Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paternotte over het bericht dat Viktor Orbán premier Netanyahu wil uitnodigen in Hongarije
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat Viktor Orbán premier Netanyahu wil uitnodigen in Hongarije en arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof niet zal opvolgen (ingezonden 25 november 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Orbán zegt dat hij Netanyahu zal uitnodigen in Hongarije»,
en met het uitgesproken voornemen van de Hongaarse premier om geen gehoor te geven
aan het arrestatiebevel dat het Internationaal Strafhof heeft uitgevaardigd?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitnodiging van premier Orbán aan premier Netanyahu in het licht
van de verplichtingen van Hongarije als verdragspartij bij het Statuut van Rome inzake
het Internationaal Strafhof?
Antwoord 2
Het Statuut van Rome bevat geen bepalingen die betrekking hebben op het al dan niet
uitnodigen van personen tegen wie een arrestatiebevel is uitgenodigd door het Internationaal
Strafhof (ISH) en de uitnodiging op zich is daarom niet in strijd met de verplichtingen
van Hongarije onder het Statuut. Het Statuut van Rome bevat wel bepalingen die betrekking
hebben op de samenwerking met het ISH bij de aanhouding en overdracht van deze personen.
Vraag 3
Deelt u de zorg dat deze uitnodiging, in combinatie met de uitgesproken intentie van
Hongarije om arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof te negeren, kan worden
gezien als doelbewust provocatief gedrag, en een directe ondermijning van het gezag
en de autoriteit van het Internationaal Strafhof? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het gezag en de autoriteit van het ISH zijn stevig gevestigd en de verplichtingen
onder het Statuut van Rome zijn helder. De uitlatingen van premier Orbán laat het
kabinet aan hem.
Vraag 4
Bent u bekend met artikel 90 van de Grondwet, waarin de Nederlandse regering zich
verplicht in te zetten voor de handhaving en de bevordering van de internationale
rechtsorde? Welke uitwerking krijgt deze verplichting in onze bilaterale relatie met
Hongarije?
Antwoord 4
Artikel 90 van de Grondwet bepaalt dat de regering de ontwikkeling van de internationale
rechtsorde bevordert. Nederland zet zich op verschillende manieren in voor de ontwikkeling
van de internationale rechtsorde en onderstreept het belang van de naleving van het
internationaal recht, onder andere door onze steun aan het ISH. Zie ook het antwoord
op vraag 6.
Vraag 5
Bent u tevens bekend met de beleidsdoelen in de nota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde, waarin wordt gesteld dat Nederland straffeloosheid voor internationale misdrijven
wil bestrijden, en bijdraagt aan goed functionerende internationale hoven en tribunalen
die daders van dergelijke misdrijven aansprakelijk stellen?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Bent u, in lijn met bovengenoemde verplichtingen en voornemens, bereid om tijdens
het open debat van de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen bij het Statuut
van Rome inzake het Internationaal Strafhof, die plaatsvindt van 2 tot 7 december
in Den Haag, de Hongaarse regering aan te spreken op hun provocerende gedrag? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Conform de motie van de leden Van Baarle en Piri draagt Nederland in alle relevante
gremia uit dat de bevelen en het beleid van het Internationaal Strafhof niet bewust
mogen worden ondermijnd.3 In de afgelopen maanden heeft Nederland dat gedaan in de Algemene Vergadering van
de Verenigde Naties en in EU-verband in de Raad Buitenlandse Zaken, in het Politiek
en Veiligheidscomité en in de Raadswerkgroep COJUR ICC. Nederland heeft ook tijdens
het algemene debat van de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen bij het Statuut
van Rome alle verdragspartijen, waaronder Hongarije, op het bovenstaande gewezen.4 Daarnaast heeft Nederland de verdragspartijen opgeroepen met het Hof samen te werken,
ook voor wat betreft de uitvoering van arrestatiebevelen, in lijn met de motie van
de leden Piri c.s.5
Vraag 7
Bent u tevens bereid om alle verdragspartijen die hebben aangegeven arrestatiebevelen
van het Internationaal Strafhof niet te zullen naleven, te wijzen op de schadelijke
gevolgen van hun handelen voor het functioneren en de legitimiteit van het Internationaal
Strafhof? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Als een verdragspartij in strijd met het Statuut nalaat te voldoen aan een verzoek
tot samenwerking, ten gevolge waarvan deze het ISH verhindert zijn taken en bevoegdheden
uit te oefenen, dan is het Hof bevoegd een uitspraak te doen met die strekking en
de zaak te verwijzen naar de Vergadering van verdragspartijen. Daar is momenteel geen
sprake van en het kabinet gaat daar niet op vooruitlopen. Zoals ook bij het vorige
antwoord aangegeven, roept Nederland de partijen bij het Statuut van Rome op met het
Hof samen te werken, ook voor wat betreft de uitvoering van arrestatiebevelen.
Vraag 8
Kunt u deze vragen één voor één, zo snel mogelijk, maar in ieder geval voor aanvang
van de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen bij het Statuut van Rome inzake
het Internationaal Strafhof, beantwoorden?
Antwoord 8
De vragen zijn binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.