Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker en Van Nispen over de wereldwijde gevaren van gokken voor de volksgezondheid
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretarissen voor Rechtsbescherming en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de wereldwijde gevaren van gokken voor de volksgezondheid (ingezonden 28 oktober 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 13 december 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 587.
Vraag 1
Bent u bekend met het recente rapport van The Lancet Commission waarin wordt gewaarschuwd
voor de enorme bedreiging die gokken wereldwijd vormt voor de volksgezondheid?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de indringende conclusies van dit rapport dat gokken een steeds groter
probleem vormt voor de volksgezondheid en dat bestaande regelgeving vaak tekortschiet
om dit effectief aan te pakken? Kunt u op elk van de 7 keypoints, die de commissie
presenteerde, een reactie geven?
Antwoord 2
Het rapport van The Lancet Public Health Commission on Gambling geeft een duidelijk beeld over de potentieel verstrekkende gevolgen van gokken voor
de volksgezondheid.2 Dat gaat verder dan het risico op het ontwikkelen van een verslaving of schulden,
wat op zichzelf al ernstige gevolgen kunnen zijn van gokken. Het beschermen van mensen
tegen negatieve effecten van gokken staat voor mij voorop. Ik vind het belangrijk
daarbij oog te hebben voor de verschillende soorten schade die gokken kan aanrichten
en in te zetten op het voorkomen daarvan. In het bovengenoemde rapport wordt ingegaan
op mogelijk effectieve beleidsinterventies die deze problemen moeten tegengaan en
voorkomen. De zeven aanbevelingen in het rapport zien deels op maatregelen die al
zijn opgenomen in de Wet kansspelen op afstand (Wet koa) of die onderdeel vormen van
de aanscherping van wet- en regelgeving waarover ik uw Kamer voor 27 maart 2025 informeer.3 Ik ga hieronder in op de verschillende aanbevelingen in het rapport en de opvolging
daarvan.
Aanbeveling 1: Zie gokken als een probleem voor de volksgezondheid
Aanbeveling 2: Effectieve regulering van online gokken is nodig
Vanaf de opening van de online kansspelmarkt is ingezet op een betere bescherming
van (kwetsbare) mensen, waarmee het borgen van publieke belangen en in het bijzonder
de volksgezondheid meer en meer een zwaartepunt zijn geworden in het kansspelbeleid.
Zo is de regelgeving op reclame aangescherpt en vinden bewustwordingsactiviteiten
plaats om kwetsbare groepen bewust te maken van de risico’s van kansspelen. Per 1 oktober
jongstleden is de Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag (Regeling sbs) in
werking getreden.4 Daarmee heeft mijn ambtsvoorganger een maatregelenpakket ingevoerd dat een verplicht
contactmoment introduceert wanneer een speler een maandelijkse stortingslimiet van
350 euro of hoger instelt. Voor jongvolwassenen geldt een lagere limiet van 150 euro
per maand. Het instellen van limieten moet plaatsvinden in een neutrale omgeving,
waar de speler zo min mogelijk wordt beïnvloed door gedragsbeïnvloedingstechnieken en op verantwoorde wijze limieten kan bepalen. Het is verplicht
limieten in euro’s weer te geven. Verder wordt de speler tijdens het spelen geattendeerd
op de zelf ingestelde limieten. Zo ontvangt de speler elke dertig minuten informatie
via de spelersinterface over de gespeelde tijd en daarnaast informatie zodra de helft
van het ingestelde grensbedrag bereikt is. Naast de maatregelen in de Regeling sbs
is op 3 juni 2024 de aangescherpte Beleidsregel verantwoord spelen 2024 van de Kansspelautoriteit
(Ksa) gepubliceerd.5 Hiermee scherpt de Ksa de zorgplicht van vergunninghouders aan op het gebied van
verslavingspreventie en reclame. Een belangrijke aanpassing is dat vergunningshouders
binnen uiterlijk één uur een signaal of redelijk vermoeden van onmatige deelname of
gokverslaving moeten detecteren, analyseren en daarop moeten ingrijpen. Tevens heeft
de Ksa een financiële stortingsgrens ingesteld. Per 1 oktober 2024 zijn aanbieders
verplicht na te gaan of een speler die meer dan 700 euro in een maand stort op zijn
spelersrekening, zich dit kan veroorloven. Voor jongvolwassenen is deze stortingsgrens
lager, namelijk 300 euro.
In mijn brief van 10 oktober 2024 heb ik uiteengezet welke stappen recent ondernomen
zijn en zullen worden genomen om gokverslaving te voorkomen en tegen te gaan.6 Naast de moties waarop is ingegaan in die brief, ligt er ook een initiatiefnota van
de leden Boswijk (CDA) en Van Dijk (SGP) en een aangekondigd initiatiefwetsvoorstel.7 Tevens is op 5 november jongstleden de evaluatie van de Wet koa opgeleverd.8 Naar aanleiding van deze ontwikkelingen zal ik op basis van mijn beleidsvisie op
kansspelen met concrete voorstellen komen op welke punten ik de wet- en regelgeving
wil aanscherpen. Dit doe ik in de brief die ik naar uw Kamer stuur vóór het commissiedebat
van 27 maart 2025.
Aanbeveling 3: Toezichthouders moeten voldoende middelen hebben om consumenten goed te kunnen beschermen
Ik kijk doorlopend met de Ksa hoe zij stevig toezicht kan houden en kan handhaven
en welke instrumenten zij daarvoor nodig heeft. De effectiviteit van het handhavingsinstrumentarium
is daarnaast onderdeel geweest van de evaluatie van de Wet koa. Op basis van de evaluatie
scherp ik de wettelijke bevoegdheden waar nodig aan in mijn voorstel voor wijziging
van de Wet op de kansspelen.
Aanbeveling 4: Beleid, regelgeving, behandeling en onderzoek op het gebied van gokken moeten worden
beschermd tegen de verstorende effecten van commerciële invloeden
Het beleid en de regelgeving op het gebied van gokken worden op onafhankelijke wijze
vormgegeven. De vergunde aanbieders van kansspelen spelen als aanbieder van gokproducten
een belangrijke rol in de uitvoering van het beleid. Daar hoort bij dat de strenge
maatregelen waaraan zij moeten voldoen ook duidelijk en uitvoerbaar zijn. Hiervoor
is in voorkomend geval nodig dat nieuw beleid wordt getoetst op uitvoerbaarheid bij
de kansspelsector. Over de wijze waarop ambtenaren van het Ministerie van Justitie
en Veiligheid en ik contact hebben met de sector, heb ik bij mijn brief van 10 oktober
jongstleden ook de «werkwijze omgang met kansspelsector» gedeeld met uw Kamer.9 Deze werkwijze houdt in dat bewindspersonen en ambtenaren van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid die verantwoordelijk zijn voor het kansspelbeleid contacten
beperken tot de contacten die noodzakelijk zijn voor de kwaliteit van beleid, wet-
en regelgeving en de uitvoering daarvan. Tevens zal ik jaarlijks alle beleidsinhoudelijke
correspondentie en verslagen van overleggen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
met de kansspelsector actief openbaar maken.
Ten aanzien van activiteiten op het gebied van preventie en onderzoek merk ik op dat
deze primair worden gefinancierd uit het Verslavingspreventiefonds, dat de Ksa beheert.
De gelden in dit fonds komen uit heffingen van de Ksa, die betaald worden door kansspelaanbieders.
De onafhankelijke stichting ZonMw coördineert het onderzoeksprogramma «preventie van
kansspelverslaving» waarbinnen een deel van dit geld besteed wordt. Tevens wordt via
het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onderzoek gedaan naar gokverslaving
en gokschade, zoals onderzoek naar het aantal mensen dat risicovol of problematisch
speelgedrag vertoont.10
Daarnaast worden behandelingen van gokverslavingen in de geestelijke gezondheidszorg
(ggz) onafhankelijk van de gokindustrie uitgevoerd.
Aanbeveling 5: Op internationaal niveau zouden VN-organisaties en intergouvernementele organisaties
in hun strategieën en werkplannen ter verbetering van de gezondheid en het welzijn
in het algemeen de nadruk moeten leggen op de gevaren van gokken
Aanbeveling 6: Er is behoefte aan de ontwikkeling van een internationaal samenwerkingsverband gericht
op de risico’s van gokken
Aanbeveling 7: Er moet een resolutie van de World Health Assembly komen die zorgt voor de erkenning
van gokken als probleem voor de volksgezondheid
Aanbevelingen 5, 6 en 7 liggen allen op het gebied van intensievere internationale
samenwerking op het gebied van gokken. Gokstoornissen zijn door de Wereldgezondheidsorganisatie
reeds erkend als aandoening in de International Code of diseases (ICD-11).11 Dit betekent onder andere dat op internationaal niveau kan worden gewerkt met eenduidige
diagnoses en data worden verzameld over de prevalentie van deze stoornissen. Daarom
zie ik samen met de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport vooralsnog onvoldoende
toegevoegde waarde van een aanvullende resolutie bij de Wereldgezondheidsorganisatie.
Verder vervult Nederland een actieve rol in het intensiveren van internationale samenwerking
op het gebied van gokken. Daarbij ligt de nadruk op het operationele niveau. De Ksa
neemt deel aan het Gaming Regulators European Forum (Gref), een samenwerkingsverband
van toezichthouders in een groot aantal landen in Europa op het gebied van kansspelen
dat tot doel heeft kennis, ervaring en ideeën op het terrein van kansspelbeleid uit
te wisselen en samenwerking op internationaal niveau te bevorderen.12 Onderdeel daarvan is een handhavingswerkgroep. Deze groep bevordert de uitwisseling
van kennis en expertise m.b.t. de aanpak van illegale kansspelen. Het gaat hierbij
onder andere om het delen van ervaringen op het gebied van onderzoekmethoden, onderzoeksprocessen
en de effectiviteit van interventies. Zoals aangegeven in de antwoorden op de vragen
die zijn gesteld over de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid voor het jaar 2025, zal ik verkennen welke mogelijkheden voor
effectievere handhaving op illegaal aanbod er op Europees niveau liggen, zowel via
Gref als via de Europese Unie.13
Vraag 3
In hoeverre deelt u de zorgen van experts dat gokken niet enkel economische schade
veroorzaakt maar ook aanzienlijke gevolgen heeft voor de geestelijke en fysieke gezondheid
van kwetsbare groepen?
Antwoord 3
Ik beschouw het als een gegeven dat deelname aan met name risicovolle kansspelen geestelijke
en fysieke gezondheidsschade tot gevolg kan hebben. In de Wet koa zijn om die reden
ook al waarborgen ter bescherming van spelers ingebouwd. Aangezien sinds de opening
van de online kansspelmarkt is gebleken dat deze bescherming niet voldoende is, is
mijn inzet er ook op gericht om het beschermingsniveau te verbeteren en met name kwetsbare
personen beter te beschermen.
Vraag 4
Wat vindt u van de aanbeveling van The Lancet Commission om bij gokken volksgezondheid
en welzijn veel belangrijker te maken in de overheidsinzet in plaats van de economische
kant? Zo ja, hoe verklaart u dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid het voortouw
heeft in het gokbeleid en vindt u dat in het huidige licht nog steeds passend? Zo
nee, welke wijzigingen en maatregelen overweegt u om deze visie in Nederland te implementeren?
Antwoord 4
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb uiteengezet, staat (betere) bescherming van
(kwetsbare) mensen centraal in mijn beleidsinzet. Ook het tegengaan van kansspelgerelateerde
criminaliteit en fraude is een doel van het kansspelbeleid. Daarbij is de keuze gemaakt
om de verantwoordelijkheid voor het kansspelbeleid, inclusief verslavingspreventie,
bij mij neer te leggen. Deze integrale verantwoordelijkheid is van belang, omdat het
opknippen van verschillende onderdelen van het kansspelbeleid niet wenselijk is.14 Ik betrek bij mijn beleid andere partijen, waaronder het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport vanwege de daar aanwezige expertise op het gebied preventie en verslaving,
en de stelselverantwoordelijkheid voor de ggz (waaronder verslavingszorg valt).
Daarnaast worden ook experts op het gebied van verslavingspreventie bij kansspelen
en het voorkomen van gokschade betrokken bij het kansspelbeleid. Het recent gestarte
Expertisecentrum Gokken van het Trimbos-instituut zal tevens bijdragen met kennis
en expertise voor beleid om mensen beter te kunnen beschermen.15 Zoals aangeven in het antwoord op vraag 2, informeer ik uw Kamer voor 27 maart 2025
over mijn beleidsvisie op kansspelen en aanscherpingen van wet- en regelgeving. Daarbij
betrek ik inzichten uit verschillende onderzoeken van de afgelopen jaren, maar uiteraard
ook de resultaten en aanbevelingen uit de evaluatie van de Wet koa.
Vraag 5
Bent u bereid om de huidige regelgeving rondom de bescherming van consumenten tegen
de gokindustrie te herzien, gezien de bevindingen dat veel landen, waaronder Nederland,
achterblijven? Heeft u contact met de Consumentenbond om scherp te hebben op welke
zaken de bescherming spoedig verbeterd kan worden?
Antwoord 5
Als ik kijk naar de Nederlandse situatie dan zie wel ik dat het beter moet. Het ligt
in de rede dat de wet- en regelgeving voor kansspelen op afstand sterk wordt verbeterd,
onder andere naar aanleiding van de evaluatie van de Wet koa. Dit doe ik op basis
van mijn beleidsvisie op kansspelen, die ik voor 27 maart 2025 met uw Kamer deel.
Bij de vraag wat hiervoor belangrijke uitgangspunten zijn worden, zoals ik in mijn
antwoord op vraag 4 schetste, onderzoeksrapporten en analyses betrokken. Daarnaast
wordt tevens een breed palet aan stakeholders bevraagd, waaronder de Consumentenbond.
Vraag 6
De commissie adviseert om het beleid niet te laten bepalen of beïnvloeden door de
gokindustrie, ziet u ook dat Nederland hier nog in tekort schiet? Bent u met deze
partijen van mening dat de gokindustrie niet meer aan tafel zou moeten zitten in het
ministerie? Kunt u delen welke informatie over kansspelen is gewisseld met de gokbranche
bij de totstandkoming van het regeerprogramma?
Antwoord 6
Ik ben het niet eens met de stelling dat Nederland tekortschiet in het maken van beleid
onafhankelijk van de gokindustrie. In mijn antwoord op vraag 2 heb ik aangegeven hoe
beleid op het gebied van gokken op onafhankelijke wijze wordt vormgegeven.
Wat betreft uw vraag over informatie die is gewisseld met de gokindustrie bij totstandkoming
van het regeerprogramma merk ik op dat alleen in het kader van de verhoging van de
kansspelbelasting van 30,5% naar 37,8% er contact is geweest met de gokindustrie.
Hierop is ook ingegaan in de antwoorden op de vragen rondom de begroting van Justitie
en Veiligheid voor 2025.16 Ontvangen brieven, gericht aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid, over de
verhoging van de kansspelbelasting zijn aan het Ministerie van Financiën doorgeleid,
voor zover de brieven niet ook gericht ware aan het Ministerie van Financiën. Het
gaat om brieven van Goede doelen loterijen, het Goede Doelen Platform, een gezamenlijke
brief van NLO, Holland Casino, VAN kansspelen, VNLOK en Noga en een gezamenlijke brief
van Janshen-Hahnraths group en JVH gaming and entertainment group.
Vraag 7
Welke stappen neemt u momenteel om gokverslavingen te voorkomen, en op welke manier
werkt u samen met maatschappelijke organisaties om gokverslaving tegen te gaan? Hoeveel
onafhankelijk onderzoeksgeld is er beschikbaar voor het feitelijk in beeld brengen
wat de gevolgen van gokken zijn? Hoe verhoudt zich dat tot de funding van de gokindustrie?
Antwoord 7
In mijn antwoord op vraag 2 ben ik ingegaan op maatregelen om mensen te beschermen
tegen de negatieve effecten van gokken, in het bijzonder gokverslaving. In aanvulling
op deze maatregelen, vindt onder meer samenwerking met maatschappelijke organisaties
plaats bij activiteiten gericht op bewustwording van de risico’s van kansspelen, die
worden ondernomen door Jellinek, Trimbos-instituut en via Geldfit met financiering
uit het Verslavingspreventiefonds. Vanuit dit fonds is, zoals ook aangegeven in mijn
antwoord op vraag 2, tevens onderzoeksgeld beschikbaar voor het voorkomen en tegengaan
van gokverslaving via het onderzoeksprogramma van ZonMw. Voor lopende en toekomstige
onderzoeksprojecten is 6,6 miljoen euro beschikbaar. Er zijn geen signalen dat dit
bedrag niet toereikend is voor het wetenschappelijk onderzoek dat wordt gedaan en
gedaan zal worden vanuit het fonds.
Ook via het WODC wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen van gokken. Een voorbeeld
hiervan is de indicatieve kosten-batenanalyse kansspelen waarbij onderzoek is gedaan
naar de kosten en baten van kansspelen.17 Het recent gestarte expertisecentrum Gokken zal ook een belangrijke bijdrage leveren
aan het doorontwikkelen en bij elkaar brengen van onafhankelijke kennis, zodat ook
het onderzoeksveld voor kansspelen groter wordt.18
Het is niet bekend hoeveel precies vanuit de gokindustrie aan onderzoek wordt besteed.
Vraag 8
Is er voldoende budget en expertise beschikbaar binnen de Nederlandse zorg om de toenemende
druk van gokgerelateerde gezondheidsproblemen het hoofd te bieden? Zo ja, hoe onderbouwd
u dat? Zo nee, bent u bereid om hierin meer te investeren? Welke invloed hebben de
voorgenomen bezuinigingen op de betrokken organisaties? Kunt u inzicht geven wat er
in elk geval door zal gaan en op welke punten preventie, onderzoek en handhaving geraakt
worden?
Antwoord 8
Mensen met psychische problemen, waaronder gokgerelateerde gezondheidsproblemen, moeten
passende geestelijke gezondheidszorg (ggz) krijgen op de juiste plaats. De huisarts
is verantwoordelijk voor de behandeling van lichte psychische klachten en doet dit
in samenwerking met de praktijondersteuner huisarts (poh-ggz). De huisarts kan mensen
met matige tot zware psychische problemen doorverwijzen naar de basis-ggz of gespecialiseerde
ggz. Patiënten, zorgverzekeraars en professionals hebben in kwaliteitsstandaarden
beschreven wat goede ggz is. Aanvullend wordt vanuit het Verslavingspreventiefonds
het veld ondersteund om te komen tot een richtlijn voor de behandeling van gedragsverslaving,
waaronder de behandeling van gokverslaving. Deze richtlijn draagt bij aan het bevorderen
en borgen van voldoende expertise in het veld met betrekking tot gokgerelateerde gezondheidsschade.
Sommige mensen schamen zich voor hun psychische klachten of verslaving. Dit kan ervoor
zorgen dat zij geen (professionele) hulp durven of willen zoeken. Op tijd hulp inschakelen
kan voorkomen dat klachten verergeren of tot een zwaardere zorgvraag leiden. Om mensen
toch een vorm van hulp te bieden of naar de reguliere zorg toe te geleiden zijn er
verschillende laagdrempelige (zelf)testen en behandelingen via internet die hierin
kunnen voorzien. Anonieme hulp wordt betaald via de «Subsidieregeling anonieme e-mental
health» van het Ministerie van VWS. Daarnaast wordt vanuit het Verslavingspreventiefonds
momenteel een pilot gefinancierd om een gratis en anonieme zelfhulpmodule specifiek
voor gokken te ontwikkelen.
De behandeling van verslaving binnen de curatieve ggz valt onder de basisverzekering.
Elk jaar wordt budget beschikbaar gesteld voor de curatieve ggz, door middel van het
macrokader ggz. De bekostiging van de gokgerelateerde gezondheidsproblemen wordt binnen
dit macrokader ggz opgevangen. Dit macrokader wordt elk jaar opnieuw vastgesteld op
basis van onder andere het prijspeil van het betreffende jaar en eventuele verwachte
ontwikkelingen binnen de ggz. Zo is het macrokader ggz voor 2025 verhoogd met ruim
200 miljoen ten opzichte van 2024 in verband met de verwachte overschrijding van het
huidige macrokader in 2024. Het is vervolgens aan zorgverzekeraars om voldoende ggz-zorg
in te kopen om aan hun zorgplicht jegens hun verzekerden te voldoen.
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 en vraag 7 heb aangegeven, wordt preventie en
onderzoek gefinancierd uit het Verslavingspreventiefonds. De Ksa beheert dit fonds.
Toezicht en handhaving worden eveneens betaald uit heffingen opgelegd aan kansspelaanbieders.
Deze financiering staat dus los van de zorg en mogelijke bezuinigingen. Indien blijkt
dat de twee heffingen onvoldoende zijn om de kosten te dekken, kan de heffing worden
verhoogd. Op dit moment is daar geen aanleiding voor.
Vraag 9
Bent u bereid om de resultaten en aanbevelingen van het Lancet-rapport te bespreken
in Europees of internationaal verband, zodat gezamenlijke stappen kunnen worden gezet
om gokgerelateerde gezondheidsproblemen aan te pakken? Deelt u de oproep om een World
Health Assembly resolutie tot stand te brengen over de gevolgen van gokken voor de
publieke gezondheid? Op welke manier gaat u zich daartoe verder inzetten?
Antwoord 9
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.