Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hertzberger en Martens-America over het bericht 'Experts waarschuwen: Chinese spionage escaleert en Westen krijgt er geen grip op'
Vragen van de leden Martens-America (VVD) en Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Experts waarschuwen: Chinese spionage escaleert en Westen krijgt er geen grip op» (ingezonden 15 oktober 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 2 december 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 443.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Experts waarschuwen: Chinese spionage escaleert en
Westen krijgt er geen grip op1»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de recent aangenomen motie van het lid Martens-America c.s. over
overleggen met kennisinstellingen, zodat er geen nieuwe PhD-studenten met een CSC-beurs
worden toegelaten tot gevoelige onderzoeksgebieden?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u het eens dat dit probleem onze topprioriteit moet hebben? Kunt u het antwoord
toelichten?
Antwoord 3
Het weerbaarder maken van Nederland tegen dreigingen van statelijke actoren is zeker
een prioriteit van het kabinet.
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de NCTV waarschuwen in hun jaarverslagen
en in het Dreigingsbeeld Statelijke actoren 23 al langer voor de risico’s op ongewenste kennis- en technologieoverdracht door verscheidende
statelijke actoren binnen kennisinstellingen.
In de aanpak kennisveiligheid4 richt ik mij specifiek op het tegengaan van ongewenste overdracht van kennis en technologie
in de academische sector. Het Ministerie van OCW voert hierover regelmatig overleg
met de sectoren en vergroot hierbij de bewustwording. Ook kunnen kennisinstellingen
contact opnemen met het Loket Kennisveiligheid. Het loket adviseert onder meer over
ongewenste kennis- en technologieoverdracht en over de risico’s van bepaalde internationale
samenwerkingen. Tot slot werk ik op dit moment aan een wetsvoorstel waarmee een wettelijke
screeningsplicht voor onderzoekers en masterstudenten wordt geïntroduceerd daar waar
de risico’s voor de nationale veiligheid het grootst zijn.
Het wetsvoorstel uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten, dat uw Kamer op 14 mei
jl. heeft aangenomen, maakt het daarnaast mogelijk om strafrechtelijk op te treden
tegen meer vormen van spionage dan nu het geval is.5 Doel van het wetsvoorstel is om onze nationale veiligheid, de veiligheid van personen,
vitale infrastructuur en hoogwaardige technologieën beter te kunnen blijven beschermen.
Het wetsvoorstel wordt op dit moment behandeld in de Eerste Kamer.
Vraag 4
Bent u van plan de brief over dit probleem zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen
in plaats van te wachten op het commissiedebat Kennisveiligheid van januari 2025?
Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Op 25 oktober jl. heb ik uw Kamer middels een voortgangsbrief geïnformeerd over de
wijze waarop ik uitvoering heb gegeven aan de motie van het lid Martens-America (VVD)
c.s.6 over het beperken van CSC-bursalen op gevoelige onderzoeksgebieden.
Vraag 5
In eerdere berichtgeving leek het probleem zich te centreren op technische studies
en opleidingen, terwijl nu blijkt dat dit probleem veel breder is. In hoeveel situaties
is hier sprake van en wat doet u daar op dit moment aan?
Antwoord 5
In de aanpak kennisveiligheid richt ik mij op de hele academische sector. Dit betekent
dat alhoewel berichtgeving zich vaak concentreert op technische vakgebieden, de aanpak
sector-breed is. Mijn ambtsvoorganger heeft in 2022 Nederlandse kennisinstellingen
verzocht een kennisveiligheidsopgave te maken en passende maatregelen rondom kennisveiligheid
te nemen7. Ik ben met de kennissector in dialoog om een realistisch, effectief en werkbaar
kennisveiligheidsbeleid voor zowel overheid als kennisinstellingen te verwezenlijken.
Ik kan geen uitspraken doen over hoe vaak spionage bij technische studies voorkomt.
Ik wil wel benadrukken dat mijn aanpak erop toegespitst is om spionage en ongewenste
kennis- en technologieoverdracht bij kennisinstellingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Vraag 6
Bent u bekend met de situatie dat Chinese studenten zich inschrijven bij een onderwijsinstelling
onder een letterenstudie en snel overschakelen naar een technische studie waar inlichtingen
worden verzameld? Kunt u het antwoord toelichten?
Antwoord 6
Ik ben mij bewust van het risico dat wanneer studenten uit welk land dan ook, mits
zij voldoen aan de toelatingseisen, kunnen wisselen van studie. Ik heb de universiteiten
hierover geraadpleegd om na te gaan of er indicaties zijn dat dit soort gevallen zich
voordoen bij Chinese studenten. Zij geven aan dat het aantal Chinese studenten dat
van opleiding verandert zeer beperkt is. Daarnaast is er geen trend aan te wijzen
dat Chinese studenten structureel van niet-technische naar technische opleidingen
proberen te wisselen.
Ik kan echter niet volledig uitsluiten dat de beschreven situatie ooit voorkomt. Om
in de toekomst dit risico te verkleinen ben ik voornemens het wisselen van studie
onder de reikwijdte van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid te brengen. In
de tussentijd vraag ik kennisinstellingen om hierop alert te zijn en bij twijfel contact
op te nemen met het Loket Kennisveiligheid.
Vraag 7
Treedt u met onderwijsinstellingen hierover op dit moment in contact en wat kunt u
er vanuit het ministerie aan doen om onze kennisveiligheid te beschermen tegenover
de spionageactiviteiten van China? Kunt u het antwoord toelichten?
Antwoord 7
Ja, ik bespreek het kennisveiligheidsbeleid op zeer regelmatige basis met bestuurders
van kennisinstellingen, zoals tijdens de bestuurlijke dialogen in het voorjaar van
2024 en tijdens gesprekken op ambtelijk niveau. Ik spreek met de bestuurders over
alle risico’s omtrent kennisveiligheid zodat de kans op ongewenste kennis- en technologieoverdracht
wordt gemitigeerd. Hierbij zijn ook andere departementen en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
betrokken. Tijdens deze gesprekken blijkt dat kennisinstellingen de dreiging serieus
nemen, hun kennisveiligheidsbeleid uitvoeren en deze verder ontwikkelen. Ik werk met
de kennissector toe naar een brede implementatie van het gebruik van een volwassenheidsmodel,
zoals ook voor cybersecurity wordt gedaan. Door middel van het Loket Kennisveiligheid,
de Nationale Leidraad Kennisveiligheid en de learning community ondersteun ik kennisinstellingen hierbij nog verder.
Vraag 8 en 9
Bent u bekend met de samenwerkingen van Wageningen University & Research bij de Autonomous
Greenhouse Challenge met het Chinese techbedrijf Tencent?
Ziet u risico’s voor kennisveiligheid in dit type samenwerkingen gezien het belang
van AI in tuinbouw en de toegang tot know-how door Chinese bedrijven? Kunt u het antwoord
toelichten?
Antwoord 8 en 9
Ik benadruk dat de verantwoordelijkheid voor het aangaan van internationale samenwerkingen
door kennisinstellingen maatwerk is en bij henzelf ligt. Zij moeten hierbij voldoen
aan geldende wet- en regelgeving. Ik verwacht dat kennisinstellingen risico’s in beeld
hebben, een zorgvuldige afweging maken en waar nodig maatregelen treffen. Wel ondersteun
ik kennisinstellingen bij het maken van deze afweging, bijvoorbeeld door uitvoering
te geven aan de motie van de leden Rooderkerk en Paternotte (D66)8 om samen met de kennissector aan een landelijke set uniforme criteria te werken.
Deze criteria helpen kennisinstellingen om inschattingen te maken van de risico’s
van internationale samenwerkingen.
Vraag 10
Kunt u de Kamer in de tussentijd al meenemen in de nieuwste ontwikkelingen ten behoeve
van kennisveiligheid en niet te wachten tot het commissiedebat Kennisveiligheid in
januari 2025? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ja, ik heb uw Kamer op 25 oktober jl. hierover geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.