Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Thijssen over het bericht dat de maatwerkafspraken met Nobian zijn getekend
Vragen van het lid Thijssen (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het bericht dat de maatwerkafspraken met Nobian zijn getekend (ingezonden 15 januari 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 13 februari 2025)
Vraag 1
De reductie van CO2 voor scope 3 emissies wordt met de huidige afspraken ingeschat op 50% terwijl er
vanuit wetenschappelijk oogpunt 90% nodig is; waarom gaat u hiermee akkoord? Op welke
manier moet Nobian rapporteren over het reduceren van scope 3 emissies?1
Antwoord 1
De maatwerkafspraken zijn er primair op gericht om additionele CO2-reductie van scope 1 emissies te realiseren. Door de beoogde reductie te vergelijken
met het afbouwpad van gratis dispensatierechten binnen de CO2-heffing voor de industrie wordt bepaald in hoeverre de reductie als gevolg van maatwerk
additioneel is ten opzichte van de heffing. Aanvullend kan per bedrijf worden bezien
of er op andere onderdelen aanvullende afspraken wenselijk zijn. Bijvoorbeeld op het
gebied van de leefomgeving. Hierbij wordt de balans gezocht tussen het potentiële
maatschappelijke effect enerzijds en de haalbaarheid voor de deal anderzijds.
Naast een project voor CO2-reductie in 2030 moeten bedrijven om in aanmerking te komen voor maatwerk een plan
hebben voor CO2-neutraliteit in 2050. Het klimaatplan van Nobian is getoetst door het Science Based
Targets Initiative (SBTI) en er is geconcludeerd dat het plan voldoet aan het Parijs
akkoord, ook op het gebied van scope 3 emissies. Met de maatwerkafspraak wordt in
aanvulling hierop een versnelling gerealiseerd van 10 jaar voor scope 1 emissies,
waarmee het bedrijf aanzienlijk voorloopt op de doelen van het Parijsakkoord. In dit
geval is gekozen om geen aanvullende afspraken te maken over scope 3 maar bijvoorbeeld
wel op het gebied van NOx, waterbesparing en warmtelozing.
Nobian zal net als ieder ander bedrijf moeten rapporteren over het reduceren van haar
scope 3 emissies aangezien er geen aanvullende afspraken over zijn gemaakt.
Vraag 2 en 3
Hoeveel emissies blijven er over als de reducties zoals opgesomd in artikel 2 van
de maatwerkafspraken zijn uitgevoerd? Wat is er aanvullend nodig om de uitstoot naar
nul te brengen?
Bent u van plan om ook afspraken te maken met Nobian over het verminderen van uitstoot
na 2030 en het toewerken naar klimaatneutraliteit? Waarom wel of niet?
Antwoord 2 en 3
Nobian gaat door het uitvoeren van de projecten uit deze maatwerkafspraak al naar
vrijwel 0 CO2 uitstoot in 2030. Dat is 10 jaar sneller dan op basis van het ETS noodzakelijk zou
zijn. Nadat alle projecten zijn uitgevoerd dient er nog een oplossing te worden gevonden
voor een back-up boiler t.b.v. het chemiecluster in Delfzijl. De gesprekken met alle
stakeholders in en rondom het cluster worden gevoerd over de (meest wenselijke) oplossing.
Tot er een oplossing is gevonden, is daar voorlopig een uitstoot van 25 Kton CO2 voor ingeboekt na 2030.
Deze laatste minimale restemissie zal buiten de maatwerkafspraak om gereduceerd worden.
Er is dus geen noodzaak tot aanvullende afspraken voor het verminderen van uitstoot
na 2030. Wel worden de huidige afspraken ook na 2030 gemonitord, waardoor het maatwerktraject
niet is afgelopen in 2030.
Vraag 4
Hoe verhouden de maatwerkafspraken met Nobian zich tot de aankomende wetgeving internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) uit Europa, de bijkomende klimaatzorgplicht
en klimaatplannen die bedrijven in het kader van deze wetgeving moeten opstellen?
Antwoord 4
Op dit moment wordt er gewerkt aan de Nederlandse implementatie van de CSDDD (Europese
IMVO-wet). Deze wet moet in de zomer van 2026 van kracht gaan worden. De Europese
Commissie komt echter nog met voorstellen om de regeldruk voor duurzaamheidsregelgeving,
waaronder de CSDDD en CSRD (Europese IMVO rapportagewet) te verminderen. Hierdoor
kan nog niet exact worden getoetst hoe de maatwerkafspraak zich verhoudt tot de eisen
zoals die straks zullen gelden.
Een belangrijk onderdeel van de CSDDD is het opstellen van een klimaattransitieplan.
Nobian heeft nu al wel een gedegen klimaattransitieplan opgesteld en werkt aan de
uitvoering hiervan. De plannen zijn bijvoorbeeld getoetst en positief beoordeeld door
het SBTI. Daarnaast heeft Nobian ook drie jaar op rij een platina score gekregen van
Ecovadis voor haar duurzaamheidsprestaties. Platina betekent dat het bedrijf bij de
top 1% gerankte bedrijven wereldwijd hoort.
Vraag 5
Zou Nobian zonder aanvullende afspraken de verminderde stikstofuitstoot kunnen verkopen
aan derden? Wordt een eventuele verkoop nu definitief voorkomen? Wie bepaalt in de
toekomst waar deze stikstofuimte voor kan worden ingezet, en als dit niet het bevoegd
gezag is, waarom niet?
Antwoord 5
In de maatwerkafspraak met Nobian is vastgelegd dat de verminderde stikstofuitstoot
niet verkocht kan worden aan derden en dat het bedrijf instemt de stikstofuitstoot
te reserveren voor de Staat. In de maatwerkafspraak is opgenomen dat de Staat de verminderde
stikstofuitstoot, naast natuurherstel, ook onder voorwaarden deels kan benutten voor
andere maatwerkprojecten. De bevoegde gezagen gaan uiteindelijk over de natuurvergunningen
en zijn betrokken bij deze afspraak.
Vraag 6
Wat wordt verstaan onder «redelijke inspanningen», zoals genoemd in de maatwerkafspraken?
Als Nobian elders met meer winst dezelfde producten kan maken, mag Nobian dan de productie
in Nederland afbouwen en de banen laten verdwijnen ook al is de bedrijvigheid nog
steeds winstgevend?
Antwoord 6
«Redelijke inspanningen» betreffen een verplichting om je als partij in te spannen
voor iets en te kunnen aantonen dat je er, binnen het redelijke, alles aan hebt gedaan
om het te bewerkstelligen. Dit is dus zeker niet vrijblijvend, maar anders dan een
resultaatverplichting waar een bepaald resultaat kan worden afgedwongen.
Verder is een subsidievoorwaarde dat de subsidie niet mag worden gebruikt voor verplaatsing
van productie. Indien Nobian zich niet houdt aan de subsidievoorwaarden mag de staat
de subsidie terugvorderen of aanpassen.
Vraag 7
Wat is de kans dat de middelen (inclusief de subsidie) straks zijn uitgegeven en de
nieuwe installaties stilstaan? Hoeveel zekerheid heeft u hierover? Waarom kan niet
hard worden afgesproken dat Nobian deze maatwerkafspraken gewoon uitvoert, aangezien
er een Force Majeure bepaling is die indien nodig in het leven geroepen kan worden?
Antwoord 7
De kans hierop laat zich lastig kwantificeren. Wel speelt er een aantal zaken dat
deze kans verkleint en zijn er aanvullend afspraken gemaakt om de kans hierop zo klein
mogelijk te maken.
Allereerst is er een uitvoeringsovereenkomst ondertekend door Nobian. Deze overeenkomst
verplicht het bedrijf, behoudens gevallen van overmacht, om tenminste 0,1 Mton additionele
CO2 reductie te realiseren (zie artikel 1 van de uitvoeringsovereenkomst).
Daarnaast is dit de grootste investering die het bedrijf ooit heeft gedaan. Na het
vervangen van de gasgestookte installaties door efficiëntere elektrisch aangedreven
installaties, is het economisch voordeliger om elektrisch te produceren en zodoende
de CAPEX investering terug te verdienen. De kosten van de installaties worden jaarlijks
gemonitord. Als deze kosten lager uitvallen dan nu is voorzien, wordt dit als positief
resultaat meegenomen in het clawback mechanisme.
Verder is Nobian letterlijk gebonden aan de zoutwinningslocaties in de buurt van de
productiesites. De transportkosten van zout maken namelijk een relatief groot deel
uit van de kosten, waardoor het dichtbij verwerken economisch gezien van groot belang
is. Voor chloor geldt zelfs dat dit alleen per pijpleiding kan worden getransporteerd,
waardoor verplaatsing van productie erg onwaarschijnlijk is. Hierbij gelden ook aanvullende
subsidievoorwaarden dat in geval de subsidie wordt gebruikt om productievolumes aan
te passen, de subsidie kan worden ingetrokken of aangepast.
Tot slot geldt hier dat Nobian deze afspraken «gewoon» uitvoert, tenzij zich specifieke
omstandigheden voordoen. Omdat de FID’s in de toekomst liggen en verschillen per project
en er nog enkele randvoorwaarden noodzakelijk zijn, is het noodzakelijk om deze afhankelijkheden
te beschrijven (bijvoorbeeld vergunningverlening) en force majeure clausules op te
nemen.
Vraag 8
Wat gebeurt er in het geval van een Force Majeure met de reeds overgemaakte subsidie?
Antwoord 8
Op dit moment is nog geen subsidie voorschot overgemaakt. De eerste tranche aan bevoorschotting
wordt pas overgemaakt na FID per project. Na FID geldt dat een aantal van de force
majeure bepalingen niet meer van toepassing is (de vergunningen zijn dan bijvoorbeeld
al afgegeven). Het definitieve subsidiebedrag wordt pas na uitvoering van de projecten
definitief vastgesteld. Eventueel teveel uitgekeerd voorschot wordt verrekend bij
de eindafrekening.
Voor de force majeure bepalingen die nog wel van toepassing zijn na FID geldt dat
er per geval zal moeten worden bezien of er inderdaad sprake is van een force majeure
of dat de situatie toch aan het bedrijf zelf valt te wijten. Die uitkomst heeft met
name effect op de boetebepaling. Indien er sprake is van een force majeure wordt er
geen boete geïnd. Afhankelijk van de stand van zaken en de grond voor overmacht kan
een al ontvangen (deel van de) subsidie of een subsidievoorschot worden teruggevorderd
of verrekend bij de eindafrekening.
Vraag 9
Klopt het dat de huidige subsidie een Capital Expenditures-subisidie (CAPEX) is? Klopt
het dat als de nieuwe installaties eenmaal in gebruik is genomen er geen financiële
prikkel meer is voor Nobian, bijvoorbeeld in de vorm van een Operational Expenditures-subsidie
(OPEX), om de installatie in bedrijf te houden als er een alternatief is dat goedkoper
is?
Antwoord 9
Het klopt dat er in dit geval sprake is van een CAPEX subsidie.
Het klopt niet dat er geen prikkel is om de installatie in bedrijf te houden. Zo is
één van de subsidie voorwaarden dat wanneer de CO2 reductie lager uitvalt dan afgesproken, er naar rato wordt gekort op de subsidie.
Dus als Nobian wel bouwt, maar niet draait en daarbij geen of minder CO2 reductie realiseert, wordt de subsidie (naar rato) teruggevorderd. Ook wordt de subsidie
op 0 euro vastgesteld als de additionele reductie van 0,1 Mton niet wordt bereikt.
Daarbij heeft Nobian dan zelf al forse investeringen gedaan in de apparatuur. Er is
tevens voor gekozen om, in aanvulling op de Brusselse eisen, ook in dit geval van
een CAPEX subsidie jaarlijks de netto contante waarde van het project te monitoren
en terug te vorderen als het project uiteindelijk positiever uitvalt dan voorspeld.
Verder verwijs ik naar antwoord 7.
Vraag 10
Klopt het dat de totale financieringsbehoefte van de projecten beschreven in de maatwerkafspraken
€ 826.681.815 is? Met welk financieel rendement (WACC) wordt er gerekend, ofwel als
het project loopt zoals nu gedacht, wat is dan de winst die Nobian maakt?
Antwoord 10
De totale investering wordt ingeschat op € 642.216.461. Het Rijk keert op basis hiervan
maximaal € 184.465.354 (ca. 28,7% van de CAPEX) aan subsidie uit. Dit maximale subsidiebedrag
zegt echter niet alles over de benodigde steunvraag van het bedrijf per project.
Er is berekend wat de netto contante waarde is van het project om de onrendabele top
te kunnen bepalen. Dit is gedaan door alle (vermeden) kosten en opbrengsten van het
project te vergelijken met het scenario «niets doen». Dit verschil is vervolgens contant
gemaakt. Om (vermeden) toekomstige kosten in te kunnen schatten zijn o.a. prijssets
gebruikt die op verzoek van het Rijk door een onafhankelijk bureau (AFRY) zijn opgesteld.
De exacte WACC die is gehanteerd is bedrijfsvertrouwelijk en kan daarom niet openbaar
worden gemaakt. Er is een model van de Europese Commissie gebruikt om de WACC te kunnen
berekenen. De specifieke parameters van Nobian zijn getoetst door (ingehuurde) financiële
experts. Ook de adviescommissie maatwerk verduurzaming industrie (AMVI) heeft het
bedrijfsvertrouwelijke financiële model ingezien en meegenomen in haar advies.
Tot slot kan ik wel melden dat de onrendabele top van de projecten hoger ligt dan
het maximale subsidiebedrag, dat voortkomt uit de maximale CAPEX steunpercentages
per steunkader. Dat betekent dus dat indien de projecten qua (vermeden) kosten en
opbrengsten per saldo uitvallen zoals nu ingeschat, Nobian een lager rendement op
de projecten behaalt dan hun WACC.
Vraag 11 en 12
Waarom gaat er van de meer gemaakte winst slechts 60% terug naar de Staat, terwijl
de Staat op dat moment ruim € 184 miljoen heeft gesubsidieerd en daar, uiteraard,
geen rendement op heeft gemaakt? Waarom heeft u niet afgesproken dat van meer gemaakte
winst 90% terug naar de Staat gaat?
Waarom is er niet ook afgesproken dat als de aannames tegenvallen, er meer subsidie
naar Nobian kan gaan? Werkt dit niet in de hand dat Nobian pessimistische aannames
doet waardoor het subsidiebedrag hoger uitvalt?
Antwoord 11 en 12
Allereerst is het van belang dat er voldoende financiële prikkel blijft bestaan om
gedurende de gehele looptijd van het project, het project zo kostenefficiënt mogelijk
uit te voeren. Als een toekomstig voordeel (vrijwel) volledig terugvloeit, loont het
niet meer voor het bedrijf om hier tijd en/of middelen in te steken nadat de subsidie
is ontvangen.
Voor de exacte verdeling qua percentage is gekozen om aan te sluiten bij Europese
richtlijnen voor bijvoorbeeld IPCEI projecten. Daar wordt ook 60% gehanteerd. Daarbij
is inderdaad besloten om dit mechanisme eenzijdig op te stellen zodat er vooraf een
maximaal subsidiebedrag kan worden ingeboekt (geen open einde regeling). Dit betekent
dat «meevallers» na in bedrijfname (IBN) van de installaties worden verdeeld en «tegenvallers»
volledig voor rekening van het bedrijf zijn. Daarmee wordt het risico voor het bedrijf
groter en voor de Staat kleiner, wat een extra reden is om in dit geval niet nog strenger
te zijn dan de Europese richtlijnen van een 60/40% verdeling.
Dit mechanisme met de 60/40% verdeling geldt overigens alleen voor de OPEX na IBN
van de installaties. De investeringskosten voorafgaand aan de IBN dienen te worden
onderbouwd met facturen om de CAPEX subsidie en tussentijdse voorschotten te kunnen
vaststellen. Hierbij wordt wel 100% verrekend ten opzichte van de voorspelling, waardoor
eventuele pessimistische aannames vooraf geen nut hebben.
Vraag 13
Hoe wordt voorkomen dat de Staat nu betaalt voor de CO2-reductie die bereikt wordt met de nationale CO2-heffing?
Antwoord 13
Van de 524 Kton aan CO2-reductie kan 387 Kton in 2030 worden aangemerkt als additioneel t.o.v. de CO2-heffing. Dat wil zeggen dat als Nobian slechts haar afbouwpad van vrije dispensatierechten
zou volgen t/m 2030, het bedrijf 387 Kton minder zou reduceren dan nu met behulp van
de maatwerkafspraken. Hierbij geldt dat de nationale CO2-heffing geen wettelijk vereiste is, maar een prijs voor CO2-uitstoot. Deze heffing dwingt reductie niet af, maar maakt CO2-uitstoot duurder.
In de afspraken is vastgelegd dat de vrije dispensatierechten die Nobian vanwege deze
afspraken nu overhoudt, niet mogen worden verhandeld om een eventueel «waterbedeffect»
van de subsidie te voorkomen. Hiermee worden deze rechten uit de markt gehaald en
hebben deze rechten die overblijven een waarde van 0 in de investering business case.
Het deel aan niet vrije dispensatierechten waar Nobian in het scenario «niets doen»
voor had moeten betalen en dat nu niet meer hoeft te doen, is in de business case
meegenomen als vermeden kosten en dus de facto in mindering gebracht op het subsidiebedrag.
Vraag 14
Wat zijn de mijlpalen die behaald moeten worden voordat de Staat de subsidie overmaakt?
Antwoord 14
Een belangrijke voorwaarde voor het maken van deze bindende maatwerkafspraak was dat
er voorafgaand een subsidiebeschikking werd afgegeven door de Staat. Deze beschikking
is de financiële zekerheid voor het bedrijf, waarbij het Rijk de verplichting aangaat
tot het betalen van een subsidie wanneer het bedrijf voldoet aan de daartoe gestelde
voorwaarden.
De uitbetaling vindt middels een kasritme plaats, hiervoor dient het bedrijf ieder
jaar aan te tonen dat de beschreven projectbegroting voor het betreffende jaar is
uitgevoerd en/of de werkzaamheden op schema liggen. Zo dient het bedrijf bijvoorbeeld
FID te hebben genomen voor de eerste bevoorschotting en moet het aantonen dat de bouw
volgens planning verloopt voor een volgend voorschot. Onderbouwing van projectbegroting
geschiedt door aan te tonen dat de ingeschatte kosten, daadwerkelijk zijn gemaakt.
Verder dient het bedrijf offertes te overleggen voordat de volgende tranche aan subsidie
kan worden voldaan. De bevoorschotting vindt plaats volgens het schema per subsidiebeschikking.
Dit sluit aan bij de werkwijze van subsidiebeschikkingen van de meeste generieke instrumenten.
Na afronding van het project wordt de subsidie definitief vastgesteld. De exacte projectbegroting
met bijbehorende kosten is onderdeel van de business case en om bedrijfsvertrouwelijke
redenen kunnen deze niet openbaar worden gemaakt.
Vraag 15
Wat gebeurt er als andere actoren niet leveren, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn
bij het verzwaren van het elektriciteitsnet? Kan Nobian dan de Staat aanklagen? Is
dergelijke infrastructuur of vergunning ook onderdeel van de mijlpalen? Krijgt Nobian
nu voorrang op andere bedrijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
De afspraken die raken aan benodigde vergunningen en infrastructuur zijn veelal inspanningsverplichtingen.
Op deze verplichtingen kan geen resultaat, maar wel een inspanning worden afgedwongen
bij de overige partijen die de overeenkomst hebben getekend (zie antwoord 6). Deze
afspraken en inspanningen maken ook onderdeel uit van de mijlpalen en monitoring.
Bij deze afspraken is ervoor gekozen om de oplossingen vooral te zoeken in afspraken
over de governance en coördinatie. Zo zijn bijvoorbeeld TenneT, maar ook de provincies
als bevoegd gezag, Rijkswaterstaat en de omgevingsdiensten gedurende het gehele traject
intensief betrokken bij de uitwerking. Nobian krijgt hiermee geen voorrang op andere
bedrijven, maar wel kan de planning per (deel)project aan de voorkant zo optimaal
mogelijk worden afgestemd op doorlooptijden en planningen van andere partijen.
De benodigde verzwaring van onderstation Oele is hier een goed voorbeeld van. Nobian
krijgt geen voorrang op andere bedrijven, maar is wel betrokken bij de engineering.
Hierdoor wordt de verzwaring, die TenneT al op de planning had staan, zo goed mogelijk
afgestemd op de planning van Nobian. Dit helpt niet alleen de projecten van Nobian,
maar ook de van Nobian afhankelijke partners in het Twentse industriecluster.
Vraag 16
Waarom zijn er geen afspraken gemaakt met Nobian over het betalen van (winst)belasting?
Waarom zijn er geen afspraken gemaakt met Nobian over het niet voeren van rechtszaken
als de overheid bijvoorbeeld milieuwetgeving handhaaft?
Antwoord 16
Deze maatwerkafspraak betreft additionele CO2-reductie en verbetering van de leefomgeving door het bedrijf enerzijds en de daarvoor
benodigde ondersteuning van de overheden anderzijds. Het uitgangspunt hierbij is wederkerigheid
en additionele CO2-reductie en eventueel bovenwettelijke reductie-effecten op de leefomgeving.
Op projectniveau geldt dat alle (financiële) parameters per project om additionele
reductie te realiseren, zijn meegenomen in het financiële model. Dit wordt gemonitord
en eventueel op afgerekend.
Op bedrijfsniveau geldt dat voor o.a. het betalen van (winst)belasting en het niet
voeren van rechtszaken als de overheid bijvoorbeeld milieuwetgeving handhaaft dezelfde
regels gelden als voor alle bedrijven. Verder herhaal ik mijn antwoord op vraag 1
dat er een balans moet worden gezocht tussen aanvullende eisen bovenop de additionele
CO2 reductie en de haalbaarheid van een deal.
Vraag 17
Vindt u de boeteclausule van 0,167% niet een wat lage boete aangezien het met deze
regeling 50 jaar duurt voordat Nobian, bij niet nakoming van afspraken, 50 jaar lang
de boete kan betalen met de ontvangen subsidie?
Antwoord 17
De boete is alleen van toepassing wanneer het project wel wordt uitgevoerd, maar dit
met een vertraging gebeurt die aan Nobian is te wijten (geen overmacht). Het project
moet echter ook dan nog wel steeds aan de subsidievoorwaarden voldoen. Als de additionele
CO2 reductie bijvoorbeeld lager uitvalt dan 0,1 Mton kan de subsidie op 0 euro worden
vastgesteld.
Daar komt bij dat de subsidie in tranches wordt bevoorschot. De subsidie betreft ook
slechts een deel van de totale investeringskosten. Het geschetste scenario kan zich
daarmee niet voordoen. De subsidie wordt namelijk alleen geheel uitbetaald als het
project geheel is gerealiseerd.
Vraag 18 en 19
Waarom zijn er geen afspraken gemaakt met het bedrijf over hoe er in dat laatste geval
wordt omgegaan met de werknemers, bijvoorbeeld als de maatwerkafspraken zouden leiden
tot minder bedrijvigheid?
Waarom heeft u geen afspraken gemaakt over de maximale beloning aan de top van het
bedrijf, aangezien Nobian nu bijna € 200 miljoen belastinggeld krijgt?
Antwoord 18 en 19
Deze maatwerkafspraak vergroot juist de kans dat er ook in de toekomst bedrijvigheid
en daarmee werkgelegenheid blijft omdat het bedrijf toekomstbestendiger wordt gemaakt.
Dit geldt zowel bij Nobian als bij de industrieclusters die eraan verbonden zijn (Delfzijl,
Hengelo en Rotterdam).
Voor het verstrekken van de subsidie is op basis van de voorwaarden van het door de
EC goedgekeurde raamwerk, onderzocht of bestuurders bonussen ontvangen die afhankelijk
zijn van deze subsidie. Dat is hier niet het geval.
Verder verwijs ik graag naar het antwoord op vraag 16 voor de afweging m.b.t. aanvullende
eisen bovenop de gemaakte afspraken.
Vraag 20
Wat betekent artikel 11.3 van de maatwerkafspraken? Betekent dit artikel dat het Rijk
het subsidiebedrag nog kan wijzigen?
Antwoord 20
Artikel 11.3 bevat een opzegrecht voor beide partijen voor het geval dat de subsidiebeschikking
voor het project eindigt. Als de subsidiebeschikking voor een project wordt ingetrokken
of aangepast (bijvoorbeeld omdat Nobian niet voldoet aan de subsidievoorwaarden),
is het niet langer wenselijk de afspraken uit de maatwerkafspraak die betrekking hebben
op het betreffende project (bijvoorbeeld de inspanningsverplichtingen m.b.t. vergunningen)
te laten voortbestaan.
Vraag 21
Bent u bekend met het artikel dat de eigenaren van Nobian het bedrijf willen verkopen?2 Wat vindt u hiervan van? Is het bedrijf daarmee wel een betrouwbare partner om afspraken
mee te maken, zeker omdat er in de maatwerkafspraken ook multi-interpretabele woorden
staan als «redelijke inspanningen»?
Antwoord 21
Ja ik ben bekend met dit artikel. Nobian is vanaf het begin van het traject open en
transparant geweest over de situatie, waardoor het bedrijf zeker als een betrouwbare
partner wordt gezien om afspraken mee te maken.
Nobian is sinds 2021 als spin-out van Nouryon, als eigenstandig bedrijf doorgegaan
in handen van twee Private Equity partijen (dezelfde eigenaren als Nouryon). Bij Private
Equity is het niet ongebruikelijk om het bedrijf na enkele jaren weer te verkopen.
Vanaf de start van de maatwerkgesprekken is bekend dat de kans daarom reëel is dat
het bedrijf in andere handen komt voordat de projecten zijn afgerond. Om die reden
zijn de afspraken zo uitgewerkt dat een eventuele verkoop geen invloed heeft op de
verplichtingen. Dit betekent concreet dat ook als Nobian een nieuwe eigenaar krijgt,
de verplichtingen uit de beschikkingen en maatwerkovereenkomst in stand blijven.
In aanvulling hierop is wel afgesproken dat Nobian verplicht is om de eventuele verkoop
te melden. Als deze verandering in zeggenschap de nationale veiligheid in gevaar kan
brengen of als door deze verandering in zeggenschap het MVR project niet, niet tijdig
of niet volledig gerealiseerd dreigt te worden kan de beschikking ingetrokken of gewijzigd
worden.
Vraag 22
Verwacht u dat een subsidie van circa 30 euro per vermeden ton CO2 representatief is voor alle maatwerkafspraken? Gaat u deze prijs als uitgangspunt
nemen voor de andere maatwerkafspraken? Waarom wel of niet?
Antwoord 22
Nee dat verwacht ik niet. De euro per vermeden ton CO2 zal echt van geval tot geval moeten worden bezien. De techniek en bijbehorende kosten
om te (kunnen) verduurzamen verschilt per bedrijf en project.
Wel zal er uiteraard per bedrijf en techniek goed worden bekeken of de euro per vermeden
ton CO2 (relatief) kostenefficiënt is. Hier toetst de adviescommissie maatwerk ook op bij
de JLoI. In het geval van Nobian is bijvoorbeeld ook gekeken naar de SDE industriële
warmtepomp categorie, waar de gemiddelde euro per vermeden ton CO2 de afgelopen jaren tot wel een factor 5 hoger lag.
Vraag 23
Kunt u deze vragen ruim voor het commissiedebat Verduurzaming Industrie (gepland op
3 maart) beantwoorden?
Antwoord 23
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.