Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over de mogelijke sluiting van Gezondheidscentrum Kanaleneiland
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de mogelijke sluiting van Gezondheidscentrum Kanaleneiland (ingezonden 8 januari 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 januari
2025).
Vraag 1
Heeft u de berichten gelezen over de mogelijke sluiting van het gezondheidscentrum
in Kanaleneiland en wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ja, ik heb het bericht over de mogelijke sluiting van het gezondheidscentrum in Kanaleneiland
gelezen. Ik vind het belangrijk dat iedere inwoner van Nederland toegang heeft tot
huisartsenzorg in de buurt. Hiervoor is passende huisvesting een belangrijke randvoorwaarde.
Huisvestingsproblematiek bij huisartsen en gezondheidscentra is een complex vraagstuk.
Samen met betrokken landelijke partijen werk ik hard aan concrete oplossingen hiervoor.
De huisarts is primair verantwoordelijk voor het vinden van geschikte huisvesting.
Wanneer dit niet lukt, moet deze zo spoedig mogelijk aan de bel trekken bij de regionale
huisartsenorganisatie (RHO) en zorgverzekeraar. Wanneer huisvestingsproblematiek leidt
tot problemen in de continuïteit van zorg, dan heeft de zorgverzekeraar een belangrijke
verantwoordelijkheid. Deze heeft immers zorgplicht voor zijn verzekerden.2 Dat betekent niet dat de zorgverzekeraar het probleem alleen kan oplossen. Zeker
als er sprake is van ruimtegebrek in een wijk, heeft ook de gemeente een belangrijke
rol om met huisartsen en zorgverzekeraars mee te denken. De gemeente kan bijvoorbeeld
eerstelijnszorg in omgevingsplannen opnemen, afspraken maken met woningbouwcorporaties
over de bouw en beheer van buurtgezondheidscentra, of eerstelijnszorg opnemen in gemeentelijk
vastgoedbeleid.3 Gemeenten hebben ook bevestigd dat zij de maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen
om te zorgen dat in elke wijk toegang is tot eerstelijnszorg voor hun inwoners.4
Huisvestingsvraagstukken zijn veelal afhankelijk van de lokale situatie. Oplossingen
kunnen alleen gevonden worden als lokale betrokken partijen goed samenwerken. Met
landelijke afspraken in de handreiking Huisvesting huisartsen en gezondheidscentra5 ondersteun ik lokale partijen hierbij. Het is echter niet mijn rol om mij te mengen
in specifieke casuïstiek, zoals de kwestie bij het gezondheidscentrum in Kanaleneiland.
Uit contacten met de betreffende partijen weet ik dat er op lokaal niveau goed samengewerkt
wordt. Dat is positief. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat dit vraagstuk daarmee
niet direct is opgelost.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de huisartsenpraktijk in Kanaleneiland
zou verdwijnen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen heeft u al gezet om dit
te voorkomen?
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat iedereen toegang heeft tot een vaste huisarts in de buurt,
zodat de continuïteit van de huisartsenzorg gewaarborgd wordt. Als de toegankelijkheid
van de huisartsenzorg in het geding komt (mede) door huisvestingsproblematiek, vind
ik dat onwenselijk. Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 1 ondersteun ik lokale
en regionale partijen bij het vinden van oplossingen door landelijke afspraken te
maken.
Vraag 3
Heeft u gesproken met de zorgverleners die bijdragen aan en de patiënten die afhankelijk
zijn van de zorg van Gezondheidscentrum Kanaleneiland? Zo ja, wanneer en met wie?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Naar aanleiding van berichtgeving over deze casus heb ik het afgelopen jaar, zoals
vaker gebeurt, contact gehad met de bij deze casus betrokken partijen. Ik heb verschillende
partijen gesproken waaronder de betreffende huisarts, de regionale huisartsen organisatie,
de zorgverzekeraar en de gemeente. Ik heb geconstateerd dat alle partijen zich actief
inzetten om het gezondheidscentrum Kanaleneiland te behouden en actief op zoek zijn
naar een passende oplossing.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat vastgoedondernemer Urban Interest kan bepalen dat de toegankelijkheid
tot zorg afneemt, vindt u dit acceptabel? Zo nee, wat gaat u doen om dit in deze situatie
en in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 4
Urban Interest draagt geen verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg. De huisarts
sluit als zelfstandig ondernemer een huurcontract af met de verhuurder voor de betreffende
locatie. In dit contract kunnen de voorwaarden voor het beëindigen van de overeenkomst
worden vastgelegd. Wanneer de verhuurder, in dit geval Urban Interest, besluit de
locatie een ander doel te geven en het contract te beëindigen of niet te verlengen,
is het belangrijk dat de huisarts zo tijdig mogelijk in overleg treedt met de RHO,
zorgverzekeraars, en gemeenten. In het faciliteren van dit contact heeft de RHO een
belangrijke rol. Ik verwacht dat partijen bij huisvestingsproblematiek acteren volgens
de handelingsperspectieven die landelijk zijn afgesproken in de handreiking Huisvesting
huisartsen en gezondheidscentra.6
Vraag 5 en 6
Bij welke partij of instantie vindt u dat de verantwoordelijkheid ligt om te zorgen
voor de toegankelijkheid van zorg door het behouden van het Gezondheidscentrum Kanaleneiland?
Hoe gaat u voorkomen dat zorgverzekeraars, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) en
de gemeenten naar elkaar blijven wijzen om dit probleem op te lossen? Welke rol ziet
u weggelegd voor u als Minister hierin?
Antwoord 5 en 6
Als de continuïteit van zorg in het geding komt, ligt er zoals aangegeven in het antwoord
op vraag 1 een belangrijke rol voor de zorgverzekeraar. Huisvestingsproblematiek binnen
de huisartsenzorg is een complex vraagstuk en voor de oplossing is goede samenwerking
tussen verschillende partijen noodzakelijk. In deze casus zijn alle benodigde partijen
nauw betrokken. Ik ondersteun lokale en regionale partijen, zoals aangegeven, met
landelijke afspraken die zijn opgenomen in de handreiking. De handreiking is eind
2023 opgeleverd, maar daarmee is mijn werk nog niet klaar.
Mijn rol zie ik binnen dit dossier op drie punten. Ten eerste verken ik op basis van
het in mijn opdracht uitgevoerde onderzoek van PwC hoe financiële knelpunten bij huisvestingsproblematiek
kunnen worden opgelost.7 Ten tweede zorg ik dat er dit voorjaar een nieuwe versie van de handreiking komt,
die ook aangeeft hoe partijen financiële problematiek kunnen oplossen. Ten derde spreek
ik in de gesprekken over het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord met betrokken landelijke
partijen. Onderdeel van deze gesprekken is de handreiking. Met bovenstaande acties
draag ik eraan bij dat huisartsen beter ondersteund en geholpen worden wanneer zij
huisvestingsproblematiek ervaren. Dat wil echter niet zeggen dat alle problemen snel
kunnen worden opgelost. Het blijft een complex probleem.
Vraag 7
Kunt u ingaan op de zorgplicht die zorgverzekeraars hebben om te zorgen voor goede
zorg in deze buurt en de daarbij behorende locatie?
Antwoord 7
Zoals aangegeven, hebben zorgverzekeraars vanuit hun zorgplicht de rol om te voorzien
in toegankelijke huisartsenzorg voor hun eigen verzekerden. Voor toegankelijke huisartsenzorg
is passende huisvesting een belangrijke randvoorwaarde. Als de toegankelijkheid in
het geding komt door huisvestingsproblematiek bij huisartsen, verwacht ik dat zorgverzekeraars
actief bijdragen aan het oplossen van het huisvestingsprobleem, bijvoorbeeld door
het bieden van (financieel) maatwerk. De bekostiging van de huisartsenzorg biedt hier
ook ruimte voor. Ik wil hierbij wel benadrukken dat dit maatwerk niet in alle gevallen
betekent dat alle wensen van een huisarts ten aanzien van de huisvesting gerealiseerd
kunnen worden. Het is immers ook de taak van zorgverzekeraars om te zorgen dat premiegeld
zorgvuldig en doelmatig wordt uitgegeven. Ook is het belangrijk dat de zorgverzekeraar
tijdig bij het vraagstuk betrokken wordt, zodat deze al vanaf het begin kan meedenken
over passende oplossingen.
Vraag 8
Bent u bereid om in gesprek te gaan met alle partijen om het gezondheidscentrum te
behouden en over de mogelijke uitbreiding van dit centrum? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, kunt u de Kamer hiervan op de hoogte houden?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3 heb ik contact gehad met de betrokken
partijen bij deze casus. Als Minister ga ik mij niet verder in deze gesprekken mengen
en ik vind het ook niet mijn rol om de Kamer over deze individuele casus te informeren.
Wel ben ik altijd bereid om vanuit het ministerie met lokale partijen mee te denken
of hen van informatie te voorzien. Partijen in Utrecht weten de ambtenaren van VWS
ook te vinden wanneer dit nodig is.
Vraag 9
Welk plan heeft u klaarliggen op uw ministerie zodra bekend wordt dat het gezondheidscentrum
gaat sluiten en 9.000 patiënten geen toegang meer hebben tot een huisarts in de buurt?
Antwoord 9
De verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de toegankelijkheid van de huisartsenzorg
ligt middels de zorgplicht bij de zorgverzekeraars. Zoals aangegeven is de grootste
zorgverzekeraar nauw betrokken bij het vraagstuk in Kanaleneiland. Ik heb er vertrouwen
in dat partijen gezamenlijk tot een goede oplossing komen en dat de zorgverzekeraars
daarbij ook verantwoordelijkheid nemen.
Vraag 10
Kunt u onderzoeken wat de mogelijkheden zijn in dit soort situaties om huisartsenpraktijken
te behouden, bijvoorbeeld door het verplicht afstoten van het pand als een eigenaar
van de zorgfunctie af wil? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ik vind het onwenselijk om te verkennen of er mogelijkheden zijn tot het verplicht
afstoten van panden, omdat de uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van
de Omgevingswet is overgelaten aan de gemeente. Ik vind het wel belangrijk dat gemeenten
handelingsopties hebben om ervoor te zorgen dat er in elke wijk voldoende vastgoed
is voor zorg. Deze handelingsopties bestaan al en staan beschreven in de Handreiking
Huisvesting huisartsen en gezondheidscentra.8 Hoewel dat bij bestaande bouw lastiger te realiseren is, bestaan er wel mogelijkheden.
Vraag 11
Op welke manier bent u van plan om deze goede vorm van samenwerking – waar zorgverleners
vanuit verschillende disciplines op één locatie zitten om gemakkelijk naar elkaar
door te kunnen verwijzen – beter te ondersteunen zodat zorgverleners patiënten sneller
en beter kunnen helpen?
Antwoord 11
Ik vind een goede onderlinge samenwerking tussen (eerstelijns)zorgverleners belangrijk
ten behoeve van goede zorg voor hun patiëntenpopulatie. Dat kan in één pand, maar
hoeft natuurlijk niet en dat is ook niet overal mogelijk. Zorgverleners weten elkaar
vaak ook goed te vinden zonder dat zij in hetzelfde pand praktijk houden. Met de Visie
eerstelijnszorg 2030 zet ik, samen met de eerstelijnspartijen, in op hechte wijkverbanden,
die een sterke(re) samenwerking beoogt tussen tenminste huisartsen, wijkverpleegkundigen,
apothekers en professionals uit het sociaal domein. Zij worden daarin ondersteund
door regionale samenwerkingsverbanden die ze taken uit handen nemen zoals administratieve
lasten en organisatorische taken. Huisvesting in één pand in de wijk kan daarbij een
pré zijn, maar is geen vereiste. De afweging welke vorm van huisvesting passend en
realistisch is, blijft een lokale en regionale afweging waarover zorgverleners, zorgverzekeraars
en gemeenten met elkaar het gesprek moeten voeren.
Vraag 12
Hoe staat het met de uitvoering van de aangenomen motie Dijk over een Noodplan Huisartsenpraktijken,
en wanneer kunnen we de uitwerking hiervan verwachten in de Tweede Kamer en welke
plannen staan hierin?
Antwoord 12
Ik ben bezig met aanvullende afspraken over huisvesting die terugkomen in de Handreiking
Huisvesting 2.0. Daarnaast spreek ik met de landelijk betrokken partijen in het kader
van het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord. Onderdeel van deze gesprekken is de handreiking.
Op die manier geef ik ook uitvoering aan de motie Dijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.