Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat voor patiënten met gedragsproblemen en verstandelijke handicap geen geld is in de opvang
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat voor patiënten met gedragsproblemen en verstandelijke handicap geen geld is in de opvang (ingezonden 23 januari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Maeijer (Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) (ontvangen
13 februari 2025)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Voor patiënten met gedragsproblemen en verstandelijke
handicap is geen geld in de opvang»?1
Antwoord 1
Het kan en mag niet zo zijn dat er geen passende zorg beschikbaar is, zeker niet voor
deze doelgroep. Het gaat om mensen en gezinnen in een zeer kwetsbare positie die juist
zo afhankelijk zijn van passende zorg en ondersteuning. Daarom werkt VWS al lange
tijd met zorgaanbieders, zorgkantoren en vertegenwoordigers van de mensen waar het
om gaat aan oplossingen voor de problemen die worden ervaren in de zorg voor deze
doelgroep. Een toereikend tarief is een belangrijke randvoorwaarde, maar zeker niet
de enige.
Vraag 2
Hoe reageert u op de stelling van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)
dat er voor de groep mensen met een VG7-indicatie een tariefverhoging van minstens
15 procent nodig is? Bent u bereid om deze tariefverhoging zo snel mogelijk door te
voeren? Zo nee, waarom denkt u dat de huidige tarieven wel te verantwoorden zijn?
Antwoord 2
Voor 2025 is een substantiële tariefverhoging ingevoerd. Met behulp van periodiek
kostenonderzoek herijkt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de vastgestelde tarieven,
waarmee zij ervoor zorgt dat de gemiddelde kosten van geleverde zorg worden gedekt.
De NZa heeft (op basis van gegevens over het jaar 2022) in 2023/2024 onderzoek gedaan
naar de kosten van de zorg in de gehandicaptenzorg en ggz-wonen met als doel om de
tarieven van alle prestaties in deze sectoren te herijken per 2025.
Begin 2024 bleek dat een integrale herijking van alle Wlz-tarieven in de gehandicaptensector
en ggz-wonen niet mogelijk was voor de NZa. De NZa heeft voor een aantal prestaties
de tarieven per 2025 wel aangepast, waaronder VG7, vooruitlopend op het volledig integrale
kostenonderzoek van beide sectoren. Voor de VG7-tarieven gaat het om € 143 miljoen
extra dat in een verhoging van de tarieven voor 2025 (en in het beschikbare Wlz-kader)
is verwerkt. Dat is een verhoging van 6,2%; bijna het dubbele van de 3,5% waar de
VGN in 2023 om vroeg. Het kostenonderzoek van de NZa geeft op dit moment geen aanleiding
voor een verhoging van 15%.
Vraag 3
Op basis van welke gegevens was de tariefverhoging van 6,2% voor VG7-indicaties gebaseerd?
Bent u bereid om de achterliggende berekeningen met de Kamer te delen?
Antwoord 3
In een verantwoordingsdocument2 geeft de NZa uitleg over de gehanteerde systematiek bij het kostenonderzoek en het
aanvullende onderzoek dat heeft plaatsgevonden naar de kosten van personeel niet in
loondienst (PNIL) om in 2025 voor een aantal prestaties (waaronder VG7) de tarieven
aan te passen (vooruitlopend op het aanpassen van alle tarieven in de gehandicaptensector
in 2026).
Vraag 4
Hoe reageert u op het feit dat gehandicaptenzorginstellingen nu vaak de tekorten,
die ontstaan door de zorg voor bewoners met een VG7-indicatie, compenseren door minder
te investeren in huisvesting? Gaat dit niet op de langere termijn voor grote problemen
zorgen, aangezien deze instellingen vaak de gehele normatieve huisvestingscomponent
nodig hebben om hun vastgoed te onderhouden en zo nodig te vervangen?
Antwoord 4
Het is onwenselijk als zorginstellingen structureel minder investeren in huisvesting
om tekorten in de zorg te compenseren. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3
en 4, onderzoekt de NZa de benodigde tarieven voor de zorgcomponent. Daarnaast ontvangen
de zorginstellingen een normatieve huisvestingscomponent. Daarmee ontvangen zorgaanbieders
(gemiddeld genomen) zowel voor de zorg als voor de huisvesting een passende vergoeding,
gebaseerd op periodiek kostenonderzoek.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het volstrekt onverantwoord is om cliënten, die vanwege gedragsproblemen
eigenlijk intensieve professionele begeleiding nodig hebben, gedwongen bij familie
of zelfs op straat te laten leven, als gevolg van financiële prikkels voor zorginstellingen
om deze mensen niet op te nemen? Creëert dit geen onverantwoorde en onveilige situaties
voor familieleden, de samenleving en deze mensen zelf?
Antwoord 5
Ja, ik deel de mening dat het onverantwoord is om cliënten, die vanwege gedragsproblemen
eigenlijk intensieve professionele begeleiding nodig hebben, gedwongen bij familie
of zelfs op straat te laten leven, als gevolg van financiële motieven van zorginstellingen.
Ik wil deze risico’s graag voorkomen.
Vraag 6
Gaat u zich inzetten om zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor de minstens
149 cliënten die dringend op zoek zijn naar een plek in een instelling, «omdat de
situatie onhoudbaar is»? Zo ja, welke stappen gaat u daartoe zetten?
Antwoord 6
De zorgkantoren hebben de zorgaanbieders en cliëntondersteuners opgeroepen om contact
op te nemen met de betrokken zorgkantoren als problemen zich voordoen, zodat ze samen
naar een oplossing kunnen zoeken. Zo nodig kan een gespecialiseerde cliëntondersteuner
ingeschakeld worden. Wanneer alle stappen in het proces tot plaatsing zijn doorlopen
en het alsnog niet lukt om een passende verblijfplek te vinden kan het praktijkteam
van mijn ministerie meedenken om tot een oplossing te komen voor de ervaren knelpunten.
Daarnaast werkt VWS al langere tijd samen met zorgaanbieders, zorgkantoren en vertegenwoordigers
van de mensen waar het om gaat aan oplossingen voor de problemen die worden ervaren
in de zorg voor deze doelgroep. Voor de verschillende acties verwijs ik u naar de
kamerbrief van 30 januari 2025 Vervolg complexe zorg (gehandicaptenzorg), 24 170-352.
Vraag 7
In hoeverre acht u de reeds aangekondigde bezuinigingen op de langdurige zorg en daarmee
de gehandicaptenzorg nog steeds verantwoord, in het licht van de huidige in het artikel
beschreven situatie?
Antwoord 7
Ik realiseer mij dat de uitdagingen voor aanbieders van (gehandicapten)zorg aanzienlijk
zijn. Van hen wordt veel gevraagd. Op het terrein van de Wlz is sprake van een aantal
besparingen om de zorg betaalbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit te kunnen houden
nu en in de toekomst.
Zoals ik in het antwoord van de eerste vraag heb aangegeven kan en mag het niet zo
zijn dat er geen passende zorg beschikbaar is, zeker niet voor deze doelgroep. Het
gaat om mensen en gezinnen in een zeer kwetsbare positie die juist zo afhankelijk
zijn van passende zorg en ondersteuning. In dat licht geldt dat de aangekondigde bezuinigingen
er niet toe mogen leiden dat de tarieven niet langer tenminste redelijkerwijs kostendekkend
zijn. De NZa houdt daarom bij de vaststelling van haar tarieven niet alleen rekening
met de aangekondigde bezuinigingen, maar kan er ook toe overgaan tarieven te verhogen
als dat op grond van kostenonderzoeken noodzakelijk blijkt. Zo heeft de NZa haar maximumtarieven
voor VG7 met ingang van 2025 met 6,2% verhoogd; bijna het dubbele van de 3,5% waar
de VGN in 2023 om vroeg. Binnen dit bredere perspectief acht ik de aangekondigde bezuinigingen
nog steeds verantwoord. Dit alles laat onverlet dat – in een uitdagende arbeidsmarkt
– de opgave voor aanbieders niet altijd eenvoudig zal zijn.
Vraag 8
Hoe reageert u op het beeld dat wordt geschetst aan het einde van het artikel dat
de huidige tekortschietende tarieven er wellicht voor zullen zorgen dat zorgaanbieders
zich genoodzaakt zullen voelen om weer meer medicatie en dwangmaatregelen in te zetten,
terwijl deze maatregelen de laatste decennia juist fors zijn afgebouwd? Staan de huidige
VG7-tarieven daarmee niet op gespannen voet met de Wet zorg en dwang?
Antwoord 8
Het inzetten van gedwongen zorg is de laatste remedie om iemand te behoeden voor ernstig
nadeel. Het is alleen aan de orde als alle alternatieven tekortschieten. Daar gelden
strenge regels voor, die zijn opgeschreven in de Wet zorg en dwang. Ik vind dat financiële
overwegingen geen argument mogen zijn om gedwongen zorg in te zetten. Ik zie in de
praktijk veel zorgaanbieders die hard werken aan het verminderen van de inzet van
gedwongen zorg, binnen de huidige tariefsystematiek. Ik vind het daarom kwalijk dat
in het artikel wordt gespeculeerd dat de hoogte van de tarieven ervoor zou kunnen
zorgen dat zorgaanbieders zich genoodzaakt voelen om meer gedwongen zorg in te zetten.
Vraag 9
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden?
Antwoord 9
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.