Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Rendement innovatie defensie erg groot: ‘magnetron, mobieltje en ducttape met dank aan leger’ en het daaraan gerelateerde onderzoek ‘The economic returns on defense R&D’
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Minister en Staatssecretaris van Defensie over het bericht «Rendement innovatie defensie erg groot: «magnetron, mobieltje en ducttape met dank aan leger» en het daaraan gerelateerde onderzoek «The economic returns on defense R&D»» (ingezonden 16 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het Telegraaf-artikel «Rendement innovatie defensie erg groot: «magnetron,
mobieltje en ducttape met dank aan leger»»1 en het gerelateerde onderzoek van RaboResearch?
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusie uit het onderzoek van RaboResearch dat iedere geïnvesteerde
euro in kennis en innovatie in de defensiesector een rendement van grofweg tussen
de 8,10 euro en 9,40 euro oplevert? Bent u bereid hieraan concrete acties te verbinden?
Zo ja, welke?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de constatering dat de achterstand van Europa (ten opzichte van de
VS en China) op het gebied van onder andere AI, quantum en cybersecurity mede veroorzaakt
is door de relatief gezien lage uitgaven aan kennis en innovatie op defensiegebied?
Kunt u dit onderbouwen?
Vraag 4
Gegeven de grote meerwaarde die de US DARPA (c.q. het Amerikaanse hoofdkwartier voor
de ontwikkeling van militaire technologie) heeft gehad voor de vele toepassingen waarop
de huidige Amerikaanse economie gebaseerd is; bent u van mening dat Europa ook een
dergelijk instituut zou moeten opzetten? Zo niet, waarom?
Vraag 5
Bent u van mening dat Nederland mogelijk zelf een equivalent van het Amerikaanse DARPA
zou moeten opzetten? Kunt u hierop reflecteren?
Vraag 6
Bent u nog steeds van mening – blijkens uw antwoorden tijdens de plenaire behandeling
van de Defensiebegroting 2025 – dat het Europese Defensiefonds (EDF) qua impact vergelijkbaar
is met de US DARPA? Zo ja, waaruit blijkt dit volgens u?
Vraag 7
Op welke manier wil het kabinet, gezien de alarmerende veiligheidssituatie, zowel
in nationaal als Europees verband de nodige inhaalslag maken op het gebied van kennis
en innovatie in de defensiesector?
Vraag 8
Hoe reflecteert u op het gegeven dat nog geen tien procent van de defensiekennis-
en innovatietrajecten in Europese gezamenlijkheid plaatsvindt? Welke gevolgen heeft
dit voor de positie van Europa op het gebied van ontwikkeling van militaire technologie
ten opzichte van de VS en China? Kunt u hierop reflecteren?
Vraag 9
Welke concrete acties onderneemt u om meer onderzoek en innovatie in gezamenlijk Europees
verband te stimuleren? Welke concrete resultaten heeft het kabinet tot dusverre geboekt?
Vraag 10
Erkent u het belang van de 2%-norm die in Europees verband is overeengekomen op het
gebied van investeringen in fundamentele kennis en innovatie in de defensiesector?
Kunt u hierop reflecteren?
Vraag 11
Waarom blijft Nederland al jaren steken op 1,3% aan investeringen in fundamentele
kennis en innovatie in defensie als onderdeel van het totale defensiebudget? Hoe vindt
u dit te verantwoorden in een tijd waarin er een grootschalige oorlog plaatsvindt
op het Europese continent? Kunt u dit onderbouwen?
Vraag 12
Bent u van mening dat met een procentuele toename van het totale defensiebudget er
– naast een absolute toename – ook een procentuele toename van het fundamentele kennis-
en innovatiebudget moet plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u bereid uw standpunt te herzien en in samenwerking met partners uit het (defensie)kennis-
en ecosysteem te komen tot een groeipad richting de 2% uitgaven aan fundamenteel onderzoek
en innovatie als onderdeel van de defensiebegroting? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Kunt u de bovenstaande vragen apart van elkaar beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Gericht aan
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie -
Indiener
Laurens Dassen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.