Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Van der Burg, Van der Lee en Boswijk over de situatie van Oeigoeren in Thailand
Vragen van de leden Paternotte (D66), Van der Burg (VVD), Van der Lee (GroenLinks-PvdA) en Boswijk (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de situatie van Oeigoeren in Thailand (ingezonden 20 november 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 9 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de inhoud van het artikel «He Made a Daring Escape From China. Then
His Real Troubles Began»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de berichten dat er meer dan 48 Oeigoeren al jarenlang, onder zorgwekkende
omstandigheden, vastzitten in Thailand na hun vlucht voor de internatie, marteling
en gedwongen sterilisatie van Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat is uw beleid ten aanzien van de uitlevering van Oeigoerse vluchtelingen aan China
door derde landen, gelet op de «blijvende aandacht voor de verslechterende situatie
van Oeigoeren, ook buiten China», die u in de Nederland-China strategie zegt te hebben?
Antwoord 3
Nederland roept derde landen, inclusief Thailand, op om het principe van non-refoulement
van Oeigoerse vluchtelingen te respecteren. Dit principe is juridisch verankerd in
het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling
of bestraffing en in het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen
tegen gedwongen verdwijning. Thailand en Nederland zijn beide partij bij beide verdragen.
Ook dringt het kabinet bij landen die partij zijn bij het VN-vluchtelingenverdrag
aan op naleving van dit verdrag, ook in het geval van Oeigoerse vluchtelingen. Thailand
is echter geen partij bij dit laatste verdrag of bij het protocol van dit verdrag.
Thailand kent bovendien geen vluchtelingen- of asielstatus in de nationale wetgeving.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de huidige mensenrechtensituatie in Xinjiang, in het bijzonder voor
Oeigoeren?
Antwoord 4
De negatieve trend in de mensenrechtensituatie in China blijft reden geven tot zorg.
De druk op de rechten van minderheden neemt verder toe. De situatie van de Oeigoerse
gemeenschap in China blijft zorgelijk. Nederland dringt bij de Chinese autoriteiten
aan op de implementatie van de aanbevelingen van het rapport van de VN Hoge Commissaris
voor de Mensenrechten uit 20222, dat sprak van mogelijke internationale misdaden, in het bijzonder misdaden tegen
de menselijkheid. Het beleid en het juridische kader dat hieraan ten grondslag ligt
is nog altijd van kracht, bevestigde het kantoor van de VN Hoge Commissaris onlangs
nog in augustus 20243.
Vraag 5
Bent u bereid om in verband met deze dreigende uitzettingen de Hoge Commissaris van
de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) te vragen zich actief in te zetten
voor de zaak van Oeigoerse vluchtelingen in Thaise hechtenis? Zo ja, bent u bereid
dit publiekelijk te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De Nederlandse ambassade in Bangkok staat in nauw contact met UNHCR in Thailand en
kaart de situatie van de Oeigoeren die vastzitten regelmatig aan. Daarbij wordt geïnformeerd
naar de situatie van de groep en naar welke stappen UNHCR zet om de situatie te verbeteren,
bijvoorbeeld richting de Thaise overheid. De ambassade staat tevens in contact met
gelijkgestemde ambassades in Bangkok, en waar mogelijk en opportuun wordt gezamenlijk
opgetrokken. In deze contacten zijn de verschillende manieren om aandacht voor deze
kwestie te vragen, al dan niet publiekelijk, onderwerp van gesprek. Vooralsnog is
de afweging om UNHCR niet publiekelijk aan te spreken en in te blijven zetten op de
regelmatige contacten met UNHCR hierover.
Vraag 6
Bent u tevens bereid uw Thaise ambtgenoot aan te spreken op deze situatie en aan te
dringen op het voorkomen van uitzettingen en hun vrijlating, in lijn met het Nederlandse
beleid om de positie van Oeigoeren buiten China te beschermen?
Antwoord 6
In bilaterale contacten met de Thaise autoriteiten wordt regelmatig en op verschillende
niveaus over mensenrechtenkwesties gesproken, waaronder het principe van non-refoulement.
Nederland zal dit blijven doen, ook in EU- en gelijkgezindenverband.
Vraag 7
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 7
Zie de antwoorden op vraag 1 tot en met 6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.