Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het sluiten van filialen van de Volksbank
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Financiën over het sluiten van filialen van de Volksbank (ingezonden 12 december 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 27 januari 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 881.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het sluiten van filialen van de Volksbank zoals beschreven
in bijgevoegd Telegraaf-artikel?1 Vindt u dit een goede ontwikkeling?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik van op de hoogte. De Volksbank maakte op 19 november 2024 haar transformatieplannen
bekend. De Volksbank bepaalt zelfstandig haar commerciële strategie. Zowel NLFI als
ik hebben geen invloed op de commerciële en operationele keuzes die de Volksbank maakt.
Dit is aan het bestuur van de bank. In het kader van de ACM-maatregelen mogen NLFI
en de staat zich niet bemoeien met de commerciële strategie van de Volksbank, zoals
het aantal filialen of de keuze voor een merknaam.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat een politieke meerderheid tegen privatisering
van de Volksbank is? Wat vindt u daarvan? Kan die meerderheid in de Kamer invloed
hebben op het besluit om filialen al dan niet te sluiten?2
Antwoord 2
Ja, daar ben ik van op de hoogte. Ik heb eerder aangegeven hoe ik naar de toekomst
van de Volksbank kijk, mede in het licht van het NLFI-advies over de verschillende
opties.3 Zie verder het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Kunt u aangeven en onderbouwen of de reorganisatie sowieso nodig is? Bent u gevoelig
voor het feit dat er veel banen worden geschrapt?
Antwoord 3
De Volksbank heeft geconcludeerd dat voor haar missie van een duurzame en toegankelijke
bank ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn. Daarom acht de Volksbank het nodig
om haar bedrijfsmodel en processen te vereenvoudigen en te verbeteren om zo haar commerciële
en operationele slagkracht te versterken. Ook moet de Volksbank grote investeringen
doen om te voldoen aan wet- en regelgeving.
Vraag 4
Denkt u dat de Kamer na haar besluit om de Volksbank niet te verkopen, nu ook reorganisatie
moet tegengaan? Zo ja, wat kan u doen om banenverlies tegen te gaan?
Antwoord 4
De Volksbank bepaalt zelfstandig haar commerciële strategie. Zowel NLFI als ik hebben
geen invloed op de commerciële en operationele keuzes die de Volksbank maakt. Dit
is aan het bestuur van de bank. In het kader van de ACM-maatregelen mogen NLFI en
de staat zich niet bemoeien met de commerciële strategie van de Volksbank, zoals het
aantal filialen of de keuze voor een merknaam.
Vraag 5
Vindt u dat een Volksbank gebaat is bij goede service? Zo ja, horen daar service filialen
bij?
Antwoord 5
Ik vind het belangrijk dat alle banken toegankelijke dienstverlening aanbieden aan
hun klanten. Dit geldt dus ook voor de Volksbank. Zie verder antwoord op vraag 1.
Vraag 6
Vindt u dat de maatschappelijke functie van de Volksbank in private handen het beste
gewaarborgd kan blijven zoals bestuursvoorzitter Boekhorst zegt?4
Antwoord 6
Het aandeelhouderschap in de Volksbank wordt ingevuld op afstand. Het aandeelhouderschap
is belegd bij NLFI. Als gevolg van ACM-maatregelen is het NLFI en de staat niet toegestaan
zich te bemoeien met de commerciële strategie van de Volksbank, bijvoorbeeld als het
gaat om de vormgeving van toegankelijke dienstverlening.5 Ik deel daarom niet dat het behoud van de Volksbank als staatsdeelneming beter zou
bijdragen aan de borging van publieke belangen dan de andere sectorbreed genomen maatregelen,
zoals de afspraken over toegankelijkheid van dienstverlening binnen het Maatschappelijk
Overleg Betalingsverkeer (MOB).
Vraag 7
Wat vindt u van een publieke bank conform het voorstel van de SP? Kan deze wellicht
ook het maatschappelijk belang van Volksbank waarborgen?6
Antwoord 7
Ik heb kennisgenomen van het voorstel van de SP om een publieke depositobank op te
richten als alternatief voor sparen bij private banken. Ten behoeve van het rapport
«beleidsrichtingen voor een weerbare bankensector» is onder meer onderzoek gedaan
naar de wenselijkheid van een publieke depositobank.7
Hieruit blijkt weinig ruimte voor een levensvatbare publieke depositobank in het huidige
bankenlandschap. Het beoogde doel van een publieke depositobank is het bieden van
een publiek alternatief voor veilig sparen en het voorzien in concurrentie met commerciële
banken op de spaarmarkt. Spaargeld is, met het depositogarantiestelsel, reeds tot
€ 100.000 per deposant per bank gegarandeerd. De deposito’s van een publieke spaarbank
zouden dan ook alleen mogelijk veiliger zijn voor deposito’s boven de DGS-grens van
€ 100.000 per deposant. Tegelijkertijd zou een publieke depositobank wel moeten voldoen
aan alle geldende wettelijke eisen die voor (commerciële) banken gelden. Daarbij moet
een publieke bank rendabel kunnen opereren zonder staatssteun. Om veilig sparen ook
te garanderen voor spaarders met meer dan € 100.000 spaargeld, zou een publieke spaarbank
moeten investeren in laag renderende staatsobligaties of het geld van deposanten direct
bij de Europese Centrale Bank moeten stallen. Met dit beperkte rendement kan een publieke
depositobank niet concurreren met private banken.
Gelet op deze overwegingen vind ik het niet reëel en niet wenselijk dat een publieke
depositobank wordt ingezet voor het borgen van één of meer publieke belangen in de
financiële sector. Zoals ik in mijn brief van 9 december 2024 aan uw Kamer schreef,
vind ik wel dat sectorbrede maatregelen nodig zijn om de spaarmarkt te verbeteren
en andere publieke belangen te borgen.8 De concrete vervolgstappen met betrekking tot de spaarmarkt heb ik eerder met uw
Kamer gedeeld met daarbij de toezegging uw Kamer op de hoogte te houden over de voortgang.9
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.