Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de grote onrust die heerst bij rechtbanktolken over de te lage tarieven en de grote achteruitgang in de kwaliteit van tolkendiensten door het nieuw ingesteld overheidssysteem
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de grote onrust die heerst bij rechtbanktolken over de te lage tarieven en de grote achteruitgang in de kwaliteit van tolkendiensten door het nieuw ingestelde overheidssysteem (ingezonden 27 augustus 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 februari
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 10.
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuws dat tolken boos zijn en aan de bel trekken over de lage
tarieven en kwaliteitsverslechtering, die resultaat zijn van het nieuwe systeem ingevoerd
door de overheid?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik van op de hoogte.
Vraag 2
Kunt u reflecteren op de onvrede die er heerst onder veel rechtbanktolken in Nederland
en waar deze onvrede vandaan komt?
Antwoord 2
Ik erken dat er zorgen en onvrede onder gerechtstolken bestaan. Mijn ministerie voert
hierover gesprekken met beroepsvertegenwoordigers.
De aanbesteding voor tolkdienstverlening ten behoeve van het OM en de Rechtspraak
is vorig jaar afgerond. Met ingang van 1 februari 2024 zijn beide contracten volledig
geïmplementeerd. Het OM en de Rechtspraak bestellen sindsdien hun tolkdienstverlening
bij de twee gecontracteerde tolkbureaus. Deze tolkbureaus zetten vervolgens de tolkopdrachten
uit bij zelfstandig ondernemende tolken. De zakelijke relatie tussen het OM, de Rechtspraak
en de zelfstandig ondernemende tolken is in het nieuwe stelsel sinds 1 februari 2024
veranderd door de tussenkomst van tolkbureaus. Voorheen werkten de tolken rechtstreeks,
zonder tussenkomst van een tolkbureau, voor het OM en de Rechtspraak en deze verandering
kan nog niet rekenen op de steun van alle gerechtstolken.
Het ministerie voert gesprekken met verschillende beroepsvertegenwoordigers zoals
ZZP-Nederland, FNV-Zelfstandigen, NGTV en de (zogeheten) Orde van Registertolk en
-vertalers. Naar mijn indruk gaat het veelal om persoonlijke incidenteel voorkomende
ervaringen van de tolken. Uit deze gesprekken blijkt het volgende:
• In het herijkte stelsel geldt dat Wbtv-plichtige organisaties in Straf- en Vreemdelingenrecht
altijd een tolk met C1-niveau inzetten, tenzij de taal niet (tijdig) beschikbaar is.
(Gerechts)tolken uiten hun onvrede over het feit dat zelfstandig ondernemende tolken
met taalniveau B2 nu ook als registertolken worden ingezet.
• Tolken moeten opdrachten voor overheidsorganisaties uitvoeren via tolkbureaus, maar
ervaren niet altijd de verwachte onderhandelingsmogelijkheden, waardoor ze niet de
door hen gewenste uurprijs krijgen of minder vaak worden ingezet.
• Korte tolkopdrachten op locatie worden als onaantrekkelijk beschouwd, en tolken geven
de voorkeur aan opdrachten waarvoor zij grotere afstanden moeten afleggen.
Het is derhalve belangrijk om de effecten van de stelselwijziging te beoordelen aan
de hand van feiten, zoals die zichtbaar worden uit de gegevens uit de monitoring van
de tolkdienstverlening. Onder meer wordt gekeken naar de prestaties van de leverzekerheid
en de levernauwkeurigheid van de tolkdienstverlening. Leverzekerheid geeft aan in
welke mate tolkopdrachten worden geleverd, en levernauwkeurigheid beschrijft in hoeverre
het gevraagde niveau wordt geleverd.
Vraag 3
Bent u gealarmeerd door de duidelijke noodoproep die wordt gedaan door advocaten en
de Orde van Registertolken- en vertalers?
Antwoord 3
Ja, ik ben op de hoogte van de heersende onvrede en mijn ministerie heeft hierover
contact met beroepsvertegenwoordigers die de belangen behartigen van de zelfstandig
ondernemende tolken en vertalers. Het is belangrijk dat we het stelsel evalueren op
basis van de feitelijke cijfers uit de monitoring van de tolkdienstverlening. In de
Kamerbrief over de monitoring van tolkdienstverlening, die ik vandaag aan uw Kamer
zend, wordt ingegaan op de feitelijke cijfers uit de monitoring van de tolkdienstverlening.
Vraag 4
Kunt u ingaan op casussen omtrent kwaliteitsverslechtering die worden aangedragen,
zoals het verwarren van misbruik en mishandeling en verwarring door een gebrek aan
juridische kennis?
Antwoord 4
Individuele casussen geven niet altijd een representatief beeld van de werking van
het systeem. Het is belangrijk dat we het stelsel evalueren op basis van de feitelijke
cijfers uit de monitoring van de tolkdienstverlening. In de Kamerbrief over de monitoring
van tolkdienstverlening, die ik vandaag aan uw Kamer zend, wordt ingegaan op de feitelijke
cijfers uit de monitoring van de tolkdienstverlening.
Vraag 5
Kunt u ingaan op het aangedragen voorbeeld waarin een rechtszaak is uitgesteld, omdat
de tolk geen tijd meer had voor de zaak, omdat deze uitliep in de tijd?
Antwoord 5
Het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak zijn onafhankelijk en organiseren zelf de
inzet van gerechtstolken. Uitstel van een rechtszaak, door welke omstandigheden dan
ook, is een ongewenste situatie. Helaas is het niet te vermijden dat sommige rechtszaken
meer tijd vragen dan verwacht. Tegelijkertijd is van belang dat het OM en de Rechtspraak
goed plannen en de benodigde tijd juist inschatten. Het is onwenselijk dat een zaak
moet worden uitgesteld doordat een voorgaande zaak uitloopt. Anderzijds is het wenselijk
dat tolken niet onnodig een hele dag reserveren terwijl ze ook werk voor andere opdrachtgevers
kunnen doen. Het is nodig dat alle betrokken partijen zich hiervan bewust zijn. Uitstel
of aanhouding van rechtszaken moet te allen tijde zo veel mogelijk worden voorkomen.
Vraag 6
Kunt u ingaan op de uitspraken die worden gedaan over tolken die niet komen opdagen
voor diensten, wat resulteert in grote gevolgen voor de representatie en de kwaliteit
van een rechtszaak?
Antwoord 6
Het is bekend dat tolkopdrachten die voor het OM of de Rechtspraak uitgevoerd worden,
in sommige gevallen relatief kort van duur zijn. Hierdoor kan het werken voor deze
organisaties minder aantrekkelijk zijn. Daarom is het belangrijk dat het OM en de
Rechtspraak hun opdrachten goed plannen en in overleg met tolkbureaus bekijken of
opdrachten te combineren zijn. Een aantal geclusterde opdrachten kan een aantrekkelijkere
opdracht zijn voor een tolk. Dit kan ook worden meegenomen in de onderhandelingen
tussen individuele tolken en de tolkbureaus, wat mogelijk kan leiden tot hogere vergoedingen.
Het is echter onwerkbaar voor zowel het Openbaar Ministerie, de Rechtspraak als ook
de tolkbureaus wanneer tolken niet op de afgesproken locatie en tijd komen opdagen,
terwijl zij eerder hebben aangegeven een tolkdienst te willen verrichten. Dit wordt
vaak aangeduid als een «no-show».
Registertolken hebben de Gedragscode Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) voor
inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers (Register) ondertekend.
In deze gedragscode wordt voorgeschreven dat de tolk zijn afspraak tijdig nakomt.
In de uitvoering zal ik tolkbureaus en de door hen ingeschakelde tolken aansporen
om no-shows zoveel mogelijk te voorkomen.
Vraag 7
Erkent u dat dit geen incidenten zijn, maar exemplarisch is voor de huidige stand
van zaken, gelet op de vele signalen die er zijn en het eerder overhandigde Zwartboek
van de tolken?
Antwoord 7
Het niet opkomen dagen op de afgesproken locatie en tijd is geen nieuw fenomeen binnen
het huidige stelsel. Ook in de oude werkwijze veroorzaakten no-shows al knelpunten
in de bedrijfsprocessen van de overheid. Het blijft belangrijk om aandacht te besteden
aan het voorkomen van no-shows. Voor een meer uitvoerige bespreking van het zwartboek
verwijs ik naar de Kamerbrief over de monitoring van tolkdienstverlening, die ik vandaag
aan uw Kamer zend.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat de systeemverandering per 1 februari 2024, waarin commerciële
bemiddelaars de verantwoordelijkheid krijgen voor de opkomst in de rechtbank, niet
goed werkt?
Antwoord 8
De feitelijke gegevens uit de monitoring over de werking van het nieuwe systeem maken
positieve ontwikkelingen zichtbaar. In de Kamerbrief over de monitoring van tolkdienstverlening,
die ik vandaag aan uw Kamer zend, wordt nader ingegaan op deze gegevens. Het is belangrijk
dat we het stelsel beoordelen aan de hand van de feitelijke cijfers uit de monitoring
en niet aan de hand van aannames. De insteek om met tolkbureaus te gaan werken is
uitgedacht vanuit het programma Tolken in de Toekomst, waarover mijn ambtsvoorganger
uw Kamer in eerdere Kamerbrieven2 heeft geïnformeerd. Deze werkwijze is vanaf 2020 gefaseerd ingevoerd, maar pas sinds
1 februari 2024 toepasselijk bij tolken die voor het OM en de Rechtspraak werken.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat de beoogde professionalisering tot nu toe dan ook averechts
uitpakt als gevolg van deze uitbesteding van taken?
Antwoord 9
De prestaties van de geleverde tolkdienstverlening wordt door het ministerie bijgehouden.
Zo weten we voor elke overeenkomst en voor elke organisatie de mate waarin tolkbestellingen
geleverd zijn (leverzekerheid) en in welke mate het gevraagde taalniveau is geleverd
(levernauwkeurigheid). De resultaten van de gerealiseerde prestaties geven een goed
beeld over de werking van de systematiek. De precieze cijfers hiervan deel ik in de
Kamerbrief die ik vandaag aan uw Kamer zend. Bij uitdagingen blijven we gericht of
systeemoverstijgend in gesprek met de betrokken overheidsorganisaties en tolkbureaus.
Vraag 10
Wat vindt u van het nieuws dat in België tolken worden geworven om het werk over te
nemen van Nederlandse tolken die ook gewoon beschikbaar zijn hiervoor?
Antwoord 10
Ik heb geen recente aanwijzingen dat hiervan sprake kan zijn. Tolkbureaus zoeken naar
manieren om hun bedrijfsprocessen optimaal te ontzorgen. Ze richten zich op het waarborgen
van voldoende tolkcapaciteit en het werven van nieuwe tolken. Daarnaast stimuleren
ze tolken, waar nodig, om zich te ontwikkelen tot registertolken en zich in het register
te laten inschrijven.
De continuïteit van de organisatieprocessen binnen de Rijksoverheid heeft de hoogste
prioriteit. De beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde tolken is daarom van
belang voor overheidsprocessen die van deze tolken afhankelijk zijn. De overheid heeft
tolkbureaus gecontracteerd om onder andere ervoor te zorgen dat het aanbod aan tolken
overeenkomt met de actuele vraag van de overheid. De tolkbureaus dragen, afhankelijk
van de beschikbaarheid en bereidheid van registertolken, bij aan de continuering van
overheidsprocessen.
Vanwege de onvrede onder sommige tolken die niet via tolkbureaus willen werken, de
vergrijzing van het Register en de toenemende druk op de balans tussen aanbod en vraag
in bepaalde talen, nemen tolkbureaus maatregelen om aan de vraag van de overheid te
blijven voldoen.
Vraag 11
Gaat u zich ervoor inzetten om ervoor te zorgen dat er actief geen tolken in België
meer worden geworven door de commerciële bemiddelingsbureaus? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Ik heb geen recente aanwijzingen dat hiervan sprake kan zijn. Bovendien zou door tolkbureaus
te verbieden creatief invulling te geven aan de behoefte van de overheid, de leverzekerheid
negatief kunnen worden beïnvloed, wat een ongewenst effect heeft op de continuïteit
van overheidsprocessen. Daarnaast kan het in bepaalde opdrachten in het grensgebied
juist effectief zijn om een tolk uit België in te zetten in plaats van een tolk uit
de andere kant van het land.
Vraag 12
Kunt u toezeggen dat u in gesprek zal gaan met de Orde van Registertolken- en vertalers
over zowel de vergoedingen als de gevolgen van de systeemverandering van inmiddels
een halfjaar geleden en met voorstellen zal komen om de kwaliteit te waarborgen en
de vergoedingen te verbeteren?
Antwoord 12
Het ministerie spreekt een aantal keer per jaar met diverse vertegenwoordigers van
de beroepsgroep, waaronder de beroepsvertegenwoordiger met de naam Orde van Registertolken
en -vertalers. Voor medio februari 2025 is een verkennend gesprek gepland met vertegenwoordigers
van de beroepsgroep en het ministerie. Daarnaast wordt in een driehoeksoverleg gesproken
met opdrachtgevers/Rijksoverheid, tolkbureaus en beroepsvertegenwoordigers. Dit gebeurt
aan de hand van de monitoring van de tolkdienstverlening, zodat gerichte doorontwikkeling
van onderdelen van het stelsel mogelijk blijft.
Het is aan de zelfstandig ondernemende tolk om met de tolkbureaus een redelijke vergoeding
overeen te komen. Bij de stelselherziening hebben we ingezet op een stelsel met gespecialiseerde
tolkbureaus, waarbij door onderhandelingen een goede en marktconforme prijs overeen
wordt gekomen. Dit komt mede tot stand door vraag en aanbod, dat is per taal anders.
Het tarief moet wel tenminste gelijk zijn aan het minimumuurtarief. Het minimum uurtarief
(zoals vereist en neergelegd in het Btis) wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd.
Op 1 januari 2024 is het minimumtarief verhoogd van 55,00 euro naar 59,53 euro en
per 1 januari 2025 naar 62,66 euro per uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.