Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger en Hirsch over de uitkomsten van de COP29
Vragen van de leden Kröger en Hirsch (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Klimaat en Groene Groei en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de uitkomsten van de COP29 (ingezonden 6 december 2024).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) en van Minister Klever (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen 13 januari 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitkomsten van de COP29?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u tevreden met de uitkomsten van de COP29? Zo niet, wat had u graag anders gezien?
Antwoord 2
De uitkomsten van COP29 bevatten elementen waar het kabinet tevreden over is, en elementen
die het anders had willen zien. COP29 heeft geresulteerd in uitkomsten op de drie
pijlers van de Overeenkomst van Parijs: mitigatie, adaptatie, en financiering. Het
voornaamste resultaat van deze COP is het akkoord over een nieuw collectief klimaatfinancieringsdoel
voor 2035. Daarnaast zijn de regels voor internationale koolstofmarkten op basis van
artikel 6 afgerond. Beide besluiten zijn een belangrijke stap in de uitvoering van
de doelen van de Overeenkomst van Parijs. Het was de inzet van Nederland en de EU
om al op deze COP aanvullende besluiten te nemen die het wereldwijde ambitie- en implementatiegat
verder zullen verkleinen. Dit is slechts ten dele gelukt, en op veel van de mitigatie-onderwerpen
gaat de discussie daarom verder in 2025. Wel bevestigt het akkoord dat alle partijen
doorgaan op de tijdens COP28 ingeslagen weg. Een uitgebreide appreciatie over de uitkomsten
van COP29 is te vinden in de Kamerbrief2 van 10 december.
Vraag 3
Onderschrijft u de analyse van experts dat de COP29 «is mislukt» en dat de uitkomst
een «klap in het gezicht [is] van alle mensen die al geteisterd worden door klimaatverandering»,
onder meer omdat ontwikkelde landen met dit akkoord geen eerlijke bijdrage leveren
aan het tegengaan van klimaatverandering (en het omgaan met de gevolgen)?3, 4
Antwoord 3
Nee, zie antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Klopt het dat het kabinet de doelen van het Parijsakkoord wil halen? Zo ja, deelt
u de opvatting dat de huidige afspraken over klimaatfinanciering onvoldoende zijn
om ontwikkelingslanden in staat te stellen ambitieuze
Antwoord 4
Ja, het kabinet wil de doelen van de Overeenkomst van Parijs halen. Het deelt niet
de opvatting dat de huidige afspraken over klimaatfinanciering onvoldoende zijn. De
klimaatfinancieringsafspraken bevatten meerdere lagen. Naast het doel van USD 300
miljard per 2035 voor ontwikkelingslanden waarbij ontwikkelde landen het voortouw
zullen nemen, is er ook een oproep aan alle actoren – publiek en privaat – om samen
tegemoet te komen aan de financieringsbehoefte van ontwikkelingslanden, die per 2035
ten minste USD 1.300 miljard per jaar bedraagt.
Vraag 5
Nationally Determined Contributions (NDCs) in te dienen en er daarmee grote druk staat
op het bereiken van het Parijsakkoord?
Antwoord 5
Naar aanleiding van de resultaten van COP29 en om het 1,5 graden doel binnen bereik
te houden, acht het kabinet het van belang dat er internationaal voortgang wordt geboekt
op het mitigatiewerkprogramma, de opvolging van de Global Stocktake, de uitwerking
van het UAE Framework for Global Climate Resilience en het in lijn brengen van financiële
stromen met de doelen van de Overeenkomst van Parijs, zoals vervat in artikel 2.1c.
De discussie hierover zal komend jaar worden voortgezet. Wat betreft klimaatfinanciering
zal Nederland ook in 2025 een betekenisvolle bijdrage leveren aan het huidige doel
en zal het bezien welke stap het zet voor het nieuwe doel per 2035. Bij het bepalen
van de Nederlandse bijdrage aan klimaatfinanciering zal het kabinet, zoals gebruikelijk,
rekening houden met de begrotingen inclusief meerjarencijfers.
Vraag 6
Bent u bereid om, naar aanleiding van deze resultaten, te kijken naar wat vanuit Nederland
aanvullend nodig is aan internationale klimaatfinanciering om het Parijsakkoord in
zicht te houden en de huidige afspraken te versterken? Bent u bereid om hierin zelf
het voortouw te nemen door meer klimaatfinanciering beschikbaar te stellen?
Antwoord 6
Ja, het kabinet onderschrijft het beginsel van common but differentiated responsibilities and respective capabilities.
Vraag 7
Onderschrijft u nog steeds het in het Parijsakkoord afgesproken principe van common
but differentiated responsibilities (CBDR), oftewel dat de grootste vervuilers met
de sterkste schouders een grotere bijdrage moeten leveren aan het tegengaan van klimaatverandering
dan armere landen die een veel minder grote (historische) uitstoot hebben?
Antwoord 7
Onderdeel van het in de Overeenkomst van Parijs overeengekomen beginsel van common but differentiated responsibilities and respective capabilities is onder meer dat ontwikkelingslanden ondersteuning nodig hebben bij hun klimaatinspanningen.
Hiertoe zijn onder andere afspraken gemaakt over klimaatfinanciering, waarbij ontwikkelde
landen het voortouw zullen blijven nemen. Nederland levert een betekenisvolle bijdrage
aan klimaatfinanciering en zal dit ook blijven doen.
Vraag 8
Onderschrijft u dan ook dat Nederland dus een verantwoordelijkheid heeft naar landen
die niet verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering maar hier wel grote gevolgen
van ondervinden? Op welke manier neemt Nederland volgens u deze verantwoordelijkheid?
Hoe verhoudt deze verantwoordelijkheid zich met de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking
en internationaal klimaatbeleid?
Antwoord 8
Nederland heeft zich zowel binnen de EU als met de EU gezamenlijk ingezet voor het
verminderen van de financiering van fossiele brandstoffen. Dit heeft onder andere
geleid tot een aantal paragrafen hierover in de tekst van donderdag 21 november 2025,
zie bijvoorbeeld paragraaf 47, 52, 545. Dit stuitte – net als expliciet noemen van het besluit over versneld wegbewegen
van fossiele brandstoffen in energiesystemen – op weerstand van verschillende olieproducerende
landen. In dit krachtenveld is het niet mogelijk gebleken om deze paragrafen te behouden
in het eindbesluit over het nieuwe klimaatfinancieringsdoel.
Vraag 9
Klopt het dat er in de onderhandeltekst van de donderdag van de COP29 nog een tekst
stond over het afbouwen van het gebruik van fossiele brandstoffen, maar dat dit niet
in de uiteindelijke tekst is beland? Waarom niet? Heeft u gepleit voor het opnemen
van teksten over het afbouwen van fossiel?
Antwoord 9
Tijdens COP29 is op verschillende manieren het belang benadrukt van meer dwarsdoorsnijdende
aandacht voor mensenrechten en gendergelijkheid in alle onderdelen van de onderhandelingen.
Dit gebeurde onder andere via een verklaring van de EU met gelijkgezinde landen aan
het begin van de COP en via meerdere bilaterale gesprekken en consultaties met het
COP-voorzitterschap, met onderhandelingspartners buiten de EU en met de Secretaris-Generaal
van de Verenigde Naties. Deze thema’s zijn uiteindelijk beperkt geïntegreerd in de
verschillende onderhandelingsbesluiten door weerstand bij enkele landen.
Vraag 10
Wat heeft Nederland tijdens COP29 gedaan om mensenrechten en gendergelijkheid te beschermen
in klimaatactie? Welke stappen zetten Nederland en de EU om mensenrechten en gendergelijkheid
in internationale klimaatafspraken te waarborgen en versterken, en te voorkomen dat
hier stappen terug op worden gezet?
Antwoord 10
Nederland zal zich binnen de EU blijven inzetten voor internationaal klimaatbeleid
dat voorziet in de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs, met nadruk op het dichten
van het ambitie- en implementatiegat. Naar aanleiding van de resultaten van COP29
en om het 1,5 graden doel binnen bereik te houden, acht het kabinet het van belang
dat er internationaal voortgang wordt geboekt op het mitigatiewerkprogramma, de opvolging
van de Global Stocktake, de uitwerking van het UAE Framework for Global Climate Resilience
en het in lijn brengen van financiële stromen met de doelen van de Overeenkomst van
Parijs, zoals vervat in artikel 2.1c. De discussie hierover zal komend jaar worden
voortgezet, vooral met internationale partners en andere landen. Binnen de EU is er
overeenstemming over de noodzaak voortgang te boeken op deze terreinen.
Vraag 11
Wat wordt de komende tijd uw inzet in de EU als het gaat om internationaal klimaatbeleid?
Verandert deze inzet naar aanleiding van de COP29?
Antwoord 11
Het kabinet heeft ervoor gekozen om eerst de Kamerbrief met de appreciatie van de
uitkomsten van COP29 te versturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.