid, veiligheid en concurrentievermogen het hoofd te kunnen
bieden? Zo nee, welke posten op de Europese begroting zouden minder geld moeten krijgen
om ruimte te maken voor de eerdergenoemde prioriteiten?
52. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is van mening dat de EU haar beleidsprioriteiten kan behalen zonder een
(significant) groter MFK in relatieve zin.
Hoe kijkt de Minister naar het voorstel van Draghi om de terugbetaling van NextGeneration
EU-leningen uit te stellen, zodat die middelen kunnen worden ingezet voor de prioriteiten
van nu?
53. Antwoord van het kabinet
De Europese Raad heeft in juli 2020 afgesproken dat terugbetaling van NextGenerationEU
geschiedt middels een geleidelijke en voorspelbare terugbetaling tot en met 2058.
De leden van de D66-fractie zijn zeer sceptisch over het voornemen van dit kabinet
om in te zetten op een lagere Nederlandse EU-afdracht. Overwegende dat het kabinet
zelf ook aangeeft dat een lagere afdracht een lastige opgave lijkt, aangezien Nederland
al een hoge korting kent, waar geeft dit kabinet de prioriteit aan minder EU-afdrachten
of actie op de eerdergenoemde uitdagingen? Is het kabinet bereid de wens voor een
lagere afdracht te laten vervallen als dit oplossingen op het gebied van veiligheid,
weerbaarheid en concurrentievermogen in de weg staat?
54. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is van mening dat de EU haar beleidsprioriteiten kan behalen zonder een
(significant) groter MFK in relatieve zin.
Tijdens de Raad zal ook gesproken worden over weerbaarheid. Deze leden vinden de concrete
wensen van het kabinet op dit gebied onduidelijk. Aangezien er tijdens de Raad Algemene
Zaken van 17 en 18 februari gesproken zal worden over het rapport van de voormalige
Finse president Sauli Niinistö over weerbaarheid, en de kabinetsreactie hierop pas
eind deze maand volgt, betekent dit dat Nederland geen standpunt zal innemen tijdens
de Raad Algemene Zaken over onderwerpen met betrekking tot weerbaarheid? Zo nee, kan
de Minister dan aangeven wat de inbreng van Nederland op dit onderwerp zal zijn?
55. Antwoord van het kabinet
Tijdens de informele Raad Algemene Zaken van 17 en 18 februari as. zal er een gedachtewisseling
plaatsvinden op politiek niveau over een aantal, minder belichte voorstellen in het
Niinistö rapport over EU Weerbaarheid. Focus ligt hierbij op een aantal voorstellen
die vallen binnen de «whole-of-society» benadering, waaronder betrokkenheid van de niet-gouvernementele sector, het maatschappelijk
middenveld en de bredere samenleving, wat als «whole-of-society» benadering wordt gedefinieerd. Nederland zal tijdens deze gedachtewisseling het belang
van de private sector benadrukken, en de EU oproepen om verschillende niet-overheidsactoren
goed te blijven betrekken bij beleidsvorming. Dit is in lijn met de Kamerbrief maatschappelijke
weerbaarheid militaire en hybride dreigingen12 en de eerder gedeelde kabinetsreactie Niinistö in de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad
van 12-13 december 2024.13
Welke opvolging is er tot op heden gegeven aan de aangenomen motie van het lid Van
der Werf c.s. over concrete scenario's uitwerken voor maatregelen op overheidsniveau
en individueel niveau in het geval van hybride (cyber)aanvallen (Kamerstuk 36 600-X, nr. 44), en welke opvolging gaat de Minister nog geven?
56. Antwoord van het kabinet
Op 6 december 2024 deelde het kabinet de aanpak voor het versterken van de weerbaarheid
tegen hybride en militaire dreigingen met uw Kamer (Vergaderjaar 2024–2025, 30 821
- 249). Momenteel wordt deze aanpak onder coördinatie van de Ministers van Justitie
en Veiligheid en Defensie deze aanpak verder uitgewerkt, waarbij gefocust wordt op
versterking van de weerbaarheid tegen hybride en militaire dreigingen in verschillende
scenario’s en domeinen. Uw Kamer zal daar later dit jaar nader over geïnformeerd worden.
Tijdens de lunch zal worden gesproken over de toekomst van Europa, met specifieke
aandacht voor de verdere uitbreiding van de EU en de gevolgen daarvan voor de interne
organisatie van de EU. De leden van de D66-fractie missen echter een visie van dit
kabinet op Europa. Wat is de visie van dit kabinet op de toekomst van de EU en wat
zal de inbreng van Nederland zijn tijdens dit lunchgesprek?
57. Antwoord van het kabinet
Het kabinet vindt het van belang dat het handelingsvermogen van Nederland en de EU
centraal staat in de discussie over de Toekomst van Europa. Instellingen op nationaal
en EU niveau moeten ook bij uitbreiding goed kunnen blijven functioneren. De komende
tijd zullen de Europese Commissie en EU-lidstaten in kaart brengen welke hervormingen
op het gebied van waarden, beleid, begroting en bestuur wenselijk of nodig zijn om
nieuwe EU-lidstaten goed te kunnen absorberen.
EU-Commissaris voor uitbreiding, Marta Kos, heeft na afloop van de Raad Algemene Zaken
van 28 januari jl. aangekondigd tegen eind juni 2025 de onderhandelingen te willen
openen over twee EU-uitbreidingsclusters met Oekraïne en Moldavië, namelijk over fundamentele
waarden en externe actie. Zal Nederland deze volgende stap in het toetredingsproces
van Oekraïne en Moldavië steunen?
58. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket14, geldt voor beide landen dat als de Commissie het voorstel doet om Cluster 1 te openen,
het kabinet hier met een kritisch-constructieve grondhouding naar zal kijken, mits
Moldavië dan wel Oekraïne aan de voorwaarden voldoet en overeenstemming wordt bereikt
in de Raad over het vaststellen van gepaste benchmarks waar beide landen aan zullen moeten voldoen gedurende de volgende fase van het toetredingsproces.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft in een gesprek met Commissaris Marta Kos
aangegeven het beoogde tijdspad ambitieus te achten.
Voornoemde leden hebben inmiddels meerdere keren aandacht gevraagd voor het feit dat
dit kabinet deelneemt aan Europese Raden, de Raad Algemene Zaken en NAVO-ministeriële
zonder voor vertrek een duidelijke Nederlandse inbreng te delen met de Tweede Kamer.
Deze leden maken zich zorgen over de transparantie van dit kabinet en haar Europese/internationale
inzet. Erkent de Minister dat hij het Nederlandse standpunt tijdens de eerdergenoemde
gremia met de Kamer moet delen, alvorens een duidelijk standpunt in te nemen tijdens
deze gremia? Zo ja, vindt de Minister dat hij dit in de afgelopen maanden ook heeft
gedaan?
59. Antwoord van het kabinet
Ja. Het kabinet hecht groot belang aan de tijdige informatievoorziening aan zowel
de Eerste als de Tweede Kamer over de Nederlandse inzet in EU- en NAVO beleids- en
besluitvorming. Uitgangspunt is dat de Tweede Kamer in een zo vroeg mogelijk stadium
wordt geïnformeerd, zodat de Tweede Kamer de controlerende taak ten opzichte van de
regering, en daarnaast de zelfstandige rol binnen de Europese Unie, effectief kan
vervullen. Onderdeel van de EU- en NAVO- informatieafspraken vormt de verzending van
geannoteerde agenda’s voorafgaand aan de (formele en informele) bijeenkomsten van
de Raad van de Europese Unie en de Europese Raad en de NAVO Ministers en leiders.
De geannoteerde agenda’s worden standaard voorafgaand aan de Europese Raden, de Raden
Algemene Zaken en NAVO ministeriële bijeenkomsten aan de Tweede Kamer verzonden, waaronder
ook in de afgelopen maanden, zodat er ruimte bestaat om deze agenda’s te betrekken
bij het ingeplande debat of schriftelijk overleg over de desbetreffende bijeenkomst.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie herkennen veel van de onderwerpen uit afgelopen debatten.
Om die reden zetten wij onze standpunten nog een keer op een rijtje, en zullen wij
waar nodig met aanvullende vragen en/of opmerkingen komen. Dit geven wij graag aan
de Minister mee, waarbij wij graag terugkoppeling ontvangen.
De leden van de BBB-fractie merken op dat hybride dreigingen en inmenging in verkiezingen
nu ook Duitsland en andere landen prioriteit hebben. Deze leden kijken uit naar vernieuwde
veiligheidsstrategie eind maart.
Deze leden benadrukken dat Nederland een pro-actievere opstelling wil om de Russische
schaduwvloot aan te pakken, de (infrastructuur in de)Noordzee maar ook Oostzee en
Baltische Zee beter te beveiligen. Verder pleiten deze leden ook voor een doortastendere
aanpak bij het confisqueren van Russische tegoeden.
Wat betreft de nieuwe Europese Meerjarenbegroting pleiten voornoemde leden fel tegen
eurobonds en nog meer gemeenschappelijke schulden, ook als dit voor defensie ingezet
zou gaan worden. Landen hebben zelf de plicht zich aan de NAVO-norm te houden. Bovendien
is dan het hek van de dam en de poort open om ook voor andere bestedingen dan maar
voor eurobonds en gemeenschappelijke schulden te kiezen. Probleem daarbij is gedrag
van onder andere Draghi die nu al de terugbetaling van de NextGeneration EU-leningen
op langere termijn wil schuiven. Deze leden willen «Italiaanse toestanden» voorkomen
en een degelijk en gezond financieel beleid hebben. Nederland heeft als een van de
grote betalers ook het recht hiervan iets te vinden. Op deze manier legt Draghi deze
schulden wel heel erg bij de NextGeneration neer.
Als de Europese Commissie een Competitiveness Fund wil opzetten is het volgens voornoemde
leden handig daar ook defensie in op te nemen om die tak te stimuleren. Dan hoeft
dat niet ook nog een keer op een andere manier.
Verder merken zij op dat het prima is om rekening te houden met de hulp aan Oekraïne,
maar om nu al voor komende jaren militaire steun onverminderd voort te willen zetten
is prematuur. Wellicht is er in de tussentijd vrede. Het is verstandig alvast rekening
te houden met de wederopbouw en daarbij te kijken of Nederlandse bedrijven hiervan
mee kunnen profiteren.
De Europese Commissie probeert van alles om meer inkomsten te genereren en dit lijkt
een doel op zich te worden. Dat kan volgens de aan het woord zijnde leden niet de
bedoeling zijn.
Nederland moet als het aan deze leden ligt vasthouden aan haar opstelling als zuinig
land, ook als daar nu landen hun koers wijzigen om verschillende redenen. Alleen dan
kan de EU in de toekomst een stabiel en sterk economisch en financieel blok blijven.
Hoewel deze leden de zorgen over Groenland en van Polen delen kan dit niet een reden
zijn om onze houding ten aanzien van eurobonds en gemeenschappelijke schulden ineens
overboord te zetten.
Het is volgens de leden van de BBB-fractie goed dat de EU inzet op minder regelgeving
om concurrentie vermogen en slagkracht van Europese ondernemers weer meer te stimuleren
in plaats van tegen te werken. Deze leden zouden van de Minister graag willen weten
of en welke veranderingen en toevoegingen hij zou willen zien in de meerjarenprogrammering
en of Nederland daar nog specifieke voorwaarden of wensen over heeft.
60. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zet in op een verantwoorde omvang van het volgend MFK, leidend tot een
Nederlandse afdracht die in lijn is met de budgettaire uitgangspunten uit het Hoofdlijnenakkoord.
Nadere uitwerking van de Nederlandse onderhandelingsinzet op hoofdlijnen voor het
volgend MFK volgt in het eerste kwartaal van 2025.
De aan het woord zijnde leden blijven kritisch op uitbreiding van de EU op de manier
waarop dat nu gaat. Zij willen geen paarden van Troje of nieuwe situaties zoals met
Hongarije binnenhalen die van binnenuit onze waarden en efficiency kunnen dwarsbomen.
Daarom maken zij zich bijvoorbeeld grote zorgen om Moldavië, maar ook Servië. Eerder
hebben voornoemde leden ook al zorgen inzake Georgië geuit en die bleken niet onterecht.
Oekraïne is voor deze leden sowieso een brug te ver op dit moment. Wat dat betreft
laten zij alle opties nog open.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben
nog enkele vragen die zien op het volgend MFK. Zij vragen wat de strategie van dit
kabinet is met betrekking tot de onderhandelingen over het MFK. Deze leden lezen dat
het kabinet inzet op «een moderne en toekomstbestendige begroting die de belangrijkste
uitdagingen van de EU adresseert.» Zij vragen wat voor dit kabinet prioriteit heeft.
Is dat het moderniseren van de EU-begroting of het beperken van de afdrachten?
61. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is van mening dat het moderniseren van de EU-begroting niet botst met
de budgettaire opgave ten aanzien van de Nederlandse afdrachten voortvloeiende uit
het Hoofdlijnenakkoord.
Voornoemde leden vragen verder wat de inhoudelijke prioriteiten van het kabinet zijn
voor het MFK. Op welke thema’s wil dit kabinet de Europese samenwerking intensiveren
en verdiepen? En waar zou dan eventueel meer en waar eventueel minder geld naartoe
moeten gaan?
62. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van vraag 11.
De aan het woord zijnde leden lezen verder dat de Minister geen ruimte ziet voor de
verhoging van de totale omvang van het MFK. Deze leden vragen wat hiervan de reden
is. Het ging het kabinet in het regeerprogramma toch alleen om de afdrachten van Nederland?
En zet het kabinet daarmee in op het gelijk blijven van de omvang van het MFK of ziet
het kabinet het liefst een verlaging van het totale MFK? Wat is voor het kabinet een
«acceptabele» omvang van het MFK, zoals omschreven in de budgettaire bijlage van het
hoofdlijnenakkoord?
63. Antwoord van het kabinet
In lijn met het Hoofdlijnenakkoord zet het kabinet in op een structurele besparing
op de EU-afdrachten van EUR 1,6 miljard vanaf 2028 (nieuwe MFK-periode) t.o.v. de
meerjarenraming. Om deze doelstelling te behalen zal het kabinet volgens het hoofdlijnenakkoord
inzetten op een combinatie van een acceptabele omvang van het MFK en een voor Nederland
acceptabel aandeel in de nationale bijdragen via het Eigenmiddelenbesluit. Acceptabel
betekent dat dit past binnen de huidige raming van de Nederlandse EU-afdrachten op
de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waarin de afspraak uit de
budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord reeds verwerkt is.
Deze leden vragen ook wat de gevolgen zijn van de nacalculatie van de EU-afdrachten,
waaruit blijkt dat Nederland eenmalig 697 miljoen euro moet nabetalen vanwege een
hoger dan verwacht bni. Welke gevolgen heeft dit voor de ramingen van de afdrachten
voor komende jaren? In hoeverre heeft het hoger dan verwachte bni invloed op de onderhandelingen
voor het nieuwe MFK, waarop het kabinet 1,6 miljard euro wil bezuinigen? Klopt het
dat deze bezuiniging hierdoor nog lastiger te realiseren is?
64. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de brief van de Minister van Financiën over de nacalculatie is
mogelijk sprake van een meerjarige doorwerking op de geraamde afdrachten.15 Meer informatie over dit effect wordt bekend met de publicatie van de raming door
de Europese Commissie in juli 2025.
De reden dat dit pas na de Lenteraming kan, is omdat voor de EU-afdrachten het relatieve
aandeel van het bruto nationaal inkomen (bni) bepalend is en dus ook cijfers van de
andere lidstaten voor de komende jaren nodig zijn.
De verwerking van deze cijfers is niet direct van invloed op de opgave uit het Hoofdlijnenakkoord.
De reden hiervoor is dat bij de budgettaire verwerking van het Hoofdlijnenakkoord
is afgesproken dat de raming van de EU-afdrachten – zoals gebruikelijk – bijgesteld
zal blijven worden op basis van de economische ontwikkeling en de besparing van EUR
1,6 miljard daar als vast bedrag van afgetrokken wordt.
De leden van de CDA-fractie vragen verder of de Minister wil aangeven hoe hij aankijkt
tegen de vormgeving van het MFK. Wat is de visie van de Minister op de beste vormgeving?
En wat is de reactie van de Minister op de genoemde plannen voor een nieuwe vormgeving
waarbij lidstaten nationale plannen moeten indienen om aanspraak te maken op één enkele
financieringsenveloppe die de grote hoeveelheid aan EU-programma’s vervangt? Voor
welke vormgeving is op dit moment het meeste draagvlak, naar de verwachting van de
Minister?
65. Antwoord van het kabinet
De Europese Commissie presenteert naar verwachting in de zomer van 2025 haar voorstel
voor het volgend MFK. Het kabinet kan niet ingaan op plannen van de Commissie die
niet formeel zijn voorgesteld. Het kabinet is in algemene zin voorstander van een
versimpeling van de begrotingsstructuur en het beter kunnen reageren op onvoorziene
en/of veranderende omstandigheden.
Deze leden vragen als laatste naar de rol van de Stuurgroep Tactiek en Timing Europese
Inzet Hoofdlijnenakkoord. Wat is de rol van deze stuurgroep in dit proces? Wat heeft
deze stuurgroep tot nu toe bereikt?
66. Antwoord van het kabinet
De Stuurgroep Tactiek en Timing speelt geen rol in de totstandkoming van de overkoepelende
kabinetsinzet voor het volgend MFK. Besluitvorming vindt plaats via de reguliere onderraden
en de ministerraad.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavige
stukken voor het schriftelijk overleg over de Raad Algemene Zaken van 17–18 en 25 februari
2025. Zij hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
Deze leden zijn verheugd te lezen dat Nederland pleit voor een assertieve opstelling
in het vraagstuk rondom hybride dreigingen in het maritieme domein. De Minister sprak
laatst over het gevaar rondom het scheppen van een precedent voor Rusland en China
als het gaat om nieuwe maatregelen voor het enteren van de Russische schaduwvloot.
Welke maatregelen ziet de Minister voor zich om het scheppen van een gevaarlijk precedent
te voorkomen?
67. Antwoord van het kabinet
Nederland heeft baat bij het recht op vrije doorvaart wereldwijd voor civiele reders
en militaire vaartuigen. Om hybride dreigingen zoals spionage en sabotage tegen te
gaan, werkt het kabinet aan het versterken van weerbaarheid en responsmogelijkheden.
Om kwaadwillende actoren niet in de kaart te spelen, is het kabinet terughoudend over
het publiek maken van details hieromtrent. Los van hybride dreigingen probeert Rusland
het olieprijsplafond dat door de EU is ingesteld te omzeilen met de schaduwvloot.
In reactie hierop heeft Nederland met de EU honderden schepen gesanctioneerd.
Daarnaast zijn de leden van de Volt-fractie verheugd te lezen dat eurocommissaris
Kos en Hoge Vertegenwoordiger Kallas positief staan tegenover verdere stappen in EU-uitbreiding.
In het regeerprogramma staat echter dat Nederland hier kritisch over is. Zal Nederland
voor het openen van de twee uitbreidingsclusters met Oekraïne en Moldavië stemmen?
Welke lidstaten kunnen unanimiteit op dit besluit in de weg staan? Kan de Minister
enkele voordelen noemen van verdere EU-uitbreiding?
68. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket16
, geldt voor beide landen dat wanneer de Europese Commissie het voorstel doet om Cluster
1 te openen, het kabinet hier met een kritisch-constructieve grondhouding naar zal
kijken, mits Moldavië dan wel Oekraïne aan de voorwaarden voldoet en er overeenstemming
wordt bereikt in de Raad over het vaststellen van gepaste benchmarks
waar beide landen aan zullen moeten voldoen gedurende de volgende fase van het toetredingsproces.
Het kabinet staat, conform het Regeerprogramma, zeer kritisch tegenover verdere uitbreiding
van de EU en houdt streng vast aan de eisen voor EU-lidmaatschap, inclusief de zogenoemde
Kopenhagen-criteria. Er worden geen concessies gedaan aan deze criteria. Het kabinet
erkent evenwel het EU-perspectief van kandidaat-lidstaten. Een reëel lidmaatschapsperspectief
is een belangrijke drijfveer voor hervormingen. Deze hervormingen dragen ook bij aan
stabiliteit en weerbaarheid in de nabuurregio van de EU.
De leden van de Volt-fractie vragen in het kader van EU-uitbreiding welke hervormingen
van de EU dit kabinet op dit moment het meest nodig acht?
69. Antwoord van het kabinet
Het kabinet hecht eraan om eerst in kaart te brengen wat de gevolgen van uitbreiding
zullen zijn voor de waarden, het beleid, het bestuur en de begroting van de EU en
lidstaten. Dan kan worden bezien welke hervormingen wenselijk of nodig zijn. De Commissie
publiceert in het voorjaar van 2025 pre-uitbreiding beleidsevaluaties die de gevolgen
van uitbreiding schetsten. Conform de reguliere informatieafspraken zal het kabinet
uw Kamer een kabinetsreactie van deze Commissiemededeling doen toekomen.
Is de Minister het met deze leden eens dat het toetredingsproces een gefaseerd proces
zou moeten worden, waarbij het EU-lidmaatschap met bijbehorende rechten in stappen
verkregen kan worden? Zoals ook Tsjechië voorstelde om Oekraïne en Moldavië geleidelijk
tot de interne markt te laten toetreden? Zo nee, waarom niet?
70. Antwoord van het kabinet
Het kabinet onderschrijft de uitbreidingsmethodologie waarin eigen merites, conditionaliteit
en omkeerbaarheid centraal staan. Het kabinet vindt betrokkenheid en steun aan kandidaat-lidstaten,
zowel bilateraal als in EU-verband, eveneens van belang en acht het wenselijk dat
kandidaat-lidstaten hervormingen versnellen, om sociaaleconomische ontwikkeling mogelijk
te maken en voortgang te boeken richting het voldoen aan de criteria voor EU-lidmaatschap.
Voorstellen voor nauwere samenwerking en integratie in het kader van het EU-uitbreidingsproces
dienen gepaard te gaan met aandacht en waarborgen op relevante beleidsterreinen.17
In algemene zin vindt het kabinet dat geleidelijke integratie overwogen kan worden
als dit in het belang is van Nederland, de EU en de kandidaat-lidstaat en als de integriteit
van de interne markt en interne veiligheid gewaarborgd blijft. Integratie in de interne
markt moet altijd voorafgegaan worden door overname, implementatie en handhaving van
alle relevante onderdelen van het EU-acquis, en gepaard gaan met hervormingen en respect
voor de rechtsstaat.
Dan hebben de leden van de Volt-fractie nog een aantal vragen over het MFK. Zij zijn
van mening dat voor een sterk, onafhankelijk Europa een grotere EU-begroting nodig
is. Het kabinet zal bij de onderhandelingen over het volgende MFK inzetten op een
kleiner MFK en een hogere Nederlandse korting. Hoe rijmt de Minister dat met het feit
dat er juist in deze geopolitieke, veranderende wereldorde meer geld nodig is om een
sterk, verenigd, onafhankelijk Europa te creëren dat tegenstand kan bieden aan grootmachten
als de VS en China? Een Europa dat haar concurrentie wil verhogen, wil uitbreiden
en een gezamenlijke defensie-industrie wil opstarten. Een Europa dat volgens Draghi
een gat van 800 miljard euro per jaar moet dichten. Hoe ziet de Minister voor zich
dat deze zaken het hoofd geboden kan worden met de huidige, beperkte EU-begroting?
Denkt de Minister echt dat we grote, gezamenlijke problemen het beste als 27 aparte
lidstaten het hoofd kunnen bieden?
71. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zet in op een verantwoorde omvang van het volgend MFK, leidend tot een
Nederlandse afdracht die in lijn is met de budgettaire uitgangspunten uit het Hoofdlijnenakkoord.
Het kabinet is van mening dat ambitieus EU-beleid ook mogelijk is zonder het MFK te
laten stijgen. Dit vergt dat keuzes worden gemaakt en prioritering wordt aangebracht,
net zoals lidstaten nationaal doen om hun begroting sluitend te maken.
Daarnaast is een Nederlandse korting op het nieuwe MFK niet unilateraal afdwingbaar.
Is de Minister het met deze leden eens dat het pleiten voor een grotere korting, die
bij het huidig MFK al hoog is, wensdenken is waar andere lidstaten niet mee akkoord
zullen gaan? Indien de wensen van dit kabinet, een kleiner MFK en een hogere korting,
niet door zullen gaan, is de Minister dan van plan een veto uit te spreken voor het
nieuwe MFK?
72. Antwoord van het kabinet
De onderhandelingen over het volgend MFK zijn nog niet begonnen. Daarom kan het kabinet
niet vooruitlopen over de te voeren onderhandelingsstrategie.
Zal dit, zoals het CPB terecht schetst, «mogelijk negatieve consequenties op andere
beleidsterreinen waar Nederland afhankelijk is van Europese samenwerking» hebben?
Zo nee, waarom niet? Waarom spreekt dit kabinet wel uit dat er meer Europese samenwerking
nodig is, maar wil het én een kleiner MFK én geen gebruik maken van eurobonds, waarmee
dit kabinet Nederland isoleert in de discussie over meer financiële middelen voor
Europese samenwerking en Nederland zich in hetzelfde rijtje als Hongarije plaatst?
73. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar het antwoord op de vorige vraag.
Verder vragen deze leden ook welke ideeën voor nieuwe eigen middelen voor de EU het
kabinet in gedachte heeft.
74. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal in haar Kamerbrief met de overkoepelende kabinetsinzet MFK ingaan
op nieuwe eigen middelen. Naar verwachting zal de Europese Commissie bij haar voorstel
voor het volgende MFK een voorstel voor nieuwe eigen middelen presenteren dat teruggrijpt
op de voorstellen zoals die gedaan zijn in juni 2023.
De leden van de Volt-fractie vragen of het kabinet voorstander is de steun aan Oekraïne
een vaste plek op de EU-begroting te geven. Momenteel is dit niet het geval en is
de steun op ad-hoc basis tot stand gekomen.
75. Antwoord van het kabinet
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van vraag 50.
Tot slot hebben deze leden kennisgenomen van de beoogde plannen van de Europese Commissie
om het MFK te hervormen tot in totaal drie fondsen. Kan de Minister drie voordelen
en drie nadelen schetsen van deze eventuele hervorming? Wat is de houding van dit
kabinet op dit plan?
76. Antwoord van het kabinet
De Commissie heeft nog geen MFK-voorstel gepubliceerd. Het MFK-voorstel wordt zomer
2025 verwacht. Het kabinet zal uw Kamer na het verschijnen van een voorstel via een
BNC-fiche informeren. Inzet overkoepelende kabinetsinzet MFK op hoofdlijnen volgt
in eerste kwartaal.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
A.E.A.J. Hessing-Puts, griffier