Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rikkers-Oosterkamp over de beantwoording van feitelijke vragen over de onthouding over het WHO-pandemieverdrag en de International Health Regulations
Vragen van het lid Rikkers (BBB) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de beantwoording van feitelijke vragen over de onthouding over het WHO-pandemieverdrag en de International Health Regulations (ingezonden 18 oktober 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december
2024).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat Nederland op geen enkele wijze is gebonden aan de vastgestelde
wijzigingsvoorstellen die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft gepubliceerd?
Antwoord 1
Ja. De wijzigingsvoorstellen worden pas bindend voor Nederland indien ze worden goedgekeurd
door de Staten-Generaal. Tijdens een zogeheten «goedkeuringsprocedure» kan een voorstel
worden aanvaard dan wel worden verworpen.
Er is momenteel sprake van twee procedures inzake wijziging van de Internationale
Gezondheidsregeling 2005 (IHR). Ten eerste betreft het wijzigingen die zijn vastgesteld
op de 75e Wereldgezondheidsvergadering (WHA) in mei 2022. Ten tweede betreft het wijzigingen
die zijn vastgesteld op de 77e WHA in juni 2024.
In mei 2022 zijn tijdens de 75e WHA enkele wijzigingen vastgesteld op de artikelen 59, 61, 62 en 63 van de IHR, waarbij
de termijn voor goedkeuring van toekomstige wijzigingen en de termijn voor inwerkingtreding
daarvan zijn verkort.1 Deze wijzigingen zijn door het Koninkrijk der Nederlanden verworpen, hangende de
nationale goedkeuringsprocedure. Uw Kamer heeft namelijk eerder, conform artikel 8
lid 2 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (Rgbv), de wens kenbaar
gemaakt deze wijzigingen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal te onderwerpen.
Vervolgens is de uitdrukkelijke goedkeuringsprocedure gestart. Op 10 april 2024 is
een wetsvoorstel bij uw Kamer ingediend aangaande de wijzigingen en uw Kamer heeft
hier schriftelijke vragen over gesteld. U ontvangt daarover binnenkort de beantwoording
van de nota naar aanleiding van het verslag. Door de voornoemde verwerping is Nederland
vooralsnog niet gebonden aan deze wijzigingen. Het is pas mogelijk om de wijzigingen
te aanvaarden op het moment dat dit wetsvoorstel, en daarmee de wijzigingen van de
IHR, goedgekeurd worden door de Staten-Generaal. In dat geval zal het Ministerie van
Buitenlandse Zaken via een diplomatieke kennisgeving de Directeur-Generaal van de
WHO hierover informeren en de verwerping intrekken.
Tijdens de 77e WHA, die van 27 mei tot en met 1 juni 2024 gehouden is, is een aantal nieuwe wijzigingsvoorstellen
vastgesteld door de staten die partij zijn bij de IHR. Op 19 september 2024 heeft
de Directeur-Generaal van de WHO deze wijzigingen officieel genotificeerd. Omdat het
Koninkrijk der Nederlanden de hierboven genoemde wijzigingen op de IHR uit 2022 heeft
verworpen, gelden voor de nieuwe wijzigingen uit juni 2024 de oorspronkelijke termijnen
van 18 en 24 maanden voor goedkeuring respectievelijk inwerkingtreding van nieuwe
wijzigingen. Deze termijnen zijn voor de eerder dit jaar vastgestelde wijzigingen
nog niet verstreken, waardoor deze nog niet in werking zijn getreden. Het Koninkrijk
is aan die wijzigingen dan ook (nog) niet gebonden. De wijzigingen uit 2024 zullen
aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal worden onderworpen, zoals
toegezegd door de voormalig Minister voor Medische Zorg in een Kamerbrief van 16 februari
2024.
Dat betekent dat ook de wijzigingen van de IHR die in juni 2024 zijn vastgesteld via
een voorstel van Rijkswet en de daarbij behorende procedure ter beoordeling worden
voorgelegd aan de Staten-Generaal, die deze kunnen goedkeuren dan wel verwerpen. Ook
hierbij geldt dat de wijzigingen pas aanvaard kunnen worden op het moment dat het
wetsvoorstel, en daarmee de wijzigingen van de IHR, goedgekeurd worden door de Staten-Generaal.
Indien de verwachting is dat deze uitdrukkelijke goedkeuringsprocedure niet binnen
de termijn van 18 maanden na notificatie zal zijn afgerond, kunnen de wijzigingen,
hangende de goedkeuringsprocedure, worden verworpen.
Vraag 2
Kunt u duidelijkheid geven of er momenteel stappen worden ondernomen om de vastgestelde
wijzigingsvoorstellen voor de parlementaire goedkeuringsprocedure voor te bereiden?
Antwoord 2
Wat betreft de wijzigingen uit 2022 loopt op dit moment de parlementaire goedkeuringsprocedure.
Uw Kamer ontvangt hierover binnenkort de nota naar aanleiding van verslag. Wellicht
ten overvloede, uw Kamer kan deze wijzigingen goedkeuren dan wel verwerpen.
De wijzigingen uit 2024 worden op dit moment vertaald ten behoeve van de publicatie
in het Tractatenblad. Een Engelstalige versie van de tekst met de wijzigingen is inmiddels
beschikbaar.2 Vervolgens zullen de wijzigingen in de vorm van een voorstel van rijkswet met bijbehorende
Memorie van Toelichting worden aangeboden aan de Rijksministerraad met het verzoek
dit ter advisering voor te leggen aan de Raad van State. In principe zal na advisering
door de Raad van State het voorstel voor rijkswet samen met het advies en bijbehorende
Memorie van Toelichting worden voorgelegd aan de Staten-Generaal.
Vraag 3 en 4
Hoe duidt u het volgende antwoord over eerder aangenomen moties: «Op 19 september
2024 heeft de directeur-generaal van de WHO de vastgestelde wijzigingsvoorstellen
genotificeerd aan de lidstaten. Na deze notificatie zal de uitdrukkelijke parlementaire
goedkeuringsprocedure worden gevolgd. En zal hiertoe een wetsvoorstel worden ingediend
bij de Staten-Generaal»?3,
4
Waarom heeft u het over een parlementaire goedkeuringsprocedure, aangezien er geen
parlementaire goedkeuringsprocedure zou komen en Nederland zich met het kabinet tegen
het onderhandelingsresultaat zou uitspreken?
Antwoord 3 en 4
Op 21 mei 2024 is een plenair Kamerdebat gehouden over de voornoemde motie Keijzer.
Tijdens dit debat nam de Kamer een nieuwe motie Keijzer aan, waarmee de voormalig
Minister voor Medische Zorg verzocht werd om zich kenbaar te onthouden van het accorderen
van wijzigingsvoorstellen tijdens de 77e WHA. In reactie daarop heeft de voormalig Minister tijdens het debat aangegeven dat
zij bij de WHA77 die van 27 mei tot en met 1 juni 2024 zou plaatsvinden, indien er
een positief onderhandelingsresultaat zou liggen, dit onderhandelingsresultaat voor
kennisgeving aan zou nemen, ofwel haar oordeel zou onthouden.
De WHA77 heeft op 1 juni 2024 in haar plenaire vergadering met consensus (dus zonder
stemming) een aantal wijzigingen van de IHR vastgesteld. De delegatie van het Koninkrijk
heeft hierbij uitgesproken dat ons land kennis had genomen van het onderhandelingsresultaat,
maar dat het aan het volgende kabinet en aan het parlement is om zich een oordeel
te vormen over goedkeuring van deze wijzigingen.
Zoals hierboven uiteengezet, heeft de voormalig Minister voor Medische Zorg aan uw
Kamer toegezegd dat de voorliggende wijzigingen zoals deze op 19 september door de
Directeur-Generaal aan de lidstaten zijn genotificeerd, aan de uitdrukkelijke goedkeuring
van de Staten-Generaal zullen worden onderworpen. Via deze procedure beslist uw Kamer
dus over het aanvaarden of verwerpen van de wijzigingen.
Vraag 5 en 6
Kunt u toezeggen om in opvolging van de motie Keijzer c.s. actief tegen de vastgestelde
wijzigingsvoorstellen te stemmen en deze niet te ondertekenen?5
Indien u niet kunt toezeggen om in opvolging van de motie Keijzer c.s. tegen de vastgestelde
wijzigingsvoorstellen te stemmen, kunt u dan toezeggen dat er nooit een wetgevingstraject
in gang zal worden gezet om deze wijzigingen te implementeren?
Antwoord 5 en 6
Zoals hierboven aangegeven, zijn de wijzigingen op de IHR door de 194 Staten die partij
zijn bij de IHR tijdens de WHA77 vastgesteld. Het Koninkrijk der Nederlanden heeft
tijdens de plenaire vergadering de wijzigingen voor kennisgeving aangenomen, conform
de toezegging van de voormalig Minister voor Medische Zorg tijdens het Kamerdebat
van 21 mei 2024. Ook conform toezegging is er uitgesproken dat het aan het volgende
(thans: huidige) kabinet en aan het parlement is om zich een oordeel te vormen over
de goedkeuring of verwerping van de wijzigingen. Na vaststelling van de wijzigingen
door de WHA, zijn deze door de Directeur-Generaal van de WHO op 19 september 2024
genotificeerd, waarna deze staten hun nationale goedkeuringsprocedure kunnen starten.
Wanneer staten niet binnen de daarvoor geldende termijn de wijzigingen verwerpen of
een eventueel voorbehoud maken, dan gaan deze na de goedkeuringstermijn automatisch
van kracht. De Staten-Generaal moeten dus de wijzigingen actief verwerpen indien een
meerderheid dat wenst. Zoals hierboven is aangegeven, geldt voor ons land nog de oorspronkelijke
goedkeuringstermijn van 18 maanden, die afloopt op 19 maart 2026.
Wanneer Nederland gebonden wil zijn aan een verdrag of uitvoeringsverdrag dan zal
conform artikel 91 Grondwet de procedure van de Rgbv moeten worden gevolgd. Dit geldt
ook voor wijzigingen van een bestaand uitvoeringsverdrag als de IHR. In het geval
van de hiervoor genoemde wijzigingen betekent dit dat voor de IHR geen goedkeuring
conform artikel 7 onder b van de Rijkswet vereist is. Deze moeten wel worden voorgehangen
en in het geval de Kamer het wenst alsnog voor uitdrukkelijke goedkeuring worden voorgelegd.
De voormalig Minister voor Medische Zorg heeft toegezegd dat nieuwe wijzigingen van
de IHR die op grond van de onderhandelingen die tijdens de WHA77 eerder dit jaar zijn
afgesloten zouden worden vastgesteld, voor uitdrukkelijke goedkeuring zullen worden
voorgelegd. De Staten-Generaal hebben dan de mogelijkheid om zich uit te spreken over
de wijzigingen en deze dus te aanvaarden of te verwerpen. Het kabinet wil met dit
proces transparantie bieden en recht doen aan het gevoelen van een meerderheid van
de Tweede Kamer zoals uitgedragen tijdens het debat van 21 mei 2024. Wanneer de Staten-Generaal
geen goedkeuring verlenen, dan zullen de bepalingen van de IHR zoals die voor de wijziging
golden, voor het Koninkrijk van kracht blijven.
U ontvangt nog voor het kerstreces een Kamerbrief met een nadere uiteenzetting van
de procedure en een eerste duiding van de aangenomen wijzigingen. Deze wijzigingen
en eventuele gevolgen voor het Koninkrijk zullen in de Memorie van Toelichting bij
het voorstel van rijkswet uitgebreid worden toegelicht.
Vraag 7
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de Kamer tijdig en volledig geïnformeerd blijft over
de voortgang van de onderhandelingen over het pandemie-instrument en de ontwikkelingen
rond de vastgestelde wijzigingsvoorstellen van de International Health Regulations?
Antwoord 7
Ten aanzien van de wijzigingen van de Internationale Gezondheidsregeling zoals deze
op 1 juni 2024 door de WHA77 zijn vastgesteld, zal ik uw Kamer nog voor het kerstreces
separaat per brief informeren over de te volgen goedkeuringsprocedure. Ik zal deze
brief benutten om uw Kamer ook te informeren over de laatste stand van zaken rondom
het pandemie-instrument.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.