Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de zorgen bij de UNHCR betreffende het kleinere aantal vluchtelingen dat Nederland gaat opvangen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Asiel en Migratie over de zorgen bij de UNHCR betreffende het kleinere aantal vluchtelingen dat Nederland gaat opvangen (ingezonden 2 december 2024).
Antwoord van Minister Faber-van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 18 december
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Nieuwsuur waarin het Nederlandse hoofd van de
VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR, Andrea Vonkeman, haar zorgen uit over het feit
dat Nederland nu nog maar 200 UNHCR-vluchtelingen wil opvangen in plaats van 500 vluchtelingen?1
Antwoord 1
Ik ben hiermee bekend.
Vraag 2
Kunt u reflecteren op de uitspraak dat het aantal UNHCR-plekken «tot nader order»
omlaag wordt gebracht? Onder welke voorwaarden of welke omstandigheden kan dit aantal
weer omhoog? Is er ook een moment of tijd afgesproken waarop de situatie wordt geëvalueerd?
Antwoord 2
Tot nader order betekent totdat het huidige (of een opvolgend) kabinet meent dat andere
inzet aan de orde is.
Vraag 3
Beseft u dat deze groep UNHCR-vluchtelingen wordt geselecteerd vanwege de kwetsbare
omstandigheden waarin deze vluchtelingen zich bevinden en dat het hier dus onomstreden
gaat om vluchtelingen die vluchten voor oorlog en/of geweld?2
Antwoord 3
Ja, dat besef ik.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Nederland door het besluit om nog maar 200 UNHCR-vluchtelingen
op te vangen onder het gemiddelde van welvarende landen komt, ook als het gaat om
de verhouding ten opzichte van de bevolkingsgrootte?
Antwoord 4
Het kabinet heeft in de brief van 25 oktober jongstleden aangegeven waarom is gekomen
tot de daarin aangekondigde maatregelen. De in de vraag genoemde vergelijkingen maken
dat niet anders.
Vraag 5
Hoe bekijkt u dit in het licht van recente cijfers van UNHCR waarin gesteld wordt
dat het aantal mensen op de vlucht voor oorlog of geweld in 2024 opnieuw een recordhoogte
heeft bereikt van 120 miljoen vluchtelingen en dat meer mensen dan ooit behoefte hebben
aan hervestiging?3
Antwoord 5
Helaas is de situatie in de wereld dusdanig dat de afgelopen jaren sprake is van een
enorme toename van de hervestigingsnoden. Het kabinet is zich daarvan bewust. In de
brief van 25 oktober heeft het kabinet aangegeven waarom is gekomen tot de daarin
aangekondigde maatregelen waaronder de maatregel betreffende het nationaal quotum.
Vraag 6
Bent u bekend met het feit dat UNHCR verwacht dat met hervestiging een permanente
oplossing/uitkomst wordt geboden waarbij vluchtelingen hun leven kunnen opbouwen in
Nederland waarbij ze een integraal onderdeel van de maatschappij worden?4
Antwoord 6
Hervestiging is een van de duurzame oplossingen voor vluchtelingen, als terugkeer
of lokale integratie in een opvangland als duurzame oplossingen niet voorhanden zijn.
Hier staat niet aan in de weg dat hervestigde vluchtelingen in eerste instantie een
tijdelijk verblijfsrecht wordt verstrekt. Op dit moment worden hervestigde vluchtelingen
na aankomst in Nederland ook al in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel
voor bepaalde tijd. Er is in deze geen sprake van een ongunstiger behandeling dan
andere asielstatushouders.
Vraag 7
Hoe bekijkt u dit in het licht van de genomen maatregelen dat statushouders geen permanente
verblijfsvergunning meer kunnen verkrijgen wat ertoe leidt dat vestiging in een gemeente
zeer moeilijk gaat worden met de genomen maatregelen?
Antwoord 7
Zoals ook geantwoord op vraag 6 worden hervestigde vluchtelingen in dezen niet ongunstiger
behandeld dan andere asielstatushouders.
Vraag 8
Bent u bereid om voor hervestigde vluchtelingen een uitzonderingspositie te creëren
inzake de geldigheidsduur van de vergunning en toegang tot huisvestiging zodat hervestiging
voor hen wel een permanente oplossing blijft?
Antwoord 8
Een dergelijke uitzonderingspositie is thans niet voorzien.
Vraag 9
Deelt u de mening dat een dergelijke uitzonderinspositie voor hervestigde vluchtelingen
nodig is om ervoor te zorgen dat overkomst via hervestiging (en andere legale routes)
de voorkeur blijft houden van zowel landen als vluchtelingen?
Antwoord 9
Ik heb hier op dit moment geen indicatie voor.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over de JBZ-Raad (asiel en
vreemdelingenzaken), voorzien op 11 december 2024?
Antwoord 10
Ik heb deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.