Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Afschrift van de reactie op de brief van de Verenigde Betaal Instellingen Nederland (VBIN) over de concept zbo-begroting 2025 van De Nederlandse Bank (Kamerstuk 31865-270)
2025D03192 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 28 januari 2025 enkele vragen en opmerkingen
aan de Minister van Financiën voorgelegd over zijn op 9 januari 2025 toegezonden brief
inzake Afschrift van de reactie op de brief van de Verenigde Betaal Instellingen Nederland
(VBIN) over de concept zbo-begroting 2025 van De Nederlandse Bank (Kamerstuk 31 865, nr. 270).
De voorzitter van de commissie,
Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie,
Van der Steur
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de reactie
op de brief van de VBIN over de concept ZBO-begroting van de Nederlandsche Bank (DNB)
en hebben daar nog enkele vragen over.
Deze leden lezen dat een verhoging van de toezichtkosten voor betaalinstellingen met
6 miljoen euro, oftewel 48%, wordt voorgesteld. Zij vinden dit een zorgelijke ontwikkeling
aangezien deze kostenstijging doorberekend zal worden aan bedrijven en consumenten.
In de reactie van de Minister lezen de leden van de VVD-fractie dat DNB de kostenstijging
verklaart door nieuwe wetgeving (MiCAR, DORA, PSD3/PSR), markttoetreding en de toename
van verklaringen van geen bezwaar. Heeft DNB aan de Minister kunnen verklaren welk
deel van de gestegen kosten zijn gekomen door nieuwe wetgeving zoals MiCAR, DORA en
PSD3/PSR?
Kan de Minister tevens verklaren welke andere kostenfactoren zorgen voor een forse
stijging in respectievelijk de toezichtcategorie betaalinstellingen, clearinginstellingen
en elektronisch geldinstellingen?
Hoe heeft de Minister in deze concept zbo-begroting uitvoering proberen te geven aan
het aangenomen amendement 33 957, nr. 111 uit 2014 dat beoogt de toezichtkosten niet harder te laten stijgen dan de inflatie?
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de stijging van de toezichtkosten.
Zeker ook omdat alle kosten van het toezicht doorberekend worden aan de onder toezicht
staande instellingen. Het lijkt wel zelfrijzend bakmeel. Hoe kan gegarandeerd worden
dat de toezichthouder het toezicht effectief, maar ook efficiënt en risicogestuurd
uitvoert? Bent u bereid om een onafhankelijke doorlichting te laten doen? Zo nee,
waarom niet?
Tevens lezen de leden van de VVD-fractie op pagina 18 van de conceptbegroting van
DNB dat het start met een traject om verklaringen van geen bezwaar met een laag risico
aan een beperktere beoordeling te onderwerpen. Deze leden vragen zich af of dit er
op termijn toe zal leiden dat er kosten kunnen worden bespaard op deze beoordelingen.
Een van de pijlers van de meerjarenstrategie van DNB is «onafhankelijk en gezaghebbend».
De leden van de VVD-fractie lezen dat binnen deze pijler aandacht wordt besteed aan
een gelijk speelveld met Europese landen. Kan de Minister uiteenzetten hoe de gestegen
toezichtkosten in Nederland zich verhouden tot stijgingen in andere Europese landen?
En kan de Minister ook een vergelijking geven van de hoogte van de toezichtkosten
in de verschillende Europese landen? En dan gaat het zowel om de toezichtkosten van
DNB als de AFM.
Deelt de Minister de mening dat de hoge toezichtkosten in Nederland de concurrentiepositie
van gebruikers van Nederlandse betaalinstellingen verslechtert ten opzicht van die
in andere Europese landen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat VBIN het niet redelijk vindt dat partijen die
al langer actief zijn, via de structurele toezichtkosten opdraaien voor de toetredende
partijen en de eenmalige toelatingskosten door de toezichthouder. Waarom wordt daarvoor
gekozen? Is het niet beter deze twee te scheiden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie
van de Minister op de brief van de Verenigde Betaal Instellingen Nederland (VBIN)
over de concept zbo-begroting 2025 van De Nederlandse Bank. De leden hebben enkele
vragen naar aanleiding van de toegestuurde stukken.
Deze leden vragen zich af hoe de 48% kostenstijging voor DNB kan worden uitgesplitst
naar vier verschillende onderdelen, namelijk (1) nieuwe wet- en regelgeving, (2) aanvragen
voor verklaringen van geen bezwaar en personentoetsingen, (3) meer handhaving bij
illegale partijen en (4) herallocatie van bedrijfsvoeringskosten. Kan de Minister
daar een concreet overzicht van geven met de concrete kostenstijging per post?
Ook vragen de leden van de BBB-fractie welke specifieke wet- en regelgeving bijdraagt
aan de kostenstijging en in welke mate? Kan de Minister per wetswijziging een overzicht
geven van de kosten?
Hoe is de stijging van het aantal verklaringen van geen bezwaar en personentoetsingen
te verklaren?
Tot slot vragen de leden van de BBB-fractie of de Minister de draagkracht bij betrokken
partijen voldoende acht om om te kunnen gaan met de exorbitante verhoging van de leges?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
R.A. van der Steur, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.